Report meeting Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer De Reuse heeft het woord.
Minister, recent stelde uw collega, federaal minister van Volksgezondheid Vandenbroucke, zijn plan voor de grote ziekenhuishervorming voor. Het plan stelt toch enkele heel grote veranderingen voorop. Concreet zijn er zeven werven. De ziekenhuisnetwerken zullen nog meer de krachten moeten bundelen. Voor complexere aandoeningen zal een beperkt aantal gespecialiseerde ziekenhuizen worden aangeduid. De behandeling van zeldzame aandoeningen zal niet meer in elk ziekenhuis kunnen. Dat zal er dan natuurlijk ook voor zorgen dat dure investeringen vaak maar in één ziekenhuis moeten gebeuren, maar er wordt ook wel vooropgesteld dat een aantal afdelingen in elk ziekenhuis aanwezig moeten zijn, zoals bijvoorbeeld een afdeling geriatrie. Het gevolg is wel dat er volgens het voorliggende plan enkele kraamafdelingen zullen moeten sluiten. Dat is tot grote onvrede van de Vlaamse Beroepsorganisatie van Vroedvrouwen (VBOV), maar ook in deze commissie hadden we daar reeds vragen over en hebben we allemaal het belang van bereikbare kraamklinieken benadrukt. Ook zal er worden ingezet op minder overnachtingen in het ziekenhuis en zullen overbodige nachten in het ziekenhuis worden vermeden. Dat betekent dat er meer zal moeten worden ingezet op extramurale zorg om de patiënt te ondersteunen en op te volgen.
Over dit plan, waarin ook onze Vlaamse ziekenhuizen zullen worden betrokken, heb ik voor u de volgende vragen. Werd u als Vlaams minister betrokken bij een voorafgaand overleg over deze aangekondigde hervormingen? Welke impact denkt u dat deze hervormingen zouden kunnen hebben op de eigen Vlaamse gezondheidsbevoegdheden? Zullen er aanpassingen nodig zijn op Vlaams niveau ten gevolge van deze hervormingen, en hoe staat u daartegenover?
Minister Beke heeft het woord.
Collega, ik kan daar heel kort over zijn. Wij zijn niet vooraf betrokken in overleg over deze hervormingen. Vorige week heeft de federale minister inderdaad de grote lijnen van zijn beoogde hervormingsplannen gepresenteerd. De concretisering moet nog verder gebeuren. Het lijkt me voorbarig om nu al te reageren op punctuele zaken die zijn opgenomen in die voorstellen. Ik zal in elk geval nauwlettend volgen op welke punten de plannen van de federale minister aan de Vlaamse bevoegdheden raken. Er moet zeker over die punten tijdig en voorafgaand overleg zijn. Dat zou onder andere het geval kunnen zijn inzake bijvoorbeeld de ‘bundled payments’ waarover de federale minister spreekt, waarbij dus ook het traject voor en na de ziekenhuisopname zou worden meegenomen in de financiering.
Ik heb reeds gevraagd dat men in de interfederale interkabinettenwerkgroep ziekenhuizen, een overlegorgaan tussen de federale overheid en alle gemeenschappen en gewesten in de schoot van de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid, meer toelichting zou geven bij de aangekondigde hervormingsplannen voor de ziekenhuizen, alsook heb ik de vraag gesteld hoe de federale overheid de afstemming met de gemeenschappen hieromtrent ziet.
De federale minister verwijst in zijn plannen naar de ziekenhuisnetwerken, die hun krachten nog meer zullen moeten bundelen, en naar de wijzigingen die mogelijk worden doorgevoerd in het ziekenhuisaanbod. Wat dat betreft, zou ik willen verwijzen naar de regionale zorgstrategische planning, waarbij de dertien Vlaamse ziekenhuisnetwerken hun plan ter goedkeuring kunnen indienen vanaf 1 april 2022. Het is de bedoeling dat de netwerken zelf een grondige analyse maken om het zorgaanbod af te stemmen op de zorgbehoeften in de eigen regio en via onderlinge samenwerking een antwoord bieden op die behoeften. Het regionaal zorgstrategisch plan zal de neerslag zijn van die analyse. Daarbij zal ook rekening moeten worden gehouden met een solide basisspecialistische zorg enerzijds, die dicht bij de patiënten moet worden aangeboden, en de centralisatie van diensten en expertise anderzijds, als die aangewezen is voor de kwaliteit en efficiëntie van de zorg. Een rationalisatie van het hoogtechnologisch zorgaanbod is eveneens een doelstelling van deze regionale zorgstrategische planning door de ziekenhuisnetwerken. Een commissie van experten zal advies verlenen over de ingediende plannen.
De heer De Reuse heeft het woord.
Minister, dank u wel. Het is duidelijk dat er zeker bepaalde uitgangspunten zijn van dit plan die we kunnen toejuichen. Vereenvoudiging en transparantie zijn er twee van. De zorg in al haar aspecten naar het niveau van de deelstaten brengen zou alvast de beste stap zijn voor vereenvoudiging en transparantie. Dat is alvast de stap die wij willen zetten.
Minister Vandenbroucke zegt zelf dat de nota zich scrupuleus beperkt tot de federale bevoegdheden, maar wilde vorige week in de commissie in de Kamer niet ingaan op de vraag hoe hij het overleg met onder andere de deelstaten, dus met u, ziet. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat deze hervormingen geen gevolgen zullen hebben voor de organisatie van de Vlaamse zorg, en dat is dan toch zeker voor ons van groot belang.
Ook in Vlaanderen hervormen we immers actief het zorglandschap, omdat wij zorg dicht bij mensen willen brengen. Ik denk maar aan de eerstelijnszones, waarnaar u ook verwees, die we zeer nauw laten samenwerken met het zorgaanbod, waarvan de ziekenhuizen deel uitmaken. Dan hebben we natuurlijk ook bijvoorbeeld de nabijheid van de kraamklinieken, waarover ik reeds sprak.
Door deze hele hervorming zullen er daarnaast ook gevolgen zijn voor de financieringsstromen. Minister, daarom wil ik u vragen de belangen van Vlaanderen en de Vlamingen toch sterk in het oog te houden, en het been stijf te houden indien nodig. Sta alstublieft niet toe dat er nieuwe transfers worden geïnstalleerd naar het zuiden van dit land. Het kan niet zijn dat Vlaanderen, dat in het verleden reeds meer blijk gaf van verantwoordelijkheidszin, daarvoor zou worden bestraft. Vorige week hadden we in de plenaire vergadering nog het voorbeeld van de artsenquota, naar aanleiding van een vraag van collega Daniëls. Mijn vraag is dan ook: hoe zult u naar het overleg van minister Vandenbroucke gaan om de federale ziekenhuisplannen te doen overeenstemmen met de Vlaamse uitgangspunten, zoals de eerstelijnszones en de zorgregio’s?
De heer Parys heeft het woord.
Minister, ik had een gelijkaardige vraag ingediend, maar dat was dan voor een volgende week. Wij van de N-VA hebben gisteren ook een opiniestuk gepubliceerd in De Standaard over dit plan van minister Vandenbroucke. Ik raad iedereen zeker aan om het eens te lezen. Het komt erop neer dat men eigenlijk de kar voor het paard spant: als we eerst de ziekenhuisfinanciering hervormen en dan misschien gaan nadenken over de overheveling van de gezondheidszorg, dan is dat de verkeerde volgorde. Ik zeg u waarom ik vrees dat dit het feest van de krekel en de ramp voor de mier wordt, waarbij Vlaanderen, waarbij onze Vlaamse ziekenhuizen in dit geval de mier zijn.
Eerst en vooral, wij zijn bezig met een zorgstrategische planning. Minister, u hebt ernaar verwezen. Daarin vragen wij aan onze ziekenhuizen om hun bedden af te bouwen en meer in daghospitalisatie te voorzien. Dat is natuurlijk goedkoper. Een ziekenhuisbed is veel duurder. In Franstalig België loopt zo’n oefening niet. Als je dat dan combineert met het feit dat het ziekenhuisbudget een gesloten enveloppe is op het federale vlak, dan is men eigenlijk een nieuwe transfer aan het organiseren. Daar maak ik mij zorgen over.
Een tweede zorg die ik heb, betreft het schrappen van de ereloonsupplementen. Ja, die moeten worden hervormd, maar als je die gewoon schrapt, dan beland je in de situatie, met Brusselse ziekenhuizen die vandaag tot 300 procent ereloonsupplement vragen en er toch in slagen om rode cijfers te hebben, dat de federale overheid extra geld naar de slechtste leerlingen van de klas op dat gebied zal moeten sturen opdat die het hoofd boven water zouden kunnen houden. Dat is dus opnieuw een transfer die je zo organiseert.
Ten derde lezen we niks in die plannen over de eerstelijnszones. Nochtans is het met de ‘bundled payments’ en met het concept van geïntegreerde zorg natuurlijk wel belangrijk dat we rond de patiënt, en dus rond die eerstelijnszones bouwen. Waarom lezen we daar niks over in die federale plannen? Omdat Franstalig België geen eerstelijnszones kent. Ze hebben er pas recent het woord vertaald naar een Franstalig begrip.
Minister, ik maak me daar dus heel grote zorgen over. Hoe zult u ervoor zorgen dat die hervorming de Vlaamse ziekenhuizen ten goede komt, en niet een extra transfer zal betekenen?
Mijn andere vragen gaan over de andere ambitie die in het federale regeerakkoord staat, namelijk dat er wetteksten zouden komen omtrent een meer homogene bevoegdheidsverdeling op het vlak van gezondheidszorg. Wat is de stand van zaken wat dat betreft? Hoezeer bent u daar al bij betrokken? Welke voorbereidingen zijn er al gebeurd? Welke eisen legt Vlaanderen op tafel? Welke voorstellen hebben wij al geformuleerd? Zijn er al teksten beschikbaar over die federale plannen omtrent het overhevelen van de gezondheidszorg naar de deelstaten?
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Wij hebben uiteraard ook kennisgenomen van het plan voor de ziekenhuisorganisatie en -financiering. Zoals de minister zegt, is het nog heel erg koffiedik kijken. Er zullen nog heel veel details moeten worden vrijgegeven over hoe dat eigenlijk allemaal in zijn werk zal gaan. Eén ding lijkt me wel zeker: er zal toch een impact zijn op Vlaanderen, op de Vlaamse bevoegdheden. Wat ik wel lees in het plan, is toch ook dat er wordt uitgegaan van een groot samenwerkingsidee, dat ook wel leeft binnen de netwerken. Hetgeen daarin staat, sluit toch wel aan bij de Vlaamse visie op de organisatie van de zorg. Dat is toch ook wel een goede zaak. Minister, ik zou u dus alleen maar willen aanraden om snel meer duidelijkheid te hebben, zodat we ook kunnen afstemmen over wat de consequenties voor de Vlaamse overheid zullen zijn en hoe wij als Vlaanderen ook ons steentje kunnen bijdragen om gezamenlijk tot één goede planning te kunnen komen.
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, ik hoor hier vele interessante zaken en een aantal zaken die ik absoluut deel. Geïntegreerde zorg is een uitgangspunt dat bijzonder belangrijk is. Dat is wat mij betreft eigenlijk de bril waarmee we moeten kijken naar de vraag hoe we de zorg in de toekomst zullen organiseren. De eerstelijnszones zullen wat mij betreft daar een belangrijke rol in spelen, en ook de deelstaten, in de toekomst.
Maar goed, dit is een plan van minister Vandenbroucke. Wij hebben gevraagd om dit plan te komen toelichten aan de deelstaten. Dat is principieel toegezegd. We zullen dat plan dan beluisteren. We zullen dan ook onze besognes overmaken.
Collega Parys, het is al goed dat men een naam heeft voor eerstelijnszones. Dat is misschien toch al een eerste stap. Elke hervorming die bijdraagt tot de manier waarop wij kijken naar zorg en het organiseren van zorg, is een welgekomen stap. Zoals ik in mijn antwoord zei, zullen wij vertrekken vanuit onze huidige bevoegdheden, maar ook vanuit onze visie op de organisatie van zorg en de uitgangspunten inzake zorg voor de toekomst.
De heer De Reuse heeft het woord.
Minister, dank u wel. Het debat over de hele hervorming, ook over het Vlaamse luik en over de Vlaamse bezorgdheden, is afgetrapt. Dat is dus wel duidelijk. Voor ons is het ook duidelijk: Vlaanderen zal alert moeten zijn in dit dossier. Minister, daarom, trek het zorglaken volledig naar Vlaanderen toe. Maak duidelijk dat Vlaanderen vanuit een eigen visie, geënt op hoe wij zorg en de toekomst van de organisatie van de zorg zien, wil gaan naar een eigen, volledig beleid. Minister, u mag in dit dossier gerust de spierballen laten rollen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.