Report meeting Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister, in navolging van de samenwerkingsovereenkomst tussen de Vlaamse Regering, het VGC-College (Vlaamse Gemeenschapscommissie) en de vzw Vlaams-Brusselse Media, diende het Vlaams-Brusselse medium BRUZZ een coherent taalbeleid te ontwikkelen. Naast de aandacht voor het correct taalgebruik en een kleurrijk Nederlands is ook dit luik van essentieel belang voor de verdere ontwikkeling van BRUZZ als mediakanaal.
Ik heb ondertussen kennis genomen van dit taalcharter, dat recentelijk door de operationele leiding van BRUZZ werd opgesteld. Dat heeft mij de wenkbrauwen enigszins doen fronsen. Er staat een tamelijk lange, volgens mij overbodige situatieanalyse in en de hele geschiedenis van het mediakanaal, waarna er uiterst beknopt wordt ingegaan op een aantal lijnen die binnen dit taalbeleid worden uitgezet. Minister, omdat dit document het levenslicht heeft gezien en hier en daar begint te circuleren, wil ik u enkele vragen stellen.
Minister, hoe evalueert u deze versie van het taalcharter van BRUZZ? Vindt u het compatibel met de beleidslijnen die in de samenwerkingsovereenkomst werden uitgezet?
Een jaar geleden hebben we een debat en een stemming gehad over een resolutie met betrekking tot BRUZZ, waarin onder meer zaken staan over het taalbeleid. Hoe evalueert u de dialoog binnen BRUZZ en met uw kabinet omtrent dit taalcharter? Ziet u bijkomende aandachtspunten die moeten worden opgenomen in het taalcharter?
BRUZZ is een heel specifiek medium, maar wordt ook een zeer rijkelijk betoelaagd met 6,5 miljoen euro op jaarbasis. BRUZZ heeft ook twee meesters, het VGC-College en de Vlaamse Regering, en werkt in een heel specifieke context. Wat zijn uw bijkomende aandachtspunten voor dit taalcharter?
Ten slotte nog een heel belangrijke vraag: hoe evalueert u de huidige taalpolitiek van BRUZZ in het algemeen? Vindt u dat er bijsturingen nodig zijn? Ik geef een klein voorbeeld. ‘De opinie’, die telkens op pagina twee staat, was aanvankelijk in het Nederlands. Bij het begin van de coronacrisis is die opinie plots overgeschakeld naar een drietalige met de volgende verantwoording: we moeten iedereen bereiken, dus we gaan over de coronacrisis in drie talen communiceren. We zien dat men dit als aanleiding neemt om uiteindelijk de meertaligheid voort te zetten. Ik heb nog nooit in enige Franstalige krant ook maar één artikel in het Nederlands gelezen. Die openheid bestaat daar jammer genoeg niet.
Minister Dalle heeft het woord.
Zoals u weet, hecht ik heel veel belang aan het Nederlands als verbindende kracht in Brussel vanuit Vlaanderen. Dat is een van de topprioriteiten in mijn beleidsnota en in de beleids- en begrotingstoelichting (BBT). Binnen mijn bevoegdheid zijn er enkele sterke partners die deze kracht dagelijks inzetten om zoveel mogelijk Brusselaars te bereiken. Ik denk aan het Huis van het Nederlands dat daarin een centrale rol speelt, maar ook BRUZZ is hierin een belangrijke bondgenoot. Vandaar het belang van een taalbeleid. We hebben dat in de beheersovereenkomst met BRUZZ opgenomen. We hebben gevraagd om een taalcharter op te maken. Dat dit er nu ook is, is een goede zaak.
Het Nederlands is de hoofdtaal in de berichtgeving van de belangrijke mediapartner die BRUZZ is, en zo hoort dat ook. De kracht van onze taal, het begrijpen en kunnen spreken van het Nederlands, blijft voor alle Brusselaars en zeker ook voor onze jongeren een belangrijke hefboom in het zoeken naar werk. BRUZZ draagt hier haar steentje bij, door onze taal zo toegankelijk mogelijk te maken en in samenwerking met het Huis van het Nederlands Brussel berichten op te stellen in toegankelijk, eenvoudig en helder Nederlands.
Om meteen ook op uw tweede vraag een antwoord te geven, de gesprekken hierover tussen mijn kabinet en BRUZZ zijn telkens constructief verlopen. Ook het kabinet van de VGC-voorzitter was hierbij betrokken. Het gesprek over het belang van het Nederlands kan uiteraard niet als afgerond beschouwd worden. We hebben nu een taalcharter in het is een grote verdienste dat dat er is. Het is ook 'ongoing' werk, belangrijk werk dat kan worden bijgestuurd indien nodig of aan de hand van zaken die men leert.
De beide subsidiërende overheden, Vlaanderen in hoofdzaak en ook de VGC, zijn vragende partij dat BRUZZ blijvend inzet op het bereiken van een breed publiek om zo de eigen relevantie binnen het Brusselse weefsel te verhogen. In de beheersovereenkomst hebben we uitdrukkelijk ingeschreven dat BRUZZ meertalige redactionele elementen kan inzetten, maar – belangrijk – waarbij meertaligheid geen doel op zich is, maar een middel om mensen dichter te brengen bij het Nederlandstalige netwerk in Brussel, en ook om mensen aan te trekken tot die berichtgeving.
Als er redactionele elementen zoals een edito in meer talen worden opgesteld, is dat niet om een service aan te bieden aan mensen die bijvoorbeeld enkel Frans en Engels kennen en te zeggen: lees het dan maar in het Frans of het Engels. Het is een manier om anderstaligen aan te trekken om ook BRUZZ breder te ontdekken en dus ook het Nederlands beter machtig te worden zodat ze ook de Nederlandstalige berichtgeving kunnen volgen. In de praktijk volgt BRUZZ die invalshoek op een correcte manier en ook het Taalcharter is wat dat betreft vrij helder.
De meertalige aanpak komt hoofdzakelijk tot uiting in de cultuurberichtgeving, met name in het BRUZZ magazine. Al sinds het ontstaan van de agenda en nu het magazine is dit al meermaals aan bod gekomen en geduid. Het is niet betwist dat in de cultuurberichtgeving meertaligheid wordt geïntroduceerd.
Mijnheer Vanlouwe, u zei dat de omgevingsanalyse en de geschiedenis van het mediakanaal overbodig zouden zijn. Ik vind dat niet. Ik heb net aan BRUZZ gevraagd om zeker ook de omgevingsanalyse en de contextschets op te stellen. Op die manier wordt het taalbeleid van BRUZZ in een breder maatschappelijk kader geplaatst met een wetenschappelijke fundering. Sterk is ook dat BRUZZ het eigen taalgebruik confronteert met het taalgebruik bij vzw ‘de Rand’, de RandKrant, de VRT en Muntpunt.
Net als de stad is ook taal een dynamisch gegeven. Het spreekt voor zich dat het taalbeleid van BRUZZ en dus het Taalcharter deel uitmaakt van de algemene beleidsmonitoring door de subsidiërende overheden zoals bepaald in de samenwerkingsovereenkomst. De raad van bestuur en algemene vergadering van BRUZZ hebben deze tekst goedgekeurd. Daarom moet dit soort gesprekken worden opgevolgd. Ook het beleid moet worden opgevolgd. Ik reken erop dat ook zij het taalbeleid van BRUZZ nauwgezet zullen opvolgen.
Ik denk dat het huidige taalbeleid van BRUZZ kan worden geëvalueerd als zijnde conform de afspraken waar ik eerder naar verwees, in het bijzonder ook het element om meertaligheid in te zetten als een middel om mensen dichter bij elkaar te brengen binnen het Nederlandstalige netwerk in Brussel.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw toelichting. Ik heb dat taalcharter gelezen en ik vind het – en ik wik mijn woorden – een deloyaal document, dat lijnrecht ingaat tegen afspraken die zijn gemaakt, zowel in de beheersovereenkomst als in de resolutie die we hebben goedgekeurd. BRUZZ doet alsof de resolutie niet bestaat, maar die is hier door een grote meerderheid goedgekeurd en daarin zijn verwachtingen opgenomen met betrekking tot het gebruik van het Nederlands. Ik vind, om het in het Brussels te zeggen, dat BRUZZ en stoemelings een meertalig magazine wordt. En daarom ga ik concreet in op een aantal punten van het charter.
Ik denk niet dat iedereen dit taalcharter al heeft gelezen. Ik vind het soms een beetje een kleurboek met veel foto’s, prentjes en tekeningen en hier en daar een stuk tekst. Maar wanneer men echt een taalbeleid wil opstellen, moet men dat toch goed gaan zoeken.
BRUZZ communiceert via al zijn kanalen hoofdzakelijk in het Nederlands, zo staat in het taalcharter. Dat woord valt sterk op. In dit geval valt dit niet samen met de specifieke passage uit de resolutie die is goedgekeurd door het Vlaams Parlement, om ervoor te zorgen dat BRUZZ de positie van het Nederlands versterkt door zijn gebruikers in het Nederlands te informeren, zijn videoaanbod drietalig – Nederlands Frans en Engels – te ondertitelen en anderstaligen aan bod te laten komen. Hier wordt limitatief aangegeven wanneer het Nederlands kan worden aangepast, wat dus in strijd is met de resolutie.
Aansluitend kan worden verwezen naar de passage uit de samenwerkingsovereenkomst: “De VBM gebruikt het Nederlands als standaardtaal en stelt een correct Nederlands taalgebruik in de verschillende mediakanalen centraal.” Verder staat er nog: “Meertalige redactionele elementen kunnen worden ingezet waarbij meertaligheid geen doel op zich is.” Mijns inziens is het taalcharter zowel strijdig met de beheersovereenkomst als met de breed gedragen resolutie. Ik vind dat een aanfluiting van afspraken die zijn gemaakt met de vzw.
Een volgend punt gaat over het actuadeel van het magazine, het voorwoord in drie talen om anderstaligen binnen te trekken. Alle andere artikelen zijn exclusief in het Nederlands, met toevoeging van samenvattingen in het Frans en het Engels. Ik stel nu trouwens al vast dat men op de website regelmatig enkel Franstalige artikelen publiceert met soms een vertaling. Heel af en toe gebeurt het dat men exclusief Franstalige artikels op de website van BRUZZ publiceert.
Het limitatief gebruik van andere talen wordt in dezen niet gerespecteerd, en aansluitend moet worden gesteld dat het drietalig editoriaal, zoals ik daarnet zei, werd aangebracht voor correcte informatie tijdens de coronacrisis, wat ik nog kan begrijpen. Maar dat wordt nu dus vast beleid. U moet dat editoriaal nog eens opzoeken. Dit is niet conform de afspraken en men misbruikt dus eigenlijk de coronacrisis om de meertaligheidsagenda erdoor te jagen.
Wat de cultuurberichtgeving betreft, staat in het taalcharter dat wordt gestreefd naar een derde Nederlands, een derde Frans, een derde Engels en samenvattingen in de twee andere talen. Dit is opnieuw in tegenspraak met duidelijke passages in de resolutie en in de samenwerkingsovereenkomst. Hier wordt het Nederlands dus op gelijke voet geplaatst met twee andere talen en dat vind ik niet normaal.
Voor alle duidelijkheid: ikzelf ben meertalig. Ik hou van andere talen, zowel van het Frans als van het Engels. Maar het gaat hier over de Vlaamse Gemeenschap die 6,5 miljoen euro investeert en die afspraken maakt met een vzw die toch wel een aardige som geld krijgt om een magazine, televisie, radio en website op te starten maar die de gemaakte afspraken niet respecteert. Ik vind dit taalcharter dan ook een aanfluiting van de afspraken die zijn gemaakt en waarin geen rekening wordt gehouden met de Vlaamse overheid maar enkel wordt geluisterd naar de andere baas, het VGC-College, dat er een andere mening op nahoudt. Eigenlijk doet BRUZZ gewoon zijn goesting met de 6,5 miljoen euro die het op jaarbasis krijgt. Wanneer men deze weg wil opgaan, dan doet men maar, maar dan kunnen wij ons toch vragen stellen over die gulle ondersteuning vanuit Vlaanderen.
Bovendien mag dit soort documenten blijkbaar niet altijd worden besproken op interne vergaderingen. Toen we een jaar geleden een bepaalde studie wilden bespreken, bleek die niet beschikbaar te zijn voor de raad van bestuur, noch voor de algemene vergadering van BRUZZ. Men houdt dus eigenlijk binnen die directie, mogelijk in overleg met het VGC-College, regelmatig documenten achter. Ik dring er dan ook op aan om dit charter ernstig bij te sturen. Ik houd niet van een taalcharter dat vol staat met foto’s, tekeningen en leuke en hippe zaken maar waar inhoudelijk bijzonder veel op aan te merken valt.
We investeren jaarlijks miljoenen euro in BRUZZ voor kwaliteitsvolle journalistiek in het Nederlands, en dan moet die journalistiek ook wel degelijk het Nederlands centraal stellen. Voor men zijn bereik wil uitbreiden, moet men ervoor zorgen dat men die Nederlandstaligen in Brussel, die Brusselse Vlamingen en die vele pendelaars nog achter zich heeft. Zij moeten uiteindelijk het kernpubliek zijn. Nadien kan men een eventuele uitbreiding bekijken. Ik denk dat men momenteel een bepaald kernpubliek, leespubliek, kijkpubliek aan het verliezen is terwijl men probeert te focussen op een ander publiek.
Minister, ik verwacht dat u daartegen optreedt. Ik deel uw mening niet die ik daarnet heb gehoord en ik hoop dat u duidelijk maakt dat de samenwerkingsovereenkomst en de resolutie niet te nemen of te laten zijn maar wel degelijk moeten worden omgezet in een taalbeleid.
Minister, dit is een scherpe analyse, maar het gaat over een ergernis die leeft bij meerdere Vlamingen in Brussel. Ik heb al geprobeerd dit aan te kaarten bij meerdere mensen van BRUZZ, maar dat blijkt bijzonder moeilijk en gevoelig te liggen.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Collega’s, ik moet heel eerlijk toegeven dat ik het taalcharter van BRUZZ nog niet heb gelezen. Maar ik heb me hier daarnet ongelooflijk zitten ergeren aan de denigrerende manier waarop de heer Vanlouwe spreekt over een werkstuk van wat mij betreft een gewaardeerde mediaspeler in Brussel.
Collega’s, voor alle duidelijkheid lijkt het me niet meer dan logisch dat BRUZZ het Nederlands centraal stelt in zijn werking en dat hoofdzakelijk in het Nederlands wordt gecommuniceerd. Maar minister, vanuit de oppositie wil ik graag mijn volle steun uitspreken voor de lezing die u hebt gegeven over de manier waarop BRUZZ moet omgaan met taal: het Nederlands moet centraal staan maar met een openheid naar meertaligheid, net omdat dit de manier is om zoveel mogelijk Brusselaars in contact te brengen met het Nederlands. Ik denk dat de ambitie moet zijn dat BRUZZ een rol te spelen heeft in het slaan van een brug tussen anderstalige Brusselaars, Franstalige Brusselaars en de Vlaamse gemeenschap in Brussel naar ons aanbod, naar het Nederlands en naar de fantastische instellingen die de Vlaamse Gemeenschap heeft in Brussel. Dat moet gebeuren op een positieve manier, zodat het Nederlands in Brussel meer op de kaart wordt gezet.
Minister, u krijgt onze volle steun voor de manier waarop BRUZZ omgaat met taal en voor de manier waarop u daarmee omgaat.
De heer Bex heeft het woord.
Ik dank de collega voor zijn vraag en de minister voor zijn antwoord. Ik heb het taalcharter al doorgenomen en ik vind het bijzonder goed in zijn totaliteit, collega Vanlouwe. Ik vind het ook goed dat er een situatieschets wordt gemaakt en dat wordt gekeken naar de geschiedenis, maar ik denk dat we daarnaast niet mogen vergeten om naar de toekomst te kijken. Ik heb de indruk dat u dat soms vergeet. Ik vind vooral dat in dat document een zeer zinvolle analyse wordt gemaakt van waar het Nederlands vandaag staat in Brussel, van de manier waarop de verschillende Vlaams-Brusselse media in het verleden zijn omgegaan met die meertaligheid en hoe dat vandaag kan, rekening houdend met de verwachtingen van de overheden die daar ook middelen voor ter beschikking stellen.
Ik heb gemerkt dat een aantal elementen uit de beheersovereenkomst letterlijk zijn overgenomen in dat taalcharter. De minister heeft dat heel goed uitgelegd: het kan nooit de bedoeling zijn om andere talen dan het Nederlands in te zetten als doel op zich maar juist altijd met de bedoeling om anderstaligen in die invloedssfeer van het Nederlands – om het met zulke protserige woorden te zeggen – binnen te trekken. Ik vind dat dit op een heel mooie manier gebeurt en dat dit een heel goede zaak is.
Het slechtste wat BRUZZ zou kunnen doen, is, zoals u blijkbaar voorstaat, collega Vanlouwe, zich enkel te richten op diegenen in Brussel die zich voor 100 procent inschrijven in wat dan die Vlaamse-Brusselse gemeenschap zou zijn. Ik denk dat er heel veel mensen zijn die interesse hebben in wat de Vlaamse Gemeenschap in Brussel te bieden heeft en die heel open staan tegenover het Nederlands. Met wat u daar voorstelt, lijkt u de deur in die richting dicht te slaan. Ik ben dan ook heel blij dat de minister duidelijk een andere weg bewandelt en ervoor kiest om die openheid vanuit Vlaanderen wel uit te stralen. Ik hoop dat dit in de toekomst verder vorm kan krijgen.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Ik moet zeggen dat ik toch een klein beetje geschrokken ben door de toon van wat ik bijna een interpellatie zou noemen in plaats van een vraag om uitleg van collega Vanlouwe over deze kwestie.
Dat taalcharter van een twintigtal bladzijden is op de website beschikbaar. Ik heb daar even door gescrold. Het is geen grondige analyse, maar ik zie wel dat zij een grondige analyse hebben gemaakt en dat zij verwijzen naar de beheersovereenkomst. Ik deel de interpretatie van de minister ter zake, dat wil ik even benadrukken vanuit de CD&V-fractie.
Ik heb net de indruk dat BRUZZ erg hard zijn best doen om anderstaligen ook te bereiken en op die manier het Nederlands net te versterken. Het document zit eigenlijk goed in elkaar. Het is natuurlijk een eerste blik op dat taalcharter. Misschien heb ik het nog niet goed genoeg gelezen, mijnheer Vanlouwe, maar ik denk in dezen dat u toch een klein beetje uit de bocht bent gegaan. Wanneer u zo kritisch bent, zou u voor dergelijke zaken misschien beter een interpellatie indienen in plaats van een vraag om uitleg. Excuseer dat ik misschien ook een beetje scherp ben, maar ik ben echt geschrokken van de manier waarop hiermee is omgegaan. Ik steun de minister in dezen dan ook volledig.
Minister Dalle heeft het woord.
Collega’s, ik dank jullie voor de bijkomende opmerkingen. Ik denk dat het taalbeleid van een media-instelling als BRUZZ zeker een debat verdient. We kunnen daarover discussiëren en van mening verschillen. Collega Vanlouwe, u sprak over een aanfluiting, en daar was ik wel een beetje door verrast.
Ik wil ook wijzen op de verantwoordelijkheid van eenieder. Mijn verantwoordelijkheid is om met BRUZZ een beheersovereenkomst af te sluiten waar bij de vormgeving ook rekening wordt gehouden met de resolutie van het Vlaams Parlement.
Ik zal nog eens de meest relevante passage uit onze beheersovereenkomst citeren: “De VBM gebruikt het Nederlands als standaardtaal en stelt een correct Nederlands taalgebruik in de verschillende mediakanalen centraal. De VBM draagt bij om de taalkundige en culturele verscheidenheid in Brussel te waarborgen door het gebruik en de kennis van het Nederlands mee te stimuleren. Meertalige redactionele elementen kunnen worden ingezet waarbij meertaligheid geen doel op zich is. Het is een middel om mensen dichter bij elkaar en bij het Nederlandstalige netwerk in Brussel te brengen. In die context is de rol van BRUZZ het Nederlands en de meertaligheid in Brussel versterken. De VBM beschikt hieromtrent over een coherent taalbeleid.” Wij hebben inderdaad in die beheersovereenkomst gevraagd om een coherent taalbeleid, een taalcharter te ontwikkelen conform de richtlijnen die wij ook in die beheersovereenkomst hebben vastgelegd.
Collega Vanlouwe, u hebt zelf de analyse gemaakt om te zien of dat charter conform de beheersovereenkomst is. Ik kan me inbeelden dat u het met een aantal van die punten niet eens bent en dat u het zelf anders zou doen. Ik kan me ook inbeelden dat, indien ikzelf dat taalcharter zou schrijven, het ook niet identiek hetzelfde zou zijn. Maar dat is niet mijn taak en verantwoordelijkheid, mijn taak en verantwoordelijkheid is om die beheersovereenkomst op te stellen en erop toe te zien dat die wordt uitgevoerd.
De uitvoering daarvan gebeurt door de redactie, de directie, de raad van bestuur en de algemene vergadering van BRUZZ. Ik zie geen probleem van niet-conformiteit met onze beheersovereenkomst. U gebruikt de term ‘hoofdzakelijk’, ik heb dan toegelicht wat het nut kan zijn van het gebruik van andere talen. De inschatting of dat op de beste manier gebeurt, komt toe aan BRUZZ. Ik kan zelf moeilijk inschatten of dat vandaag de juiste keuzes zijn. Ik denk dat zij dat zeer grondig hebben geanalyseerd en dat het hun oprechte inschatting is dat de toeleiding naar het Nederlands en naar het Nederlandstalig netwerk het best op die manier gebeurt.
Wat de cultuursector en -agenda betreft, communiceren alle cultuurhuizen in Brussel, ook deze die gesubsidieerd zijn door de Vlaamse overheid en de VGC, in drie talen. De Vlaamse-Brusselse cultuurhuizen zijn ook vragende partij voor een drietalige cultuurberichtgeving in BRUZZ. Ik denk dat daar wel een logica in zit.
Ook wat het redactionele aspect betreft zijn er keuzes gemaakt waarin ik geen gebrek aan conformiteit zie met onze beheersovereenkomst.
De effectieve opstelling van de tekst en de goedkeuring zijn, zoals gezegd, niet mijn verantwoordelijkheid, dat gebeurt door BRUZZ. Ik stel ook vast deze tekst ook is goedgekeurd in de algemene vergadering en in de raad van bestuur. Collega Vanlouwe, ik kan niet inschatten wat u zegt over het tijdig toezenden van teksten. Ik denk dat het de taak is van elke bestuurder om teksten die worden voorgelegd, te bekijken. Wanneer men de indruk heeft dat men daar niet voldoende tijd voor heeft gehad, is het ook de bedoeling om dat op te merken. Dat is de taak en de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur, waar alle politieke gezindten van deze commissie, of toch de meeste, vertegenwoordigd zijn. Op dat vlak stel ik alleen maar vast dat dit een tekst is die niet door mij wordt goedgekeurd maar wel door BRUZZ zelf, inclusief de bestuursorganen van BRUZZ. In die zin zie ook geen problemen op het vlak van de besluitvorming.
De heer Vanlouwe heeft het woord. Kunt u het kort houden alstublieft?
Ik zou hier nog een halfuur over kunnen praten, maar ik zal het wel degelijk kort houden. Het is natuurlijk ook belangrijk. Wanneer daar 6,5 miljoen euro naartoe gaat, is het onze taak als volksvertegenwoordiger om erop toe te zien dat dit op een correcte manier wordt besteed en in overeenstemming is met wat wij in een resolutie hebben vastgelegd en wat ook in de samenwerkingsovereenkomst is opgenomen.
Minister, u hebt inderdaad een opsomming gemaakt van wat in de samenwerkingsovereenkomst staat. Ik heb ook een aantal passages opgesomd die betrekking hebben op de resolutie die wij hebben goedgekeurd. Ik stel vast dat daar een serieus verschil bestaat. Wanneer wij zeggen dat het Nederlands centraal staat, dan zien we dat daar in de twintig bladzijden van het taalcharter zeven puntjes over zijn opgenomen. Gaat men dan vertalen dat BRUZZ hoofdzakelijk in het Nederlands communiceert via al zijn kanalen? Waarom zegt men daar niet dat BRUZZ in het Nederlands communiceert of dat het Nederlands centraal staat in de communicatie, zoals verwacht in de samenwerkingsovereenkomst?
Ik heb in de samenwerkingsovereenkomst, noch in de resolutie gelezen dat de cultuurberichtgeving in drie talen moet gebeuren. Het is mogelijk dat de culturele sector daar wel vragende partij voor is, maar dan moet die daar zelf middelen voor uittrekken. Hetzelfde geldt voor het edito waar ik het daarnet over had. Ook daar zoekt men een voorwendsel om een gevestigd beleid te voeren. Ik heb ook mijn twijfels over de manier waarop dat op correcte manier in de raad van bestuur wordt besproken.
BRUZZ is een medium waar ik positief-kritisch tegenover sta. Ik vind dat een absoluut noodzakelijk medium voor Brussel, maar de manier waarop men het telkens invult, roept bij mij en bij veel Brusselse Vlamingen alvast de nodige vragen op. En het is en blijft onze taak om te controleren of de middelen die hiervoor worden aangewend, op een correcte manier en in overeenstemming met de afspraken worden gebruikt.
Voor alle duidelijkheid: ik ben ervan overtuigd dat BRUZZ hier niet over zal informeren, wat ik ook ten zeerste betreur. Ik stel vast dat ze in een berichtgeving soms wel eens subjectief en selectief zijn over wat mensen mogen lezen of horen. Ik zal het dossier dan ook blijven opvolgen, omdat ik vind dat afspraken er zijn om nageleefd te worden en niet om geïnterpreteerd te worden overeenkomstig iemands ideeën.
De vraag om uitleg is afgehandeld.