Report meeting Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Brouns heeft het woord.
Dit thema is helaas al vaak aan bod gekomen in deze commissie. Het gaat weliswaar over spoorvervoer. U kunt zeggen dat dat een federale bevoegdheid is, maar in dit land is het een noodzaak om veel meer dan vandaag de krachten te bundelen voor het grensoverschrijdend vervoer. Dat is nog altijd heel schaars. Het grensoverschrijdende vervoer is vaak een maanlandschap. Zeker op het vlak van de rails kan en moet het beter.
De ontgoocheling was heel groot bij de vaststelling dat de nieuwe regering-Rutte IV in tegenstelling tot Rutte III niet langer wenste door te gaan met het traject Hamont-Weert. Dat is niet alleen een belangrijk project voor de ontsluiting van die regio, maar het is ook een toegangspoort naar de rest van Nederland voor Vlaanderen, althans voor de regio in de Kempen en Noord-Limburg. Er werd verwezen naar de maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) die een negatief saldo had. De baten zouden zogezegd niet opwegen tegen de enorm hoge kosten die er daarvoor berekend zijn. Men adviseert dat het project niet rendabel zou zijn, wetende dat die trein 40 minuten stilstaat in Hamont en intussen gemakkelijk even heen en weer naar Weert zou kunnen rijden.
Daarom heb ik de volgende vragen, minister. U hebt waarschijnlijk ook kennisgenomen van de geactualiseerde MKBA waarvan sprake is in de kamerbrief, die vlak voor de instelling van Rutte IV werd overgemaakt aan de Tweede Kamer in Nederland. Wat is uw visie daarop? Hoe kijkt u daarnaar? Dat is toch een belangrijke vraag.
Hoe verklaart u de grote verschillen tussen de afweging van de maatschappelijke kosten en baten aan Vlaamse zijde en de Nederlandse berekeningen? Welke acties zult u ondernemen om de Nederlandse regering te overtuigen niet terug te komen op de engagementen van het verleden om de treinverbinding Hamont-Weert weer te activeren? Daar zijn immers al de nodige inspanningen geleverd vanuit Vlaanderen en door de federale overheid. We zouden toch wel de nodige acties moeten ondernemen om het dossier vlot te trekken.
Minister Peeters heeft het woord.
Dit is een belangrijke vraag. Voor het personenvervoer tussen Hamont en Weert hebben wij aan Belgische zijde zelf al heel wat gedaan, zoals de elektrificatie tot Hamont. Iedereen is er zich wel degelijk van bewust dat de doortrekking tot Weert een meerwaarde heeft. Ikzelf noch mijn administratie zijn expliciet in kennis gesteld van deze nieuwe ontwikkelingen inzake de verbinding tussen Hamont en Weert. Ik heb mijn federale collega Gilkinet hier inmiddels wel al naar gevraagd en wij zullen zo snel mogelijk overleg plegen.
Ik hoop in elk geval dat deze verbinding in een positieve MKBA zou resulteren. De Vlaamse overheid zal samen met federale overheid echter blijven inzetten op dit grensoverschrijdend spoorvervoer. We hebben in ieder geval de verbinding, met Vlaamse cofinanciering, al geëlektrificeerd tot in Hamont en er wordt zelfs nog verder gewerkt aan een tweede spoor op deze spoorlijn. Op die manier doen we langs Vlaamse zijde al het nodige voor de treinreiziger. Ik hoop daarover zo snel mogelijk meer positief nieuws te krijgen van Nederlandse zijde.
Welke verklaring kan ik geven voor de grote verschillen tussen de kostenberekening aan Vlaamse zijde en de Nederlandse berekeningen? De berekeningen vanuit Nederland zijn gebaseerd op Belgische cijfers. De verschillen ontstaan doordat Infrabel in het verleden een raming heeft gemaakt van de kosten van de verbinding tot in Weert tegen een gemiddelde kost voor een elektrische spoorlijn. Dat was dus eerder een rudimentaire inschatting. Voor de huidige MKBA werd er door ProRail, de Nederlandse infrastructuurbeheerder, een nauwkeuriger analyse gemaakt van dit traject en de kosten die hiermee gepaard gaan. Zo werden ook al verschillende mitigerende maatregelen opgenomen. Daaruit volgt dat de kosten licht hoger zijn.
Ik zie binnenkort mijn Nederlandse ambtsgenoten minister Mark Harbers en staatssecretaris Viviane Heijnen, en ik zal dan ook dit dossier ter sprake brengen. Het staat niet in het regeerakkoord. Maar wij hebben in het verleden al vaak over dit dossier gesproken. Laat ons hopen op een kentering. Ik weet dat men ook aan federale kant daarvoor inspanningen wil leveren.
De heer Brouns heeft het woord.
Er is intussen opnieuw een federale kamerresolutie in de maak om dat project te steunen. Maar wat de MKBA betreft, heb ik van de Vereniging van Treinreizigers inzage gekregen in de manier waarop ProRail dat berekend heeft. Het studiebureau heeft de kar van de kosten zo vol mogelijk geladen opdat de uitkomst een negatief saldo zou zijn.
Men gaat vandaag bijvoorbeeld uit van een volledig nieuw perron in Weert, terwijl dat eigenlijk, zeker in een eerste fase, absoluut nog niet nodig is. Ik wil niet te technisch worden, maar in Nederland rijden die elektrische treinen op 3000 volt, in Vlaanderen of België is dat nog niet het geval. Maar dat zou je kunnen ondervangen door die trein de laatste 800 meter op halve kracht, op halve snelheid te laten rijden. Aan minder dan 1500 volt kan die Belgische trein perfect in Weert toekomen.
Ik voel heel goed dat, als je dat heel technisch analyseert – zoals ik mij dat laat vertellen –, met de juiste goodwill en zeker in de eerste fase, de kosten om die trein te laten rijden wel degelijk een heel pak naar beneden kunnen. Dat is heel vaak zo met een MKBA. Als je meteen een gouden onthaal voorziet voor de Belgen in Nederland ... Uiteraard verdienen we dat, maar we zijn al heel tevreden als we gewoon kunnen en mogen aankomen in Weert. En er is wel degelijk een manier die dat wel toelaat.
Ik heb mij vandaag laten vertellen dat dat ook voor Luik-Maastricht en Roosendaal op een veel goedkopere manier kan dan vandaag werd berekend door ProRail.
Minister, ik stel voor dat u heel grondig kijkt naar de analyse van de maatschappelijke kosten en baten, zoals opgemaakt door ProRail. Zo kunt u goed voorbereid aan de vergadering met de Nederlanders beginnen en kunt u hen kritisch bevragen over hoe zij tot die berekening komen. Want nu is dat bijna factor vijf ten opzichte van de initiële ramingen die wij op ons grondgebied hadden berekend: 30 versus 150 miljoen euro.
U hebt uiteraard een bondgenoot: we zullen niet aflatend blijven inzetten op die lijn Hamont-Weert. Dat is een van de weinige internationale grensovergangen vanuit Vlaanderen richting Nederland.
De heer Danen heeft het woord.
Collega Brouns, ik dank u voor uw vraag. Onze fractie vindt het belangrijk dat die verbinding kan worden gerealiseerd. Wij hebben minister Gilkinet daarover trouwens ook al een paar keer aangesproken. Maar blijkbaar moet de handschoen in Nederland worden opgeraapt. Minister, daarom vragen we u om mee te onderhandelen om het project te realiseren. Want wij hebben ons deel van het werk al gedaan. Die elektrificatie tot Hamont is deels met Vlaams geld gefinancierd, want dat zat binnen de tien, elf of twaalf Vlaamse spoorprioriteiten en spoorprojecten. Het lijkt me dan ook logisch dat dat wordt voortgezet tot Weert.
En de lijn die dan wordt gerealiseerd, is niet Hamont-Weert, maar Weert-Antwerpen. Ik vraag me af of men in Nederland wel goed beseft – misschien wel – dat dat een rechtstreekse lijn opent naar Antwerpen. Vanuit Nederlands Limburgs perspectief is dat ook wel interessant.
U zegt dat u niet beschikt over de MKBA. Ik heb begrepen dat dat document werd overgemaakt aan de Kamerleden van de commissie Mobiliteit. Ik heb het zelf ook ergens liggen, ik heb het alleszins al eens ingekeken.
Het klopt dat de businesscase niet heel positief is, maar ik denk dat geen enkele nieuwe lijn die wordt geopend, snel positief is. Het gaat om wat je ermee doet en op welke manier je het onthaal realiseert, op welke manier je de stationsomgeving inricht en dergelijke. Dat is heel cruciaal.
Waar een wil is, is een weg. Je kunt zeker snoeien in een aantal extra kosten. Ik nodig u inderdaad uit om, samen met minister Gilkinet, mee werk te maken en druk te zetten om dat project te realiseren. Want Vlaanderen en Limburg hebben er recht op, net als Nederlands Limburg.
Ik dank u alvast voor uw engagement en uw antwoord.
Minister Peeters heeft het woord.
Jullie hoeven mij niet te overtuigen, we zitten allemaal op dezelfde golflengte. Zeker aan Vlaamse zijde zijn we vragende partij om de lijn Hamont-Weert door te trekken. We hebben de elektrificatie van Mol-Neerpelt-Hamont zelf mee opgenomen in de Vlaamse spoorprioriteiten. Het verhaal Hamont-Weert zit mee in de 3RX. Het zal straks inderdaad misschien Antwerpen-Weert heten.
Wij zijn er alleszins van overtuigd dat het de modal shift in onze regio ten goede zou komen. We blijven er dan ook op hameren dat dit er het best zou komen.
Ik zal het zeker met de Nederlandse collega’s bespreken op de kennismakingsvergadering die we binnenkort zullen houden.
Als u de MKBA al hebt, mag u ze mij zeker bezorgen. Wij hebben ze opgevraagd bij het kabinet van minister Gilkinet. Ik neem aan dat ik ze daar ook wel zal krijgen. Ze is alleszins opgevraagd, zodat we ze ook in detail kunnen analyseren. Bij mijn weten had ik ze nog niet gekregen, maar u mag ze natuurlijk altijd doormailen. Het zou zeker handig zijn, mocht ik ze hebben voor ik samenzit met de staatssecretaris, zodat ik er al een blik op kan werpen.
Het technische aspect van het aantal volt en dergelijke, mijnheer Brouns, daar ben ik niet in thuis. Ik neem aan dat we, als we de kosten-batenanalyse hebben, al een aantal elementen mee kunnen opnemen om Nederland toch te proberen overtuigen om hier finaal werk van te maken, en dat in ieders belang.
De heer Brouns heeft het woord.
Minister, waar een wil is, is een spoor, in dit dossier. Het is goed dat u zo beslagen mogelijk ten ijs komt. Het betreft inderdaad een confrontatie. We moeten de studies die we aan Belgische zijde gedaan hebben en de middelen die we al geïnvesteerd hebben, naast die van ProRail leggen en de Nederlanders echt uitdagen. De bescheidenheid die wij altijd aan de dag leggen, stellen we in Nederland natuurlijk niet altijd vast, integendeel. Het is belangrijk om vanuit die confrontatie terug te komen op het vignet dat er voorlopig ligt en het engagement dat eerder werd aangegaan, gestand te doen. Dat is belangrijk.
Collega Danen, het is inderdaad om vanuit Antwerpen en de Vlaamse Ruit dat laatste stukje, die laatste kilometers Hamont-Weert te vervolmaken, die poort naar Nederland te kunnen maken, via die spoorlijn 19.
Minister, ik heb uw engagement opnieuw duidelijk kunnen waarnemen. U hebt ook al onze steun. Op 7 maart zal er opnieuw een actie zijn, over alle politieke grenzen heen. Iedereen die dit dossier een warm hart toedraagt, is uiteraard welkom in Weert.
De vraag om uitleg is afgehandeld.