Report meeting Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Report
De heer Vandenhove heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, de Europese Unie (EU) heeft binnen Horizon Europe de EU-missie ‘A Soil Deal for Europe’ opgenomen. Volgens de EU is 60 tot 70 procent van de grond in de EU ‘ongezond’, wat ons gevoeliger maakt voor slechte oogsten en extreem weer. De EU-missie heeft daarom als doelstelling dat tegen 2030 minstens 75 procent van alle bodems in de EU gezond zou moeten zijn voor mensen, natuur, klimaat en voedsel. Uiteraard is die 75 procent een globaal percentage. Zo moet de bodem bijvoorbeeld belangrijke ecosysteemdiensten leveren door koolstof op te slagen – dat is een belangrijk element naar aanleiding van heel de klimaatdiscussie van de laatste weken, zowel Vlaams als Europees en zelfs op wereldvlak –, biodiversiteit te ondersteunen en mee onze waterhuishouding op orde te houden. De missie combineert onderzoek en innovatie, opleiding, investeringen en praktijkexperimenten in de vorm van ‘living labs’ en ‘lighthouses’ om deze doelstelling te bereiken.
Een goede bodemkwaliteit staat ook op de agenda van de Vlaamse Regering. Ik verwijs opnieuw naar het klimaatakkoord. Zo wordt er gewerkt aan een bodempaspoort dat mee opgenomen zal worden binnen het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Daarmee kan het handhaven van een gezonde bodem een deel van het verdienmodel van landbouwers zijn. Ik denk onder andere aan het opslaan van koolstof. Zo kan het paspoort een tool worden om onder meer landbouwers te ondersteunen bij hun inspanningen.
Minister, hoe sluit het Vlaamse beleid rond bodemkwaliteit aan bij deze EU-missie? Welke concrete acties zijn genomen om aansluiting te vinden? Dan heb ik het over het algemeen Vlaams beleid maar ook eventueel het specifieke klimaatpact.
Wat is de stand van zaken van het bodempaspoort? We hebben het er hier in deze commissie nog al over gehad omdat de neiging bestaat om dat zeker niet op te leggen maar eerder richtinggevend te laten zijn. Overweegt u in de toekomst ook structureel te rapporteren over de bodemkwaliteit van landbouwgrond?
Zal de herziening van de pachtwetgeving het mogelijk maken om de bodemkwaliteit van het stuk grond dat verpacht wordt, te garanderen?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega, bodemkwaliteit staat inderdaad op onze beleidsagenda. Omdat bodemkwaliteit sterk gelinkt is met het organische stof in de bodem nemen we bijvoorbeeld maatregelen om het gehalte aan organisch stof in de bodem te verhogen. In aanloop naar het nieuwe GLB 2023 zullen in 2022 de landbouwers via de pre-ecoregeling voor organische stof financieel aangemoedigd worden om meer koolstof op te slaan op hun akkerland. De Europese doelstellingen van het nieuwe GLB en de krachtlijnen voor het Vlaams GLB strategisch plan bieden zeker de basis voor interventies die bijdragen aan een betere bodemkwaliteit.
Ook in de huidige randvoorwaarden zitten maatregelen om de bodemkwaliteit te behouden en te verbeteren, zoals verplichte regelmatige analyses van de bodem en verplichte erosiebeperkende maatregelen.
Daarnaast nemen we ook nog maatregelen buiten het GLB. Het departement zal samen met het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) dankzij het Europese LIFE-project (L'Instrument Financier pour l'Environnement) ‘CarbonCounts’ een geodataplatform en een ‘roadmap’ uitwerken om koolstoflandbouw in Vlaanderen te faciliteren. Vlaanderen is ook deelnemer aan het Europese onderzoekconsortium rond bodemonderzoek. Het project heeft als doel om kennis en tools te ontwikkelen voor een klimaatslim en duurzaam bodembeheer in landbouw. Er werd ook een Vlaamse bodemhub onder het platform voor landbouw- en voedingsonderzoek opgericht die werkt als klankbordgroep om dit EU-consortium te voeden met ervaringen uit onderzoek, praktijk en beleid.
Wat is de stand van zaken van het bodempaspoort? De start van het bodempaspoort als digitale toepassing voor de landbouwers is momenteel voorzien in het najaar 2022. Tot dan zal er verder worden gewerkt aan de ontwikkeling en het testen van de toepassing.
Het bodempaspoort is in de eerste plaats bedoeld om de landbouwers te ondersteunen en te stimuleren om te werken aan een duurzaam bodembeheer. Het bodempaspoort kan worden gezien als een ondersteunend instrument voor de beleidsdoelstellingen, maar niet om structureel te rapporteren over de bodemkwaliteit van de landbouwgronden.
De huidige pachtwet geeft al een aantal garanties voor wat betreft de bodemkwaliteit. Ten eerste is er de verplichting van de pachter om conform artikel 29 van de pachtwet zijn gepachte goed als een goed huisvader te gaan bebouwen. Zorgen voor een goede bodemkwaliteit kan hieronder worden verstaan. Indien de pachter niet als een goed huisvader handelt, is er de mogelijkheid om conform artikel 29 een ontbinding van de pachtovereenkomst te laten uitspreken door de vrederechter. Dat weet u.
Ten tweede is het zo dat de beste garantie voor het bevorderen van de bodemkwaliteit het aangaan van een voldoende langdurige pacht is. Uit onderzoek blijkt dat vooral kortetermijnpachten nefast zijn voor de bodemkwaliteit. De pachter heeft er bij langdurige pacht meer baat bij om zijn bodemkwaliteit hoog te houden. Ook de mogelijkheid tot het aangaan van voldoende lange pachtovereenkomsten is al voorzien in de huidige pachtwet.
Ik merk verder op dat bij de herziening van de pachtwet de teeltvrijheid niet ter discussie komt en dit ingevolge het regeerakkoord. Bij het bekijken van de mogelijkheden om de bodemkwaliteit te garanderen, zal er nog altijd worden uitgegaan van de teeltvrijheid van de pachter.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik heb twee kleine en vrij concrete bijkomende vragen.
Ten eerste, wat vindt u van die 75 procent? Welk percentage streven wij in Vlaanderen na? Nogmaals, de percentages van Europa zijn natuurlijk gemiddelden, maar wat beogen wij in Vlaanderen?
Ten tweede, begrijp ik het goed dat het bodempaspoort dus niet zal worden verplicht en dat het eigenlijk aan de landbouwers zelf is om daar al dan niet gebruik van te maken, ook in relatie tot wat u hebt bevestigd, namelijk dat die teeltvrijheid niet ter discussie staat?
De heer Nachtergaele heeft het woord.
Voorzitter, deze vraag van collega Vandenhove is belangrijk. Ik ben blij te horen dat er heel wat initiatieven zijn die de nadruk leggen op de verbetering van de bodem. Het bodempaspoort is daarin een belangrijke beleidstool. In eerste instantie is het vooral voor de landbouwer een opportuniteit. Alleen al in onze streek speelt de erosieproblematiek heel sterk. Het bodempaspoort kan daar een interessante tool zijn.
Maar ik heb ook een bepaalde bezorgdheid die ik vroeger reeds heb geuit. Uit heel wat studies blijkt dat de landbouwer worstelt met nogal wat administratieve verplichtingen, procedures, rompslomp, onduidelijkheden. Als we dit bodempaspoort doorzetten, moeten we toch voorzichtig zijn dat we met deze implementatie niet zorgen voor nog meer bijkomende problemen op dat vlak.
Ik kijk uit naar volgend jaar. Ik heb begrepen dat deze tool in het najaar van volgend jaar zou worden uitgerold.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Vandenhove, het gaat in principe inderdaad om een vrijwillig mechanisme. Wij willen onze boeren vanuit een stimulerend beleid tools in handen geven om hun bodem vandaag nog beter te beheren.
Wat de percentages betreft, is het voor mij eigenlijk simpel: hoe meer bodems, hoe beter. In het ideale geval zijn dat dus alle bodems. Maar eerst wil ik nu zicht krijgen op de kwaliteit op perceelniveau en de boeren begeleiden in het verhogen van de kwaliteit. Wij doen dat met de pre-ecoregelingen. Dat zal van belang zijn. Je moet de boeren mee hebben, anders heeft het weinig zin om eraan te beginnen.
Collega Nachtergaele, u vraagt zich af wat voor instrument dat zal zijn. Voor mij is dit absoluut een stimulerend instrument, waarmee ik voorzichtig wil omgaan in het belang van de boeren en de bodemkwaliteit. U hebt het over een rompslomp. Voor mij biedt dat een uitstekende kans om de digitalisatieslag te maken bij onze boeren, en net daardoor de papieren last te verminderen.
Tot slot heb ik nog een belangrijke opmerking. Het is een vrijwillig instrument en kan dus worden gebruikt voor beleidsdoeleinden, maar niet om te handhaven. Daar zullen we zeer goed over waken en zeer goed met de boeren over communiceren. Anders is het zo al een slag in het water.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Minister, ik heb daar een andere visie op dan u. Ik denk dat het niet zal lukken met vrijwillig te blijven verdergaan. Uiteindelijk is het ook een onderdeel van een langetermijnvisie op de landbouw in Vlaanderen en heel de klimaatproblematiek. Ik denk dat de periode van vrijwilligheid voorbij is maar dat is inderdaad een beleidskeuze van u.
De vraag om uitleg is afgehandeld.