Report meeting Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer De Reuse heeft het woord.
Mevrouw Formesyn van de vzw Gelijke Rechten voor Iedere Persoon met een handicap (GRIP) is zeer duidelijk als ze stelt : “Op zich zijn de wachtlijsten voor een persoonsvolgend budget al een schending van de mensenrechten: mensen moeten veel te lang wachten op waar ze duidelijk wel recht op hebben”.
Nu onderneemt men actie hierrond. Naar aanleiding van de invoering van het nieuwe inschalingsinstrument om deze mensen in 24 nieuwe budgetcategorieën in te delen, spant men een procedure aan.
Meer dan tienduizend mensen zullen nu minder geld krijgen dan hun oorspronkelijk was toegekend, let wel, geld dat ze nog niet mochten ontvangen wegens budgettaire tekorten. Men rekende uit dat het dikwijls gaat over duizenden euro's per jaar. Zij zullen dus niet de ondersteuning kunnen betalen waar ze terecht wel op hadden gerekend.
Mensen die een herziening van hun dossier willen, belanden opnieuw achteraan de wachtlijst, met een nog langere wachttijd als gevolg.
Uw uitspraak van vorig jaar waarin u stelde dat mensen op de wachtlijst sneller zullen worden uitbetaald en dat het budget toeneemt, klinkt deze mensen dan ook bijzonder zuur in de oren.
Minister, hoe reageert u op het voornemen om een rechtszaak aan te spannen in dezen? Hoe rijmt u het begrip goed bestuur met de wachtlijsten? Welk is het ontbrekende budget om deze wachtlijsten weg te werken en welke initiatieven zult u hieromtrent nemen?
Minister Beke heeft het woord.
Collega, in een vraag van u van mei in de commissie en via schriftelijke vragen werd ik hierover verschillende keren bevraagd. Ik geef u graag nogmaals de stand van zaken weer. Momenteel lopen er twee procedures bij de Raad van State tot vernietiging van een aantal bepalingen van het mozaïekbesluit van 5 maart 2021. De geviseerde bepalingen voorzien dat persoonsvolgende budgetten die zijn toegewezen bij de effectieve terbeschikkingstelling ervan, zullen worden aangepast conform de nieuwe methode budgetbepaling. Achttien personen hebben een verzoekschrift ingediend bij de arbeidsrechtbank over de vermindering van hun budget ingevolge de nieuwe methode budgetbepaling.
Ik verduidelijk nog graag wat die nieuwe budgetbepaling, die inging op 1 januari 2020, inhoudt.
De vernieuwde methodiek optimaliseert de wijze waarop het persoonsvolgend budget vastgesteld wordt en is tot stand gekomen na veelvuldig overleg en simulaties met alle actoren uit de sector.
De vernieuwde methodiek zet verder in op een vraaggestuurd budget op maat van de gebruiker en dat ook afgestemd is op zijn zorgzwaarte. De persoon met een handicap ontvangt zo het budget dat garandeert dat de gevraagde ondersteuning voor zijn profiel gerealiseerd kan worden.
Door de gelijke berechtiging wordt voor al die personen met een handicap aan wie reeds een persoonsvolgend budget werd toegewezen maar nog niet ter beschikking werd gesteld, op het moment van een terbeschikkingstelling, het toegewezen budget aangepast conform de nieuwe methodiek. Zo krijgen personen met een handicap met een zelfde zorgvraag en een zelfde zorgzwaarte ook een zelfde budget.
Voor de aanpassing wordt uitgegaan van wat de persoon gevraagd heeft, namelijk dagen, nachten en/of uren, zodat het budget hierop afgestemd kan worden. De persoon blijft zo verzekerd van het feit dat hij de gevraagde ondersteuning kan realiseren.
Het staat burgers uiteraard vrij om als zij dit nodig achten, gebruik te maken van de beroepsmogelijkheden die openstaan in het kader van de rechtsbescherming van de burger tegen overheidsoptreden. Deze rechtsbescherming is essentieel in een rechtsstaat.
De wachtlijsten in de sector van personen met een handicap zijn jammer genoeg niet nieuw. Reeds van lang voor de invoering van de persoonsvolgende financiering worden we geconfronteerd met een stijgende vraag naar zorg en ondersteuning, die ons voor bijzonder grote uitdagingen plaatst.
Het vastleggen van transparante prioriteringscriteria, die regelgevend verankerd zijn en waarbij rekening gehouden wordt met het voorziene macrobudget, is in deze moeilijke context een vorm van goed bestuur. Hierbij is gekozen om een groep mensen voor wie het maatschappelijk niet te verantwoorden is om ze te laten wachten op een budget, ook onmiddellijk een budget ter beschikking te stellen. We bieden hiervoor binnen het zorginvesteringsplan ook perspectief.
De Vlaamse Regering heeft bij het vastleggen van het regeerakkoord voorzien in een belangrijk groeipad voor de sector van personen met een handicap. Over de legislatuur gespreid werd 270 miljoen euro aan recurrente uitbreidingsmiddelen voorzien. Ondertussen is beslist om deze middelen versneld vrij te maken en de wachttijd voor de meest dringende zorgvragen terug te dringen. Tevens is voorzien in bijkomende middelen zodat er steeds voldoende budget is voor de zogenaamde automatische toekenningen. Dit betekent dat we garanderen dat de mensen die voldoen aan de criteria voor een automatische toekenning, namelijk een noodsituatie, een spoedprocedure voor snel degeneratieve aandoeningen, een maatschappelijke noodzaak en de zorgcontinuïteit bij de overgang van minderjarigenondersteuning naar meerderjarigenondersteuning, steeds onmiddellijk een budget krijgen. Voor de mensen in prioriteitengroep 1 zullen we de wachttijd gedurende deze legislatuur beperken tot achttien maanden.
Tevens hebben we in de loop van de legislatuur reeds een aantal bijsturingen gedaan die ertoe leiden dat de individuele budgetten beter afgestemd zijn op de correcte zorgnoden, waardoor we met hetzelfde budget meer mensen kunnen helpen. De invoering van de 24 budgetcategorieën is daar een voorbeeld van. Het klopt trouwens niet dat mensen die een herziening van hun budget vragen opnieuw helemaal achteraan geplaatst worden. Als mensen een herziening vragen en daarbij in dezelfde prioriteitengroep terechtkomen, dan behouden ze hun oorspronkelijke prioriteitsdatum en dus hun plaats op de wachtlijst.
De heer De Reuse heeft het woord.
Minister, dank u wel. U bent er blijkbaar redelijk gerust in. Ik denk dat de mensen die deze zaak hebben aangespannen wel de nodige juridische adviezen hebben ingewonnen. Ik heb u daar vorig jaar ook al een vraag over gesteld. Toen zei u dat de wijzigingen in het systeem er gekomen waren op vraag van de sector, zowel de organisaties als de gebruikers. U liet uitschijnen dat alles weinig commotie zou veroorzaken. Ik stelde u toen ook die vraag omdat ik toen reeds aanwijzingen had gekregen dat uw beslissing onrust zou brengen. Het draait nu uit op een procedure voor de Raad van State. Niet dat ik een glazen bol heb, maar ik voorspelde u toen ook reeds dat het een kwestie van tijd was eer men het beleid zou aanvallen.
Minister, ik stel vast – men windt er ook geen doekjes om – dat men deze beslissing aanvecht maar eigenlijk neemt men uw volledige beleid voor mensen met een handicap onder vuur. U zegt ‘goed bestuur’, ‘wat we zelf doen, doen we beter’. Voor mij is dat zorgen dat de wachtlijsten zijn weggewerkt, dat er een duidelijk plan is hoe we zullen zorgen dat men krijgt waarop men recht heeft. Dat is alvast niet de beloofde bedragen verlagen. Ik heb geen nieuwe elementen gehoord en ik heb ook geen verdere vragen.
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
We hebben twee partijen. Er zijn de mensen met een beperking die een brief hebben gekregen waarop duidelijk staat met welke datum, in welke groep en op welk budget ze staan te wachten. Langs de andere kant is er de regelgeving die veranderd is, wat natuurlijk ook wel kan. De minister heeft heel duidelijk aangehaald dat er niet zomaar nieuwe budgetbepalingen zijn gekomen. Die zijn er na heel veel overleg gekomen.
Het is nog steeds vraaggestuurd. Het is zeker en vast op maat. De vraag die de persoon in kwestie heeft, moet met dat budget uiteraard betaald kunnen worden. We gaan er altijd van uit dat de persoon met een handicap de juiste zorg en ondersteuning krijgt. We hebben hier twee groepen, maar ik ben er nooit groot voorstander van geweest om die budgetcategorie bij de eerste aanvraag al meteen mee te geven. Ik heb daar al schriftelijke vragen over gesteld. Dan ging het ook over de nieuwe toeleidingsprocedure. Daarover gaat mijn vraag. Minister, zal bij de nieuwe toeleidingsprocedure ook meteen de budgetcategorie worden meegegeven of zal dat misschien dichter bij de terbeschikkingstelling van het budget gebeuren? Hebt u daar al een duidelijk zicht op?
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, ik vind het echt vreselijk om te moeten vaststellen dat mensen naar de rechtbank moeten stappen om hun rechten op te eisen. Ik vind dat ongelooflijk erg. Minister, u zegt in uw antwoord dat iedereen het recht heeft om naar de rechtbank te stappen, maar we weten heel goed dat niet iedereen de financiële middelen heeft om dat te doen en niet iedereen de knowhow heeft om die stappen te zetten. Ik stel vast dat rond de budgetbepaling mensen naar de rechtbank stappen. Ik heb u eerder ook al vragen gesteld over de prioritering. In een antwoord dat ik van u ontvangen heb, stel ik vast dat vorig jaar 28 mensen rond die prioritering naar de rechtbank zijn gestapt, waarvan er 6 een uitspraak hebben gekregen waarbij ze een hogere prioriteitengroep kregen. 22 dossiers zijn nog lopende. Minister, de vaststelling is eigenlijk dat wij in een soort klassenzorgmaatschappij aan het komen zijn voor mensen die sterk genoeg zijn en de financiële middelen hebben om naar de rechtbank te stappen. Mijn vraag is heel concreet: is dat de zorg die wij vandaag in Vlaanderen willen voor onze gehandicapten?
Minister Beke heeft het woord.
Collega van der Vloet, we denken eraan om de budgetbepaling verder naar achteren te duwen, korter bij de effectieve terbeschikkingstelling. Dat is absoluut wat wij doen. De term ‘goed bestuur’ is in de mond genomen. Dat is wat wij in deze legislatuur doen met een zorginvesteringsplan. Er is geen enkele regering die bij het begin een plan heeft neergelegd om gedurende de hele legislatuur dat perspectief te bieden. Nog eens, in prioriteitengroep 1 hebben degenen die eind 2020 op de wachtlijst stonden allemaal een budget gekregen. We hebben gezegd dat dat het eerste is wat we gingen doen. Het tweede is dat we gaan zorgen dat iedereen deze legislatuur binnen de achttien maanden geholpen zal worden. We kijken ook naar alle andere zaken: de bevraging van prioriteitengroep 3, waar we het vorige week over hebben gehad, en de deelbudgetten voor prioriteitengroep 2. Ik denk dus dat er in de toekenning van de budgetten nog nooit zoveel middelen zijn geweest en nog nooit zoveel mensen geholpen zijn. Dat wilde ik even zeggen in algemene zin.
Collega De Martelaer, wat u zegt, klopt volgens mij niet. We zetten net in om gebruikers bij te staan in verschillende stappen, zowel de toeleiding met de Individuele Materiële Bijstand (IMB) alsook de besteding met de bijstandsorganisaties.
De vraag om uitleg is afgehandeld.