Report meeting Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Vraag om uitleg over de vertraging voor de regionale steunkaart 2022-2027 bij de Europese Commissie
Report
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Minister, nadat de steunkaart 2014-2020 noodgedwongen met een jaar verlengd werd, moest de federale overheid tegen 1 januari 2022 een nieuwe steunkaart hebben afgebakend en ingediend bij de Europese Commissie. De verdeling daarvan tussen Vlaanderen, Wallonië – inclusief Luxemburg – en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest werd een tijdje geleden afgerond. Verder mag elke regio zelf kiezen hoe de selectie van de gemeenten gebeurt.
De Vlaamse Regering was op 17 november 2021 al klaar met haar huiswerk en heeft in totaal 25 gemeenten geselecteerd. De Brusselse Regering blijft echter achter, waardoor de federale overheid de regionale steunkaart 2022-2027 nog niet bij de Europese Commissie kon indienen.
Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest rekent, zoals bij de vorige steunprogramma’s, op een akkoord van de Europese Commissie zodat ze op een kleiner niveau dan de gemeenten gebieden kan selecteren om zo meer gericht te werken. Pas wanneer daar groen licht voor gegeven wordt, kan de regionale steunkaart naar de Europese Commissie gestuurd worden en kunnen ondernemingen in de afgebakende zones steunaanvragen indienen. Voor Limburg betekent dat dat grote bedrijven in negentien verschillende gemeenten voorlopig geen Vlaamse investeringssteun kunnen aanvragen.
Dat brengt mij tot de volgende vragen, minister. Wat is de impact van deze vertraging op de ondernemingen en de betrokken gemeenten? Welke stappen zullen in de tussentijd worden gezet om de betrokken gemeenten en ondernemingen te ondersteunen? Hoe kan dit worden opgelost? Wanneer zal er een akkoord worden bereikt? Hebt u daarover al contact gehad met de betrokken federale ministers en de ministers van de andere gewesten?
De heer Brouns heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, we hebben in dit land sinds kort heel wat barometers, barometers die, naargelang de kleur, onze vrijheid bepalen. Minister, ik begrijp dat er sinds gisteren in de commissie ook wordt gewerkt met een soort barometer: een geduldbarometer. Ik begrijp, minister, dat uw geduld ook vaak op de proef wordt gesteld. Op welke kleur staat uw geduldbarometer in dit dossier? Dat is de essentie van deze vraag vanuit Limburg. Hoever staat het daarmee? Als ik naar de Limburgse steden en gemeenten luister, kleurt de barometer donkerrood. Gaat u daarmee naar de Brusselse collega’s?
Zoals collega Moors heeft geschetst, is dit niet alleen belangrijk voor de Vlaamse steun. De koppeling aan de federale fiscale steun voor ontwrichte zones, wat een korting inhoudt op de doorstorting van de bedrijfsvoorheffing, is eveneens heel belangrijk. Die steunkaart is dus dubbel belangrijk voor deze regio om opnieuw een versnelling te kunnen maken op het vlak van investeringen.
Ik heb daarom vergelijkbare vragen, minister. Hebt u al contact gehad met uw Brusselse collega om zo snel mogelijk knopen door te hakken? Wat gebeurt er in de tussentijd? Hebt u zicht op een indicatieve planning? Kan er op een andere wijze begeleiding voor de betrokken steden en gemeenten voorzien worden, en bijgevolg voor de bedrijven, die nog geen aanspraak kunnen maken op deze Europese middelen?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, bedankt voor de vragen. Collega Brouns verwijst wellicht naar de geduldbarometer waarover ik het gisteren had in de plenaire vergadering. Mijn geduldbarometer in dit dossier staat ook op ‘scherp’, om het vriendelijk uit te drukken.
Het gaat hier, voor alle duidelijkheid, niet om Europese middelen. De regionale steunkaart duidt enkel gemeenten aan waar het volgens objectieve parameters economisch minder goed gaat dan in de rest van het land. Alleen in die gemeenten is er, zoals jullie weten, onder bepaalde voorwaarden een regionale investeringssteun mogelijk voor grote ondernemingen.
Het gaat met andere woorden om een soepelere modaliteit die kan worden ingebouwd in de normale Vlaamse steunregimes. In Vlaanderen werkt bij het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) enkel de strategische transformatiesteun (STS) voor investeringen met die regionale steunkaart. Dat heeft geen andere impact op de betrokken gemeenten.
Sedert 1 januari is er geen regionale investeringssteun meer mogelijk in de oude steunkaart en kunnen er ook nog geen dossiers worden ingediend voor de nieuwe steunkaart, omdat die nog niet is goedgekeurd door de Europese Commissie.
Het blijft wel mogelijk om kmo-investeringssteun te geven op het volledige Vlaamse grondgebied. Ook de STS voor opleidingen blijft mogelijk, ook voor grote ondernemingen. Daarnaast blijven ook alle andere reguliere steuninstrumenten zoals O&O-steun (onderzoek en ontwikkeling) of ecologiesteun mogelijk.
Mijn kabinet heeft vorige week contact opgenomen met het kabinet van minister Borsus om aan te dringen op een spoedige beslissing in dit dossier. Op 31 januari mochten we vernemen dat de Waalse Regering een akkoord had bereikt over de steunkaart voor Wallonië. Die zal 63 gemeenten omvatten en er ook voor zorgen dat de Vlaamse gemeenten Ronse en Geraardsbergen/Ninove deel uitmaken van een gebied met meer dan 100.000 inwoners.
Gisteren dan verkregen we ook de bevestiging van het kabinet van minister Trachte dat de steunkaart voor goedkeuring op 10 februari wordt geagendeerd op de regering van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Samen met jullie moet ik vaststellen dat het blijkbaar ook voor de andere regeringen dossiers zijn waarin het wat tijd vraagt om tot beslissingen te komen. Maar gelukkig komt er op dit ogenblik schot in de zaak.
Ook de VLAIO-administratie heeft contact opgenomen met de Brusselse en Waalse tegenhangers om voorbereidende inhoudelijke en procedurele stappen te bespreken zodat snel kan worden gestart met de aanmelding naar de EU.
Collega Brouns, wat de specifieke planning betreft, moeten de drie gewesten en de federale overheid samen één tekst voorleggen aan Europa. Die teksten moeten op elkaar zijn afgestemd en één samenhangend en consistent dossier worden. Het opstellen van zo’n dossier kan heel snel gebeuren en is in voorbereiding. Nadien moet het dossier worden besproken en behandeld door de Europese Commissie. In het verleden hebben we gemerkt dat die aanmeldingsprocedure enkele maanden duurt. Wanneer de finale goedkeuring er precies zal zijn, is moeilijk te voorspellen
Maar ondertussen zijn we de bedrijven zo goed mogelijk aan het informeren. Aangezien de Vlaamse STS-regelgeving bekend is, kunnen bedrijven die voldoen aan de voorwaarden in ieder geval hun dossier al voorbereiden. De effectieve investeringen kunnen maar starten als er een goedgekeurde steunkaart is. Maar VLAIO is eigenlijk altijd heel proactief. We bepalen nu het kader, we weten dat er overal een akkoord is en kunnen dus al een redelijk perspectief geven op wat er uiteindelijk zal worden goedgekeurd.
Het is een beetje een vervelende situatie. Maar in Vlaanderen hebben we ons akkoord al. Het is een beetje wachten op de anderen, maar het ziet ernaar uit dat het binnen afzienbare tijd toch in orde komt.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik begrijp dat er een oplossing in de maak is. Het is een beetje zoals in de humaniora: als er een groepswerk moest worden gemaakt, was er wel altijd iemand die wat achterbleef en iemand die wat ijveriger was. Ik stel vast dat Vlaanderen het ijverigst is geweest in dit dossier. Maar goed, ik kijk uit naar de oplossing die er op korte termijn kan komen.
Minister, ik heb een bijkomende vraag over Limburg. De erkenning van Limburg als ontwrichte zone werd vorig jaar met achttien maanden verlengd tot 31 oktober 2022. Dat was toen en is nog steeds goed nieuws voor onze regio. Maar hebt u enig idee hoe u de steun ziet na de verlenging van achttien maanden? Is er al geëvalueerd of er nog steun nodig zal zijn na deze verlenging? Wordt er verder ook nog nagedacht over het erkennen van ontwrichte zones in Vlaanderen? Kunt u daarover de stand van zaken geven?
De heer Brouns heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoorden. Elke dag wachten is in principe een dag te veel. De kosten swingen de pan uit, daar hoeven we elkaar zeker in deze commissie niet op te wijzen. Ik begrijp dat een zekere retroactiviteit niet kan, maar dat men zoveel mogelijk proactief – in de mate dat dit in dit geval een gepast woord is – het dossier kan klaarmaken om dan zo snel mogelijk de investeringssteun aan te vragen. Begrijp ik het zo goed, aangezien retroactiviteit dan niet kan?
Ik heb in mijn inleiding verwezen naar de koppeling met de fiscale steun. Dat lijkt mij zeker in deze tijden inderdaad heel belangrijk, ook om die zo lang mogelijk samen te laten sporen. In die zin heb ik dezelfde vraag als collega Moors rond de ontwrichte zone.
Minister Crevits heeft het woord.
Jullie hebben gelijk, collega’s: elke dag die we verliezen, is een dag te veel. Maar de bedrijven hoeven natuurlijk niets te verliezen, als je perspectief kunt geven. Het kan wat uitstel bieden op effectieve extra’s die je kunt krijgen, maar als we het kader min of meer bekend kunnen maken, nu er een akkoord is, hoef je niet noodzakelijk tijd te verliezen. We zijn inderdaad proactief geweest. De ontwrichte zone is ook verlengd in het kader van corona. En om op uw vraag te antwoorden, mevrouw Moors: dat zullen we met de Federale Regering moeten bekijken.
Collega Brouns, er zijn ons op dit ogenblik geen dossiers bekend van grote bedrijven die effectief staan te wachten. Nu, de relaties met de bedrijven zijn goed. Ze weten ook dat we doen wat we kunnen, en dat maakt natuurlijk al een verschil. Mochten wij degenen zijn die zwaar hadden gedraald en iedereen in chaos hadden gestort, zou dat anders zijn. Maar doordat we eigenlijk wel perspectief kunnen geven, kunnen bedrijven zich ook wat aanpassen voor datgene wat ze willen doen op de vermoedelijke goedkeuring. We houden het in het oog. En jullie doen dat ook, daar ben ik van overtuigd. Ik hoop op heel spoedig groen licht in dit dossier.
Ook in het verleden is er zo’n tussenperiode geweest. Dat is dus niet uniek. Als dat niet te lang duurt, is dat behapbaar. Maar stel dat dat een jaar of anderhalf jaar duurt, dan wordt het natuurlijk heel vervelend.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Dank u wel voor het antwoord, minister. U zegt terecht dat wij dit dossier vanuit Limburg op de voet zullen blijven volgen. Het is belangrijk voor Limburg. De coronacrisis heeft het Limburgse bedrijfsleven en de arbeidsmarkt zwaar getroffen. We hebben ook de zware gevolgen van de Brexit. Na West-Vlaanderen voelen wij die negatieve gevolgen hier het hardst. Dankzij de regionale steunkaart 2022-2027 zal er inderdaad een bijkomende steun gegenereerd kunnen worden voor negentien Limburgse gemeenten, die dan Vlaamse investeringssteun kunnen aanvragen. Dat is zeer belangrijk om uit de crisis te raken. Want enkel door te investeren, zullen we uit de crisis kunnen raken.
De heer Brouns heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord, minister. Ik sluit me daar graag bij aan. Geduld is inderdaad een schone deugd. In dezen is het signaal duidelijk gegeven dat we de dossiers mogen voorbereiden. Het is inderdaad voor Limburg in verhouding nog altijd veel belangrijker dan voor veel andere provincies, met maar liefst negentien gemeenten die nog op de steunkaart terecht zijn gekomen. Het is maar goed ook dat ze daarop staan en dat die regionale steunkaart de hefboom mag zijn die nodig is om de noodzakelijke investeringen te doen, om op economisch vlak een sterke regio te blijven. Ik dank u ook voor uw inzet daarvoor. En we zullen dat inderdaad met de gepaste zorg blijven opvolgen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.