Report meeting Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Voorzitter, collega's, minister-president, in Jemen woedt sinds 2015 een oorlog waardoor honderdduizenden door het directe oorlogsgeweld of de indirecte gevolgen daarvan om het leven zijn gekomen. Intussen zijn ook reeds miljoenen mensen op de vlucht geslagen. Niet voor niets beschouwen mensenrechtenorganisaties dit momenteel als de grootste humanitaire crisis ter wereld. Twee derde van de in totaal 30 miljoen inwoners is er afhankelijk van humanitaire hulp. Hongerdood dreigt voor miljoenen mensen waaronder 400.000 kinderen. Alleen al in 2018 stierven er 85.000 kinderen onder de vijf jaar als gevolg van ondervoeding.
Erger is dat honger steeds meer ingezet wordt door de strijdende partijen als oorlogswapen. Dat blijkt onder andere uit een blokkade van havens waardoor voedsel niet aan land kan worden gebracht. Het blijkt ook uit bombardementen op talloze boerderijen, waterinstallaties en vissersboten. Het in oktober 2021 gepubliceerde rapport ‘Starvation makers’ van de hand van een partner van Pax Christi, staaft dit met voldoende bewijzen.
De voorbije jaren heeft de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties (VN) onderzoek gedaan naar schendingen van het internationaal recht in Jemen. In oktober van dit jaar slaagde Saoedi-Arabië, een land dat toch een grote rol speelt in het aanslepend conflict in Jemen, er echter in om dit onderzoek te doen stoppen. Het is dus niet duidelijk op welke wijze de VN nog onderzoek kan doen naar de schendingen van het internationaal recht in Jemen. Sommigen verwijzen naar resolutie 2417 van de VN-Veiligheidsraad, die specifiek handelt over de inzet van honger in conflict. Deze unaniem aangenomen resolutie veroordeelt uithongering van burgers als methode van oorlogvoering.
Deze resolutie zou bijgevolg kunnen worden gebruikt om de druk op de conflictvoerende partijen op te drijven.
Intussen hebben ook 64 internationale middenveldorganisaties, waaronder Human Rights Watch en Amnesty, begin december een oproep gelanceerd waarin ze de internationale gemeenschap oproepen om de straffeloosheid in Jemen te bestrijden. In die oproep vragen ze concreet aan de VN om een onafhankelijk onderzoeksmechanisme in het leven te roepen dat onderzoek verricht naar en bewijzen verzamelt over de zware mensenrechtenschendingen, oorlogsmisdaden en de miskenning van de internationale mensenrechtenverdragen in Jemen. Ze eisen ook dat er een duidelijk signaal komt ten aanzien van hen die zich bezondigen aan oorlogsmisdaden en mensenrechtenschendingen en dat hen duidelijk gemaakt wordt dat zij hiervoor aansprakelijk kunnen worden gesteld. Daarom vragen ze dat toekomstige bevindingen die vastgelegd worden in een rapport, ook publiek worden gemaakt.
Minister-president, bent u bereid om gevolg te geven aan de oproep van deze 64 organisaties om via de Algemene Vergadering van de VN te proberen te komen tot nieuw onderzoek naar oorlogsmisdaden in Jemen? Zo neen, waarom niet? Zo ja, zult u dit ter sprake brengen bij de federale minister van Buitenlandse Zaken?
Kunt u zich ook vinden in de piste om via de VN-Veiligheidsraad, waar resolutie 2417 over honger en conflict is aangenomen, druk te zetten op de strijdende partijen in Jemen? Of ziet u nog andere mogelijkheden om daders van ernstige schendingen in Jemen te vervolgen en te bestraffen?
Hoe staat u tegenover de demarche van Saudi-Arabië van oktober jongstleden waar ik zonet naar verwees? Is er enig voorafgaand overleg over een positiebepaling gepleegd met de Europese landen, waaronder Luxemburg, die momenteel zitting hebben in de VN-Veiligheidsraad?
Vorig jaar werd binnen de EU een sanctiemechanisme aangenomen dat mogelijkheden biedt om gerichte maatregelen te nemen tegen verantwoordelijken voor ernstige mensenrechtenschendingen. Toch worden tot op heden de strijdende partijen in Jemen niet genoemd in Europese discussies over de inzet van dit beleidsinstrument. Bent u bereid om bij de EU aan te dringen om dit sanctiemechanisme in werking te stellen ten aanzien van de diverse strijdende partijen in Jemen?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Van de Wauwer, België maakt deel uit van de groep landen die ijvert om het onderzoek naar oorlogsmisdaden in Jemen verder te zetten, op welke wijze dan ook. Zij hebben uiteraard onze volledige steun. Ik kan mij ook vinden in de idee om druk te zetten via de VN-Veiligheidsraad.
Wat betreft uw vraag over inmenging van Saoedi-Arabië betreur ik net zoals u ten zeerste dat het onderzoek van de Mensenrechtenraad naar de oorlogsmisdaden in Jemen werd beëindigd zonder dat de eerste voorlopige resultaten van het onderzoek openbaar werden gemaakt. De experten van de onderzoekscommissie voerden gedegen objectief onderzoek naar schendingen begaan door alle partijen. Dat maakt het des te cynischer om te zien dat de continuering van dit onderzoek wordt weggestemd.
Ik heb geen specifieke informatie over voorafgaande coördinatie onder Europese landen. Luxemburg heeft samen met onder meer België en Nederland wel altijd geijverd voor het voortzetten van het onderzoek.
Er loopt een poging tot vredesproces via de VN om de strijdende partijen in Jemen rond de tafel te krijgen. Daarvoor stelde de VN een speciale gezant aan, die probeert tot een oplossing te komen. De EU ondersteunt dit vredesproces via politieke steun, humanitaire hulp en door het vrijmaken van middelen voor ontwikkelingssamenwerking. We moeten dit vredesproces alle kansen geven, hoe uitzichtloos de situatie soms ook lijkt.
Er werden al sancties opgelegd via de VN-Veiligheidsraad. Het gaat onder meer om bevriezing van tegoeden met een reisverbod tot gevolg voor verschillende personen.
Er moet onderzocht worden of aanvullende EU-sancties nog impact kunnen hebben boven op de reeds bestaande sancties van de VN. In dit licht wil ik zeker met de federale collega’s bekijken of het nuttig kan zijn om bij de EU te pleiten om het sanctiemechanisme in werking te stellen ten aanzien van de strijdende partijen in Jemen.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Minister-president, dank u wel voor uw duidelijke antwoord. Met betrekking tot mijn tweede vraag zegt u dat u de idee genegen bent om via de VN druk uit te oefenen. Ik vermoed dat u dat dan ook aan uw federale collega, minister Wilmès, zult vragen. Dan heb ik verder geen bijkomende vragen of slotbeschouwingen meer.
De vraag om uitleg is afgehandeld.