Report meeting Commissie voor Onderwijs
Report
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, door het grote lerarentekort worden steeds meer vrijwilligers ingezet in onze basisscholen. Meestal gaat het dan over ouders of grootouders die met veel plezier ingaan op de vraag van een directeur die de personeelspuzzel helaas niet meer gelegd krijgt. Vrijwilligers worden trouwens al langer en voor heel veel zaken ingezet in onze scholen. Ook in deze sector zijn ze onmisbaar om het hele schoolgebeuren vlot te laten verlopen.
Vaak worden vrijwilligers ook aangesproken voor bijvoorbeeld het middagtoezicht in de refter of op de speelplaats. Dit middagtoezicht is niet de taak van de leerkracht maar op het terrein blijkt het helemaal niet evident te zijn om medewerkers of vrijwilligers te vinden die op onhandige uren beschikbaar zijn. Het kan dan wel een nobel doel zijn om zoveel mogelijk kinderen een warme maaltijd op school voor te schotelen, maar in de praktijk moeten scholen steeds verder zoeken naar geschikte vrijwilligers om over de middag bij te springen in de refter of op de speelplaats.
Bovendien vergt het werken met vrijwilligers een andere manier van aanpakken en is er extra administratie en planning nodig. Scholen die een vrijwilligersvergoeding willen voorzien, moeten dat geld ook zien te vinden en botsen tegen de wettelijke maximumbedragen voor trouwe vrijwilligers die voor de nodige continuering zouden kunnen zorgen.
Minister, kreeg u eerder ook al signalen over de problemen die scholen ondervinden om het middagtoezicht georganiseerd te krijgen? Welke aanpak voorziet u voor deze problematiek?
Hoe zult u de scholen ondersteunen in het opzetten van een vrijwilligersbeleid?
Extra personeel in dienst nemen is helaas vaak ook geen optie: uiteindelijk moet de rekening betaald worden en de koopkracht van scholen daalt zienderogen. Hoe zult u hierin tegemoet komen?
Minister Weyts heeft het woord.
Krijgt mijn administratie of kabinet klachten ter zake? Het antwoord is neen. Ik heb mijn administratie daarover bevraagd. Voor alle duidelijkheid: als je verwijst naar vrijwilligers en vrijwilligerswetgeving, dan zit je – het is de minister van Sport die het u zegt – natuurlijk in een federale materie, met federale wetgeving, ook als het gaat over de hele vergoedingsproblematiek. Vanuit Vlaanderen en vorige regeerperiode hebben we ter zake het initiatief genomen om in het kader van de vrijwilligerswerking ook te voorzien in een systeem van vergoedingen en fiscale vrijstelling daarvan. Men heeft dat ongetwijfeld een naam gegeven op een blauwe maandagochtend na de Ronde van Vlaanderen, want dat was dan semi-agoraal werk. Ik weet niet wie dat bedacht heeft.
Door een federale regeling heeft men daar heel veel op gegooid. Om zulke vrijwilligers vrij te stellen, heeft men er verschillende sectoren en beroepscategorieën aan toegevoegd, met als gevolg dat dat gesneuveld is bij de Raad van State en men dan een nieuwe regelgeving ter zake heeft uitgewerkt, die veel minder voordelig is. Maar dan spreek ik vooral over de sport. Om maar te zeggen: het is vooral federale regelgeving die daar speelt.
Het is wel zo dat wij vanuit Vlaanderen zorgen voor ondersteuning van het vrijwilligerswerk via het Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk, waar ook scholen terecht kunnen met concrete vragen daaromtrent. Ik weet ook dat verschillende lokale besturen ter zake een inspanning doen. In mijn eigen gemeente is dat ook zo, en trouwens niet alleen voor het eigen net, want dat mag men niet. Men mag daar geen onderscheid maken, dus men doet dat voor alle netten. En dat loopt wel. Maar vanuit Onderwijs denk ik dat wij nu in eerste instantie, gelet ook op de federale regelgeving ter zake, wel andere aandachtspunten hebben die budgettair ook onze eerste prioriteit verdienen.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, sta mij toe om het echt wel heel vreemd te vinden dat u daarover geen opmerkingen krijgt, want het gaat in mijn vraag niet alleen over vrijwilligers, maar ook over de problematiek van het middagtoezicht. Daar zijn, los van vrijwilligers, soms ook personeelsleden voor aangeworven, mensen die betaald worden via werkingsmiddelen. Ik krijg daar echt heel veel vragen over. Scholen geven aan dat ze geen personeel meer vinden dat dat wil doen. Bovendien hebben de mensen ook niet altijd de competenties of de vaardigheden om om te gaan met leerlingen in een grote groep.
Het pleidooi wordt hier gehouden om warme middagmalen te voorzien op school. Dat is één punt, maar ten tweede moeten er ook mensen aanwezig zijn. U weet net als ik dat het binnen de opdracht van het personeel in het basisonderwijs niet toegestaan is dat leerkrachten dat doen. Dan staan scholen echt wel met de handen in het haar.
Ik vernam dat op het einde van de vorige legislatuur minister Crevits een werkgroep MVD-personeel (meester-, vak- en dienstpersoneel) had opgericht. Daar werd een brainstorm gehouden, niet alleen over de busbegeleiders in het buitengewoon onderwijs, maar er werd ook gesproken en gebrainstormd over de opvang op school in ruime zin. Is daar met uw kabinet al over gesproken? Is daar al over nagedacht? Blijkbaar niet, want er komen geen vragen, maar ik zou u toch met aandrang willen vragen om dit punt ook op te nemen. En ik ga zeker vragen aan de mensen die bij mij aankloppen om ook de weg naar uw kabinet te vinden.
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, ik sluit een beetje aan bij collega Vandromme. Als er door sommigen ballonnetjes worden opgelaten om extra taken richting onderwijs te schuiven, dan hangt daar natuurlijk ook personeel aan vast. Leerlingen die hun boterhammen uit hun boekentas halen en samen opeten in de refter, dat kun je met één of twee mensen wel begeleiden. Maar als dat gaat over eerst een soepje uitscheppen, vervolgens de warme maaltijd en dan het dessert en daarna alles weer opruimen en in de karren plaatsen, heb je daar meer volk voor nodig. Maar ik zie en hoor dat de voorstellende collega's het eens zijn met die bedenking, maar hier ter plekke niet direct een oplossing kunnen formuleren, doch dat terzijde.
Wat ik wel meegeef in dezen, is dat artikel 6 van het decreet Lokaal flankerend beleid heel duidelijk zegt dat als een gemeente ochtend- en avondtoezicht, maar ook middagtoezicht voorziet voor zijn eigen scholen, zoals u inderdaad aangeeft, minister, dat dan ook moet gebeuren voor alle scholen in die gemeente. Ik stel vast dat dat soms toch niet altijd gebeurt. En ik vind dat jammer, want uiteindelijk betalen al die ouders in die gemeente ook gemeentebelastingen, denk ik dan bij mezelf. Maar dat terzijde.
Wat die vrijwilligers betreft, collega's, denk ik dat we scholen inderdaad maximaal kunnen ondersteunen via dat Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk. Ik denk dat dat een manier is waarop ze daar kunnen werken, maar ik weet in alle eerlijkheid niet, collega’s, of wij hier dan zelf decreten moeten maken om dat op de een of andere manier te regelen, want dan denk ik dat het niet langer vrijwilligers zijn, maar andere profielen.
En als laatste punt doe ik eigenlijk een oproep. Ik heb die ook al in mijn eigen gemeente, Sint-Gillis-Waas, gedaan. Alle vrijwilligers die we nu kennen, die geholpen hebben in de vaccinatiecentra, zijn geëngageerde mensen. De vaccinatiecentra stoppen nu. Laat die mensen niet zomaar terug weggaan, maar spreek ze aan om taken op te nemen zoals verkeersbegeleiding, maar onder andere ook ochtend-, middag- en avondtoezicht in scholen. Het is volgens mij echt zinvol om die mensen in het sociale weefsel te houden.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik was net in cao XII aan het opzoeken wat we met betrekking tot MVD-personeel, en andere categorieën trouwens, allemaal hebben opgenomen, maar het is alleszins een gevoelige verbetering van de arbeidsomstandigheden. Vanuit die hoek heb ik echt wel heel dankbare signalen gekregen. Ik denk dat er ook nog een formeel ondertekeningsmoment met hen gepland staat. Daar wordt immers voor het eerst tegemoetgekomen aan concrete verzuchtingen en hebben we mensen van de laagste inkomenscategorieën toch een upgrade van arbeidsomstandigheden gegeven. Ik heb echter nog niet gevonden wat het concreet allemaal betreft.
Dat is inderdaad iets anders dan de problematiek van de vrijwilligers, zeker en vast – al kan federale regelgeving op dat vlak natuurlijk wel enig soelaas bieden. Ik moet naar waarheid antwoorden – dat heb ik ook in de vorige vragen gedaan – dat ik geen signalen heb gekregen van een problematiek daaromtrent. (Gelach. Opmerkingen)
Bevoegdheidsmatig zitten we dan soms ook buiten de onderwijsperimeter. Ik weet ook niet wat we ter zake nog meer kunnen betekenen dan wat we vandaag al doen, dan de inspanningen die we bijvoorbeeld doen rond de mogelijkheid om uren om te zetten in punten en dergelijke. Dat kan soms ook zorgen voor extra soelaas voor scholen, om het allemaal georganiseerd te krijgen.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, ik blijf erbij: ik heb daar echt al heel veel opmerkingen en vragen over gekregen, los van het vrijwilligersstatuut, dat inderdaad op het federale niveau moet worden geregeld.
Ik denk dat het vooral komt omdat scholen de druk meer en meer voelen en omdat hun koopkracht ook dalende is. Dat was eigenlijk mijn laatste vraag, waar u niet echt op hebt geantwoord.
Ik denk dat we eerlijk moeten zijn: de scholen vangen tussen de middag een aanzienlijk aandeel van de leerlingen op. We kunnen onze ogen daar niet voor sluiten, of dat nu onderwijsbevoegdheden zijn of niet. Het is een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid dat we die leerlingen ook op een kwaliteitsvolle manier opvangen tussen de middag. Ik kan alleen maar oproepen om daar ook blijvend aandacht voor te hebben en dat zeker ook in kaart te brengen. Het zou misschien wel kunnen dat de opmerkingen nu wel binnenstromen. Ik stuur ze alvast door.
De vraag om uitleg is afgehandeld.