Report meeting Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Report
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Tijdens de commissie Leefmilieu van 10 mei 2022 ontstond er enige verwarring inzake de regelgeving rond thuisslachtingen. Over thuisslachtingen is heel wat informatie terug te vinden, onder andere op vlaanderen.be. Ik zou graag een aantal zaken uitgeklaard zien.
Op de website vlaanderen.be staat en ik citeer: “Varkens, schapen, geiten, konijnen, pluimvee en gekweekt wild mogen buiten het slachthuis geslacht worden voor particulier huishoudelijk verbruik, op voorwaarde dat de dieren van tevoren worden bedwelmd en geslacht door een bekwaam persoon.
Voor de slachting van varkens, schapen, geiten en tweehoevig gekweekt wild moet de eigenaar: zich vooraf eenmalig laten registreren bij de gemeente; persoonlijk aangifte doen bij de ambtenaar die de gemeente daarvoor heeft aangesteld. Dat moet ten minste twee werkdagen voor iedere slachting gebeuren.
Bij het thuisslachten moeten uiteraard ook de regels omtrent het dierenwelzijn gerespecteerd worden en moeten de dieren voor de slacht bedwelmd worden. Het vlees van een dier dat thuis geslacht werd, mag enkel geconsumeerd worden door de houder en zijn gezin en mag niet gecommercialiseerd worden.”
De voorwaarden voor thuisslachtingen zijn opgenomen in een koninklijk besluit (KB) betreffende de handel in slachtvlees en houdende reglementering van de keuring der hier te lande geslachte dieren van 9 maart 1953, wat heel expliciet betrekking heeft op particuliere slachtingen buiten het slachthuis.
Ook de Europese verordening nummer 1099/2009 inzake de bescherming van dieren bij het doden bevat afzonderlijke regels voor het slachten van dieren buiten het slachthuis voor particulier huishoudelijk verbruik, ook voor andere dieren dan pluimvee, konijnen en hazen. Deze verordening bevat ook een definitie van het begrip slachthuis. Ik citeer: “elke voor het slachten van landdieren gebruikte inrichting die onder Verordening (EG) nr. 853/2004 valt.” Bij arrest van nummer 241.785 van 14 juni 2018 oordeelde de Raad van State over de interpretatie van het begrip slachthuis in de Europese Verordening nummer 853/2004 dat het gebruik van het woord ‘inrichting’ wijst op de vereiste van een zeker duurzaam karakter, wat dus niet het geval is bij een thuisslachting voor particulier gebruik.
Zowel de federale als de Europese regelgeving maken dus een duidelijk onderscheid tussen het slachten van dieren in een slachthuis en het slachten van dieren erbuiten.
Minister, tijdens de genoemde commissie deed u enigszins uitschijnen dat het slachten buiten het slachthuis toch onder de VLAREM-regelgeving (Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning) valt. Dit zou dan vallen onder de rubriek 45.1 van VLAREM: de exploitatie van slachthuizen.
Op de websites van diverse gemeenten is ook informatie terug te vinden over het thuisslachten en de voorwaarden waaraan dit moet voldoen. Ook op de website van het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) is hierover informatie terug te vinden waarin wordt gesteld dat thuisslachtingen toegelaten zijn mits bepaalde voorwaarden worden gerespecteerd. Deze websites maken geen melding van de noodzaak van het hebben van een omgevingsvergunning.
Minister, het lijkt nu dat er een andere interpretatie gegeven wordt aan de regelgeving dan de interpretatie zoals die tot op vandaag werd gehanteerd. Om deze verwarring op te helderen, heb ik een aantal vragen.
Is er een definitie ‘slachthuis’ opgenomen in de Vlaamse milieuregelgeving?
Is er inderdaad een verandering in interpretatie van de regelgeving?
Zo ja, sinds wanneer wordt deze interpretatie toegepast? Houdt deze interpretatie in dat het thuisslachten van onder meer varkens, schapen of geiten onder geen enkel beding toegelaten is zonder omgevingsvergunning? En hoeveel vaststellingen met betrekking tot thuisslachtingen zijn er in dat geval tijdens de afgelopen drie jaar gebeurd?
Als dat de interpretatie zou zijn, hoe valt die te rijmen met het genoemde KB en de Europese regelgeving?
Indien er dus een andere interpretatie gegeven wordt dan in het verleden steeds is toegepast, zult u initiatieven nemen naar de lokale besturen en naar de federale overheid die op hun websites informatie ter beschikking stellen over thuisslachtingen? Zult u initiatieven nemen om de informatie hieromtrent op de website van de Vlaamse overheid dan ook aan te passen?
Minister Demir heeft het woord.
Het slachten van vee zit onder rubriek 45.1 van bijlage I van VLAREM, ‘de exploitatie van slachthuizen’. Er bestaat geen definitie van een slachthuis in de VLAREM-regelgeving. De hier aangeduide inrichtingen vallen dus in principe onder de vergunningsplicht. In VLAREM wordt geen onderscheid gemaakt tussen landbouwbedrijven en particulieren. Voor het slachten van grootvee, zoals runderen en varkens, wordt in rubriek 45.1 geen ondergrens bepaald. Hierdoor geldt niet alleen de vergunningsplicht vanaf één geslacht dier, maar gelden ook alle toepasselijke milieuvoorwaarden voor het slachten van dieren. Voor pluimvee en konijnen werd er wel een ondergrens bepaald, namelijk honderd dieren per dag, waarvoor geen vergunningsplicht, noch meldingsplicht geldt. De indelingslijst bevat wel een uitzondering voor ‘rituele slachtingen in het kader van godsdienstbeleving’, waarvoor enkel een meldingsplicht geldt.
De afdeling Handhaving deelt mij mee dat de milieuregelgeving VLAREM met betrekking tot het slachten van dieren tot hiertoe steeds op dezelfde wijze werd geïnterpreteerd. De milieu-inspectie opereert autonoom bij de handhaving van de Vlaamse milieuwetgeving. De afdeling Handhaving beschikt niet over cijfers omtrent de overtreding van de vergunningsplicht opgelegd door rubriek 45.1. Zoals u weet, behoort de controle hiervan – want het zijn klasse 2-bedrijven – aan de lokale besturen.
De regelgeving waarnaar u verwijst in uw vierde vraag heeft betrekking op de federale bevoegdheid inzake de veiligheid van de voedselketen. Volgens de afdeling Handhaving is er geen strijdigheid tussen de VLAREM-regelgeving en de federale/Europese wetgeving inzake voedselveiligheid. Beide regels moeten cumulatief worden toegepast. De VLAREM-regelgeving is uitgevoerd op basis van de bevoegdheid inzake leefmilieu, met als doel de bescherming van het leefmilieu ingevolge hinderlijke exploitaties. De federale bevoegdheid inzake de veiligheid van de voedselketen heeft vanzelfsprekend een andere doelstelling.
Overigens bepaalt Verordening nr. 1099/2009 dat de lidstaten nationale voorschriften kunnen aannemen die strekken tot uitgebreidere bescherming van dieren bij het doden dan deze van deze verordening.
De informatie op de website van de Vlaamse overheid is aangevuld met een clausule die aangeeft dat niet alleen rekening moet worden gehouden met de regelgeving inzake dierenwelzijn, maar dat ook een andere regelgeving van toepassing is. Op basis van de milieuregelgeving kan immers ook een vergunningsplicht gelden.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Bedankt, minister, voor uw antwoord, maar ik denk dat deze twee cruciale vragen niet beantwoord zijn. U stelt dat er geen aparte definitie rond slachthuizen is opgenomen in Vlaamse regelgeving. Ik heb daarnet heel duidelijk verwezen naar het onderscheid dat zowel de Europese als federale regelgeving maakt tussen enerzijds thuisslachtingen en anderzijds slachtingen in slachthuizen. VLAREM spreekt zich heel expliciet en duidelijk uit over waaraan men moet voldoen in het kader van slachthuizen. Bent u het dan met mij eens, minister, dat VLAREM niet van toepassing is op thuisslachtingen? Dat is de eerste vraag. Indien u het daar niet mee eens bent, is mijn vraag of u dan initiatieven neemt om alle informatie op de betreffende websites, eveneens die van de Vlaamse overheid, aan te passen. Want zo wordt het ook wel weergegeven op de Vlaamse communicatiekanalen.
Minister Demir heeft het woord.
Collega Rombouts, u geeft daar een andere interpretatie aan dan die van de afdeling Handhaving. Ik volg de interpretatie van de afdeling Handhaving. Misschien is die voor sommigen inderdaad wel streng: vanaf het slachten van een varken op een boerderij zou je inderdaad een vergunning klasse 2 nodig hebben. Ik vind het geen goed idee om dat aan te passen of af te zwakken. Dat is ook niet aan de orde. U verwijst ook naar de federale wetgeving, naar koninklijke besluiten die een andere doelstelling voor ogen hebben dan de Vlaamse wetgeving. De Vlaamse wetgeving heeft heel duidelijk leefmilieu als doelstelling. De federale wetgeving heeft vooral voedselveiligheid als doelstelling.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, ik betreur het een beetje dat u opnieuw niet volledig antwoordt. U stelt dat er een andere interpretatie wordt gegeven en dat de regelgeving andere doelstellingen heeft. Dat doet uiteraard geen afbreuk aan de vraag welke wetgeving op welke soort inrichtingen of op welke soort activiteiten van toepassing is. De VLAREM-regelgeving is heel duidelijk van toepassing op slachthuizen. Ik vraag geen afzwakking, ik vraag een correcte toepassing en interpretatie. Er is geen andere definitie opgenomen. De enige definities waarop we ons kunnen beroepen en waarop de administraties zich in het verleden ook hebben beroepen, zijn de bestaande definities, zowel Europese als federale definities van slachthuizen, waarbij er duidelijk een onderscheid is tussen slachten in slachthuizen en thuisslachtingen.
Als u vasthoudt aan de interpretatie van de administratie vind ik het ook bijzonder raar dat de eigen Vlaamse administratie een andere communicatie weergeeft op de website en op de informatiekanalen. Als dát de interpretatie wordt, zie ik ook wel grotere problemen, aangezien er dan eigenlijk wordt gesteld dat er inderdaad geen thuisslachtingen meer kunnen zonder omgevingsvergunning. Dat is een grote stap en een wijziging in de regelgeving en interpretatie. Maar als dat effectief uw interpretatie is, lijkt het me ook cruciaal dat die informatie op de informatiekanalen wordt aangepast. Minister, in dezen lijkt mij zelfs overleg met uw collega’s gewenst.
Het debat is hiermee dus niet afgerond. We krijgen te maken met een sterke wijziging, puur op basis van interpretatie. Volgens mij is dat een problematische situatie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.