Report meeting Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Report
Mevrouw Segers heeft het woord.
Op 25 maart 2022 is de rechtszaak begonnen tegen kunstenaar en theatermaker Jan Fabre, en daar is ondertussen vorige week ook al een uitspraak over gebeurd. De rechter heeft geoordeeld dat de feiten die hem ten laste werden gelegd bewezen zijn. Het waren elf vrouwen die klacht hadden ingediend vanwege grensoverschrijdend gedrag, ongewenste aanrakingen, aanranding van de eerbaarheid, pesterijen, geweld en het eisen van seksuele handelingen om actief te kunnen blijven binnen het dansgezelschap Troubleyn. “Een seksuele relatie met Jan Fabre hoort erbij”, zo schetste de advocaat van de burgerlijke partijen. Het openbaar ministerie had een effectieve celstraf van drie jaar gevraagd. Het zijn uiteindelijk achttien maanden met uitstel geworden. De drie jaar betrof de maximumstraf voor de feiten.
Het proces tegen Fabre werd aangespannen door het arbeidsauditoraat van Antwerpen. Dat had een onderzoek geopend in september 2018. De arbeidsauditeur noemde het dossier het ergste dat hij ooit is tegengekomen en de getuigenissen van de slachtoffers zeer geloofwaardig.
De omvang van de problematiek van grensoverschrijdend gedrag in de cultuursector is voor het eerst naar buiten gekomen in een artikel van Ilse Ghekiere op 10 november 2017 in cultuurmagazine recto:verso. Daarin had ze de anonieme getuigenissen van dertig vrouwelijke performers gebundeld, trouwens niet alleen van bij Troubleyn. Op een avond in het Kaaitheater werden die verhalen voorgelezen. Daarop heeft toenmalig minister van Cultuur Sven Gatz een onderzoek besteld bij UGent. Uit dat onderzoek bleek dat maar liefst een op de vier vrouwen uit de cultuur- en mediasector het voorgaande jaar met ongewenste fysieke of seksuele toenadering te maken kreeg.
In reactie daarop heeft Jan Fabre op 27 juni 2018 een interview gegeven waarin hij vertelde dat er bij Troubleyn in veertig jaar totaal geen sprake was geweest van grensoverschrijdend gedrag. Dat is nu toch anders gebleken. Het Departement Cultuur, Jeugd en Media (CJM) heeft Troubleyn op 17 september 2018 om uitleg gevraagd. Vervolgens werden aan Troubleyn enkele verplichtingen opgelegd, zoals een uitgebreidere raad van bestuur met een aantal vrouwen, het opstellen van een integriteitsbeleid en een arbeidsreglement met ethische gedragscode. Bovendien moest Troubleyn ook een plan ontwikkelen over omgang met naaktheid en seksualiteit op scène.
In april 2019 oordeelde het departement Cultuur positief over alle acties die Troubleyn had ondernomen. Daarop heeft minister Gatz beslist om 45 procent van Troubleyns subsidies – dat gaat over 927.000 euro – uit te betalen. Tegen eind september 2019 gebeurde er een evaluatie van het integriteitsbeleid, waarna de tweede subsidieschijf volgde. Er werd beslist om ook in 2020 deze externe controle te bewaren.
Nu het proces tegen Jan Fabre is afgelopen, roept dit de volgende vragen op. Was de Vlaamse overheid op de hoogte van het onderzoek en de conclusies van het arbeidsauditoraat bij Troubleyn in 2018? Zo ja, welke maatregelen heeft Vlaanderen dan genomen naar aanleiding van de conclusies van het arbeidsauditoraat met betrekking tot de subsidieovereenkomsten en het laten naleven van een ethisch charter?
Voormalig minister Gatz besliste in 2020 om Troubleyn te onderwerpen aan externe controle zoals gebeurde in 2018 en 2019. Hebt u, de huidige minister van Cultuur, deze externe controle ook in 2020 en 2021 laten uitvoeren?
Zal de Vlaamse Regering naar aanleiding van deze uiterst pijnlijke zaak de subsidievoorwaarden en de handhaving ervan verder aanscherpen teneinde meer bij te dragen aan een veilige werkomgeving binnen de culturele sector? Ik bedoel hiermee de hele culturele sector, niet alleen Troubleyn.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mevrouw Segers, voorafgaand wil ik zeggen dat juridisch gezien de organisatie vzw Troubleyn de werkingssubsidies ontvangt via het Kunstendecreet, niet Jan Fabre in persoon maar de vzw. De aanklacht loopt tegen Jan Fabre in persoon. Dat is de juridische context.
De Vlaamse overheid was niet op de hoogte van de bevindingen in het kader van het door u geciteerde onderzoek ingesteld door het arbeidsauditoraat. De Vlaamse overheid had zich immers in deze zaak geen burgerlijke partij gesteld en kreeg dus ook geen inzage. Gelet op het geheim van het strafrechtelijk onderzoek, werd de Vlaamse Gemeenschap dan ook niet op de hoogte gesteld van het onderzoek en de conclusies van het arbeidsauditoraat.
De uitspraak van het arbeidsauditoraat in 2018 verhindert niet dat Jan Fabre zijn beroep verder uitoefent. Dan is het natuurlijk aan de vzw Troubleyn om na te gaan hoe zij haar relatie met Jan Fabre verder ziet en hoe zij haar engagementen in het kader van het Kunstendecreet kan vervullen.
Zoals zonet gesteld, waren wij niet op de hoogte van het rapport van het arbeidsauditoraat. De maatregelen die wij hebben genomen, waren enerzijds een antwoord op de open brief en anderzijds een gevolg van de bevindingen en de vaststellingen gedaan door de administratie zelf, zowel tijdens het jaarlijkse toezicht op de aanwending van de subsidies als tijdens een gesprek met het bestuursorgaan van de vzw.
Dan vroeg u of de controles ook verder gelopen zijn, na 2019. De aanpak bleef de voorbije jaren dezelfde. In 2020 werd een zelfevaluatie integriteitsbeleid Troubleyn/Jan Fabre en een auditrapport integriteitsbeleid Troubleyn/Jan Fabre vzw opgesteld door Stanwick, in casu door senior management consultant Caroline Noël, ingediend bij en geëvalueerd door het Departement CJM. Daarnaast werd een document ‘Wat meedelen na een risicoanalyse? versie 20210126’, onder redactie van Johan Nolmans van de externe dienst voor preventie op het werk (IDEWE), ingediend.
De vzw Troubleyn engageerde zich om ook in 2022 een evaluatie te laten maken van haar integriteitsbeleid en een evaluatie van haar psychosociale beleid te laten uitvoeren door IDEWE en gaf verder aan dit voortaan jaarlijks te zullen laten uitvoeren om zo de vinger aan de pols te kunnen houden. Het rapport van 24 februari 2022 werd ook bezorgd aan de administratie. Het is dus ook in 2022 gebeurd.
Dan kom ik aan de subsidievoorwaarden. In het nieuwe Kunstendecreet wordt naar de principes van goed bestuur verwezen. Die werden recent geüpdatet in de Bestuurscode Cultuur, in 2020. Het spreekt voor zich dat een professionele werking van de bestuursorganen noodzakelijk is en dat het bestuur zijn controlerende, adviserende, strategische rol en werkgeversrol op een professionele, constructief-kritische en onafhankelijke wijze moet uitoefenen om integriteit binnen de organisatie te kunnen waarborgen en zorgvuldig, ethisch en verantwoord met de mensen en de middelen van de organisatie moet omgaan.
Verder werden voor het eerst ook de principes van fair practices geïntroduceerd in het nieuwe Kunstendecreet. Dat gaat over eerlijke praktijken in het werken of het samenwerken, zowel op het vlak van verloning maar ook op het vlak van gelijkwaardigheid, wederzijds vertrouwen, waardering, transparantie, enzovoort. De aandacht voor fair practices moet een manier van werken stimuleren waarin integriteitsissues minder gemakkelijk kunnen voorkomen. Zowel bij de uitvoering van een project als in het geval van een werkingssubsidie moeten deze principes gevolgd worden. In het geval van een werkingssubsidie moeten deze principes bijkomend verwerkt worden in een intern reglement.
Ten slotte wordt in het nieuwe decreet ook aandacht besteed aan meldingsmogelijkheden bij kwesties rond integriteit. Bij een project moeten alle medewerkers die bij het project betrokken worden, geïnformeerd worden over mogelijke meldingskanalen bij kwesties rond integriteit op het vlak van psychosociaal welzijn en grensoverschrijdend gedrag. Organisaties die werkingssubsidies aanvragen, moeten zich engageren om in het kader van integriteit een eigen beleid tegen grensoverschrijdend gedrag te ontwikkelen en te onderzoeken of de aanstelling van een vertrouwenspersoon haalbaar is. Deze vertrouwenspersoon kan zowel intern als extern zijn. Bovendien moeten, naar analogie bij projecten, alle medewerkers binnen de kunstenorganisatie geïnformeerd worden over de mogelijke meldingskanalen. De organisaties verbinden zich tot deze engagementen op het moment van de aanvraag van de subsidie, maar deze engagementen zullen, indien een subsidie wordt toegekend, ook daadwerkelijk nagekeken worden bij het toezicht op de verantwoording.
Voor een specifieke groep van organisaties die tien jaar subsidie via het Kunstendecreet wil krijgen, ligt de lat nog hoger: zij moesten bij hun subsidieaanvraag eind 2021 de principes van goed bestuur en fair practices al verwerkt hebben in een intern reglement en een eigen integriteitsbeleid op het vlak van psychosociaal welzijn hebben ontwikkeld. Daarnaast moeten deze spelers via hun eigen communicatiekanalen publiek bekendgemaakt hebben hoe de kunstenorganisatie een voorbeeldrol vervult op het vlak van goed bestuur, fair practices en voor integriteit op het vlak van psychosociaal welzijn. In dit geval gaat het dus om subsidievoorwaarden waaraan je als organisatie moet voldoen, mits je voor een subsidie in aanmerking wilt komen.
Dit zijn dus allemaal zaken die nu in het nieuwe decreet zitten. Die treden nu pas in werking. We gaan kijken of dat in de praktijk tot goede dingen leidt, maar verder plan ik geen verstrengingen, omdat we nu eerst in de praktijk moeten brengen wat we net gewijzigd hebben.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw uitgebreid en gedetailleerd antwoord. Misschien heb ik een stukje niet gevolgd. Ik begrijp dat er in 2020 nog eens een zelfevaluatie is gebeurd binnen Troubleyn en ook een externe evaluatie van Stanwick. In 2021 niet, of toch ook? Ja. (Opmerkingen van minister-president Jambon)
En 4 februari 2022 slaat op het onderzoek van 2021, dat is overgemaakt aan het departement. Ik wil graag horen of de bevindingen dan dusdanig voldoende positief waren om te verantwoorden dat Troubleyn zijn subsidies blijft krijgen. Dat is heel belangrijk.
Ik ben ook zeer blij met alle nieuwe bepalingen in het Kunstendecreet inzake goed bestuur en fair practices, het meldpunt, de maatregelen die er genomen zijn. Het is natuurlijk heel jammer voor die danseressen dat het zover is moeten komen, dat die etterbuil is moeten openbarsten voor er aandacht voor geweest is. Ik heb de laatste tijd ook heel veel contacten, de mensen zijn er nog niet altijd over wat er allemaal gebeurd is.
De rechter heeft geoordeeld, dat is één zaak. Troubleyn en Fabre staan los van elkaar, maar Troubleyn is natuurlijk ook Jan Fabre. Het gaat over zijn persoon. Ik vond het toch wel heel belangrijk om die vraag te stellen of de subsidies nog terecht uitgekeerd zijn. Waren de bevindingen voldoende positief om de subsidies te blijven uitkeren?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Het antwoord is affirmatief. De bevindingen waren voldoende positief. De feiten waarvan men hier sprak, dateren van voordien. De rapporten waren voldoende positief om door te gaan met subsidies.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Dan kunnen we alleen maar concluderen dat we door deze jammerlijk zaak nu toch voldoende barrières en buffers ingebouwd hebben in ons Kunstendecreet om ervoor te zorgen dat dit in de toekomst niet meer mogelijk is.
De vraag om uitleg is afgehandeld.