Report meeting Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Minister, als de huidige trend zich doorzet, zouden er tegen 2030 83.000 Belgen zijn die de diagnose kanker krijgen. Naar aanleiding van Wereldkankerdag op 4 februari werd door Stichting tegen Kanker een kankerbarometer gelanceerd. Die kwam tot stand in samenwerking met Sciensano, het Kankerregister en het College voor Oncologie. De barometer poogt een globaal, betrouwbaar en accuraat overzicht te geven van de situatie met betrekking tot kanker in België. Tot nu toe bestond iets dergelijks nog niet. Naast een beschrijving van de situatie zijn er hierin ook aanbevelingen te vinden. Zo is een goede screening erg belangrijk om kanker tijdig op te sporen en snel aan te pakken. De kankerbarometer wijst daarnaast ook op het belang van primaire preventie, aangezien volgens hen de meeste kankers te vermijden zijn. Bovendien zou er ook nood zijn aan een betere nazorg. Patiënten willen meer worden gehoord en zich betrokken voelen bij hun behandeling. De mogelijkheid van een goed nazorgtraject moet dan ook voorhanden zijn voor iedereen die daar behoefte aan heeft.
Minister, bent u van mening dat de kankerbarometer een meerwaarde kan bieden? Op welke manier kan die een rol spelen binnen de Vlaamse bevoegdheden inzake het gezondheidsbeleid? Welke aanbevelingen van de kankerbarometer zult u implementeren in uw beleid? Hoe zult u ervoor zorgen dat er nog meer zal worden ingezet op primaire preventie? Welke initiatieven neemt u om daar nog meer op in te zetten? Gaat u in overleg met uw federale collega-minister om hieromtrent een coherent beleid te voeren?
Minister Beke heeft het woord.
De kankerbarometer zie ik als een van de geschikte en beschikbare bronnen om beleid op af te stemmen en de vinger aan de pols van ons beleid te houden. Toch wil ik de beleidsrelevantie ook een beetje nuanceren. De kankerbarometer wil volledig onafhankelijk en in nauwe samenwerking met de belangrijkste spelers op het terrein een overzicht bieden van de situatie met betrekking tot kanker in België.
De bevoegde overheden werden bij mijn weten niet betrokken bij het opstellen van de teksten. Ik stel dan ook vast dat het overzicht een aantal hiaten vertoont, althans wat de Vlaamse bevoegdheden betreft. Beleid dat al in ontwikkeling of in uitvoering is en tegemoetkomt aan een aantal aanbevelingen, wordt niet vermeld. Het zou mij te ver leiden om die aanbevelingen hier nu uitvoerig te bespreken. Ik vat ze dus even kort samen.
Voor het Vlaamse beleid met betrekking tot de primaire preventie van en screening op kanker verwijs ik naar de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen ‘vaccinaties’, ‘bevolkingsonderzoeken naar kanker’ en ‘de Vlaming leeft gezonder in 2025’. Ik ga daar ook nog iets dieper op in bij uw derde vraag. In Vlaanderen is er stilaan ook een lange traditie op het vlak van bevolkingsonderzoek naar borstkanker. Daarnaast organiseren wij al een aantal jaren een bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker en dikkedarmkanker, zoals u weet. Dat is geconsolideerd in de gezondheidsdoelstelling ‘bevolkingsonderzoeken naar kanker’. Samen met het Centrum voor Kankeropsporing worden nieuwe evoluties opgevolgd en worden mogelijkheden gezocht om moeilijker te bereiken doelgroepen te laten participeren.
Zoals u ongetwijfeld weet, hervorm ik op dit moment de eerstelijnszorg in Vlaanderen. Een geïntegreerde, multidisciplinaire, doelgerichte benadering van de persoon met een zorg- en ondersteuningsvraag moet in de toekomstige eerste lijn een basisattitude worden. In deze context zit de persoon met een zorg- en ondersteuningsvraag mee aan het stuur om zowel de medische zorg als de welzijnszorg op maat af te stemmen. Het toekomstige digitale zorg- en ondersteuningsplan zal de implementatie van een multidisciplinair, doelgericht zorgplan mogelijk maken door zowel de persoon met een zorg- en ondersteuningsvraag als de zorgaanbieders te ondersteunen in het formuleren van levensdoelen en die te vertalen in zorgdoelstellingen.
In de begeleiding van personen met kanker is het belangrijk om die zowel tijdens het diagnose- en behandelingstraject als tijdens de nazorg geïntegreerd te benaderen vanuit de doelstellingen die de persoon met een zorg- en ondersteuningsvraag samen met zijn zorgaanbieders formuleert. De transversale benadering tussen de verschillende zorginstellingen en zorgaanbieders is een belangrijke uitdaging. Er wordt sterk ingezet op een intensievere interprofessionele samenwerking tussen de verschillende zorgechelons, met meer transmurale zorg. Om de betrokkenheid van de patiënt volle aandacht te geven, zetten ziekenhuizen ook steeds meer in op persoonsgerichte zorg en op patiëntparticipatie. Ziekenhuizen ontwikkelen en implementeren steeds meer initiatieven om patiënten en hun familie steeds meer te betrekken als partner bij hun zorg.
Hoewel de medische wetenschap de jongste decennia enorme sprongen voorwaarts heeft gemaakt, verloopt het ziekteverloop bij kankerpatiënten vaak nog tragisch. Dit bespreekbaar maken met de persoon met een zorg- en ondersteuningsvraag door middel van vroegtijdige zorgplanning, en met het opvangen, indien nodig, van de persoon in een palliatief traject, is in mijn beleid een belangrijk aandachtspunt.
Zoals ik al aangaf, is de kankerbarometer veeleer selectief of onvolledig bij het vermelden van het Vlaamse beleid qua primaire preventie. In het kader van de Vlaamse preventieve gezondheidszorg streef ik vooral naar een onderbouwd, duurzaam en gedragen beleid, onder andere via de gezondheidsdoelstellingen. In het kader van het actieplan bij de gezondheidsdoelstelling ‘de Vlaming leeft gezonder in 2025’ wordt heel sterk geïnvesteerd in het behouden, bevorderen en veranderen naar een gezonde leefstijl bij de Vlaamse burger. De acties zijn gericht op onder andere de thema’s die in de barometer aan bod komen, zoals gezonde voeding, voldoende beweging, het beperken van sedentair gedrag, preventie qua tabak, alcohol en drugs. Belangrijke principes in dit plan zijn ook de gezondheidsongelijkheid en de gezondheidsgeletterdheid. We streven naar structurele samenwerking met andere beleidsdomeinen en settings voor een zo groot mogelijk bereik.
De uitvoering van dat actieplan gebeurt via beheersovereenkomsten met organisaties die werken rond deze gezondheidsthema’s. Aan de hand van wetenschappelijk ontwikkelde preventiemethodieken trachten we in alle lagen van de bevolking door te sijpelen en het belang van een gezonde levensstijl aan te prijzen. U kunt deze methodieken terugvinden via de link www.preventiemethodieken.be. Naast sensibilisering in functie van gezond gedrag zet ik in op een gezondheidsbevorderende omgeving, die het gezond gedrag gemakkelijk en vanzelfsprekend maakt. In deze context wordt zowel de beschikbaarheid, de bereikbaarheid en de aanvaardbaarheid als de zichtbaarheid in de leefwereld van mensen verder onderzocht en wordt het gebruik van nudging gestimuleerd.
Ook een aantal infectieziekten veroorzaken risico’s op een verhoogd voorkomen van sommige types kanker. Concreet gaat het dan vooral om het humaan papillomavirus (HPV) en hepatitis B en C, waarvoor we blijvend inspanningen leveren. Vooreerst zijn dat de vaccinatieprogramma’s voor hepatitis B, met basis- en inhaalvaccinaties, en de basisvaccinatie tegen HPV bij meisjes, en sinds enkele jaren ook bij jongens. We behalen in al die programma’s een erg goede vaccinatiedekkingsgraad.
Met betrekking tot de link tussen kanker en milieublootstelling houden we meer dan een vinger aan de pols. We onderzoeken potentiële geografische kankerclusters of bezorgdheden hieromtrent, in samenwerking met het Kankerregister, en we nemen indien nodig en in samenwerking met de andere beleidsdomeinen actie om eventuele blootstellingen te verminderen. Carcinogene stoffen in ons milieu zijn steevast een aandachtspunt in onze humane biomonitoringsinitiatieven, in de afleiding van richt- en interventiewaarden in ons binnenmilieu, in het opstellen van milieueffectrapporten bij aanvragen voor omgevingsvergunningen. Zo is de carcinogeniteit een standaardevaluatie in milieugezondheidskundige risicoanalyses en bij de afleiding van gezondheidskundige advieswaarden voor onze omgeving.
In de barometer wordt herhaaldelijk verwezen naar het preventieprotocol van 21 maart 2016. We gebruiken dat effectief als een kader voor beleidsafstemming tussen de federale overheid en de gemeenschappen om elk vanuit de eigen bevoegdheden ondersteunende maatregelen te nemen ten behoeve van het preventieve gezondheidsbeleid. Afspraken over screenings- en vaccinatie-initiatieven worden op structurele wijze geconcretiseerd in de interkabinettenwerkgroep chronische ziekten en preventie. Voor de beleidsthema’s alcohol, drugs, gamen, gokken en psychoactieve medicatie bestaat er een interfederaal platform, met name de Algemene Cel Drugs. Binnen dat overlegorgaan wordt momenteel in diverse werkgroepen gewerkt aan interfederale beleidsplannen met betrekking tot alcohol, tabak en gokken. Stichting tegen Kanker is via de Alliantie Rookvrije Samenleving gehoord binnen de werkgroep tabak. Nieuwe evoluties en Europese aanbevelingen op het vlak van vroegdetectie van kanker worden opgevolgd door Zorg en Gezondheid binnen onder meer de ‘mirror group’ Europe’s Beating Cancer Plan en de ‘mirror group’ 1+Million Genomes.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Minister, dank u voor uw uitgebreide en toch wel duidelijke antwoord. Het is een heel uitgebreid rapport. Daarnet benadrukte ik ook al hoe belangrijk preventie is in de aanpak van kanker. Voorkomen is natuurlijk altijd veel beter dan genezen. Indien nodig moet er op het gepaste moment ook palliatieve zorg worden ingezet. In hoofdstuk 6 van de barometer lezen we dan ook diverse aanbevelingen om die palliatieve zorg te verbeteren, waaronder het tijdig implementeren van palliatieve zorg in het oncologisch traject en het zorgen voor meer expertise in palliatieve zorg. In het Vlaamse regeerakkoord werd er ook een Vlaams actieplan aangekondigd inzake vroegtijdige zorgplanning, palliatieve zorg en levenseindezorg. Wat is de stand van zaken met betrekking tot dit plan? Hoe zal er worden gezorgd voor meer expertise in palliatieve zorg?
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Ik denk dat het een zeer terechte vraag is die hier door de collega wordt gesteld. Alleen werd in de vraagstelling gesteld dat de meeste kankers te vermijden zijn. Ik denk dat we ons ervoor moeten hoeden om de waarheid geweld aan te doen. Ik lees in het rapport dat 40 procent van de kankers vermijdbaar zijn. Ik ken ondertussen ook heel wat mensen, ook in mijn omgeving, bij wie kanker niet te vermijden was. Ik denk dus dat we goed moeten zien wat de cijfers daarover zeggen.
Dit is een zeer interessant naslagwerk, dat ons toch wel een stand van zaken kan geven omtrent kanker in België en dat ook heel wat hoofstukken specifiek over gezondheidsbevordering op het Vlaamse niveau heeft. Er is het feit dat de strijd tegen tabak bovenaan het prioriteitenlijstje staat. Binnenkort vatten we ook de hoorzittingen aan naar aanleiding van de conceptnota over een rookvrije publieke ruimte. Dat dat belangrijk zal zijn, is hierbij nog maar eens bewezen, denk ik.
Minister, bij de aanbevelingen omtrent screening en vroegtijdige diagnose spreekt men ook over de invoering van nieuwe screenings via proefprojecten. Dat kan gaan over long- en huidkanker. We hebben ter zake ook al eens een aantal hoorzittingen over prostaatkanker gehad. Zal deze specifieke aanbeveling over die proefprojecten in de toekomst worden meegenomen in een speciaal actieplan, of zal de werkgroep daar verder mee aan de slag gaan? Hoe staat u tegenover die aanbeveling van het opstarten van verdere screenings via proefprojecten?
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw uitgebreide antwoord. Ik denk dat u inderdaad een zeer goed overzicht hebt gegeven van wat Vlaanderen wel allemaal al doet ter preventie van kanker en van wat er ook allemaal kan gebeuren. Het is dan ook jammer dat de Vlaamse overheid en de Vlaamse administraties niet zijn meegenomen bij het opstellen van die barometer.
Zoals u zelf reeds vermeldde, is een van de plannen om gezonder te leven ‘de Vlaming leeft gezonder in 2025’. We hebben het daar al over gehad. De evaluatie zou binnen een paar maanden volgen. Klopt die timing? Zal die evaluatie van onze preventiebarometer en ‘de Vlaming leeft gezonder in 2025’ inderdaad binnen die termijn aan de orde zijn?
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, samen met het agentschap is intussen gestart met een actieplan inzake palliatieve zorg en vroegtijdige zorgplanning. Het zal u niet verbazen dat de covidpandemie natuurlijk de timing van een en ander in dat actieplan wel wat in de war heeft gestuurd. We hebben dat echter wel opnieuw opgepikt, en sinds januari is het agentschap van start gegaan met het uitwerken van dat actieplan omtrent vroegtijdige zorgplanning, palliatieve zorg en levenseindezorg.
Huidkanker wordt ook verder in de werkgroepen besproken. De evaluatie met Möbius loopt ook.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Minister, dank u voor uw bijkomende antwoord. Wij kijken uit naar dat nieuwe plan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.