Report meeting Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Report
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Bex heeft het woord.
Het is uiteraard een vraag die wat aansluit bij de vorige vraag, die ook een update verdient nadat we het debat vorige week in de plenaire vergadering hebben gehad. Ik zal dus proberen om geen dingen te uitgebreid te behandelen die al aan bod gekomen zijn.
Minister, in de commissievergadering van 28 oktober zei u dat u een stevig pakket mobiliteitsmaatregelen naar de regeringstafel zou brengen om bij te dragen aan de aangescherpte doelstelling van 47 procent broeikasgasemissiereductie tegen 2030. En voor aanvang van de ministerraad van 29 oktober kondigde u aan dat u negen maatregelen op de regeringstafel zou leggen, waaronder een slimme kilometerheffing, een extra vergroening van de personenwagens en meer laadpalen. Over die laatste twee zaken hebben we het al uitgebreid gehad, ik denk niet dat we daar nog verder op moeten ingaan.
Maar ik wil toch nog wat verder ingaan op het feit dat, ondanks uw voluntaristische start van die klimaatministerraad, de slimme kilometerheffing niet in het klimaatplan staat. Wat staat er wel in? Een studie naar verkeersfiscaliteit. En eigenlijk moeten we vaststellen dat er tijdens de vorige legislatuur al een zeer uitgebreide studie gedaan is naar de invoering van een sturende verkeersfiscaliteit of slimme kilometerheffing, als dat woord nog mag worden gebruikt.
Mijn vraag is dus wat er eigenlijk afgesproken is binnen de Vlaamse Regering om bijkomend te laten onderzoeken en wanneer we die studie kunnen verwachten. Ik merk toch op dat tegelijkertijd de Raad van State bevestigd heeft dat het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, mits het nodige overleg, dat al uitgebreid heeft plaatsgevonden in het kader van het Overlegcomité, kan verdergaan met zijn voorstel om een kilometerheffing in te voeren. Dus ik vraag mij af in welke mate u nu eigenlijk van de Vlaamse Regering de opdracht hebt gekregen om ook op een constructieve manier daar samen aan te werken. Want we zien toch dat u blijft zeggen dat de vraag niet is of er een Vlaamse kilometerheffing komt, maar wanneer ze er zal komen.
Ik heb dan ook een aanvullende vraag. Als we een mobiliteitsminister hebben die zegt dat er zeker een slimme kilometerheffing komt, dan zou je toch denken dat de grootste investeringen die die mobiliteitsminister doet, met name de werken aan de R0 rond Brussel en Oosterweel, ook rekening houden met de impact van zo’n slimme kilometerheffing op de verkeersstromen. We moeten met andere woorden geen beton aanleggen waar we niet eens willen dat daar auto’s over rijden. Ik vroeg mij dus ook wel af in welke mate dat aspect mee aan bod is gekomen.
Ik ga niet verder in op de elektrificatie, dat is voldoende aan bod gekomen. Waar ik wel nog op wil terugkomen, is de hele discussie die ook nog eens scherp is gesteld door het interview met de heer Descheemaecker en mevrouw Schoubs in De Morgen van vorige week. Dat ging over de inspanningen die we doen voor de modal shift door ons openbaar vervoer te versterken.
Over de werkingsmiddelen van De Lijn hebben we eigenlijk niet echt iets gevonden in de klimaatplannen van de Vlaamse Regering. Er komt wel een extra investering in 2022, dacht ik, van 55 miljoen euro. Maar we moesten in De Morgen vaststellen dat men bij De Lijn nog geen idee heeft wat dat dan specifiek zou kunnen betekenen. U hebt ook een plan om 65 miljoen euro per jaar te investeren in de elektrificatie van het rollend materieel van de pachters, wat wij een goede zaak vinden. Maar ook daarvan zeiden ze bij De Lijn dat ze absoluut nog geen idee hadden hoe dat er zal uitzien en wat dat zal betekenen. Tegelijkertijd is er dan ook de vraag wanneer er nu een duidelijk investeringsplan komt voor de elektrificatie bij De Lijn zelf, zowel qua staanplaatsen als qua rollend materieel. Ook daarover zei men bij De Lijn dat men daar absoluut nog geen financiële duidelijkheid over heeft. U blijft zelf spreken over die consolidatie, maar dan zegt De Lijn dat dit concreet onhaalbaar is. Het is daar dus onduidelijkheid troef, maar misschien kunt u daar wat opheldering in brengen.
Op mijn vraag over de vergroening van de distributiesector hebt u in de vorige vraagstelling afdoende geantwoord.
Minister, naar aanleiding van de aanscherping van de klimaatdoelstellingen wordt nog eens gezegd dat er wordt ingezet op inspanningen om de Vlaming te doen kiezen voor de fiets. Welke bijkomende inspanningen ten opzichte van wat al op tafel lag, zijn daar precies afgesproken? Dat was me ook nog onduidelijk.
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Bex, uw vraag sluit inderdaad nauw aan bij de vraag die we net hebben gehad over de elektrificatie. Ik zal dus proberen niet in herhaling te vallen.
De coördinerende klimaatminister had gevraagd om allerlei ambitieuze klimaatdoelstellingen op tafel te leggen. Ik had er een negental op tafel gelegd. In ons klimaatvisieplan zijn er finaal elf geselecteerd. Bij dezen wil ik u zeker nogmaals bevestigen dat ik ten volle achter die elf maatregelen sta die inzake transport of mobiliteit zijn genomen.
Wat de slimme kilometerheffing betreft, hebben we sowieso al het een en ander gezegd. In een van de maatregelen staat inderdaad letterlijk dat de mogelijkheid bestaat om een studie te doen over een sturende verkeersfiscaliteit. We zouden een studie doen over de verkeersfiscaliteit die als een sturend instrument kan worden ingezet ten behoeve van het klimaat, de mobiliteit of de modal shift, maar ook in het belang van het op peil houden van de ontvangsten uit de verkeersbelasting voor de aanleg en het onderhoud van de wegen en het verbeteren van de verkeersveiligheid. Daartoe hebben wij de opdracht om een onderzoek te plannen. Dat is algemeen en heel breed geformuleerd, men kan daar dus alle kanten mee uit. Dat kan heel concreet een slimme gebiedsdekkende kilometerheffing zijn, maar dat kan ook een andere sturende vorm van fiscaliteit zijn. Kortom, dat is wat dat betreft open en – zo heb ik het toch gepercipieerd – vrij in te vullen.
U hebt gelijk dat er in de vorige legislatuur een studie is gebeurd over een slimme gebiedsdekkende kilometerheffing, maar u weet ook dat die studie niet af was. De eindconclusie was dat er nog een aantal gerichte keuzes moeten worden gemaakt, die dan ook verder moeten worden onderzocht. Alleszins – en dan herhaal ik wat ik daarstraks heb gezegd – is binnen het regeerakkoord en binnen deze regeringsploeg afgesproken dat er geen slimme gebiedsdekkende kilometerheffing zal worden ingevoerd. Op basis van het onderzoek van een sturende verkeersfiscaliteit kan een volgende beleidsploeg wel een bewuste keuze maken tussen de ene of de andere sturende fiscaliteit. Op die manier heeft men dan een sturend instrument voor zowel het klimaat als de modal shift inzake mobiliteit.
Ik herhaal ook dat het gaat over een sturend instrument. Dat betekent niet dat we iemand verbieden om een voertuig te bezitten, absoluut niet. Voor mij mag iedereen een voertuig hebben. Iedereen zal wellicht ook een voertuig kunnen kopen naargelang de eigen financiële capaciteiten. Voor mij moet dit voor iedereen mogelijk blijven. Dit nog maar eens als kritiek op de laatste tussenkomsten vandaag.
U zegt dat er in het klimaatplan te weinig is opgenomen inzake openbaar vervoer. Alleszins is opgenomen dat wij de emissievrije bussen volop willen faciliteren. U verwijst naar een interview in De Morgen van 10 november waarin ik inderdaad ook las dat men niet wist dat een bedrag van 55 miljoen euro ter beschikking zou worden gesteld in het kader van het geïntegreerd investeringsprogramma (GIP) 2021-2022 en dat men niet wist dat men vanaf 2023 een financieel vehikel, een publiek-privatesamenwerking, zou opzetten waarin we jaarlijks een bedrag van 65 miljoen euro storten om de vergroening van heel de vloot te faciliteren, zeker ook ten behoeve van de pachters zodat zij sneller kunnen schakelen.
Ik heb dat ook gelezen. Ik vind dat vreemd. Op 4 november hebben we een klimaatplan afgeklopt. Het is de gewoonte van mijn kabinet, en dat is ook nu gebeurd, om onmiddellijk nadien de administratie en de agentschappen in te lichten over wat is afgesproken. Het management van De Lijn was op de hoogte van het feit dat we in het kader van het GIP een bedrag van 264 miljoen euro ter beschikking hebben gesteld. Ik heb dat vorige week in de plenaire vergadering al uit de doeken gedaan. We vragen daarbij heel duidelijk om volop de kaart van de zero-emissie te trekken. Ter plaatse blijven en focussen op hybride bussen is niet goed. Er loopt nu wel een gunningsprocedure voor zestig elektrische bussen, men wacht de evaluatie daarvan af. Ik betreur dat.
Het reguliere investeringsbedrag voor De Lijn is een basisbedrag van 145 miljoen euro, in het GIP 2022 zit een bedrag van 264 miljoen euro. Dat zijn voor een deel beschikbaarheidsvergoedingen, maar ook een extra budget vanuit het Departement Mobiliteit en Openbare Werken van 55 miljoen euro waarbij ik aan De Lijn vraag om het te besteden aan de aankoop van bussen.
Daarnaast zijn er heel wat belangrijke investeringen voor tram en tramsporen. Dat zijn enorme bedragen waarbij we focussen op de achterstand in het onderhoud van de sporen, spoorvernieuwingen en de aankoop van spoortoestellen en de revisie van bestaande tramtoestellen. Tegelijk heb ik opnieuw gevraagd om in te zetten op de zero emissie van de eigen vloot.
De Belgische Federatie van Autocars en Autobusbedrijven (FBAA) kan tussen nu en 2024 snel schakelen en onmiddellijk 150 zero-emissiebussen of elektrische bussen verwerven. Zij zijn niet gehouden aan de wet op de overheidsopdrachten, bij De Lijn is dat uiteraard wel het geval. Ik ben blij dat zij wel versneld willen schakelen.
Daarom zetten we volop in op die DBFM-constructie (design, build, finance, maintain) op de privaat-publiekesamenwerking waarbij we vanaf 2023 jaarlijks een bedrag vrijmaken van 65 miljoen euro. We hebben aan De Lijn gevraagd om heel snel de contracten van de pachters te upgraden. Dat zou gaan om 6 miljoen euro. De pachters moeten het vertrouwen hebben dat ze kunnen investeren in de zero-emissiebussen die nog altijd duurder zijn en rond de 500.000 euro per stuk kosten. Fossiele verbrandingsmotorbussen kosten nu rond de 300.000 euro.
Kortom, samen met de partners hoop ik dat we ook in het kader van het openbaar vervoer de vergroening kunnen voortzetten. Ik ontken alleszins dat De Lijn niet op de hoogte was van het klimaatplan en van de budgetten die we daarvoor hebben uitgetrokken. Op het moment dat zij een duo-interview gaven in De Morgen, waren zij wel degelijk op de hoogte van de middelen die wij ter beschikking hebben. U weet tevens ook dat De Lijn reeds maandenlang bezig is met een onderzoek naar alternatieve financiering via onder andere de Europese Investeringsbank (EIB) en/of via de deconsolidatie, wat, gelet op covid, een moeilijk verhaal zal zijn. Ik verwacht dat het management van De Lijn mij snel meer duidelijkheid zal geven omtrent dat onderzoek naar alternatieve financiering en/of de financieringsmogelijkheden bij onder meer de Europese Investeringsbank.
Uw laatste vraag – want u zegt dat we de vraag over de distributiesector al behandeld hebben – gaat over het versnellen van de modal shift via de fiets. Het is natuurlijk een ambitieuze opleg op het Vlaamse klimaatplan van 2019: voor de fiets – ook dat kunt u terugvinden in het GIP – heb ik sowieso voor 2022 opnieuw een bedrag van ruim 300 miljoen euro voorzien. We blijven dus inzetten op extra fietsinfrastructuur om de modal shift te faciliteren. Naast de fietsinfrastructuur zetten we ook volop in op veiligheid, op conflictvrije kruispunten, op het bovenlokale en functionele fietsroutenetwerk, op het Plan Kopenhagen. Kortom, ook dat blijven we volop faciliteren, en daarom hebben we dat ook zeker meegenomen in ons klimaatplan dat afgeklopt werd op 4 november laatstleden.
De heer Bex heeft het woord.
Ik wil eerst en vooral zeggen dat het bijzonder goed is dat van de negen voorstellen er elf geselecteerd zijn, minister. ‘Il faut le faire!’
De fiets, dat vind ik wel wat moeilijk, om dat aan te nemen. Er is in het Vlaams regeerakkoord afgesproken dat er een groeitraject zou zijn met de fietsinvesteringen. Dat groeitraject is wat versneld door de middelen die vanuit Europa ter beschikking zijn gesteld in het kader van het relanceplan. Maar men kan moeilijk zeggen dat de huidige aanscherping van de klimaatdoelstellingen – daadwerkelijk 300 miljoen euro besteden in 2022 – een verscherping is van de doelstellingen ten aanzien van 2019.
U had het ook over slimme kilometerheffing – of moeten we het nu de sturende verkeersfiscaliteit noemen? Ik vind het zeer goed dat zowel minister Dalle, namens CD&V, als uzelf namens Open Vld, durft te zeggen dat dit eigenlijk – rationeel gezien en volgens wat mobiliteitsexperten zeggen – is wat we moeten doen. U hebt nu, in dit klimaatplan, de toestemming om dat onderzoek verder te zetten. Ik zou zeggen: doe eens een Zuhalleke. Zuhal Demir zou dit aangrijpen om echt voluit voor haar dossier te gaan. Ze zou misschien af en toe nog durven spreken over een slimme kilometerheffing. U gaat dat niet doen, maar u hebt nu wel alle instrumenten in handen om die studie te voeren en om ervoor te zorgen dat de nodige stappen gezet worden, zodanig dat we in 2024 vanuit de Vlaamse overheid voluit kunnen meestappen in dat verhaal. Ik kijk er echt naar uit dat u dat volop zult opnemen, op een voluntaristische manier.
Wat het openbaar vervoer en de emissievrije bussen betreft: vergeef me, maar ik vind dat er een beetje een flou artistique, of toch een onduidelijkheid zit in wat u zegt. Ik dacht dat die 65 miljoen euro, dat rollend fonds, voor de partners bedoeld was. Vandaag zegt u: ‘onder meer voor de partners’. Kunt u nog even verduidelijken wat daarmee precies bedoeld wordt? In 2022 is er 55 miljoen euro voor de e-bussen bij De Lijn. Maar de vraag van De Lijn is dat ze een plan nodig hebben tot 2035 om die massale investering te kunnen doen.
En je zou toch denken dat, als de Vlaamse Regering zich buigt over een klimaatplan richting 2030, daar ook boter bij de vis komt, dat men zegt hoe men dat effectief zal aanpakken. Hoe zit dat nu? Misschien hebt u ondertussen, na dat interview, overleg gehad met de mensen van De Lijn. Kunt u minstens zeggen op welke termijn zij duidelijkheid zullen krijgen over die investering?
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Ik sluit heel kort aan, voorzitter. Er is iets mij niet helemaal duidelijk, minister. Die 264 miljoen euro in het GIP – tenzij ik mij vergis, want we hebben het nog maar net ontvangen en ik heb het vlug bekeken – gaat natuurlijk over veel meer dan alleen maar vergroening. Het gaat over spoorwegvernieuwing, aanpassing stelplaats, ICT. En dan staat er inderdaad bij dat het ook is om in te zetten op de vergroening. Wat ik hier in de vlucht zie, is dat er in het GIP ongeveer 65 miljoen euro wordt uitgetrokken voor vergroening. Opdat we elkaar juist zouden begrijpen: die 264 miljoen euro is eigenlijk niet echt voor de vergroening?
Minister Peeters heeft het woord.
Ik ga even in op dat laatste punt, mevrouw Robeyns. Ik heb heel duidelijk gezegd dat De Lijn normaal gezien een investeringsbudget heeft van 145 miljoen euro. In het GIP 2022 staat een bedrag van 264 miljoen euro. En ik heb De Lijn, boven op het reguliere budget van 145 miljoen euro, een bedrag van 55 miljoen euro gegeven om zeker te kiezen voor die vergroening. Maar uiteraard moet ik ook investeren in het wegwerken van de onderhoudsachterstand van onze sporen in het Antwerpse, in het Gentse, in de revisie van onze oude tramtoestellen, in de aankoop van onze nieuwe tramtoestellen. Dat hoort er uiteraard ook allemaal bij. En dat gaat allemaal richting een ‘modal shift’: investeren in ons openbaar vervoer. Laat dat heel duidelijk zijn.
Mijnheer Bex, na het interview van 10 november heb ik nog geen overleg gehad met De Lijn. Ik neem aan dat er nog een overleg zal komen. Alleszins weet De Lijn, minstens sinds 5 november, dat wij volop willen kiezen voor die vergroening. Jullie weten dat er in de commissie een e-busprogramma werd gelanceerd. Dat werd in maart van dit jaar toegelicht in de commissie. Toen zei men dat men zou inzetten op een eerste pijler, namelijk de elektrificatie van de eigen busvloot. Daarmee zal men enerzijds de bestaande hybridebussen omvormen naar e-hybride bussen en zal men inzetten op de e-bussen. In eerste instantie zullen het een zestigtal e-bussen zijn die kunnen worden opgeschaald naar 240 bussen. Ik wacht af wanneer we die eerste 60 e-bussen zullen geleverd krijgen, maar ik verwacht die ten vroegste volgend jaar rond deze periode, in het derde of vierde kwartaal 2022. Wanneer men dan zal beslissen om al dan niet de volgende 240 bussen te bestellen ... We zullen zien hoe dat loopt. Maar aangezien men dat heel fel spreidt in de tijd, denk ik dat, als we echt willen inzetten op onze vergroening, we dat in ieder geval moeten doen, wat ook het management van De Lijn zelf heeft voorgesteld: De Lijn volop op haar functie als vervoersoperator laten functioneren en tegelijkertijd het aantal voertuigkilometers bij de pachters upgraden. Dat kunnen we upgraden tot 49 procent. De pachters zijn vragende partij. Maar met toelating van Europa, mits een motivatie, mogen we dat zelfs nog ruimer uitbreiden.
We wachten af hoe de gesprekken daarrond verlopen. Dat moet uiteraard gebeuren in overleg met de pachters. Ik herhaal dat ik van de FBAA heb gehoord dat zij daar volop op willen inzetten. Tussen nu en 2024 kunnen zij gemakkelijk een 180-tal elektrische bussen aankopen, inclusief de nodige laadinfrastructuur. Ik herhaal dat het niet alleen gaat over e-bussen, maar ook over de nodige laadinfrastructuur. Ik heb er alle vertrouwen in dat onze pachters die opschaling massaal kunnen doen. Ik vind dat we hen daarin ten volle moeten faciliteren.
Wat het specifieke verhaal rond de DBFM betreft: De Lijn zal daar als vervoersoperator verantwoordelijk blijven voor alles wat met de tram te maken heeft, maar gaat misschien ook veel meer focussen op de laadinfrastructuur. Dat moet nog in detail uitgewerkt worden. Het opschalen van de pachters inzake de voertuigkilometers moet ook nog in detail uitgewerkt worden. Als we daar een goede publiek-private samenwerking kunnen hebben waarin we dan een soort van rollend fonds hebben waar we jaarlijks een bedrag van 65 miljoen euro in storten, moet nog in detail uitgewerkt worden wie wat daarvan kan afnemen. We hebben daar vanaf nu tot begin 2023 de tijd voor. Alleszins heb ik afgelopen woensdag aan MOW al de opdracht gegeven om werk te maken van hoe dat vehikel er dan moet uitzien om ervoor te zorgen dat onze vloot inzake openbaar vervoer zo snel mogelijk gaat vergroenen.
Wat de sturende fiscaliteit betreft, is voor mij een slimme, gebiedsdekkende kilometerheffing ook een sturende kilometerheffing. Ik hoef hier niet de ene of andere minister na te doen. Ik heb de opdracht om een onderzoek te doen naar een sturende fiscaliteit die ook kadert in de modal en de mental shift en eventueel ook de timeshift die we daarin kunnen focussen. Dat kan een slimme kilometerheffing zijn, misschien komen daar ook nog andere sturende fiscaliteitsvormen aan bod, maar het is alleszins mijn opzet om die studie verder uit te werken zodat men in 2024 de keuze heeft welke sturende fiscale maatregelen men al dan niet wil nemen. Wordt ongetwijfeld vervolgd.
De heer Bex heeft het woord.
Ik wil specifiek nog iets toevoegen over de vergroening van de busvloot bij De Lijn en de pachters. Minister, groenen zijn voor ondernemerschap. Ik zie heel veel potentieel bij de pachters om misschien sneller dan bij De Lijn zelf naar vergroening te gaan. Wij vinden het goed dat u dat ondersteunt. Maar er is een noodkreet geweest van de leidinggevenden bij De Lijn dat zij aan hun lot worden overgelaten, dat zij te weinig ondersteund worden door u als minister. Het antwoord dat u daar vandaag op geeft, is alleen maar dat u voort wilt gaan met privatiseren. Dat vind ik en dat vindt mijn partij geen goed signaal. Wij roepen u op om dat gesprek met de leidinggevenden van De Lijn aan te gaan en te kijken hoe u dat unieke Vlaamse model, waarbij zowel de pachters als De Lijn zelf een belangrijke rol spelen en waarbij De Lijn trouwens haar expertise om ons openbaar vervoer vorm te geven ook haalt uit het uitbaten van die lijnen zelf, alle kansen kunt geven, en om dus dat overleg aan te gaan en middelen te voorzien waarmee De Lijn ook kan elektrificeren en investeren. Want dat doet u niet of alleszins veel te weinig. Wij betreuren dat enorm.
De vraag om uitleg is afgehandeld.