Report meeting Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Minister, begin februari vernamen we via de media dat parfums die in België, Nederland en Denemarken veel worden verkocht, heel wat schadelijke chemische stoffen bevatten. Dit blijkt uit onderzoek van Kom op tegen Kanker, stichting Tegengif uit Nederland en de Deense consumentenbond.
In het rapport dat ze opgemaakt hebben, signaleren de verschillende organisaties dat de huidige regelgeving consumenten onvoldoende beschermt tegen de blootstelling aan schadelijke chemische stoffen via parfums en andere geparfumeerde verzorgingsproducten. Het rapport biedt consumenten daarom concrete tips om deze blootstelling te verminderen. Er werden 20 parfums geselecteerd op basis van populariteit en men vergeleek de ingrediënten met lijsten voor zorgwekkende stoffen. Onder andere de Deense overheid en de Europese Commissie hebben dat mee verwerkt. In de 20 parfums van bekende merken als Giorgio Armani, Hugo Boss en noem maar op, werden 26 zogeheten problematische stoffen aangetroffen. Dat zijn chemische stoffen die in verband worden gebracht met een verstoring van de hormonenbalans, een verminderde vruchtbaarheid, allergieën en milieuschade. Ook de directeur Preventie en Vroegopsporing van Kom op tegen Kanker geeft aan dat een langdurige blootstelling aan hormoonverstorende stoffen, zelfs in een lage dosis, kan bijdragen aan het ontstaan van sommige borstkankers. Ze geeft ook aan dat het daarom cruciaal is om zo weinig mogelijk te worden blootgesteld aan deze chemische stoffen.
Er is op Belgisch niveau dringend nood aan de uitvoering van de achttien preventieve, regelgevende en onderzoeksmatige acties die beschreven staan in het nationaal actieplan voor hormoonverstoorders. Onder andere mijn collega Schryvers heeft namens onze fractie hierover een conceptnota voor nieuwe regelgeving ingediend, en daarover zijn hoorzittingen gehouden. Dat alles heeft op 27 maart 2019 geleid tot de goedkeuring van een voorstel van decreet houdende wijziging van het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid, wat betreft de sensibiliseringsplicht en het preventieve beleid met betrekking tot de blootstelling aan chemische stoffen die de normale hormonale werking van het menselijk organisme ontregelen of kunnen ontregelen. Dat decreet verleent een decretale basis aan het voorstel dat was opgenomen in de eerder ingediende conceptnota.
Minister, met welke maatregelen kan de aanwezigheid van hormoonverstorende stoffen in alledaagse producten in Vlaanderen verminderd worden? Een van de aanbevelingen van Kom op tegen Kanker is: “Gebruik apps als de Yuka-app waarmee je je verzorgingsproduct scant en je onmiddellijk alle informatie over het product krijgt. Zo kun je als consument een geïnformeerde beslissing maken over welke producten je al dan niet gebruikt.” Op welke manier kunnen we de bekendheid van deze app vergroten? We horen dat hij nog niet zo bekend is maar hij zou misschien toch wat meer in de kijker mogen worden gezet. Welke rol kan het Steunpunt Milieu en Gezondheid hierin spelen ? Op welke manier volgen zij de impact van hormoonverstorende stoffen op?
Minister Beke heeft het woord.
Collega, ik verwijs graag naar het ontwerp van het nationaal actieplan hormoonverstoorders (NAPED) waarvoor tot en met 14 februari 2022 een openbare raadpleging liep. De regelgevende acties die in het ontwerp van het NAPED worden geformuleerd, zullen ervoor zorgen dat de aanwezigheid van hormoonverstorende stoffen in alledaagse producten in Vlaanderen verminderd wordt.
Deze regelgevende acties die voornamelijk door de federale overheid moeten worden opgenomen, zijn: het actief bijdragen aan Europese wetgeving ter bescherming van kwetsbare bevolkingsgroepen; een actieve bijdrage leveren aan beoordelingsprocedures voor de identificatie van hormoonverstoorders en aan de communicatie over geïdentificeerde of vermoede hormoonverstoorders; deelnemen aan de invoering in België van een Europees traceerbaarheidssysteem voor producten die hormoonverstoorders bevatten; de totstandbrenging van een doeltreffender communicatiebeleid van de kant van de Belgische autoriteiten; de identificatie van instrumenten om een gezonde en doeltreffende vervanging van hormoonverstoorders te bevorderen; de invoering van strengere controles op ingevoerde producten.
Wat de Yuka-app betreft, denk ik dat het heel belangrijk is om eerst te bekijken hoe die app precies in elkaar zit. Met deze gezondheidsapp scan je barcodes van voedings- en cosmeticaproducten en krijg je meteen met een score meer informatie over de samenstelling van het product en de eventuele impact ervan op je gezondheid. Het is belangrijk te weten op welke algoritmes die score precies is gebaseerd.
Momenteel is de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO), met een subsidieopdracht van het Agentschap Zorg en Gezondheid (AZG), bezig met de opmaak van een overzicht van succesvolle materialen voor preventie van blootstelling aan hormoonverstoorders. Het gaat bijvoorbeeld om campagnes, infographics, folders, tools, interventies enzovoort, in binnenland en buitenland, waarbij ook stakeholders worden bevraagd. Het doel is tot aanbevelingen te komen voor de verdere uitwerking van een preventiecampagne. Het rapport wordt tegen de zomer van 2022 verwacht.
In het ontwerp van het NAPED wordt onder de actie ‘Deelnemen aan de invoering in België van een Europees traceerbaarheidssysteem voor producten die hormoonverstoorders bevatten’ de smartphoneapplicatie vermeld die ontwikkeld werd binnen het Europees LIFE AskREACH-project. Dit is een app om de barcode van producten te scannen en te weten te komen of er zeer zorgwekkende stoffen in zitten. Deze smartphoneapplicatie is nog niet beschikbaar in België, maar het doel is wel om de Scan4Chem-smartphoneapplicatie in België beschikbaar te stellen.
De vijfde cyclus van het Vlaams humaan biomonitoringprogramma (VHBP) zal plaatsvinden tussen midden 2022 en midden 2027.
Ter bepaling van de inhoudelijke prioriteiten voor deze volgende cyclus van het VHBP werden heel wat betrokkenen online bevraagd. Aandacht voor chemische stoffen met specifieke focus op hormoonverstorende stoffen en het belang van de verschillende factoren die opname door en effecten bij de mens beïnvloeden kwamen naar voren als belangrijkste prioriteiten.
Opvolging en evaluatie van het gevoerde beleid met betrekking tot chemische stoffen is ook een van de belangrijkste beleidsuitdagingen op Vlaams, nationaal en Europees niveau. Daarom neemt dat binnen het nieuwe VHBP een centrale plaats in. Ik overloop de belangrijke pijlers hierbij.
Ten eerste is er de monitoring van blootstellingsniveaus en tijdstrendanalyse. Dit zal niet enkel focussen op klassieke chemische stoffen maar ook op nieuwe merkers, en het zal specifieke aandacht hebben voor hormoonverstorende stoffen. Deze nieuwe generatie van stoffen, de zogenaamde ‘emerging contaminants’, vormen weliswaar een uitdaging. Ze worden vaak geïntroduceerd als een veilig alternatief, maar er is nog weinig geweten over hun verspreiding, toxiciteit en gezondheidsimpact.
Ten tweede wordt er geëvalueerd of de genomen beleidsmaatregelen om blootstelling aan chemische stoffen te beperken inderdaad tot verminderde humane blootstelling leidt.
Dan is er de opvolging van de relatie tussen blootstelling en mogelijke gezondheidseffecten. De focus zal liggen op de humane opnameroutes en de andere factoren die de opname door en de gezondheidseffecten bij de mens beïnvloeden. Extra aandacht gaat naar blootstelling aan mengsels.
Om de kennisdoorstroming en de link met het beleid rond chemische stoffen te bevorderen zal er een structurele wisselwerking zijn tussen het VHBP en de werkgroep Risicobeheer chemische stoffen, die onder meer de ‘Vlaamse Strategie Hormoonverstoring’ uitwerkt.
Het VHBP op zich is vanaf heden een belangrijk onderdeel van de kennishub Omgeving en Gezondheid. Deze beleidsdomeinoverschrijdende kennishub garandeert een geformaliseerde en gestructureerde samenwerking rond omgevings- en gezondheidsthema’s.
Kennisuitwisseling over hormoonverstorende stoffen en de andere thema’s binnen het VHBP zal op die manier worden gestimuleerd en de beleidsvertaling ervan versterkt over de beleidsdomeinen heen.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw zeer uitgebreid antwoord. De hele problematiek rond de hormoonverstorende stoffen staat toch wel hoog op de agenda, dat blijkt ook uit de initiatieven die u aanhaalt en uit het feit dat u op een aantal zaken zeer diep ingaat.
Ik wil op twee aspecten heel kort ingaan. Ik kijk erg uit naar het rapport dat tegen de zomer beschikbaar zal zijn en naar de succesvolle acties en voorbeelden die er in andere landen vandaag al zeker zijn. Ik denk dat we deze verder kunnen uitwerken. Vandaag hebben mensen vaak geen idee van wat ze kopen. De parfum ruikt lekker en dus kopen ze die, maar ze hebben vaak geen besef van wat erin zit. Ik heb het gevoel dat er heel velen nog niet weten wat hormoonverstorende stoffen zijn. We moeten de kennis daarvan bij de bevolking verbeteren.
Minister, op welke manier kan men de kennis bij de bevolking verbeteren zodat ook de bewustwording groter en groter wordt om er in de toekomst meer op in te zetten? U spreekt over monitoring, over evaluatie en opvolgen. Dat is zeer belangrijk, maar ik denk dat we ook bewustwording bij de bevolking zeker en vast in de gaten moeten houden.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, ik heb nog een bijkomende vraag. Vlaanderen heeft 170.000 euro vrijgemaakt voor Sciensano om specifiek rond hormoonverstoorders te werken. Kunt u meer toelichting geven over die opdracht, het kwantificeren en monitoren van hormoonverstoring? Hebt u een zicht op hoe het specifiek zal worden aangepakt?
Minister Beke heeft het woord.
Ik moet dat navragen. Ik kan dat niet van buiten zeggen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.