Report meeting Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Daniëls heeft het woord.
‘Nabije zorg in een warm Vlaanderen’, een geweldige titel waar ik absoluut achter sta en waar we allemaal achter staan. Onder deze titel werd in juli 2016 het Vlaams Mantelzorgplan 2016-2020 ingediend bij de Vlaamse Regering. Voor het eerst in Vlaanderen werd een globaal plan opgesteld om de mantelzorg te erkennen en om in te zetten op goede ondersteuning.
Toenmalig minister Vandeurzen stelde meer dan honderd actiepunten voor waarmee hij de kwaliteit van leven van de mantelzorgers wilde verhogen en dus ook de kwaliteit van leven van de zorgbehoevenden en om de vermaatschappelijking van de zorg mogelijk te maken. Dat is toch een belangrijk concept dat we in Vlaanderen intrede hebben laten vinden zodat mensen thuis kunnen blijven wonen, omringd door hun naasten, mensen of kennissen die hen ondersteunen. Dat is een warm en stevig model.
Het mantelzorgplan omvatte vier grote thema’s: maatschappelijke erkenning en waardering van mantelzorgers, ondersteuning op maat, samenwerking tussen informele en professionele zorg en jonge mantelzorg. In het huidige regeerakkoord is hierover het volgende opgenomen: “We ondersteunen volop de mantelzorgers. We voeren het Vlaamse mantelzorgplan, dat loopt tot eind 2020, verder uit en evalueren het. Op basis daarvan en van de resultaten van een nieuw onderzoek naar informele zorg in Vlaanderen sturen we het mantelzorgbeleid bij. We stimuleren initiatieven die mantelzorg verbreden bijvoorbeeld via sociale media.”
Tijdens de bespreking van de beleids- en de begrotingstoelichting voor de begroting 2022 eind vorig jaar gaf u aan dat er in januari een nieuw mantelzorgplan op tafel zou liggen.
U weet dat ik van het ongeduldige type ben, ik heb me tot na Valentijn kunnen motiveren, maar vandaag dringen de vragen zich op, omdat het oude plan maar tot 2020 liep. We hebben inderdaad een coronaperiode gehad, dat is absoluut waar, waarin de mantelzorg toch stevig onder druk stond. We hebben in de gezamenlijke motie naar aanleiding van de coronacommissie heel wat maatregelen opgenomen in verband met mantelzorg.
Minister, wanneer mogen we het nieuwe mantelzorgplan verwachten? Wat zijn de speerpunten die u vooropstelt in dit plan? Welke lessen werden er uit de evaluatie van het vorige plan getrokken en zijn of zullen worden opgenomen in het nieuwe plan?
Minister Beke heeft het woord.
De opmaak van het nieuwe mantelzorgplan zit momenteel in de laatste fase, met als doel het dit voorjaar nog, wellicht in maart, door de Vlaamse Regering principieel te laten goedkeuren. De eerder voorziene timing om het nieuwe plan op 1 januari al te lanceren, werd in beperkte mate bijgesteld, om alle vooropgestelde acties maximaal te kunnen afstemmen met zowel de stakeholders op het terrein als de andere relevante beleidsdomeinen die ook een rol zullen hebben in de uitvoering van bepaalde acties. Ik vraag u dus nog even geduld.
Het hele plan is tot stand gekomen via een cocreatief traject, waarbij alle stakeholders vanaf het begin bij het proces werden betrokken en zij zowel het proces als het resultaat ervan konden bijsturen. Op die manier is er garantie op inhoudelijke verdieping en een grote gedragenheid van het plan.
Het nieuwe mantelzorgbeleidsplan legt een belangrijke klemtoon op het herkennen en erkennen van mantelzorgers en de bijdrage die ze leveren aan de zorg. Er wordt ingezet op het ondersteunen van mantelzorgers.
Het mantelzorgplan is een budgetneutraal plan, dus we vinden het hierbij belangrijk om reeds bestaande initiatieven en activiteiten te verbinden en te optimaliseren. Vernieuwend aan het plan is dat wordt uitgegaan van een geïntegreerd mantelzorgbeleid, dat meer ingang vindt in andere relevante beleidsdomeinen zoals Onderwijs, Werk, Jeugd enzovoort. De bevoegdheden binnen mijn beleidsdomein zijn immers niet altijd voldoende toereikend om de mantelzorgers optimaal te kunnen ondersteunen, waardoor ook actie nodig is vanuit andere beleidsdomeinen.
Ook een bredere bekendmaking en zichtbaarheid van het mantelzorgbeleid behoort tot de doelstellingen via meer doorgedreven communicatie.
De keuze werd gemaakt om voor de evaluatie van het vorige mantelzorgplan te starten vanuit de vraag hoe een goed mantelzorgbeleid er idealiter zou moeten uitzien. Dit is gebeurd in een cocreatief traject met alle relevante stakeholders van het mantelzorgbeleid. Op basis daarvan kwamen een aantal bezorgdheden uit het vorige plan naar boven, waar we de komende jaren nog verder op willen inzetten. Uit de besprekingen kwam naar voren dat verschillende acties uit het aflopende mantelzorgplan nog relevant zijn en verder opvolging behoeven.
Tevens bleek de nood tot het afbakenen van prioriteiten en een meer geïntegreerde benadering over beleidsdomeinen heen. De keuze is vervolgens gemaakt om op basis van een duidelijke prioritering een beperkter aantal helder geformuleerde acties op te nemen, die samen met de betrokken stakeholders en beleidsdomeinen opgesteld werden. Er is voor het nieuwe mantelzorgplan ook voorzien in de coördinatie door het Vlaams Instituut voor de Eerste Lijn (VIVEL), waar het Vlaams Expertisepunt Mantelzorg (VEM) in werd ondergebracht. VIVEL zal de uitvoering van alle acties en communicatie-initiatieven coördineren en faciliteren opdat de vooropgestelde doelstellingen tijdig en afdoende worden bereikt.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, dank u. Voor mij en mijn fractie is belangrijk dat we er echt werk van maken. Het feit dat u zegt dat het in de laatste rechte lijn zit, vind ik positief. Het overleg met de sectoren en dergelijke is een goede zaak.
We hebben natuurlijk ook het onderzoek van de UGent over de evaluatie van het mantelzorgplan dat al even bestaat. Ik hoor signalen over hoe we dat gaan opzetten, maar gaan in het ruimere debat en bij de vaststelling van de prioriteiten die vier focussen in het mantelzorgplan blijven? Komen er nog focussen bij? Gaan er verdwijnen? Waar leggen we de bijkomende klemtoon? Onder andere die ondersteuning op maat, hoe kunnen we dat in relatie met de professionele zorg verder uitbouwen?
Er zijn heel wat vragen en thema’s, ik hoop dat die daar allemaal in opgenomen zijn. Ik ben benieuwd op welke manier. U zegt dat er nog gesprekken lopen. Waarover gaan die? Waar zitten er eventueel nog knelpunten? Ik blijf een beetje op mijn honger zitten. Waarom heeft het zo lang geduurd – los van corona – om die evaluatie mee te nemen? Wat zijn de eventuele bottlenecks of aanpassingen als het plan in de laatste rechte lijn zit? Kunt u dit nog toelichten?
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik heb een déjà vu. Ik was misschien ongeduldiger dan collega Daniëls. Ik heb u de eerste week van januari gevraagd naar het ouderenbeleidsplan. De heer Daniëls vraagt nu naar het mantelzorgplan. Ik heb in uw antwoord op zijn vraag ongeveer dezelfde uitspraken gehoord die ik kreeg begin januari. Het ouderenbeleidsplan had te maken met participatie, cocreatie en prioriteiten.
Ik zie hier een structureel probleem, minister. U bent voor zowel het ouderenbeleidsplan als het mantelzorgplan eigenlijk flink na datum. We zijn nu al halfweg de legislatuur, ik heb dat ook begin januari gezegd. De heer Daniëls blijft ook op zijn honger zitten wat het mantelzorgplan betreft. Het is belangrijk dat de overheid en iedereen in de sector samen planmatig aan iets kunnen werken. Toch komt u ook hiermee te laat. Is er een structureel probleem? Hoe komt het dat u als minister van Welzijn, uw administratie of kabinet te laat komen met zulke plannen? Wat ligt daar structureel aan de basis? Hoe komt het dat wij u zo kort na elkaar over die plannen moeten ondervragen?
Minister Beke heeft het woord.
Mevrouw De Martelaer, ik weet niet op welke planeet u de voorbije twee jaar geleefd hebt, maar er is zoiets geweest als corona, waar we alle krachten hebben bijgezet en gevraagd dat de administratie daar een absolute prioriteit van zou maken. Dat zult u mij niet kwalijk nemen. We hebben het daar al verschillende keren over gehad, dit is een wispelturig beestje. Telkens als er een golf voorbij is en we denken dat we vooruit kunnen kijken, komt er een nieuwe golf waardoor we opnieuw alle zeilen moeten bijzetten. Het zijn dezelfde mensen die moeten zorgen voor afstemming met de verschillende sectoren in coronatijd die deze plannen moeten helpen maken.
Twee, we hebben nu doelbewust gekozen om transversaal te werken, over de verschillende beleidsdomeinen heen, en dat vraagt natuurlijk tijd. Al de nieuwe initiatieven en acties die de voorbije twee jaar zijn gebeurd – want we hebben in het ouderenbeleid en de mantelzorg heel specifieke acties ondernomen – worden mee geïntegreerd in de plannen. Dat is de eenvoudige reden waarom dat daar een lichte vertraging op zit.
De heer Daniëls heeft het woord.
Bedankt, minister. Ik had gehoopt dat u een tipje van de sluier zou oplichten over waar er nog knelpunten zijn of welke visies of nieuwe ideeën of punten uit de evaluatie u echt naar voren zou trekken. Maar dat doet u dus niet. Ik blijf dus een beetje op mijn honger zitten. Maar honger maakt rauwe bonen zoet, dus ik hoop dat het inderdaad een heel zoet plan wordt voor de mantelzorg.
Minister, ik denk wel dat mantelzorg in de vermaatschappelijking van de zorg meer en meer een van de uitwegen is voor de grote golf aan oudere zorgvragers die op ons afkomt. We zullen dat allemaal niet in residentiële settings kunnen aanpakken. Dat zal niet lukken. Dat kunnen we ook niet betalen, en we gaan er ook de mensen niet voor hebben, als ik kijk naar de krapte op de arbeidsmarkt.
Ten tweede zijn de bejaarden van vandaag niet meer de bejaarden van gisteren, en ook niet de bejaarden van eergisteren. Zij zien het dus eigenlijk nog wel zitten om in een thuissetting oud te worden. Ik denk dat we er alle belang bij hebben, u als minister maar ook alle mantelzorgers en die hele setting in onze residentiële ouderenzorg, om goed te weten in welke richting we gaan, en hoe we die mantelzorgers maximaal kunnen ondersteunen, zonder te betuttelend te zijn, maar wel goed omkaderd. Dat lijkt mij echt belangrijk. Ik zal u daar dus ook wel opnieuw over bevragen. Als u spreekt over de laatste rechte lijn, dan hoop ik dat dat effectief ook de laatste rechte lijn wordt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.