Report meeting Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Report
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, Brugge is kampioen. Het zal jullie niet ontgaan zijn: ik ben mijn stem een beetje kwijt. Maar ik zal met mijn laatste krachten vandaag toch deze vraag aan u stellen.
Zoals iedereen weet, is dit jaar het nieuwe Inburgeringsdecreet in voege getreden. Met verschillende vernieuwingen trachten we nieuwkomers een goede start te geven om zelfstandigheid te verwerven binnen onze Vlaamse samenleving. Naast deze elementen werden er ook initiatieven in de steigers gezet om het lessenpakket maatschappelijke oriëntatie (MO) verder te professionaliseren. Zoals de voorzitter al zei, hebben wij de kans gekregen om zelf een van die lessen te volgen.
Tijdens de gedachtewisseling met de directeur van het Agentschap Integratie en Inburgering (AgII), Jo De Ro, op 18 januari werd er aangegeven dat de gestandaardiseerde MO-test in voege moet zijn vanaf 1 maart 2022. Alle inburgeraars die een inburgeringscontract tekenen vanaf 1 maart 2022 zouden de gestandaardiseerde test moeten afleggen in testcentra. Met enkele commissieleden hebben we onlangs zo’n gestandaardiseerde test afgelegd in het regiohuis in Mechelen.
Daarnaast wordt er dit jaar ook sterk ingezet op het digitaal lessenpakket MO. In de commissievergadering van januari werd er aangegeven dat de agentschappen de krachten zouden bundelen om online lesmodules per thema te ontwikkelen en die te ontsluiten via Google for Education.
Hoe verloopt de implementatie van de nieuwe gestandaardiseerde test MO? Wat zijn de eerste bevindingen van het gebruik van deze nieuwe test?
Kunt u extra toelichting geven bij de ontwikkeling van het digitaal lessenpakket MO? Hoe verliep de implementatie van het digitaal leerplatform via Google for Education? Wat zijn de eerste bevindingen van de brede uitrol?
Acht u bijkomende initiatieven noodzakelijk om het onderdeel MO van het inburgeringstraject te versterken ten voordele van die nieuwkomers?
Mevrouw De Vreese, heb ik goed begrepen dat u uw stem op de Grote Markt van Brugge verloren hebt? Dat is in ieder geval een zeer geldige reden.
Minister Somers heeft het woord.
Mevrouw De Vreese, ik was al bezorgd dat het was wegens de polariserende gesprekken, maar het komt door hooliganesk geroep.
Ik heb inderdaad vernomen dat verschillende parlementsleden de test MO hebben afgelegd. Ik zal me beperken tot het overmaken van mijn felicitaties aan onze secretaris, Willy Dirkx, aan Brecht Warnez en aan Tom Ongena, want zij scoorden alle drie 100 procent. Het valt me op dat geen enkel N-VA-parlementslid 100 procent behaalde. Wat me nog meer opviel, is dat de Vlaams Belangparlementsleden zelfs niet durfden deelnemen aan de test. Beeldt u zich eens in dat dat verkeerd gelopen zou zijn! (Gelach. Opmerkingen van Chris Janssens)
U stelt een terechte vraag naar de implementatie van de gestandaardiseerde test. Het decreet is in werking getreden op 1 maart 2022. De eerste grote bulk van testen wordt verwacht in juni. Dan studeert de eerste lichting af van inburgeraars die het traject MO hebben doorlopen.
De MO-test wordt afgenomen op negen locaties: Brugge, Kortrijk, Gent, Antwerpen, Mechelen, Turnhout, Hasselt, Leuven en Brussel. Vanuit het proefdraaien van de eerste tien effectief afgelegde testen zijn de eerste ervaringen alvast positief. Ik heb begrepen dat ook jullie ervaring positief was. Het testplatform blijkt gebruiksvriendelijk te zijn voor zowel begeleider als gebruiker. Ik heb wel gehoord dat er een deelnemer was die dacht dat de eerste testvraag, waarbij hij moest kiezen tussen bier en frieten, een eerste, moeilijke, echte vraag was. Dat moeten we toch nog duidelijker maken. (Opmerkingen van de voorzitter).
De test blijkt gebruiksvriendelijk te zijn en de noodzakelijke digitale vaardigheden om de test af te leggen zijn herleid tot een minimum, waardoor slechts minimale begeleiding nodig is.
Zelf zie ik heel veel mogelijkheden in de ontwikkeling van een digitaal lessenpakket MO. Ik geloof dat dat het integratietraject MO kan versterken. De docenten MO gebruiken het online platform Google for Education sinds mei om les te geven. De volgende stap is het gebruik van cursistenaccounts. Dit zit momenteel in verschillende klasgroepen in een pilootfase. Vanaf juli 2022 wordt dit breed uitgerold.
De volledige ontsluiting van het digitale lessenpakket is voorzien in september 2022. Op termijn wordt gestreefd naar beschikbaarheid in 24 talen. Dit wordt gradueel opgebouwd. U weet dat mensen deze lessen MO volgen in hun eigen taal of een taal die ze goed beheersen, omdat ze hun kennis van het Nederlands nog aan het opbouwen zijn.
De eerste bevindingen van het lessenpakket en het digitaal platform zijn eveneens positief, zowel bij leerkrachten als bij klanten. Het geeft de klant de mogelijkheid – dat vind ik belangrijk – om zelfstandig te werken, het werkt drempelverlagend naar digitalisering toe en de klanten ervaren meer zelfvertrouwen.
Zijn er bijkomende initiatieven noodzakelijk? In het regeerakkoord en in het wijzigingsdecreet Inburgering zijn een aantal belangrijke kernelementen opgenomen met betrekking tot maatschappelijke oriëntatie. Er zijn vernieuwde evalueerbare einddoelen voor de cursus MO vastgelegd met een verhoogde focus op verlichtingswaarden en met vastgelegde minimumdoelen die elke inburgeraar op het einde van de cursus moet beheersen. We zijn dus eigenlijk uit de sfeer van het amateurisme naar gestandaardiseerde professionaliteit gegaan. We hebben de gestandaardiseerde test uitgewerkt en rollen die nu uit. Als ik spreek over amateurisme, is het niet het amateurisme van de medewerkers, want die zijn altijd heel professioneel, maar het kader waarbinnen ze moeten werken is geprofessionaliseerd. Er is een professionaliseringstraject voor de MO-docenten opgezet. Er is een screening uitgewerkt om de digitale vaardigheden van de cursisten vast te stellen, met daaraan gekoppeld een vormingstraject voor degenen die dit nodig hebben. Dat is eigenlijk een impliciete vijfde pijler van het inburgeringstraject, namelijk digitale basisvaardigheden voor zij die die nog niet hebben.
Wat staat er nog op de planning? We willen binnen MO nog meer inzetten op differentiëring. De agentschappen werken dit uit volgens het systeem van massamaatwerkproductie, waarbij er vertrokken wordt van een aantal typeprofielen. De bedoeling is om nog meer te kunnen inspelen op de behoeften en de capaciteiten van de cursist. Er zal wel steeds voldaan moeten worden aan de minimumdoelen en men moet uiteraard slagen op de test. We gaan ook een zelfstudiepakket MO ontwikkelen. Hier zal vanaf 2022 een eerste proeftuin rond opgezet worden. We bouwen dus verder op wat we de voorbije twee jaar hebben gerealiseerd. De agentschappen doen daar ongelooflijk baanbrekend werk. Denemarken kan bij ons komen leren.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, het is goed dat u en het kabinet gezorgd hebben voor de organisatie, en zeker ook de medewerkers van het AgII, dat we die test hebben kunnen afleggen, dat we weten wat dat inhoudt, en ook dat we weten dat iedereen die test wel degelijk kan afleggen met een minimum aan digitale skills. Ik weet dat er bijvoorbeeld voor de jachtsector gekeken wordt om het theoretisch examen digitaal te maken. Daar zijn ze ook al bang of dat wel voldoende toegankelijk zal zijn voor een iets ouder publiek. Ik heb hun gezegd dat ze zeker eens langs moeten gaan bij het AgII, want daar zorgen ze er zelfs voor dat mensen die analfabeet zijn, dat kunnen volgen. Ik wil hier dus absoluut de medewerkers van het AgII bedanken dat wij dat inburgeringstraject allemaal kunnen volgen. Dat is zeker voor onze fractie heel belangrijk.
Het is ook heel belangrijk, minister, dat gewaarborgd wordt dat de kwaliteit van dat traject hoog ligt, dat we ook daar de lat hoog leggen, en we op dat vlak ook bepaalde meetbare instrumenten hebben om te kijken of het traject volstaat om te voldoen aan de minimumvereisten, maar ook of we voor bepaalde profielen eventueel de lat hoger kunnen leggen.
Ook de digitalisering van dat pakket en die zelfstudie zijn voor mij een stokpaardje, omdat ik het belangrijk vind dat we dat traject al iets vroeger gaan trekken en dat we in bepaalde gevallen mensen ook een inburgeringstraject aanbieden in het land van herkomst, vooraleer men naar hier komt. Dat is bijvoorbeeld ook aan bod gebracht door minister Crevits in het kader van arbeidsmigratie, maar ik zal daar hier nu niet verder over uitweiden.
Ik heb nog één korte vraag, minister. Dat traject zal inderdaad vertaald worden in verschillende talen, in 24 talen. Kunt u daarvan de tijdslijn meegeven? Tegen wanneer denkt u dat dat volledig rond zal zijn?
De heer Ongena heeft het woord.
Ik wil even kort tussenkomen, omdat we inderdaad getuige zijn geweest van het afleggen van die test. Het is mijn overtuiging – en ik meen ook die van veel collega’s – dat het zeer professioneel was. Het was geen amateurisme, maar een zeer grondige test. Ik wil de mensen van de agentschappen, ook de twee stedelijke, danken voor hun inzet van de voorbije jaren. Het agentschap heeft aangetoond hoe je van een crisis een opportuniteit kunt maken. Door corona konden de lessen niet doorgaan en men is heel snel geschakeld naar een digitale lesomgeving. Dat heeft nu zijn beslag gevonden in digitale testen. Er is prima werk geleverd. Dat mag hier in het parlement benadrukt worden.
Minister Somers heeft het woord.
Dank u, collega’s, voor de positieve feedback en de terechte pistes die we verder nog kunnen bewandelen. We moeten echt overwegen om bij het maken van die zelfstudiepakketten voor mensen die bijvoorbeeld universitair geschoold zijn, de lat hoger te leggen. We bewijzen hun daar een dienst mee. We hebben nu een beetje een ‘catch all’, waarbij je mensen minimale vaardigheden wilt meegeven. Maar bij mensen die academisch gevormd zijn, kunnen we absoluut overwegen om die lat hoger te leggen. We moeten, evident, wel kijken hoe we dat juist doen. Dat is een proces waar we de volgende tijd aan moeten werken.
Ik geloof heel sterk in het zelfstudiepakket. Het laat toe om op de arbeidsmarkt actief te zijn en in de vrije tijd de studie aan te vatten. Het maakt het ook goedkoper, want dat is ook een bezorgdheid. Hoe kostelijk is het inburgeringstraject? Eenmaal je dat pakket hebt, moet je daar niet permanent een leerkracht bij zetten. Bij sommige mensen zal altijd wel een leerkracht aanwezig moeten zijn, maar ik kan me inbeelden dat zelfstudie voor heel wat mensen een haalbare kaart is. Het is een belangrijk argument om de maatschappelijke kost op die manier te drukken.
Ik ben het idee genegen om aan mensen – dat geldt minder voor vluchtelingen, maar bijvoorbeeld bij huwelijksmigratie of volg- of arbeidsmigratie – op een zeker moment te kunnen zeggen: leer in uw land van herkomst al het inburgeringstraject. Mensen die dan in de samenleving komen zijn dan vanaf dag één gewapend om daar op een positieve manier te functioneren. Het kan mensen ook empoweren. Vrouwen die uit een culturele omgeving komen die hen minder kansen geeft, gaan vanaf het moment dat zij ons land binnenkomen, een veel beter inzicht hebben in wat de gelijkheid van man en vrouw betekent. Het gaat mensen ook gemakkelijker toelaten om de rol van ouder op te nemen in het schooltraject van hun kinderen. Zelf geloof ik dat dit een absolute meerwaarde betekent, op de eerste plaats voor die mensen die de migratiebeweging maken. Dat is ook belangrijk om mee te nemen. Dat is een heel interessante piste, waar ik zelf op werk en waarover ik aan het nadenken ben of en hoe we dat eventueel versneld zouden kunnen doen.
In het begin van mijn politieke loopbaan, toen ik minister-president was, met Marino Keulen die als eerste minister dat inburgeringstraject realiseerde, werd dat inburgeringstraject afgeschilderd als iets bestraffends of iets negatiefs, of iets dwingends tegenover mensen. Ik heb dat nooit begrepen. Ik heb dat altijd gezien als iets om kansen te geven aan mensen. Hoe kun je succesvol zijn in een samenleving als je niet weet hoe die samenleving in elkaar zit? Hoe kun je beweren dat je een progressief politicus bent en niet begrijpen dat het bijbrengen van het idee dat mannen en vrouwen gelijk zijn, dat er een scheiding is van kerk en staat, dat er iets bestaat als vrije meningsuiting essentieel is? Hoe kun je de grondwaarden, de verlichtingswaarden niet meegeven van bij het begin? Dat kan toch geen straf zijn. Dat is toch emancipatie, kansen geven. Vanuit een kansenperspectief is het een idee om te onderzoeken hoe we in een volgende stap die trajecten al voor de migratie kunnen laten bestuderen. Dat geldt ook voor het Nederlands. Als je in de samenleving komt, kun je dat dan meteen op een positieve manier doen.
Nogmaals, dit geldt niet voor politieke vluchtelingen, evident, want die moeten hun land ontvluchten. Denk aan de Oekraïners. Aan die mensen kun je niet zeggen: ‘Leer eerst Nederlands en MO.’ Dat gaat niet. Maar voor andere groepen is dat perfect denkbaar en wijs.
Ten slotte: het is nu al vertaald in zestien talen. Ik denk dat we begin 2023 naar nog meer talen kunnen evolueren. We hebben er nu zestien en er komen er nog bij tussen dit en een jaar.
De minister verwijst naar de periode 2003. Ik denk inderdaad dat er heel veel water door onze verschillende Vlaamse rivieren is gestroomd. Dit wordt inderdaad niet meer aanzien als een bestraffing, maar toen was dat wel degelijk het geval. (Opmerkingen van minister Bart Somers. Opmerkingen van Chris Janssens)
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Eenmaal het zelfstudietraject afgerond is voor de testen van MO en eenmaal we zover staan om die Nederlandse lessen op afstand aan te bieden, stel ik voor om een soort proefproject te maken. Zo kunnen we zien op welke manier het werkt en dan kunnen we het op basis daarvan verder uitrollen.
Bedankt voor uw uitgebreide antwoorden, minister.
De vraag om uitleg is afgehandeld.