Report meeting Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, mijn vraag gaat over de bloedmetingen van poly- en perfluoralkylstoffen (PFAS) in Antwerpen. De Vlaamse Regering besliste om alle omwonenden in een straal van 5 kilometer rond 3M de kans te geven om hun bloed te laten analyseren op PFAS. Dit gebeurde nadat er afgelopen zomer bij honderden omwonenden van de 3M-fabriek in Zwijndrecht veel te hoge PFAS-waarden werden aangetroffen in het bloed. Binnen die perimeter van 5 kilometer zit ook een deel van Rechteroever van Antwerpen. Maar desondanks wordt de Schelde als grens op de rechterkant genomen, wat ik een opvallende discrepantie vind. Daarnaast blijkt uit steekproeven dat ook bij mensen die dicht bij de 3M-site werken, de PFAS-waarden in het bloed ver boven de norm kunnen liggen. Het gaat hier bijvoorbeeld over redacteurs van Gazet van Antwerpen, waarvan sommigen ook in Antwerpen wonen. U zult die resultaten wellicht ook in de pers hebben gelezen, minister.
Naar aanleiding van dit bloedonderzoek van Gazet van Antwerpen herhaalt professor Jacob De Boer dat het wel zinvol is om in de stad Antwerpen bloed te bemonsteren op PFAS. Hij stelt: "Concreet zou ik een gerichte steekproef nemen in enkele groepen van bijvoorbeeld honderd mensen uit een paar sectoren in de stad, om dan te zien waar de waarden het hoogst zijn. In die sectoren kan er dan nog uitvoeriger gemeten worden.” Hij doet dus niet het voorstel om iedereen zomaar te testen, maar om steekproefsgewijs te werk te gaan.
Vorige maand heeft ook Antwerps schepen Els van Doesburg van de N-VA tijdens de gemeenteraad aangegeven dat de stad vragende partij is voor bloedonderzoeken op Rechteroever. Zij gaf ook aan, bij een vraag die wij als fractie hebben gesteld, om toch eens bij het Vlaamse niveau aan te kloppen, zodat minister Beke daar werk van maakt. Dus bij dezen: zo goed en zo constructief als ik ben, neem ik die boodschap van de N-VA-collega uit Antwerpen over, om die vraag hier te stellen, samen met een aantal andere vragen.
Is de bemonstering op Linkeroever al van start gegaan? Zo neen, waarom niet en wanneer zal ze van start gaan? Kunt u een inschatting geven van de termijn waarbinnen inwoners van Linkeroever de resultaten van het onderzoek zullen vernemen? Zal er voor mensen die niet wonen maar wel werken binnen een bepaalde straal rond 3M ook een mogelijkheid komen om hun bloed te laten onderzoeken? Wat is de motivatie om de inwoners van Rechteroever binnen de perimeter van 5 kilometer niet te onderzoeken? Hoeveel labo’s hebben op dit moment een erkenning om PFAS te meten in bloed? Zijn er plannen om het aantal erkenningen uit te breiden? Zo ja, hoeveel komen er bij? Zal er werk gemaakt worden van metingen op Rechteroever, in eerste instantie binnen de 5 kilometerzone en daarna ook via gerichte steekproeven op andere plaatsen in de stad Antwerpen, zoals professor Jacob de Boer aangeeft? Indien niet, waarom niet? Wat is uw motivatie of achterliggende gedachte daarbij?
– Stefaan Sintobin treedt als voorzitter op.
Minister Beke heeft het woord.
U bent begonnen met een spreekwoord: honger maakt rauwe bonen zoet. Ik zou zeggen dat dit misschien al het antwoord is op deze vraag, maar ik zal er toch helemaal op ingaan. Ik noteer ook dat u de boodschapper van de N-VA bent geworden.
De bemonstering van Linkeroever is nog niet van start gegaan. Voor de organisatie van de bloedafnames, de analyses en de communicatie van de resultaten wordt momenteel een overheidsopdracht neergeschreven. Deze overheidsopdracht zal ook de validatie van een minder invasieve techniek om bloed af te nemen, omvatten. Zodra die minder invasieve techniek is gevalideerd, kan die ingezet worden om bloedafnames bij kinderen en volwassenen te verrichten. Of die validatie succesvol kan worden uitgevoerd, is momenteel nog niet zeker; hierin verricht Vlaanderen innovatief pionierswerk in Europa om dit op grote schaal trachten uit te rollen.
Deze overheidsopdracht is vrij complex en vraagt afstemming met verschillende experten. Niet enkel inhoudelijk of organisatorisch, maar ook juridisch moet dit goedgekeurd worden, net zoals er nog een advies van de Inspectie van Financiën nodig is. We hopen de openbare aanbesteding Europees te publiceren in maart 2022 en we gaan drie maanden intekentijd geven, kwestie van een kwalitatieve offerte te krijgen voor een niet zo evidente opdracht, omdat het gaat over een bijzondere grootschalige opdracht die we met onze binnenlandse labo's niet zomaar kunnen doen. Dit geeft de tijd aan klinische labo’s met ervaring in opschaling en logistiek voor staalname en analyse om zich te organiseren, in samenwerking met onderzoekslabo’s met ervaring in kwaliteit, statistiek, interpretatie en communicatie. Ik hoop dat deze onderzoeken van start kunnen gaan in de zomer van 2022.
De zone van de bloedstaalnames omvat 5 kilometer ten opzichte van de fabriek 3M, beperkt tot Linkeroever. Er is in de PFOS-commissie door de mensen van het agentschap en anderen al uitvoerig ingegaan op waarom deze keuze is gemaakt. Het is de bedoeling om hierbij risicogericht te werk te gaan. Wanneer de inwoners van Linkeroever, naast deze van Zwijndrecht en Beveren, dan exact aan bod komen, is een vraag waar ik nu nog geen antwoord op heb. Daarvoor moeten we de offertes, de gunning en de exacte uitwerking van het onderzoeksdesign afwachten. Het is wel onze intentie om gaandeweg naarmate de staalnames en analyses vorderen, de persoonlijke resultaten te bezorgen aan de deelnemers.
In de eerste plaats zullen de omwonenden die momenteel binnen een straal van 5 kilometer rond 3M ten westen van de Schelde wonen, in aanmerking komen voor een bloedafname. Ook kinderen onder 12 jaar komen in aanmerking voor een bloedonderzoek. Dat was ook een uitdrukkelijke vraag in dit parlement.
In de loop van het project zal worden bekeken en onderzocht of ook de volgende groepen in aanmerking komen voor een bloedafname voor bepaling van PFAS: burgers die binnen een straal van 5 kilometer wonen rond 3M ten oosten van de Schelde, burgers die buiten de straal van 5 kilometer rond 3M wonen, en vroegere inwoners van het gebied binnen een straal van 5 kilometer rond 3M. De motivatie om die overweging pas in een latere fase te maken, berust op de beschikbare capaciteit en middelen en die risicogericht in te zetten op de meest geïmpacteerde omwonenden het kortst bij de site van 3M, hierbij rekening houdend met de verspreiding vooral in de hoofdwindrichting noordoost-zuidwest.
Bovendien zijn het de mensen die daar nu wonen die gevat worden door de no-regretmaatregelen. Dus zij nemen best zelf al blootstellingsbeperkende maatregelen, boven op de bronmaatregelen die genomen worden. Het resultaat van een bloedafname kan hen eventueel motiveren om die no-regretmaatregelen strikt op te volgen.
De afstandsrelatie die wordt gezien in de onderzoeksresultaten, zal gaandeweg aantonen of we moeten uitbreiden. Voor de vroegere inwoners is het onmogelijk om een onderbouwde keuze te maken. We leggen de focus op de mensen die er nu wonen, en dus gevat zijn door de no-regretmaatregelen om hun blootstelling vandaag te beperken. We zetten in op het handelingsperspectief milieu: blootstelling beperken. De bloedstaalnames geven vooralsnog geen aanleiding tot een extra handelingsperspectief op het vlak van gezondheid. Er bestaat momenteel geen therapie om PFAS uit het lichaam te verwijderen. Het risico op gezondheidseffecten wordt opgevolgd via het reguliere gezondheidszorgsysteem als die aanleiding geven, los van PFAS, om een arts te raadplegen.
De meting van PFAS in bloed zegt ook niet of deze chemische stoffen de gezondheid van het individu hebben geschaad of in de toekomst zullen schaden. De gezondheid wordt namelijk beïnvloed door meerdere factoren, en PFAS is daar één risico-element in. Het is daarom zeer moeilijk of zelfs onmogelijk om direct oorzakelijke verbanden vast te stellen. Wat niet wil zeggen dat er geen causale relatie is tussen PFAS-blootstelling en een risico op gezondheidseffecten. Als mensen bepaalde afwijkingen in het bloed hebben of gezondheidsklachten hebben, kan nooit met 100 procent zekerheid gezegd worden dat bepaalde PFAS deze afwijkingen of klachten hebben veroorzaakt.
We spreken hier over een accreditatie van HBM4EU. Binnen dit Europees consortium hebben een aantal, veelal academische labo’s, deelgenomen aan een ringtest als kwaliteitscontrole. In België zijn dit twee labo’s, waarvan één in Vlaanderen: de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO).
Binnen Europa staat er de komende maanden of jaren geen nieuwe ringtest gepland. Dat maakt dat de analysecapaciteit voor PFAS in bloed momenteel wordt bepaald door de bestaande, veelal academische labo’s. Het is dan ook een uitdaging om met de gevraagde schaalvergroting om te gaan in het aantal analyses. In de 5-kilometerzone rond 3M spreken we over een grootteorde van 60.000 à 70.000 potentiële deelnemers. Daarom voorzien we in de overheidsopdracht die wordt uitgeschreven een ‘quality assurance and control’-protocol in te bedden; we zetten als het ware een eigen ringtest op. Dat is de reden waarom we momenteel met enkele binnen- en buitenlandse experten in gesprek zijn om deze kwaliteitscontrole opgezet te krijgen. Zo hopen we dat er in de samenwerking met de academische labo’s ook interesse is van de labo’s die kunnen opschalen maar vooralsnog geen ervaring hebben binnen de kwaliteitscriteria van HBM4EU. Ook hier weer zal Vlaanderen een innovatieve pioniersrol vervullen, naast de intentie om een minder invasieve staalnametechniek te valideren.
We gaan risicogericht te werk – we nemen eerst stalen bij diegenen die het meest geïmpacteerd zijn, bij de kwetsbare bevolkingsgroepen en de mensen die het advies gekregen hebben om de no-regretmaatregelen te volgen. Daarnaast loopt er nog een tweede initiatief – het HBM-fase 2-onderzoek – waar milieumetingen van bodem, groenten, eieren, binnenhuisstof, lucht, grond- en drinkwater, gekoppeld zullen worden aan PFAS-metingen in bloed, biomerkers van effect en zo mogelijk gezondheidsgegevens. De uitkomst verwachten we tegen het voorjaar 2023. Dit zal wellicht toelaten te bepalen welke blootstellingsroutes zorgen voor de meeste bijdrage aan PFAS in het bloed. Hierop kunnen de no-regretmaatregelen verfijnd worden door ze te versoepelen of te verstrengen.
We hopen dat we hieruit de toxicokinetische modellen verder kunnen verfijnen, zodat we uitgaande van milieustalen elders in Vlaanderen een gericht handelingsperspectief voor milieu of gezondheid kunnen voorstellen. Het toxicokinetisch model is een wiskundige formule, waarbij je door milieumetingen te doen, wat veel gemakkelijker is dan bloedmetingen, gericht actie kunt nemen naar de blootstellingsroutes en iets kunt zeggen over het risico op de gezondheid. Dit is een methode die courant gebruikt wordt in de medische milieukunde. We gaan bijvoorbeeld niet bij iedereen black carbon meten in de urine om te bepalen of je meer dan normaal bent blootgesteld aan fijn stof. We rekenen de VMM-metingen (Vlaamse Milieumaatschappij) door naar de gezondheidsimpact. We rollen nu trouwens dezelfde methodiek uit in de bijkomende humane biomonitoring (HBM) op lood en arseen in Hoboken.
We passen de kennis van het onderzoek in Zwijndrecht toe op de rest van Vlaanderen. Zo kan er meer gezegd worden door het nemen van milieustalen, zonder hiervoor moeilijk interpreteerbare en invasieve bloedstalen te moeten nemen. Op die wijze gaan we handelingsgericht te werk. Daarnaast houden we vinger aan de pols, zoals we dat altijd gedaan hebben in samenwerking met het Steunpunt Milieu en Gezondheid, door PFAS zeker nog een plaats te geven in het nieuwe vijfdegeneratie referentie HBM-onderzoek dat er zit aan te komen.
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. U bent begonnen met een mopje en u zegt ‘boodschapper van de N-VA’, maar er is een reden waarom ik dat in mijn vraag verwerkt heb. Heel wat mensen in Antwerpen stellen zich vragen. Ze maken zich niet per se zorgen, maar ze willen wel weten waaraan ze blootgesteld zijn. Meten is weten. Ze willen daar heel graag antwoorden op. Ze willen dat de beleidsmakers daar hun verantwoordelijkheid in nemen. Ik kan alleen maar vaststellen dat als ik die vraag stel aan de verantwoordelijken in Antwerpen, zij naar Vlaanderen wijzen, naar u, minister, en zeggen ‘ik krijg geen contact met hem, we hebben het al vaker gevraagd, hij wil niet antwoorden, kunt u die vraag niet eens aan hem stellen?’ Het is me ook een raadsel dat ze dat niet doen via de N-VA-collega’s die nu in de meerderheid zitten. Er is me gezegd dat het toch een beetje moeilijk zit. Ik stel dan hier de vraag op Vlaams niveau. Eigenlijk gaat het me niet om wat op welk niveau, maar het gaat wel over de Antwerpenaren centraal stellen en zorgen dat de mensen weten waaraan ze blootgesteld worden, wat mogelijk de gevolgen zijn en hoe ze daar verder mee moeten omgaan. Dat lijkt me op dit moment de grootste verantwoordelijkheid die wij allemaal hebben als politici, over de grenzen van oppositie en meerderheid heen. Ik vind het ook niet erg om hier een boodschap te brengen van iemand die in de meerderheid in Antwerpen zit en hopelijk daarover duidelijkheid te krijgen. Het feit dat u een uitgebreid antwoord geeft is daar alleszins al een eerste nodige stap in.
Ten tweede, dank ik u om nog eens uit te leggen dat er inderdaad niet meteen een causaal verband gelegd kan worden tussen gezondheidsschade en PFAS of PFAS-vervuiling. Dat hebben de experten in de PFOS-commissie ons ook allemaal heel duidelijk uitgelegd. Ze hebben ook aangegeven dat er een heel duidelijke lijn en patronen te trekken zijn aan wat gezondheidsschade kan zijn als je aan grote hoeveelheden PFOS wordt blootgesteld. Dat is niet de discussie die ik nu wil voeren. De discussie die ik nu wel wil voeren is dat mensen in Antwerpen inderdaad recht hebben om te weten waaraan ze blootgesteld worden en dat ze zich zorgen maken. U hebt nu antwoorden gegeven op welke manieren er nu uitbesteed zal worden en dat ik iets te vroeg ben met mijn vraag. Als ik het goed onthouden heb, zal er in de zomer meer duidelijkheid zijn over wie en hoe en hoe men verder zal gaan. Ik verwacht de resultaten dan een x-aantal maanden later.
Sommige mensen hebben nu al op dit moment in bepaalde wijken in Antwerpen – ik denk aan de wijken de Waterbaan, Louis Paul Boonstraat en Lobroekdok – mails en brieven gekregen over no-regretmaatregelen die ze moeten toepassen omdat ze dicht bij een PFAS-vervuilde site wonen. Dat zijn honderden Antwerpenaren. Als je praat met die mensen: ze maken zich wel eens zorgen, ze schrikken wel. Daarom heb ik deze bijkomende vraag: zijn er engagementen van u uit de Vlaamse Regering met betrekking tot het in kaart brengen? Daarmee bedoel ik dus de gevolgen voor de volksgezondheid, maar ook of de mensen zelf in de zones waar ik het net over had mee betrokken zullen worden in de volgende onderzoeken. Zult u dus mensen die nu een brief en de boodschap krijgen dat er no-regretmaatregelen uitgevoerd zullen moeten worden ook mee betrekken bij de bloedstaalnames? Kunt u meer duidelijkheid verschaffen over wat er eventueel in hun bloed zit en hoe ze daar wel of niet mee moeten omgaan? Op die manier is er op zijn minst al transparantie en duidelijkheid.
Ik heb nog een tweede vraag, en daarmee rond ik af, voorzitter. Op de website van de Vlaamse overheid staan de no-regretzones afgebakend. Op die afbakeningskaart van de no-regretzone in Zwijndrecht staan er ook nog een paar andere zones afgebakend waar ook no-regretmaatregelen worden afgekondigd. Maar daarnaast zijn er ook nog een hele hoop andere zones. Mijn vraag is wat eigenlijk het statuut is van die andere zones. Is daar nog verder onderzoek voor nodig? Bestaat de mogelijkheid dat er voor die zones ook nog no-regretmaatregelen zullen worden afgekondigd? Moeten mensen zich daaraan verwachten? Kunt u gewoon wat meer uitleg geven over wat de status is van die zones die op de website staan? Bedankt.
De heer Daniëls heeft het woord.
Dat collega Annouri de woordvoerder van de N-VA wil zijn, wil zeggen dat hij uiteraard alle standpunten van de N-VA onderschrijft. Want onze woordvoerders zijn op dat vlak absoluut de primi inter pares. Ik vind het al sympathiek dat hij dat wil zijn.
Ik vraag mij trouwens af of collega Annouri dan ook de woordvoerder is van de Groenpartij waar hij toe behoort, en die de volledige Oosterweelwerken wil laten stilleggen. Want dat hoor ik vooral van zijn partij. En dan zijn de gevolgen voor milieu en voor de mensen in Antwerpen, in de Kempen, in Zwijndrecht, in het Waasland, vele malen groter. Collega Annouri, ik denk dat u even moet kiezen voor welke partij u woordvoerder wilt zijn. Maar ik begrijp dat u even verandert van partij, omdat het stilleggen van de Oosterweelwerken natuurlijk wel gevoelig is. Maar wees gewoon eerlijk, en wees de woordvoerder van uw partij, en zeg gewoon dat u die werken wilt stilleggen. Punt, andere lijn. En probeer hier niet om wat mist te spuien in verband met die bloedonderzoeken.
Ik heb ook geluisterd naar wat er op het college en in de gemeenteraad van Antwerpen is gezegd. U geeft toch wel een heel aparte lezing van een aantal zaken die daar zijn gezegd. Ten eerste stel ik vast dat er wel degelijk bloedonderzoeken gebeuren in Hoboken en in het stukje stad dat wel degelijk binnen de vijf kilometer valt. Ten tweede, en ik denk dat de mensen op Linkeroever daar toch blij over zullen zijn, komen diegenen die het dichtst bij de fabriek liggen en het hoogste risico lopen, als eerste in de bloedonderzoeken, in het licht van de beperkte labocapaciteit in Europa.
Nu, als u wilt dat we heel Vlaanderen testen, mij niet gelaten. Maar dan moet u wel tegen de mensen vlak tegen de site zeggen dat het nog wel wat jaren zal duren voordat u resultaat hebt. Wees daar dan ook eerlijk in.
Ten derde zijn er de mensen die dicht bij de zones wonen die recent naar voren zijn gekomen, waaronder Lobroekdok. Het lijkt mij logisch dat die ook meegenomen worden, minister, in die eerste batch, in die eerste stap van bijkomende bloedonderzoeken en humaan biomonitoringonderzoek. Dat zijn zaken die Antwerpen en wij als de N-VA ook vragen. Maar wij vragen niet de stillegging van de werken die de partij Groen van de heer Annouri wel vraagt, met alle gevolgen van dien.
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, we hebben daar eigenlijk ook al in de PFOS-commissie over gesproken. Het bloedonderzoek wordt een zeer massieve operatie, waar men zelfs Europees kijkt naar hoe we dat gaan aanpakken. Dat betekent dat er ook een enorme capaciteit nodig is. En zoals ik ook al in mijn antwoord gezegd heb, zullen we die capaciteit in eerste instantie gebruiken om verder te gaan op de 800 bloedonderzoeken die we gedaan hebben rondom die PFAS-site. Van daaruit vertrekken we, en we breiden dat verder uit. Dus als die Europese aanbesteding gebeurd is gaan we nog eens bekijken waar we precies staan.
In de tussentijd is men altijd vrij om in Antwerpen zelf bodemonderzoeken te laten doen. Want normaal gezien zijn er eerst bodemonderzoeken, en wordt er op die basis gekeken of er bloedonderzoeken nodig zijn. Zo hebben we dat in Zwijndrecht gedaan. Dus als men daar snel uitsluitsel over wil krijgen, dan kan dat altijd gebeuren. Dat is eigenlijk de juiste richting om te werken, en niet de omgekeerde richting.
Maar voor het overige zou ik zeggen dat ik u hier de stand van zaken heb meegeven. Daar wordt naarstig aan verder gewerkt, in datzelfde agentschap Zorg en Gezondheid dat ook in de vorige vragen aan bod kwam. Ik hoop dat we de nodige partners bij elkaar kunnen krijgen om dat bloedonderzoek te doen. en dan zullen we dat, vertrekkende vanuit de 3M-site, verder opbouwend uitrollen.
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw bijkomend antwoord. Dat wordt inderdaad vervolgd, als in de zomer de Europese uitbesteding duidelijkheid heeft verschaft. Ik merk dat u ook hier adviezen of tips geeft over wat Antwerpen zou kunnen doen. In de Antwerpse gemeenteraad wordt naar u gekeken, en u verwijst hier naar Antwerpen. Ik stel voor dat jullie eens serieus met elkaar communiceren en gewoon duidelijke afspraken maken, zodat de Antwerpenaar daar duidelijkheid over krijgt.
Collega Daniëls, bedankt voor uw tussenkomst. Ik merk een zekere zenuwachtigheid en een ongemak in uw tussenkomst. Dat is helemaal niet nodig. U maakte er wel een karikatuur van, dat was een acrobatisch trucje. Ik hoop dat u niet te veel rugpijn hebt. Moeten we iedereen onderzoeken? Ik heb letterlijk in mijn vraagstelling gezegd dat het interessant zou zijn, zoals Jacob de Boer aangeeft, om met steekproeven te werken, uiteraard in bepaalde sectoren. Dus als u dat had gehoord, dan had u die opmerking natuurlijk niet gemaakt. Maar het is u er natuurlijk niet om te doen om te luisteren en inhoudelijk het debat te voeren; u wilt natuurlijk zelf mist spuien, omdat er gewoon heel vreemd wordt gecommuniceerd vanuit uw partij.
Als u zich zorgen maakt over mijn standpunten en die van Groen, dan heb ik een leestip voor u: op pagina 10 van De Standaard vindt u vandaag een hele pagina met mijn tekst en uitleg over hoe wij de Oosterweelsite bekijken. Lees dat eens op je gemak. En als je nog vragen hebt, dan mag je mij zeker een e-mail sturen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.