Report meeting Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Report
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer De Roo heeft het woord.
Minister, om de negatieve gevolgen van persistente organische verontreinigende stoffen, beter bekend als POP’s, in afval en reststromen te verminderen, legde de Europese Commissie een wijziging van de POP-verordening voor aan het Europees Parlement. Het is een van de prioriteiten die werden aangekondigd in het plan rond circulaire economie.
Het afvalmanagement van de toekomst moet de emissie van POP’s naar lucht, water en bodem minimaliseren. Daarvoor vraagt de Europese Commissie lagere normen voor persistente stoffen, die bepalen of afval gerecycleerd kan worden, vernietigd moet worden of onomkeerbaar getransformeerd moet worden. Het parlement scherpte de voorgestelde normen verder aan, onder andere op basis van wetenschappelijke inzichten en technische vooruitgang en op basis van afspraken die gemaakt zijn onder de Stockholmconventie. Het gaat onder andere over broomhoudende vlamvertragers en een aantal PFAS-verbindingen (poly- en perfluoralkylstoffen). Met die aangepaste tekst heeft de EU nu een mandaat om met de lidstaten over de nieuwe normen te onderhandelen.
Ik heb voor u een aantal vragen, minister. Hebt u kennisgenomen van de beslissing van het Europees Parlement? Hoe zult u de inzichten vanuit de Onderzoekscommissie PFAS-PFOS doorvertalen naar de onderhandelingen met de EU over dit plan? En welke stappen zult u in de komende maanden zetten om te pleiten voor een groepsaanpak van PFAS op Europees niveau?
Minister Demir heeft het woord.
Collega De Roo, we zijn inderdaad sinds 3 mei op de hoogte van het standpunt van het Europees Parlement. Ondertussen heeft er ook al een eerste verkennende triloog plaatsgevonden op 10 mei, waar de voorstellen van het Europees Parlement overlopen werden.
De inzichten die werden opgedaan in de parlementaire onderzoekscommissie, focusten op de emissies van PFAS in de verschillende milieucompartimenten. De herziening van de POP-verordening heeft betrekking op afvalstoffen en betreft niet alleen de opname van de grenswaarden van perfluoroctaanzuur (PFOA), maar ook voor een reeks andere stoffen, los van PFAS.
De grenswaarde van verschillende POP-stoffen in het commissievoorstel werd bepaald op basis van technische en wetenschappelijke vooruitgang. Dat is belangrijk, want er moeten wel detectie- en sorteertechnieken bestaan of op redelijke termijn beschikbaar zijn om de POP-stof aan die lage concentratie in het afval betrouwbaar te kunnen meten en te scheiden van afvalstoffen die die POP-stof niet bevatten. Het raadscompromis, dat dateert van maart dit jaar, was in die zin een evenwichtig compromis. Dat werd ook door Vlaanderen gesteund.
Het Europees Parlement heeft recent zijn amendementen voorgelegd. In een aantal gevallen stelt het parlement grenswaarden voor die een stuk lager zijn dan het compromisvoorstel van de raad. Op dit moment is nog niet voldoende duidelijk welke onderbouwde motivatie het parlement heeft bij die strengere voorstellen. Zodra die informatie beschikbaar is, zullen we die natuurlijk ook grondig bekijken.
De groepsaanpak werd door Vlaanderen gesteund toen hij voor het eerst op een Raad Leefmilieu werd aangekondigd. Toen werd ook reeds aangegeven dat in dat kader de essentiële gebruiken enkel nog toegelaten zouden mogen blijven tot wanneer er meer verantwoorde alternatieven voor beschikbaar zijn.
Er wordt momenteel gewerkt aan het betrokken restrictievoorstel onder REACH (Registration, Evaluation, Authorization and restriction of CHemicals), dat begin 2023 ook zal worden voorgelegd aan het European Chemicals Agency. Dat we achter dat initiatief blijven staan, zullen we ook duidelijk aangeven in onze feedback tijdens de daaropvolgende consultatieperiode die rond het voorstel zal worden georganiseerd, en ook later, wanneer er over het voorstel dient te worden beslist door de Europese lidstaten.
De heer De Roo heeft het woord.
Dank u voor uw korte antwoord, minister. De reden waarom het Europees Parlement stemde, is dat we meer en meer voor een circulaire economie willen gaan. Als daar verontreinigde stoffen in zitten en we gaan die telkens opnieuw gebruiken, dan zit je natuurlijk met een systeem dat gedoemd is om te mislukken, door het feit dat je persistente of zelfs giftige stoffen gaat recirculeren.
Belangrijk in de komende onderhandeling is dat de regels niet chemische verbinding per chemische verbinding zullen worden bekeken, maar dat we effectief voor de groepsbenadering durven te gaan, op basis van die objectieve wetenschappelijke parameters. U hebt dat ook ondersteund in uw antwoord. Daarmee onlosmakelijk verbonden is natuurlijk het essentiële gebruik. U hebt er ook naar verwezen. Wat is dat essentiële gebruik nu? We hebben die discussie gehad binnen de Onderzoekscommissie PFAS-PFOS. We hebben die discussie in deze commissie ook al gehad over een aantal andere stoffen. Daarbij hebben we vanuit de commissie aanbevolen dat we via België zouden aansluiten bij een aantal landen die al bezig zijn met definities voor dat essentiële gebruik: Nederland, Duitsland, Denemarken, Noorwegen en Zweden. Hoever staan die gesprekken, minister? Hoever is er al vordering gemaakt in een betere afbakening van wat essentieel gebruik is?
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Ik denk dat het inderdaad belangrijk is dat er op Europees niveau, en misschien zelfs op nog hoger niveau, gekeken wordt naar afstemming. Als er iets is wat de onderzoekscommissie ons geleerd heeft dan is het dat hiaten in de regelgeving te veel vrij spel geven, en dat we moeten zorgen dat we daarop een antwoord kunnen bieden.
Minister, Karl Vrancken zag onlangs zijn mandaat als PFAS-opdrachthouder verlengd worden tot het einde van 2022. Ik vroeg me af of hij een rol heeft bij het overleg op het Europese niveau dat eraan zit te komen, en wat de verdere taakstelling en uitdagingen voor hem zijn. Kunt u daarop een antwoord geven?
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, ik wil me graag aansluiten bij deze vraagstelling. Wij hebben met de onderzoekscommissie een zestigtal aanbevelingen gedaan om nooit meer een PFOS/PFAS-schandaal te hebben.
Mijn vraag is heel concreet: hoe worden die aanbevelingen opgevolgd? Kunnen wij daarvan een rapportage ontvangen of op de een of andere manier mee opvolgen op welke wijze daarmee wordt omgegaan?
Ten tweede, het PFAS-actieplan is een levend document. Wanneer wordt er daarvan een nieuwe versie gelanceerd? Kunnen wij daar inzage in krijgen?
Minister Demir heeft het woord.
Collega De Roo, ik ben het met u eens dat dit niet verbinding per verbinding bekeken moet worden. Vandaar ook het restrictievoorstel onder REACH, waarin dit breder zal worden bekeken. Rond ‘essentieel gebruik’ wordt uiteraard ook de aanbeveling van de onderzoekscommissie bekeken. De discussie over wat essentieel gebruik is, loopt momenteel nog. Het is de bedoeling dat daarover tegen de zomer duidelijkheid moet komen.
De taken van de opdrachthouder zijn inderdaad verlengd. Alles betreffende brandweerterreinen en het opvolgen en coördineren van de vragen van lokale besturen daaromtrent hebben we aan zijn taak toegevoegd. Ook de opmaak van een herziening van het PFAS-actieplan, waar collega Schauvliege naar verwees, zit daar mee in. Dat zal moeten dienen als leidraad voor een integrale aanpak van de PFAS-verontreiniging in Vlaanderen. Wat er ook bij hoort is het bewustmaken van de industrie van de substitutiemogelijkheden voor PFAS, en de begeleiding om tot een gedragen saneringsaanpak te komen. Daarnaast wordt onze kennis aangeboden op het Europese niveau, in het ambtelijk en politiek Europees overleg.
Mevrouw Schauvliege, het Departement Omgeving is volop aan het werk om in de loop van juni-juli de aanbevelingen in een plan te gieten. Dat plan zal ook regelmatig opgevolgd worden en uiteraard ter beschikking gesteld worden aan het parlement. De aanpassing van het PFAS-actieplan maakt daar natuurlijk ook deel van uit.
De heer De Roo heeft het woord.
Bedankt voor uw bijkomende antwoord, minister. Ik hoor dat u vaart wilt maken door een definitie over het essentieel gebruik tegen de zomer rond te hebben. Ik hoop dat het ook mogelijk is om in die korte tijdspanne een aantal wetenschappers, mensen uit de industrie, uit de consumentensector en de toxicologie te kunnen raadplegen. Dan kan men komen tot een duidelijke definitie, zodat we niet constant alles moeten herzien. Zo wordt er ook duidelijkheid geboden aan hen die alternatieve producten zullen moeten gaan ontwikkelen omdat ze hier anders niet meer kunnen produceren.
Het is duidelijk dat het laatste woord nog niet is gezegd over de POP’s, en dat zullen we ook verder opvolgen in deze commissie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.