Report meeting Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering

– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.

De heer Van Miert heeft het woord.

Collega’s, transparantie over subsidies is een voortdurend werkpunt in deze Vlaamse Regering. Uzelf, minister, zat de afgelopen jaren niet stil. Enkele maanden geleden kwam u met de actualisering van het Horizontaal Integratie- en Gelijke Kansenbeleidsplan waarmee u dit jaar een stap wilt zetten naar een duidelijker ondersteuningskader met preciezere focuspunten. De ambitie die u hebt voor transparantie, minister, wil onze fractie alleen maar toejuichen.

U kondigde een paar jaar geleden ook een ander beleidsinitiatief aan. U gaf namelijk aan dat de samenwerking met de structurele partners in het gelijkekansenbeleid kritisch tegen het licht zouden worden gehouden. Er zou ook daar een objectivering en een actualisering worden doorgevoerd. We hebben daar in de vorige toelichtingen van de begroting steeds een aantal zaken over teruggevonden. In de begrotingstoelichting van 2021 zagen we geen specifieke vooruitgangsvermeldingen. Ook de richtdatum 2023 die initieel werd gesteld, zagen we niet hernomen worden in de toelichting van de begroting van dit jaar. Minister, ik heb twee concrete vragen daarover voor u.

Wat is de stand van zaken met betrekking tot de totstandkoming van het vernieuwde kader voor de structurele financiering van organisaties binnen het gelijkekansenbeleid?

Is de tijdlijn nog altijd geldig en wordt de definitieve richtdatum van 2023 gehandhaafd?

Minister Somers heeft het woord.

Mijnheer Van Miert, ik dank u voor uw vraag. Zoals de beleids- en begrotingstoelichting (BBT) voor 2022 vermeldt, is het mijn ambitie om vanaf dit jaar te werken aan een nieuw kader van samenwerking en financiering van de gelijkekansenmiddenveldorganisaties. De bedoeling is nog altijd om daarmee, na overleg met de relevante stakeholders, te landen in 2023.

De opstart wordt nu gepland, nadat andere structurele werven conform het regeerakkoord werden aangepakt: het horizontaal integratie- en gelijkekansenbeleidsplan met het Plan Samenleven, de voorbereiding van het Vlaams Mensenrechteninstituut waar we het daarnet nog over hadden, de erkenning van een nieuwe participatieorganisatie die vandaag ook al ter sprake is gekomen, de voorbereiding van de Vlaamse advies- en beleidsparticipatieraad van personen met een handicap, de hertekening van het inburgeringstraject enzovoort. Er is al heel wat werk verzet en dit is de volgende werf die moet worden aangepakt.

Vandaag worden vanuit de beleidskredieten van gelijke kansen negen organisaties nominatim gefinancierd: Gelijke Rechten voor Iedere Persoon met een Handicap (GRIP), Çavaria, The Belgian Pride, de Holebifoon/Lumi, het Transgender Infopunt (TIP), de Nederlandstalige Vrouwenraad, Furia, Ella, en Rosa.

In totaal gaat het om ongeveer 2,7 miljoen euro op de begroting van het gelijkekansenbeleid. De financiering en de samenwerking van die organisaties met het gelijkekansenbeleid zijn historisch tot stand gekomen en zijn afgezien van enkele kleinere ontwikkelingen zoals de opname van de Roze Huizen naar aanleiding van de interne staatshervorming, al enige jaren stabiel. Aan die financiering is de voorbije jaren weinig veranderd.

In het kader van de samenwerking met de genoemde organisaties en wellicht ruimer met andere relevante organisaties wil ik meer duidelijkheid creëren over de rollen en functies die we vanuit het gelijkekansenbeleid nodig achten en aan middenveldorganisaties kunnen toekennen, over de mogelijkheden tot optimalisering en versterkte samenwerking met deze organisaties en hun samenwerking onderling, over een efficiënte afstemming met de Vlaamse gelijkekansenbeleidsdoelstellingen, over een efficiënt en aangepast kader voor de financiering van de samenwerking en over de rol die deze organisaties vanuit hun expertise in de komende jaren eventueel kunnen opnemen in het horizontaal Plan Samenleven. Dat plan is breder dan alleen maar de etnisch-culturele bedding, we proberen daarmee ook andere groepen in de samenleving te ondersteunen.

Niets Over Ons Zonder Ons (NOOZO) is een organisatie in ontwikkeling die in de loop van dit jaar door de Vlaamse Regering als Vlaamse advies- en beleidsparticipatieraad van personen met een handicap erkend kan worden. Die erkenning is van een andere aard dan de nominatim financiering die voor andere genoemde organisaties gehanteerd wordt en gebeurt op basis van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2021 dat de erkenningsvoorwaarden, de erkenningsprocedure en het toezicht van de Vlaamse advies- en beleidsparticipatieraad van personen met een handicap regelt, dit in uitvoering van het Vlaamse gelijkekansendecreet. Of en hoe NOOZO in deze bredere oefening meegenomen wordt, is daarom nog te bepalen.

De ontwikkeling van een dashboard voor opvolging is vooral gekoppeld aan de uitvoering van het Plan Samenleven. Ik ga in gesprek met de organisaties die nominatim gefinancierd zijn over hun bijdrage aan het Plan Samenleven.

Dit sluit aan bij het hele samenwerkings- en financieringskader dat ik dus vanaf 2022 zal opnemen. Ik hoop dat ik daarmee een beetje licht heb laten schijnen op de problematiek uit uw vraag.

De heer Van Miert heeft het woord.

Minister, er zijn nog een aantal dingen die me nog niet helemaal duidelijk zijn maar ik begrijp dat er een opstart is gebeurd en dat ik daar eventueel later mag en moet op terugkomen.

Dit is geen vanzelfsprekende opdracht. We zien dat in veel processen waarbij organisaties of structuren zelf moeten kijken of de werking wel optimaal verloopt. Dat zorgt al eens voor wrevel. We zien dat ook in processen die we elders voeren. De regiovorming is daar een heel mooi voorbeeld van. Het gaat vaak over zaken van lange duur en van voortschrijdend inzicht, een term die in de politiek vaak wordt gebruikt. Minister, ik wil dan ook niet meer druk leggen dan noodzakelijk maar ik wil toch beleefd oproepen om ook in dit dossier de koe bij de horens te vatten. Ik denk immers dat dit het momentum is voor bijvoorbeeld de actualisering van het horizontale gelijkekansenbeleidsplan. Ik zal u in de toekomst dan ook bevragen over een verdere stand van zaken maar voorlopig ben ik tevreden met uw antwoord.

Minister Somers heeft het woord.

Mijnheer Van Miert, ik heb er alle begrip voor dat u dit opvolgt. Ik denk dat dat ook een goede zaak is. Er is inderdaad nog werk aan de winkel, en dit is een werf die er aankomt.