Report meeting Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Als eerste initiatief in het nieuwe actieplan voor circulaire economie in 2020, stelde de Europese Commissie voor om de Europese wetgeving inzake batterijen te moderniseren. Batterijen die in de Europese Unie (EU) in handel worden gebracht, moeten gedurende de hele levenscyclus duurzaam, uiterst efficiënt en veilig zijn. Dat is cruciaal om klimaatneutraliteit te bereiken tegen 2050 en noodzakelijk voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de Europese Geen Deal. Daarin zit de ambitie om verontreiniging tot nul terug te dringen. Hiervoor is het van cruciaal belang dat batterijen gedurende de hele levenscyclus duurzamer worden.
Nu wil het Europees Parlement batterijen duurzamer maken door hun milieu- en sociale impact af te bouwen. De bevoegde parlementscommissie wil dat batterijen in de toekomst een label dragen dat hun CO2-voetafdruk weergeeft, een bovengrens krijgen voor die voetafdruk tijdens hun hele levensduur en een ondergrens voor de hoeveelheid kobalt, lood, lithium en nikkel die kan worden hergebruikt. De parlementsleden willen ook de verplichting invoeren dat vanaf 2024 de batterijen voor draagbare toestellen zoals smartphones makkelijk verwijderd en vervangen moeten kunnen worden. Als het van hen afhangt moet 80 procent van de draagbare batterijen tegen 2030 ingezameld worden. Hiermee gaan ze zelfs verder dan de Europese Commissie.
Een label invoeren met CO2-voetafdruk, boven- en ondergrens, en maken dat batterijen makkelijk verwijderd kunnen worden uit draagbare toestellen, gebeurt uiteraard niet zomaar. Daarom heb ik de volgende vragen voor u, minister.
Wat vindt u van het voorstel van het Europees Parlement? Welke rol kan Vlaanderen opnemen om batterijen duurzamer te maken? Op welke manier kan een label daartoe bijdragen?
Hoe kunnen we ondernemingen nog meer aansporen om het gebruik van batterijen duurzamer te maken? Welke instrumenten gaat u daarvoor inzetten?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega Gryffroy. Het voorstel van het Europees Parlement om nog sterker in te zetten op duurzame batterijen is zeker interessant. Ik moet u er niet van overtuigen dat de transitie naar een circulaire economie belangrijk is, en dat past ook in de Europese Green Deal.
We gaan een stijgende vraag krijgen naar batterijen, en dus ook naar de grondstoffen ervan, zoals zeldzame metalen. Naast het feit dat we de hoge milieu-impact van de aanvoer van dergelijke metalen moeten vermijden, is het ook van cruciaal economisch belang dat we de toevoer van die grondstoffen verzekeren. Dat kunnen we doen met de circulaire economie.
De Europese Commissie heeft in mei 2018 het strategisch actieplan voor batterijen vastgelegd. Dat heeft als doel een waardeketen voor batterijen op te bouwen, vanaf de winning, de levering en verwerking van grondstoffen en materialen, tot de productie van batterijcellen, het hergebruik en de recyclage. Hiervoor moeten we het industrieel leiderschap versterken door innovatie te ondersteunen, door in te zetten op opleiding, en door duidelijke regelgevende kaders te verzekeren.
Specifiek betreffende uw vraag over het voorstel van het label is het zo dat productnormering een federale materie is en dus federaal opgevolgd wordt. Maar onze administratie is samen met Vlaanderen Circulair in gesprek met de federale partners om dat mee te volgen, want als dit een manier is om de recyclage van batterijen te versnellen, kunnen we dat ook met Vlaanderen ondersteunen.
Zoals u weet, zet ik ook volop in op innovatie voor de transitie naar een circulaire economie. We hebben Vlaanderen Circulair versterkt en er zijn heel wat relancemiddelen naar innovatie in de circulaire economie gegaan, waaronder 15 miljoen euro naar circulaire maakindustrie met focus op textiel en elektronica.
Eind 2019 nam Vlaanderen ook al deel aan het Europese Important Project of Common European Interest (IPCEI) Batterijen, met deelname via Umicore. Umicore richt zich binnen dit kader op de ontwikkeling van materialen, zowel anodematerialen als kathodematerialen, maar ook op recyclage van materialen uit oude batterijen. Dat laatste punt draagt rechtstreeks bij tot de duurzaamheid. Het luik recyclage omvat ongeveer 80 procent van het projectbudget en bevat ook investeringen in een eerste industriële ontwikkeling.
Binnen mijn bevoegdheid zet ik ook in op onderzoek en ontwikkeling, bijvoorbeeld via ecologische investeringssteun voor recyclageprojecten. Eind vorig jaar bijvoorbeeld hadden we het STRES-dossier (strategische ecologiesteun) van Metallo in Beerse voor de recyclage tot zuivere materialen. De speerpuntcluster Strategisch Initiatief Materialen (SIM), die de groei van innovatieve spelers uit de Vlaamse materiaalsector ondersteunt, is vorig jaar ook een belangrijk strategisch basisonderzoek gestart met als doel de levensduur van de volgende generatie batterijen te optimaliseren.
We zullen ook de komende jaren onze innovatiemiddelen blijven inzetten op dit soort recylage- en circulaire projecten. Met de grotere nadruk die ik aan het leggen ben op de klimaatimpact van innovatiesteun, wil ik bedrijven extra doen nadenken over hoe ze in een ruimer opgezet innovatieproject aandacht kunnen geven aan zaken als hergebruik en circulariteit. Ook voor projecten om het gebruik en de levensduur van batterijen te verbeteren via onder andere batterijmanagementsystemen, kan ons onderzoek- en innovatie-instrumentarium gebruikt worden. Ook ons Vlaams Strategisch Onderzoekscentrum (SOC) Flanders Make is op dit vlak actief via een aantal Europese projecten. En uiteraard weet u dat ook de samenwerking met de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) in dit verband zeer belangrijk is.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Juist, het is een federale bevoegdheid, maar het zit zo dicht verweven met Vlaanderen Circulair dat we dat natuurlijk niet los van elkaar kunnen zien.
Wat de circulaire economie, het circulair denken betreft: ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat de ondernemingen die het minst geleden hebben tijdens de coronacrisis, ook de ondernemingen waren die op circulariteit zijn gaan werken, en zich minder afhankelijk maken van grondstoffen vanuit het buitenland.
Ik vind het een zeer goed initiatief van het Europees Parlement. Maar voor een keer ben ik wel voor een verstrenging, omdat we een shift krijgen van de fossiele grondstoffen die we nodig hebben naar andere mineralen, zoals kobalt, lood, lithium en nikkel. En als we niet opletten, rijden we ons op dat vlak straks ook in de problemen. Over dat tekort aan grondstoffen hebben we het al gehad, toen het over chips ging. Dat is wel een belangrijke factor, denk ik.
Als men dat zou willen invoeren vanaf 2024, dan gaat dat naar de lidstaten. De lidstaten moeten dat dan ook vertalen. Dat is een federale bevoegdheid, want het gaat over productnormering. Maar daar zal ook het circulair denken in betrokken worden. 2024 is binnen twee jaar. Zullen we daar op tijd klaar mee zijn?
Minister Crevits heeft het woord.
Het klopt uiteraard dat de circulaire transitie een Vlaamse prioriteit is, maar we hebben natuurlijk wel een afstemming nodig met het federale niveau rond productnormering. Het is een duidelijke ambitie om via overleg met de federale collega’s ook op tijd klaar te raken.
De ambities zijn duidelijk.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ja, de ambities zijn duidelijk. En ze zijn genoteerd. Bedankt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.