Report meeting Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Deschacht heeft het woord.
Minister, voorzitter, collega’s, hartelijk dank dat ik deze vraag mag stellen in de commissie. Ze is ingegeven door het feit dat ik van Oostende ben. Er gebeuren momenteel zowel onderhoudswerken aan de Visserijsluis als aan de Demeysluis in Oostende. De Oostendse haven hoopt echter dat er in de toekomst ook uitbreidingswerken zullen worden uitgevoerd om de voor- en achterhaven beter met elkaar te verbinden.
De bestaande Demeysluis, die al dateert van 1903, is te beperkt in omvang om huidige schepen door te laten. Haven Oostende hoopt dan ook dat er een nieuwe sluis zal worden gebouwd en blijft die vraag geregeld stellen aan de Vlaamse overheid. Eind jaren tachtig waren er plannen om een volledig nieuwe zeesluis te bouwen in de zone tussen het kanaal Oostende-Brugge en de Spuikom. Daarvoor werd een volledige huizenrij onteigend. Hoewel volgens de toenmalige burgemeester Julien Goekint het ministerieel besluit nog steeds in zijn kluis zit, kwam de zeesluis er nooit. Een zeesluis zou goed zijn voor de verdere uitbouw van de Oostendse haven en de doorgang mogelijk maken voor schepen met een grotere tonnage.
Gezien de enige nog bestaande zwakke schakel in de verdediging van de kust te Oostende tegen overstromingsgevaar bestaat uit de sector in de achterhaven rond de Demeysluis en de jachthaven, zouden de werken in het kader van de verdediging van de kust gecombineerd kunnen worden met een zeesluis die beschikt over een stormweringswand.
Hoe staat u tegenover de wens van de Oostendse haven om de Demeysluis te vervangen door een brede zeesluis?
Zou bij de geplande bouw van de kustverdedigingsmuur in de achterhaven, die nu nog een zwakke schakel uitmaakt in de kustverdediging tegen overstromingen in Oostende, een zeesluis met stormweringswand hiermee gecombineerd kunnen worden?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel voor uw vragen, mevrouw Deschacht, en uiteraard ook welkom in onze commissie.
Specifiek voor de Haven van Oostende en de Demeysluis waarnaar u verwijst, kan ik u zeggen dat er in het verleden een strategisch plan werd opgemaakt voor de haven van Oostende, waarschijnlijk weet u dat wel. Daartoe was er beslist in het kader van de uitvoering van het regeerakkoord van 1999 tot 2004. Het eindrapport van dat strategisch plan werd in augustus 2005 gefinaliseerd.
In dat rapport werd vooropgesteld dat de realisatie van een nieuwe zeesluis op dat moment niet opportuun was, maar eveneens dat de mogelijkheid om eventueel later toch een zeesluis te realiseren niet gehypothekeerd mag worden. U zult wellicht zeggen: "We zijn 15 jaar verder, zijn deze inzichten intussen niet gewijzigd?’" Nu, ik moet me uiteraard houden aan het huidige regeerakkoord, en daarin is er geen sprake is van een nieuwe zeesluis voor de haven van Oostende. U weet dat de bouw van een nieuwe zeesluis meteen een grote hap uit het budget is, en we kunnen uiteraard niet alles gelijktijdig realiseren.
Wat uw tweede vraag betreft: de kustverdediging van de achterhaven is uiteraard zeer belangrijk. De zeewering langs onze kust zal pas volledig effectief zijn als ze een ononderbroken lijn vormt. Ter hoogte van de haven van Nieuwpoort wordt ze gecontinueerd door de bouw van de nieuwe stormvloedkering. Ik denk dat dit project u wellicht wel bekend is. De bestaande sluizen en stuwen ondergaan een toetsingstraject om hun weerstand bij een zware storm na te rekenen, op basis van de beschikbare gegevens en plannen.
Bij de bouw van een nieuwe sluis in een zeeweringslijn, wordt de sluis niet alleen ontworpen om voldoende zeewering bij stormcondities te waarborgen. Er wordt ook rekening gehouden met de vermoedelijke zeespiegelstijging over de levensduur van de constructie. Enkel zo komen we ertoe dat de constructies die we bouwen ook in de toekomst voldoende veilig zijn. Het toevoegen van een stormmuur alleen, is onvoldoende om een sluiscomplex zeewerend te maken. Vandaar dat we blijven inzetten op tal van andere initiatieven. Op dit ogenblik zijn er, zoals ik al zei, niet rechtstreeks plannen, noch budgetten voor de bouw van een nieuwe zeesluis voor de Oostendse haven, maar we blijven alleszins het meest kritieke overstromingspunt langs die kust aanpakken. Ons Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust, MDK, zoals we het afgekort noemen, blijft alleszins alle mogelijke stormmaatregelen voor de Oostendse achterhaven opvolgen en verder uitwerken. Er wordt nu in eerste instantie gekozen voor een nieuwe stuw, ter hoogte van de Spuikom, en de stormvloedkering ter hoogte van het kanaal Gent-Oostende. Dat zijn twee concrete projecten die sowieso wel voortgang zullen vinden, met het oog op de bescherming van de Oostendse achterhaven.
Mevrouw Deschacht heeft het woord.
Minister, ik begrijp dat de plannen voor de kustverdediging nog in volle ontwikkeling zijn. Ik zie ook dat de bouw van een nieuwe sluis niet gebudgetteerd is. Ik hoop dat deze belangrijke investering in de toekomst wel zal worden gemaakt en in de begroting zal worden opgenomen.
De haven van Oostende is vragende partij voor een grotere zeesluis om een groter aantal schepen met een groter volume te kunnen ontvangen.
Mijn vraag was eigenlijk geïnspireerd uit bezorgdheid voor de kustverdediging en voor overstromingsgevaar en om beide eventueel te combineren. Oostende blijft een zwakke schakel in het kustverdedigingssysteem.
Ik dank u in ieder geval voor uw antwoord.
De vraag om uitleg is afgehandeld.