Report meeting Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Vraag om uitleg over het inzetten van studenten om het tekort aan werkkrachten tijdens de huidige coronacrisis op te vangen
Report
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik haalde het een tweetal weken geleden al aan in de commissie Economie: meer en meer bedrijven ondervinden zeer hevige hinder door de omikronvariant. De topman van Vlaams netwerk van ondernemingen (Voka) West-Vlaanderen, Bert Mons, verwoordde het als volgt: ‘Het is duidelijk dat omikron niet langer woedt in de ziekenhuizen, maar vooral in de bedrijven lelijk huishoudt.’
Uit een bevraging van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) blijkt dat meer en meer bedrijven de impact van besmettingen of quarantaines zeer hard voelen: maar liefst driekwart van onze bedrijven ondervindt hiervan hinder. Zo maakte onder andere NMBS als kenbaar dat ze haar treinaanbod zal moeten verminderen door uitval van personeel. Ook bij Audi in Brussel werd de productie een week stilgelegd.
De piek van de vijfde golf hebben we gelukkig zo goed als bereikt, maar de impact op onze bedrijven zal de komende dagen of weken wellicht nog groeien. Het is daarom van groot belang dat we er alles aan doen om die impact zo klein mogelijk te houden.
Dat de quarantaineregels in het onderwijs aangepast zijn, is al een goede eerste stap voor de uitval in onze bedrijven. Want doordat ouders hun kinderen te pas en te onpas van school moesten halen en thuis moesten houden, werd de uitval in onze Vlaamse bedrijven verhoogd.
Twee weken geleden werd een akkoord bereikt tussen werkgevers en vakbonden, weliswaar zonder de socialistische bond. Door dit akkoord met noodmaatregelen wordt meer flexibiliteit op het werk mogelijk. Zo moet het gemakkelijker worden om extra personeel aan te trekken door onder andere mensen op tijdelijke werkloosheid, gepensioneerden en studenten in te zetten. Ondertussen werd het noodplan goedgekeurd door de Federale Regering.
Minister, uiteraard bent u enkel bevoegd voor de Vlaamse bevoegdheden en hebt dus geen zeggenschap over de maatregelen die de Federale Regering in uitvoering moet brengen, maar ik had u toch graag enkele vragen gesteld.
Komt er nog een vorm van overleg tussen de verschillende regeringen over eventuele bijkomende maatregelen voor de sectoren die zeer zwaar getroffen werden door personeelsuitval?
U gaf in een antwoord op mijn vraag in deze commissie al aan dat naar analogie met de actie voor seizoensarbeiders in de landbouw vorig jaar nu een actie gestart zou kunnen worden om met jobstudenten te werken binnen onze Vlaamse ondernemingen. Ondertussen hebt u die actie ook aangekondigd. Kunt u ons vertellen hoe die er concreet uitziet? Komt er nog een gerichte campagne? Heeft VDAB al een verschil gemerkt in de applicatie voor studentenjobs na deze aankondiging?
De heer Ronse heeft het woord.
Collega Vanryckeghem heeft de context voortreffelijk geschetst. De actualiteit is ook een beetje veranderd sinds het indienen van deze vragen om uitleg. Op federaal niveau werd beslist dat tot 28 februari 75 procent van de uitkering behouden kan blijven voor gepensioneerden jonger dan 65, studenten, mensen met tijdskrediet en zo meer.
Minister, in de marge van de uitwerking van die maatregel hebt u aangegeven dat er nog federale drempels moeten worden weggewerkt. Over welke drempels gaat het? Hoe kunnen die concreet worden aangepakt?
Hebt u reeds contacten gehad om de drempels voor studentenwerk weg te werken? Welke stappen zullen gezet worden?
Wat kunnen we doen om studenten nog extra te motiveren en sensibiliseren om bedrijven met nijpende tekorten aan werkkrachten uit de nood te helpen?
Is die periode tot 28 februari niet veel te kort? Ik denk dat ‘het beest’ nog wel wat langer lelijk zal huishouden in het bedrijfsleven. Kunt u vragen om een verlenging?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor de interessante en zeer actuele vragen. Tijdens het voorbije Overlegcomité ging het voornamelijk over de coronabarometer en werd daarover een beslissing genomen. Op mijn vraag is in het verslag opgenomen om bij eventuele aanpassingen aan de generieke gids en de sectorgidsen ‘veilig aan het werk’ ook te overleggen met de deelstaten. Dat is behouden in de notificaties. Ik ben opnieuw in blijde verwachting – figuurlijk uiteraard – van een uitnodiging van mijn federale collega.
Collega Vanryckeghem, u had een aantal vragen over de studenten. Ik zal mijn communicatie kort kaderen. Los van de krapte, wat een structurele arbeidsmarktuitdaging op zich is, worden onze bedrijven daarbovenop ook geconfronteerd met heel wat personeelsleden die door de snelle verspreiding van de omikronvariant ofwel ziek zijn, ofwel tijdelijk werkloos zijn ofwel van thuis uit werken. In tegenstelling tot vorige golven heb je nu niet hele sectoren die gesloten zijn en waarvan je werknemers, om het ‘op zijn Ronses’ te zeggen, kunt ‘verleiden’ om tijdelijk ergens anders in te springen.
Er is natuurlijk wel een opportuniteit, omdat de studenten na hun examens een lesvrije week hebben tussen 7 en 13 februari. Daarom vond ik het heel interessant om een extra oproep te doen aan studenten om werkgevers uit de nood te helpen. Er zijn namelijk in veel sectoren veel mogelijkheden om een centje te verdienen en hun cv aan te vullen. VDAB is dan ook gestart met een gerichte communicatiecampagne waarbij het eigen aanbod maar ook dat van de uitzendkantoren bekend wordt gemaakt aan studenten en werkgevers. Ze hebben de pagina: ‘help werkgevers tijdelijk uit de nood’ gelanceerd, waar studenten alle informatie kunnen vinden.
Wij roepen studenten ook op om zeker gebruik te maken van het aanbod aan studentenjobs bij uitzendkantoren. Wij raden hen aan om zich goed voor te bereiden op het sollicitatiegesprek en geven ook adviezen over hoe je bijvoorbeeld een cv schrijft. Alle nuttige informatie om je loopbaanskills als student in te oefenen vind je daar.
Wat de federale drempels betreft, weet u, collega’s, dat studenten maximaal 475 uur per kalenderjaar als jobstudent mogen werken om zo te profiteren van de verminderde sociale bijdrage. Ik kan me zeker voorstellen dat heel wat studenten door het nodige weekend- of vakantiewerk met die drempel flirten. Met de oproep wou ik het federale niveau vragen om hier rekening mee te houden en net als bij voorgaande coronagolven een deel van de gewerkte uren niet te laten meetellen.
Ik was heel blij vorige week te vernemen dat de Federale Regering dit aanvaard heeft. Ze heeft dat in een wetsvoorstel gegoten, waarover in het federaal parlement gediscussieerd werd. Daar staat in dat 45 uren studentenarbeid die tijdens het eerste kwartaal van 2022 worden gepresteerd, niet in aanmerking genomen worden voor het quotum van 475 uur per jaar. Dat is dus extreem belangrijk voor studenten.
Collega’s, ik ben wel extreem ontgoocheld en zelfs misnoegd dat, bij de bespreking gisteren in de Kamercommissie, één partij – de PVDA – een tweede lezing gevraagd heeft, waardoor dit dossier een week uitgesteld wordt en waardoor we dus geen absolute zekerheid kunnen geven aan de studenten. Dat vind ik een dikke, dikke schande. Het is zo belangrijk om daarover helderheid te verschaffen. Je mag geen spelletjes spelen op kap van de rechten van studenten. Sorry dat ik nu even wat nijdiger ben. Maar dit dossier zit perfect in elkaar en kan worden goedgekeurd. En net op zo'n dossier wordt er dan gefilibusterd. Dat vind ik echt schandelijk.
Ik vind dat u er nog kalm bij blijft, minister.
Op het scherm is dat anders dan in het echt.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Minister, ik dank u voor de inspanningen die u in dezen reeds deed. Ik hoop dat u uw federale collega's ervan kunt overtuigen om uw visie hierin te volgen. Het is goed dat VDAB een campagne opzet om studenten hiervoor te motiveren. Het is inderdaad ook het best dat de drempel van het aantal uren wordt opgetrokken. Zo zal het voor onze studenten een heel stuk aantrekkelijker worden.
Minister, ik deel uw mening dat het bijzonder jammer is dat één partij, namelijk de PVDA, hierbij stokken in de wielen steekt. Dat is een bijzonder jammerlijk gegeven.
De heer Ronse heeft het woord.
Ik deel uiteraard het sentiment over de vrienden en vriendinnen van de PVDA. Maar wat kunnen we anders verwachten van hen dan dat ze alles wat ertoe zal leiden dat mensen werken, blokkeren en corrumperen? Mocht iemand van de PVDA echt geïnteresseerd zijn in het arbeidsmarktbeleid, in de economie, in het herstel, dan waren ze hier ook aanwezig. Maar kijk, miljoenen kijkers, er is ook in deze commissie niemand, niemand, niemand van de PVDA aanwezig. Zij zijn er inderdaad enkel om stokken in de wielen te steken.
Minister, uw antwoord was vrij volledig. Eén iets is mij misschien ontgaan, mijn excuses indien u er wel op bent ingegaan. Wordt er vanuit Vlaanderen ook op aangedrongen om die maatregelen te verlengen? Want tenzij ik mij vergis, lopen die extra flexibele maatregelen nu nog tot en met 28 februari? Worden die nog verlengd of niet?
De heer Ongena heeft het woord.
Er is inderdaad een probleem: door de vele uitvallen door corona zitten heel wat werknemers met de handen in het haar.
Daarom is het goed dat zowel vanuit de Vlaamse Regering – ik verwijs naar uw oproep, minister – alsook vanuit het federale niveau effectief maatregelen worden genomen. Dat is een mooi voorbeeld van hoe je goed kunt samenwerken. U deed de oproep naar de studenten en vanuit het federale niveau heeft men ervoor gezorgd dat de drempels naar omlaag gingen, zodat de studenten er ook effectief iets aan overhouden wanneer ze extra aan de slag gaan. We kunnen die samenwerking alleen maar toejuichen.
Ook als Open Vld’er ben ik heel blij. Want eind vorig jaar – herinner u de begrotingsbesprekingen, collega Ronse – hadden wij een noodplan voorgelegd, met aan Vlaamse kant de vraag aan de minister om extra inspanningen te doen, maar ook met de vraag aan het federale niveau. We zijn blij dat 80 procent van onze voorstellen is omgezet in het wetsvoorstel. Collega Ronse, u had mij toen een bak OMER beloofd. Goed, het is geen 100 procent, dus hoef ik geen volledige bak te krijgen, maar misschien dan toch een halve bak OMER? Want ik denk dat we hier toch wel iets hebben gerealiseerd.
De voorzitter zal graag aanwezig zijn bij de plechtige overhandiging om een en ander op kwaliteit te controleren.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik was even aan het nadenken over die bakken OMER, wie wat heeft gepresteerd en of ik ook niet een paar van die OMER's zou kunnen krijgen. Maar ik neem deel aan Tournée Minérale. Gelieve die bak OMER dan ook na 1 maart te leveren – tenzij er OMER Zero bestaat? Want behalve Sportzot komt er op dit ogenblik niet veel binnen in mijn huis, zodat ik zeker aan de verleiding kan weerstaan. Maar vanaf 1 maart is de OMER zeker welkom.
Collega Ronse, de opportuniteit zit vooral in de lesvrije week. Daarom ook voel ik frustratie en kwaadheid over het feit dat dat vandaag niet kan worden goedgekeurd.
Ik krijg hier nu net een mail binnen, een superstunt waarbij je gratis wijn krijgt. Sinds 1 februari komen de wijnpromoties overvloedig in mijn mailbox. Ik begrijp niet hoe dat kan. Ofwel let ik er nu extra op, dat is ook mogelijk.
De opportuniteit van die lesvrije week is groot. Voor mij is het zeker goed om te kijken naar een verlenging.
Het kan ook zijn dat er op basis van het verdere verloop van de besmettingen veel minder maatregelen nodig zijn. Ik hoop met andere woorden dat we zeer snel van kleurcode kunnen veranderen, waardoor we weer naar de normaliteit kunnen overstappen. Veel liever dan een verlenging zou ik dus een versoepeling zien. Maar we houden de twee kanten in de gaten. Ik dank u.
Voor het bepalen van de leveringsdatum van de OMER’s gaan we eerst over naar collega Vanryckeghem en nadien naar collega Ronse.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Ik heb hier niets meer aan toe te voegen, behalve dan dat ik mij ook kandidaat stel bij collega’s Tom en Axel om dat heerlijke West-Vlaamse, meer specifiek Kortrijkse, bier te helpen proeven, als het past.
De heer Ronse heeft het woord.
Wat een groepsdruk! Ten eerste, wanneer we het in maart doen, dan zijn de maatregelen niet meer geldig, want ze lopen slechts tot 28 februari.
We hebben nu gefocust op dat studentenverhaal, maar er zitten nog maatregelen in het pakket. Zo kunnen mensen in het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) tijdelijk 75 procent van hun uitkering behouden wanneer ze doorwerken. Het gaat ook over asielzoekers met een legale verblijfstitel die onmiddellijk aan de slag mogen en geen vier maand moeten wachten. Het gaat ook over mensen in tijdelijke werkloosheid die met een andere werkgever opeenvolgende overeenkomsten voor bepaalde tijd kunnen afsluiten. Ik denk werkelijk dat die maatregelen langer dan 28 februari nodig zullen zijn.
Maar los daarvan ben ik uiteraard zeer graag uw gastheer. Misschien kan het een commissie op locatie zijn, in Bellegem, bij Omer. Zou dat niet fantastisch zijn? En dan trakteer ik jullie allemaal op een goeie OMER en krijgt collega Ongena een bak OMER van mij, hoewel zijn voorstel was om het verhaal van de flexi-jobs uit te breiden. Dat zie ik er niet in, maar hij heeft wel zijn best gedaan en verdient, zeker nadat hij vandaag heeft gezegd dat hij mijn beeld mist, een bak OMER.
Voorzitter, minister, collega Vanryckeghem en alle andere collega's, jullie zijn ook uitgenodigd. Maar collega’s van de PVDA zijn niet welkom op Zuid-West-Vlaams grondgebied.
Collega Ronse, er wordt een woordelijk verslag gemaakt van deze vergadering. Dat zal dus ooit worden geconcretiseerd.
En wat de collega's van de PVDA betreft, die zijn negen kansen op de tien nooit aanwezig in deze commissie, dus geen zorgen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.