Report meeting Commissie voor Onderwijs
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Daniëls heeft het woord.
We laden de batterijen weer op nu we eindelijk stilaan uit die corona geraken. Minister, ik heb mijn vraag ingediend op 14 februari, dik tien dagen geleden. Met corona kan dat een eeuwigheid verschil maken.
Op vrijdag 11 februari jongstleden besliste het Overlegcomité dat het onderwijs overschakelt naar code oranje en dat vanaf 19 februari – vorige maandag – kinderen tot 12 jaar geen mondmasker meer moeten dragen op school. Op die beslissing kwamen veel positieve reacties vanuit het onderwijsveld, de leerlingen, ouders, het Kinderrechtencommissariaat, de Vlaamse Jeugdraad, iedereen was heel tevreden met de beslissing dat het mondmasker wegvalt. In het secundair onderwijs blijft het mondmasker echter wel nog verplicht.
Minister, uzelf en onze fractie zijn voorstander om ook de mondmaskerplicht te laten vallen in het secundair onderwijs. U hoopt dan ook dat deze verplichting zo snel mogelijk, eventueel al na de krokusvakantie, kan wegvallen. In afwachting van die beslissing worden er mondmaskerpauzes voorzien en mag het mondmasker af op de speelplaats en bij buitenactiviteiten.
Toch komt er kritiek op de mondmaskerplicht in het secundair onderwijs nu de regels versoepeld worden en we in de maatschappij overschakelen naar code oranje. Ik treed die kritiek bij. Code oranje betekent voor de maatschappij dat we zonder mondmasker op restaurant mogen, op café mogen, dat men in het uitgangsleven geen mondmasker moet opzetten om te dansen of naar een – staand – evenement te gaan. Enkel het personeel in de horeca zal een mondmasker moeten dragen en bij zittende evenementen is een mondmasker ook verplicht. Morgen is de laatste dag voor de krokusvakantie, jongeren zitten de hele dag met een mondmasker op school. Dan steken ze de straat over om ‘ene te gaan drinken’ en dan mag het mondmasker af. Ze zitten daar niet noodzakelijk verder van elkaar dan in de klas.
Volgens minister van Volksgezondheid Vandenbroucke gaat het om een logische beslissing. Hij stelde in De Zevende Dag dat mondmaskers nog nodig zijn waar het kan en dat deze in een discotheek of op restaurant geen zin zouden hebben. Terwijl men eet, is het inderdaad niet zo evident. In een theater en in een klas is er volgens hem wel nog een mogelijkheid om de mondmaskers te dragen. Blijkbaar was dat het criterium: waar het mogelijk is. Verder stelt hij dat het bij scholen gaat om plaatsen waar iedereen moet zijn, terwijl je bij een discotheek zelf kiest om aanwezig te zijn.
Minister, leerkrachten en directies geven aan dat het draagvlak voor een permanent mondmasker bij leerlingen in het secundair onderwijs sterk dalend is, zeker door de versoepelde en zelfs afgeschafte mondmaskerplicht buiten het onderwijs. Ik had begin deze week nog een schooldebat, het was geweldig, maar met alle respect, je krijgt dit dus niet uitgelegd aan die leerlingen. Die vinden dat echt heel raar, de leerkrachten ook. Ik kan dat wel bijtreden. Kunt u deze bekommernis begrijpen?
Is er consensus met de andere gemeenschappen om de mondmaskerplicht in het secundair onderwijs na de krokusvakantie op te heffen? We vernamen dat er op 4 maart opnieuw een Overlegcomité zou zijn.
Kan er, binnen de coronabarometer onderwijs, gekozen worden om de mondmaskerplicht in het secundair onderwijs vroeger te laten vallen?
Minister Weyts heeft het woord.
U weet dat ik er steeds voor gepleit heb – samen met velen onder u – om de scholen maximaal open te houden en maximaal veilig. Dat heeft soms wel enige concessies gevergd, namelijk op het vlak van die veiligheid. Op een bepaald moment, ik heb dat zo lang mogelijk afgehouden, deed het mondmasker zijn intrede in het secundair onderwijs en vervolgens in het lager onderwijs. Het is weer verwijderd in het lager onderwijs en eventjes ook elders. Het is vervolgens teruggekomen in een zoveelste golf. We zijn nu op het punt gekomen dat de mondmaskerplicht weer kan verdwijnen.
Er zijn de virologische inzichten maar ook het recht op leren en comfortabel leren en comfortabel lesgeven. We zitten nu in de gekke situatie dat leerkrachten in het lager onderwijs nog altijd met de mondmaskerplicht moeten omgaan terwijl de leerlingen daarvan vrijgesteld zijn. Welk risico is er dan nog? Laat de leerkrachten de vrije keuze om al dan niet een mondmasker te dragen, zou ik zeggen. Het comfort speelt een rol, zeker voor het eerste, tweede en derde leerjaar is het pedagogisch niet comfortabel om zo les te geven en te krijgen.
Het is tijd voor een volgende stap. Ik heb altijd gezegd, voorafgaand aan het Overlegcomité, dat men bij versoepelingen prioriteit moet geven aan kinderen en jongeren. Dat heeft nogal wat voeten in de aarde gehad. We hebben voorafgaand aan het Overlegcomité een volle dag gediscussieerd met de ministers van Volksgezondheid. Dat is absoluut geen verwijt, dan hebben we vanuit Onderwijs natuurlijk gefocust op de pedagogische aspecten en het welzijn van leerlingen, leerkrachten en directies. Tegelijk focussen ministers van Volksgezondheid in eerste instantie op de virologische aspecten. Toch moesten we een optimum, een vergelijk, vinden.
Ik ben blij dat het Overlegcomité ons is gevolgd. In dezen moest het Overlegcomité ons volgen, want ik zat niet te wachten tot ik aval of de zegen van het Overlegcomité zou kunnen krijgen. Ik kan echter niet anders omdat de mondmaskerplicht vervat zit in het federale koninklijk besluit (KB). Dat sprak over een algemene mondmaskerplicht vanaf 6 jaar, inclusief in het onderwijs. Dat moet gewijzigd worden en dat vergt een overeenkomst binnen het Overlegcomité.
De heer Daniëls heeft gelijk, er moet enige consistentie zijn met de maatregelen in de brede maatschappij. Ik heb er daarom voor gezorgd dat schoolreizen mogelijk zijn, dat mag in de rest van de samenleving ook, jeugd- en sportkampen mogen doorgaan, dus is het evident dat klasreizen, ook buitenlandse en meerdaagse, mogelijk moeten zijn, temeer omdat in een gecontroleerde omgeving in het kader van schoolse uitstappen men zeker kan zijn dat de regels en maatregelen gerespecteerd worden. Idem voor schoolfeesten en opendeurdagen, daarvoor volgen we de ratio die geldt in de rest van de maatschappij.
In het secundair onderwijs moeten kinderen tussen 12 en 18 jaar van 8.30 uur tot 15.30 of 16 uur nog verplicht een mondmasker dragen op school, maar een uur later niet meer in de vrije tijd. Velen denken dat dat uit te leggen valt, op café heeft men immers een Covid Safe Ticket (CST) nodig. Dat is opnieuw zoeken naar een evenwicht. Ik druk me eufemistisch uit, de virologische meerwaarde van het CST is nu niet bepaald van groot belang; integendeel, sommige virologen vinden dat het CST een vals gevoel van veiligheid geeft en misschien vanuit dat idee nog gevaarlijker is. Dat argument kunnen we dus niet gebruiken.
We willen de afschaffing van de mondmaskerplicht, en wel zo snel mogelijk. Het Overlegcomité komt samen op 4 maart. Ik had nog de hoop gekoesterd dat we morgen konden samenkomen, maar het is voor volgende week. Voor ons in het onderwijs maakt dit niet zoveel uit, de afschaffing van de mondmaskerplicht is met een vingerknip gebeurd. Men moet dat niet organiseren of zo. Men mag natuurlijk een mondmasker blijven dragen, we zien in het lager onderwijs ook dat dit nog gebeurt; dat is prima, maar het is tijd om er afscheid van te nemen.
Die onverklaarbare verschillen mogen verdwijnen; dat 16-jarigen in een bepaalde locatie met minder maatregelen en minder ventilatie geen mondmasker moeten dragen, terwijl in de scholen de mondmaskerplicht blijft gelden. Zulke gekke toestanden willen we wel achter ons laten. Ik ga ervan uit dat dit kan vanaf de maandag na de krokusvakantie.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik denk, ik hoop, dat we dat allemaal kunnen onderschrijven, ook in het secundair onderwijs willen we die mondmaskerplicht laten varen, al was het maar omwille van de consequentie, om het te kunnen uitleggen. Er wordt hier gezegd dat creativiteit belangrijk is, en dat is ook zo bij jongeren en studenten.
Iemand uit de leerlingenraad zei bijvoorbeeld dat ze rechtstaand les zouden volgen en dat de leerkracht zou rappen, dat gingen ze dan een evenement noemen, en dan zou men in de klas geen mondmasker moeten dragen. Dan kan het. Of men hangt een groot bord ‘Discotheek’ op de gevel van de school, of men drinkt pintjes tijdens de les, dan is het in orde. Dan is het zogezegd een café en moet men dat mondmasker niet dragen. Die pintjes die kunnen natuurlijk niet door de leeftijdsbeperking en dergelijke. Het is dus niet uit te leggen. We steunen u volledig, minister. We hopen dat iedereen op het Overlegcomité die gelijke tred houdt tussen maatregelen in de maatschappij en maatregelen in het onderwijs. We denken dat dit niet meer dan logisch is.
Ik zie dat heel wat collega’s willen aansluiten. Ik hoop dat iedereen gaat zeggen: ‘inderdaad’.
Mevrouw Beckers heeft het woord.
Inderdaad, dat klopt. Ik ben allang een pleitbezorger voor de afschaffing van de mondmaskerplicht in het onderwijs. Ik was eigenlijk ontgoocheld. De communicatie was: mondmaskerplicht voor kinderen wordt afgeschaft. Maar natuurlijk zijn kinderen boven 12 jaar nog altijd kinderen.
Ik wil toch nog eens benadrukken dat die leeftijdsgroep van 12 tot 18 jaar zich massaal heeft laten vaccineren. De vaccinatiegraad bij die kinderen is veel hoger dan die bij de kleinere kinderen. Ik vind dat die kinderen daar eigenlijk helemaal niet voor worden beloond. Ik vind dat heel jammer, want ze hebben zich heel solidair getoond en zich laten vaccineren tegen een virus waarvan ze eigenlijk, gelukkig, weinig te vrezen hebben.
Minister, de stelling dat een CST een vals gevoel van veiligheid geeft, kan ik alleen maar bijtreden, maar ik vind het dan ook jammer dat ook uw fractie in januari dat CST toch heeft verlengd. Ik wil ook een pleidooi houden wat het mondmasker in hogeronderwijsinstellingen betreft. Ik weet wel dat die instellingen zelf ook meer autonomie hebben. Dat zijn wel geen kinderen meer, maar het zijn jongvolwassenen, en voor hen zou het toch ook wel heel aangenaam zijn indien ze zonder mondmasker les zouden kunnen volgen. Minister, ik reken er dus op dat het mondmasker na de volgende bijeenkomst van het Overlegcomité wordt afgeschaft voor onze leerlingen in het secundair onderwijs, want de situatie valt helemaal niet uit te leggen. Dit is inderdaad zo onlogisch dat het echt surrealistisch, echt typisch Belgisch is. Ik wil er toch ook nog eens op wijzen dat we ons met onze coronabarometer voor het onderwijs eigenlijk afhankelijk hebben gemaakt van de federale overheid, ook voor de beslissingen in Onderwijs, dat nog altijd een exclusief Vlaamse bevoegdheid is. U hebt dat zelf ook gezegd. Ik wil hier nog eens zeggen dat ik dat uitermate betreur.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Voorzitter, namens onze fractie wil ik de vraag ondersteunen om de mondmaskers ook in het secundair onderwijs zo vlug mogelijk te kunnen lossen. Het klopt immers dat we niet strenger kunnen zijn voor onze leerlingen dan wat voor de rest van de samenleving wordt verplicht. Ik denk dat ik al tijdens de eerste plenaire vergadering na 13 maart, toen we in een soort lockdown gingen of bericht kregen dat het echt wel niet oké was, aangaf dat het zeer belangrijk zou zijn om na de coronacrisis na te denken over de maatregelen die we namen om met die crisis om te gaan. Ik denk dus dat het ook goed is om dit punt ook voor het onderwijs te bekijken. Minister, dan lijkt het me heel belangrijk om erover na te denken hoe we ook ventilatie en luchtkwaliteit meteen ook kunnen meenemen. Er zijn immers al heel veel voorbeelden gegeven van leerlingen en leerkrachten die aangeven dat ze het niet snappen, maar, zoals ik u ook al heb gezegd, ik heb ook een aantal vragen gekregen van directies, leerlingen en leerkrachten die aangeven dat ze een heel moderne school hebben die helemaal in orde is qua ventilatie, maar toch een mondmasker moeten dragen. Ik denk dat dat iets is dat we moeten meenemen, om scholen en schoolbesturen ertoe te kunnen aanzetten om daar echt werk van te maken. Hoe kunnen we nog veel meer werk maken van het bovenaan de agenda zetten van die luchtkwaliteit, niet alleen in een coronacrisis, maar ook daarbuiten?
De heer Danen heeft het woord.
Eerst en vooral wil ik zeggen dat ik natuurlijk ook hoop dat we snel naar de normaliteit kunnen gaan, maar het toch ook ten zeerste betreur dat heel de discussie over de mondmaskers het voorbije anderhalf jaar altijd in een sfeer van hyperzenuwachtigheid en polarisatie plaatsvond. Ik weet niet wie daar echt beter van wordt. Het is toch een feit dat het op sommige moment wel goed was dat er mondmaskers waren, en sommigen van jullie betwisten dat. Daar bestaat eigenlijk geen discussie over. Dat het vandaag misschien tijd is om ervan af te stappen, daar is ook wel discussie over, maar ik betreur het gewoon dat men van het mondmasker een soort symbool van de ultieme vrijheid heeft gemaakt, terwijl het mondmasker er net voor heeft gezorgd dat scholen langer open konden blijven en ook sneller opnieuw open konden. Dat word niet of te weinig ingezien. Dat moeten we toch ook durven te benadrukken, denk ik. Ik denk dat, als we allemaal eerlijk zijn, de standpunten niet zo heel ver uit elkaar liggen, maar in de politieke context van vandaag maakt men dat er natuurlijk wel van.
Ik wil me verder aansluiten bij mevrouw Vandromme: als scholen een oase van goede luchtkwaliteit, ventilatie en veiligheid waren, dan zouden mondmaskers lange tijd natuurlijk helemaal niet nodig zijn geweest. We stellen echter vast dat de situatie niet zo was. Het is natuurlijk ook zo dat die mondmaskers niet alleen dienen om de kinderen te beschermen, maar ook vooral om de leerkrachten te beschermen. Mocht men hebben gezegd dat mondmaskers in het lager onderwijs niet moesten, dan ben ik er zeker van dat we ook een opstand hadden gekregen bij de leerkrachten, want die hebben zich toch een tijd lang heel onveilig gevoeld. Nogmaals, de situatie is veel genuanceerder dan wat sommigen ervan willen maken.
Ik hoop oprecht dat we van corona verlost zijn, samen met ieder van jullie, maar we weten natuurlijk ook niet wat de toekomst brengt. Sommigen zeggen dat er in oktober, november een nieuwe opstoot zou kunnen komen, wat ik natuurlijk niet hoop. Minister, bent u bereid om een studie te bestellen of te objectiveren of mondmaskers in het onderwijs al dan niet nut hebben in geval van een epidemie of pandemie? Nu is het immers heel erg een welles-nietesdiscussie, terwijl ik denk dat er toch wel een zekere waarheid in dit debat is.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Het is een heel groot debat, maar ik zal heel kort zijn. In een crisis moet je soms ook eens aan omdenken durven te doen. Dat is een term die ik heb geleerd. We hebben veel positieve zaken geleerd uit die coronacrisis en het mondmaskergebeuren in de scholen. We hebben daar ook andere zaken uit geleerd, maar ik denk dat, zelfs los van het coronadebat, een goede ventilatie, een goede luchtverversing in de klas voor leerlingen en ook voor leerkrachten hoe dan ook altijd belangrijk is. Ik denk dat we de zaken die we hebben geleerd uit deze crisis, ook kunnen gebruiken om in de toekomst een performant en blijvend geborgen beleid te kunnen voeren rond luchtkwaliteit en ventilatie in de klassen. Zoals u weet, als er een goede luchtkwaliteit en ventilatie is in de klas, blijven de hersenen van de kinderen ook frisser. Dan kunnen ze zich langer concentreren. Ook voor de algemene gezondheid is dat wel belangrijk. Minister, bent u dus bereid om op basis van alle gegevens die u intussen heb meegekregen uit die crisis, soms met vallen en opstaan, ook na de crisis, als we ooit van corona af zullen zijn, mee te nemen als vast en belangrijk punt in het onderwijsbeleid in zijn totaliteit?
Minister Weyts heeft het woord.
Om in te pikken op dat laatste, wij hebben in onze onderwijsbarometer ook heel doelbewust een code groen opgenomen, in tegenstelling tot de algemene maatschappelijke barometer, om aan te duiden dat, ook wanneer we schakelen naar de normaliteit, dat voor ons niet het oude normaal, maar wel het nieuwe normaal zal zijn, waarbij we onder andere op het vlak van ventilatie ook lessen hebben getrokken. Dat wilden we daarmee ook aangeven. Evengoed gaat dat echter ook over de meerwaarde die er soms kan zijn, ook vanuit pedagogisch oogpunt, van elementen zoals hybride lesgeven.
Er werd een oproep tot nuance gedaan. Wel, heel graag. Het mondmasker heeft het me inderdaad alleszins minstens qua argumentatie mogelijk gemaakt om klassen opnieuw te openen of open te houden. Ik heb dat als argument kunnen gebruiken in onderhandelingen, opnieuw vanuit het idee dat virologische baten van maatregelen moeten worden afgewogen tegen virologische kosten ervan, net als de pedagogische en welzijnskosten en -baten op het vlak van onderwijs.
Onderwijs is echter geen specifieke setting in vergelijking met andere locaties waar veel mensen samenkomen. Dat is dus niet specifiek onderwijsgerelateerd. Ik moet soms betogen lezen alsof blijkbaar enkel in het onderwijs een mondmasker effect zou hebben, of enkel in het onderwijs ventilatie nut zou hebben, of enkel in het onderwijs luchtzuivering zou spelen. Neen, dat is algemeen maatschappelijk. Dat moet in alle sectoren worden bestudeerd. Vandaar ook de proefprojecten die lopen. We kunnen daar op samenlevingsniveau lering uit trekken ten aanzien van alle locaties waar veel mensen voor een langere tijd met elkaar in contact komen, en zo zijn er wel wat locaties afgezien van de klaslokalen.
Twee, er werd geopperd om misschien in de toekomst een onderscheid te maken naargelang locaties die geventileerd zijn en waar de lucht wordt gezuiverd, waar men dan minder strenge normen zou kunnen opleggen op het vlak van mondmaskerplicht. Ik denk dat dat zeker een mogelijkheid moet zijn, alleen biedt het KB dat is uitgewerkt door de Federale Regering, daartoe vandaag niet de mogelijkheid. Het is heel lineair: een algemene mondmaskerplicht voor iedereen, ongeacht de maatregelen die worden getroffen. We zijn momenteel wat aan handen en voeten gebonden. Als we schakelen naar het afschaffen van de mondmaskerplicht in het secundair onderwijs, dan gaan we daar niet al te veel voorwaarden aan verbinden, want anders wordt het weer een molensteen aan de nek van de scholen, de leerkrachten en directies.
Wat ik absoluut wel wil meegeven, is een zuiver menselijke overweging ten aanzien van kinderen en jongeren in het secundair onderwijs. De leerlingen van het secundair onderwijs zijn vrijwel van in het begin van de pandemie opgezadeld met de mondmaskerplicht. Het zijn net de leerlingen uit het lager onderwijs die nu verlost zijn van de mondmaskerplicht, maar niet voor de eerste keer. Het zijn ook zij die veel minder lang het mondmasker hebben moeten dragen, en ook het laatst opnieuw een mondmaskerplicht hebben opgelegd gekregen. Zij hebben het snelst kunnen afschakelen, terwijl diegenen die al het langst met het mondmasker moeten leven, nog onderworpen zijn aan de mondmaskerplicht, ondanks het feit dat de vaccinatiegraad in die groep heel hoog is. Ik ben de tel een beetje kwijtgeraakt, maar de vaccinatiegraad zal rond de 90 procent schommelen in het secundair onderwijs. Dat zijn zeer goede cijfers.
Het weer wordt beter, de mondmaskermoeheid slaat ongelooflijk toe. Ik stel ook vast dat het niet meer zo accuraat wordt gedragen en ik vrees dat het gebrek aan accuraatheid zal toenemen naarmate de weersomstandigheden verbeteren. Het belangrijkste is dat de virologische omstandigheden verbeteren. Op grond daarvan moeten we de volgende week toch beslissen dat, na de krokusvakantie, de mondmaskerplicht ook in het secundair onderwijs verdwijnt.
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega's, blij te horen dat iedereen stelt, en de minister ook bepleit, het mondmasker te laten vallen na de krokusvakantie als het Overlegcomité ook in die wijsheid volgt. We hopen dat.
Collega Danen, ik voelde me niet aangesproken, maar waar het over gaat, is vooral over het uitleggen en de gelijke tred met de maatschappij. Wat mij betreft, gaat het daarover. Ik vind het echt heel moeilijk om uit te leggen aan jongeren dat men in het weekend naar de discotheek kan zonder. Ook leerkrachten zeggen dat. Heeft het mondmasker zijn nut bewezen op school, net als de ramen en deuren open? Ja, maar dat was ook in de brede maatschappij zo: verluchten en mondmasker op.
Elke school is op dit moment bezig met ventilatie en luchtkwaliteit. Dat is iets wat niet meer van de agenda gaat, vooral niet van die van de inrichtende machten. Ik vind dat een goede zaak. Dat is ook de reden waarom ik het goed vind dat in het onderwijs een code groen is ingevoerd, waarin u die blijvende daarvoor aandacht vraagt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.