Report meeting Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over de schorsing van het baggercontract voor de Antwerpse haven
Report
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, in 2016 bracht het Rekenhof een vernietigend rapport uit over de toewijzing van onder meer de baggerwerken op de Schelde. Sinds 1972 was op de Antwerpse Linkeroever voor bijna 600 miljoen euro aan baggerwerken uitgevoerd via een onderhands contract met de Belgische baggerbedrijven DEME en Jan De Nul. Het Rekenhof noemde dit langlopend contract een ‘miskenning van het principe van de mededinging en strijdig met de openbare orde’ en vond dat het nietig verklaard moest worden. Toenmalig minister Ben Weyts beloofde een geheel nieuwe aanpak, waarbij open mededinging opnieuw de norm zou zijn. Maar blijkbaar werd bij de nieuwe aanbesteding toch opnieuw hervallen in die oude politieke cultuur. Het nieuw uitgeschreven bestek voor “Duurzame onderhoudswerken in de maritieme toegangswegen”, goedgekeurd door uzelf op 28 mei 2021, werd echter aangevochten door het Nederlandse baggerbedrijf Boskalis en door de Raad van State geschorst op 12 juli 2021.
Het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) liet weten in de pers dat de aanbestedende overheid zich naar aanleiding van het arrest geconformeerd heeft aan deze uitspraak en de nodige stappen ondernomen heeft. Het aangepaste bestek werd opnieuw gepubliceerd en op 31 augustus vond de opening van de offertes plaats.
Hierbij heb ik de volgende vragen aan u, minister. Bent u het eens met de bevindingen van het rapport van het Rekenhof van 2016 en zult u uw beleid daarop baseren? Is dat ook het standpunt van de hele Vlaamse Regering?
Hoe is het mogelijk dat u toch een bestek goedkeurde dat blijkbaar onvoldoende rekening hield met deze aanbevelingen, en dan druk ik mij zacht uit? Hebt u daarover ruimer overleg gepleegd, en werd u daarin gesteund door uw collega’s van de Vlaamse Regering?
Zal er nu op worden toegezien dat de mededingingsregels strikt gerespecteerd worden en dat er geen nodeloze kosten worden afgewenteld op de Vlaamse belastingbetalers?
Tegen wanneer zal op basis van het nieuwe bestek een toewijzing gebeuren?
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Collega Annouri heeft de context al goed geschetst. De baggerwerken in de haven van Antwerpen zijn economisch van zeer groot belang. In 2016 is er inderdaad een kritisch rapport van het Rekenhof gekomen, naar aanleiding waarvan toen is gezegd dat de Vlaamse overheid actie zou ondernemen om in de toekomst alle baggeraars te laten meedingen naar het contract. Maar uit de recente gunning blijkt dat niet te kloppen: de Raad van State heeft die gunning geschorst omdat de voorwaarden die de Vlaamse Regering stelde zeer specifiek waren en niet verantwoord.
Zo moesten de kandidaten, om in aanmerking te komen, beschikken over een sleephopperzuiger en jaarlijks een omzet van 180 miljoen euro aan soortgelijke activiteiten kunnen voorleggen, specifiek op zeeën of rivieren met drie meter getijdenverschil. De Raad van State oordeelde dat door deze beperkingen in de selectievereisten de Vlaamse Regering zonder enige reden veel baggerbedrijven de toegang onmogelijk had gemaakt.
Het gaat over een aanbesteding voor grote werken die cruciaal zijn voor onze economische activiteiten. Bij zo’n aanbesteding moet de vrije markt zijn werk kunnen doen, zodat de beste baggeraar aan een correcte prijs zijn diensten kan leveren. Als dat niet zo is, dan is het de Vlaamse belastingbetaler die het gelag betaalt.
Minister, aan welke onderneming is de aanbesteding voor de baggerwerken gegund?
Hoe komt u aan het specifieke bedrag van 180 miljoen euro in soortgelijke activiteiten? Vindt u dat evenredig ten opzichte van het voorwerp van de opdracht en om welke redenen?
Hoe komt u aan de periode van drie jaar dat er een minimum gemiddelde jaaromzet van 180 miljoen euro aan maritieme baggeractiviteiten met sleephopperzuigers uitgevoerd moest worden?
Heeft de grootte van het getijverschil invloed op het uitvoeren van de baggerwerken? Zo ja, op welke manier? Indien niet, waarom is het dan opgenomen bij de voorwaarden?
Kunt u een overzicht geven van de acties die ondernomen zijn om ervoor te zorgen dat de aanbevelingen uit het rapport van het Rekenhof van 2016 gevolgd werden?
Wordt de aanbesteding aangepast na de uitspraak van de Raad van State? Zo ja, worden de selectievoorwaarden gewijzigd?
Minister Peeters heeft het woord.
Er zijn heel wat vragen rond de belangrijke baggerwerken. En deze baggerwerken zijn noodzakelijk voor onze Vlaamse economie, en voor de havens van Antwerpen, Gent, Oostende en Zeebrugge. Ik wil misschien even de historiek van het dossier kaderen, vervolgens de procedure toelichten en dan specifiek ingaan op de punctuele vragen.
Zoals ik al zei, zijn die baggerprojecten natuurlijk van essentieel belang voor een goede maritieme bereikbaarheid, vandaar dat die onderhoudsbaggerwerken onontbeerlijk zijn om ervoor te zorgen dat onze grote zeeschepen ook onze havens kunnen bereiken. Die baggerwerken werden historisch uitgevoerd via onderhandse overeenkomsten, met zeer lange doorlooptijden. En de meest beruchte overeenkomst is wel het eeuwigdurend baggercontract van de zogenaamde aanlegbaggerwerken voor de uitbouw van het havengebied op Linkeroever in Antwerpen. Dat is het baggercontract dat wij ook kennen als het COKA-contract (Combinatie Kallo). Dat was een eeuwigdurend baggercontract.
In 2005 werd voor het eerst door de Vlaamse overheid gezegd dat baggercontracten via een Europese aanbestedingsprocedure toegewezen moeten worden. Nadien werden de baggercontracten dan ook volgens de wetgeving van de overheidsopdrachten op de Europese markt gebracht en gesloten, met uitzondering van één baggeropdracht, met name het befaamde eeuwigdurende COKA-contract. Dat bleek niet eenvoudig stop te zetten, ondanks het feit dat dit al verschillende keren onder de loep genomen werd door heel wat eminente juristen en advocaten.
In 2016 heeft het Rekenhof een audit over die onderhouds-, en baggercontracten gedaan. En men heeft dan heel wat aanbevelingen opgenomen. Die aanbevelingen nemen we vandaag uiteraard nog altijd ter harte. Er werden dan nadien ook initiatieven genomen om de vastgestelde tekortkomingen in het auditverslag van het Rekenhof te remediëren. In navolging daarvan heeft de Vlaamse overheid in juni 2019 een synergieovereenkomst baggerwerken gesloten, specifiek om dat COKA-contract te beëindigen.
Die synergieovereenkomst is goedgekeurd op 7 juni 2019, en daarin zijn een heel aantal doelstellingen opgenomen. Zo moet men in de toekomst zeker rekening blijven houden met de aanbevelingen van het rapport van het Rekenhof. En de overeenkomst van november 1972 – zolang duurde dat COKA-contract – zou beëindigd worden op 31 december 2019, zonder enige vorm van schadevergoeding. Er werd ook als doelstelling opgenomen dat alle aanlegbaggerwerken via de geijkte openbare procedures op de markt gebracht zouden kunnen worden.
De twee lopende contracten voor de onderhoudsbaggerwerken, enerzijds het bijzonder bestek “Onderhoudsbaggerwerken in de Noordzee, de maritieme toegang en de havens van Oostende en Zeebrugge” en anderzijds het bestek “Onderhoudsbaggerwerken in de maritieme toegangswegen tussen Wielingen en de Zeesluis te Wintam” zijn dan ook via deze synergieovereenkomst verder mee opgenomen. Die loopt af op 15 januari 2022. Daarom moet er ook tijdig voorzien worden in een nieuwe overeenkomst, want die baggerwerken zijn uiteraard van essentieel belang. Uiterlijk tegen 15 januari 2022 moeten we een nieuw baggercontract gesloten hebben.
Daarom werd die nieuwe aanbestedingsprocedure in de markt geplaatst. En daarin werden de aanbevelingen van het Rekenhof uiteraard maximaal geïntegreerd. Die nieuwe aanbesteding werd conform de wetgeving op overheidsopdrachten gelanceerd. Daar zijn heel wat principes in acht genomen. Het moet een concurrentiële, maar ook correcte prijs zijn. Het moet gaan om een kwaliteitsvolle uitvoering. De veiligheid en inzet van het personeel is van essentieel belang, net als de loonvoorwaarden van personeelsleden. En er werd ook aandacht geschonken aan een vlotte inzetbaarheid en uiteraard aan de duurzaamheidsregels.
Bij zowel de selectie- als de gunningscriteria werd gefocust op hoge kwaliteitsvolle uitvoering. Dat is sowieso van essentieel belang. Bijkomend kan ik u ook meegeven dat er binnen het Departement MOW heel wat beheers- en controlemaatregelen van toepassing zijn, onder andere inzake prijstechnisch nazicht, het juridisch nazicht, het digitaal opvolgen en dergelijke meer. Alles wordt dus nauwlettend opgevolgd door de eigen beheers- en controleorganen, zodat het allemaal ook ordentelijk en conform de regelgeving verloopt.
Gelet op het strategisch belang van die baggerwerken en van de maritieme toegankelijkheid van onze havens, is daar ook gevraagd om de nodige economische en financiële draagkracht te kunnen bewijzen. Dat is opgedragen aan de kandidaten. Tegelijkertijd werd ook duidelijk gesteld dat men over de nodige knowhow dient te beschikken. Dat is een van de belangrijke selectie-eisen. Daar is vooral gefocust op de tijgebonden omgeving, want niet elk baggerwerk is hetzelfde als dat dat men overal ter wereld wil gaan uitvoeren. Wij zitten hier met de Noordzee, de Westerschelde en de Zeeschelde sowieso met het getijdenverschil, wat toch een specifieke benadering vraagt. Elk baggerwerk moet natuurlijk ook altijd voldoen aan alle vergunningsvoorwaarden. Men mag uiteraard, rekening houdend met die getijden, niet te veel gaan baggeren, ook niet te weinig. Men moet de vergunningen strikt respecteren en zorgen dat er geen onnodige verstoring van de natuur en de omgeving is. Al die milieuvoorwaarden moeten dus allemaal strikt nageleefd worden.
Op het moment dat het bestek gelanceerd werd, is er inderdaad een procedure ingeleid bij de Raad van State. De Raad van State heeft in een arrest gezegd dat een bepaald specifiek selectiecriterium te strikt beoordeeld werd en dat het een te technische vertaling was. Alleszins was het nooit ofte nimmer de bedoeling om daardoor de mededinging in het gedrang te brengen of om die mededinging te beperken, dat was nooit de bedoeling. Die specifieke technische vereisten hadden alleen maar betrekking op de garantie dat de werken helemaal conform uitgevoerd werden. Het belang van die tijgebonden werken stond voorop. Er was ook de kwestie van de economische en financiële draagkracht: daar is inderdaad gevraagd om een bewijs voor te leggen dat men een jaarlijkse omzet heeft van 180 miljoen euro. Het bewijs van deze baggeractiviteiten wordt enkel aanvaard conform een bijlage 5 die toegevoegd moet worden bij het bestek en het moet ook gecertificeerd worden door een erkende bedrijfsrevisor, om aan te tonen dat die omzet effectief voor 100 procent gerealiseerd is door de ondergetekende inschrijver. Dat was dus specifiek een voorwaarde, en dan ook de technische bekwaamheid en de beroepsbekwaamheid. Die elementen waren ook specifiek opgenomen.
Alleszins hebben we die bekommernissen ter harte genomen en is het bestek in die zin aangepast. Dat bestek is dan ook goedgekeurd op de ministerraad van 8 oktober laatstleden. Daarbij werd de Vlaamse Regering ook verzocht om, na advies van de Inspectie Financiën, mijzelf als bevoegd minister te machtigen om mijn akkoord te geven op de gegeven nota en de daarbij horende offerte, zodat we op dit ogenblik in een fase zitten van sluiting van de opdrachten om ook te allen tijde onze timing te kunnen volgen.
Op dit ogenblik zitten we in de fase van de totstandkoming van de contractuele band tussen de aanbesteder en de opdrachtnemer. Er is dus een kennisgeving van de goedgekeurde offerte. Die is vorige week per aangetekende brief verstuurd naar de betrokken indieners. Bijgevolg kan ik, gelet ook op de standstillprocedure en de vertrouwelijkheid van de procedure, hier vandaag nog niet meer informatie ter beschikking stellen. Maar we hopen alleszins dat we zo snel mogelijk de procedure volledig kunnen sluiten en dat we, zodra de standstillperiode om is, ook kunnen communiceren.
We hopen ook dat we dan na die historische, langlopende procedure finaal een punt kunnen zetten achter dat verleden, achter die baggercontracten die al vele jaren aansleepten en waarvoor in de synergieovereenkomst baggerwerken in 2019 het einde werd voorzien voor januari 2022.
Ik hoop uiteraard dat alles goed komt en dat we zeker half januari 2022 een firma hebben die de baggerwerken kan uitvoeren en zo kan zorgen voor de maritieme toegankelijkheid van onze havens, wat vanuit economisch perspectief heel belangrijk is.
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, u haalt aan dat het nooit de bedoeling was dat er een contract op maat gemaakt zou worden of dat dat zo zou overkomen. Het is goed dat u dat verduidelijkt, want het was toch wel opvallend. Ook professor bestuurskunde Wouter Van Dooren bijvoorbeeld zei op een bepaald moment in de pers dat dit volledig op maat geschreven lijkt te zijn en dat het heel raar was dat het bedrijf Boskalis, dat aan de alarmbel trok, ook gelijk gekregen heeft. Het kan misschien niet de bedoeling geweest zijn, daar wil ik u gerust geloven, maar het heeft wel de wenkbrauwen doen fronsen. Ze hebben ook ongelijk gekregen, de Raad van State heeft gezegd wat ze gezegd hebben. Als dit inderdaad van ongelooflijk economisch belang is, zoals u zelf zegt, dan lijkt het mij de evidentie zelf om ervoor te zorgen dat er vanuit de Vlaamse Regering vanaf vandaag absoluut alles op alles wordt gezet dat dit niet meer gebeurt, dat die contracten op een open en transparante manier worden vergund en dat er geen ruimte meer wordt gelaten dat mensen hun gelijk halen omdat ze effectief de procedure aankaarten, die dan niet blijkt te kloppen of toch op zijn minst de schijn heeft van een zekere belangenvermenging.
Er is hier een bijkomende opmerking die ik wil maken. Uw antwoord was duidelijk, u geeft zelf aan dat het nooit de bedoeling was. Maar goed, alle intenties ten spijt is het gegaan zoals het gegaan is. Ik denk niet dat we de luxe hebben om dit opnieuw te laten gebeuren. Ik kijk uit naar het contract – als ik het goed voorheb moet dat tegen 15 januari afgesloten worden met een nieuw bedrijf. Ik ga ervan uit dat dat dan op een correcte manier zal lopen en dat we niet meer dezelfde fouten zullen maken, want die ruimte is er absoluut niet meer wegens het ongelooflijk economisch belang.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Op zijn minst zou ik het onzorgvuldig durven te noemen als er jarenlang – zoals u zelf zegt – historische overeenkomsten waren die stilzwijgend verlengd werden met steeds hetzelfde contract. Als er dan een kritisch rapport komt van het Rekenhof en als er bij de eerstvolgende nieuwe aanbesteding zulke onzorgvuldigheden insluipen dat de Raad van State moet schorsen om die zaken recht te zetten, is dat natuurlijk bijzonder jammer, zeker als het over zulke grote bedragen gaat. Ik denk dat de belastingbetaler toch mag verwachten dat als we over zulke bedragen spreken er zorgvuldig mee wordt omgegaan en dat eerlijke concurrentie alleszins gegarandeerd moet worden en dat men niet de insinuatie van vervalsing geeft. Ik heb begrepen dat het bestek is aangepast. Ik weet niet in hoeverre u daar verder op kunt ingaan of niet, welke criteria dan juist zijn aangepast.
Het volgende is misschien ook belangrijk. Als ik u goed begrijp, zegt u dat die aanbevelingen van het Rekenhof uit 2016 wel degelijk mee opgenomen worden. Het is mij niet helemaal duidelijk wat daar nu eigenlijk mee gebeurt.
Minister Peeters heeft het woord.
Er waren nog een paar vragen ter verduidelijking. Het verleden is het verleden, daarom wil ik dat ook duidelijk schetsen. Daar willen we sowieso komaf mee maken. Het Rekenhof heeft in 2016 inderdaad via die audit een aantal aanbevelingen gedaan. Die hebben we ook ter harte genomen.
Binnen het Departement MOW is samen met heel wat experts gewerkt aan dat bestek. Dat er dan in de zomer toch een schorsing kwam van de Raad van State en dat die een aantal opmerkingen had, is nu eenmaal zo. We zien dat niet alleen in dit dossier, we zien dat in tal van andere dossiers. Dat betekent zeker niet dat wij de aanbevelingen van het Rekenhof niet ter harte genomen hebben, absoluut niet, wij hebben die wel ter harte genomen. Dat blijkt alleen al uit de manier waarop heel de procedure in de markt geplaatst is.
De Raad van State heeft inderdaad een schorsing uitgesproken op het bestek. Het ging nog niet over de gunning of dergelijke, het was enkel over het bestek als dusdanig. Met de bedenkingen die de Raad van State gedaan heeft, zijn er een aantal aanpassingen doorgevoerd, bijvoorbeeld aan die omzet van 180 miljoen euro en die bijkomende eisen. Nu is enkel getoetst op die omzet zelf, zonder bijkomende eisen. Men heeft dus een aantal rechtzettingen gedaan. Het was zeker niet het opzet dat men daar een bijkomend element gevraagd heeft met een soort van concurrentievervalsing die daar achterin speelde, absoluut niet. De vrije markt moet hier ten volle spelen. Maar we hopen ook dat we zo snel mogelijk het contract kunnen sluiten, want de termijn van 15 januari 2022 – de datum waarop de synergieovereenkomst en ook voor eens en voor altijd dat langdurig baggercontract uit het verleden definitief ten einde is – begint steeds dichterbij te komen. Ik meen in eer en geweten dat alles correct verlopen is, dat ik daar ten volle mag vertrouwen op mijn administratie. Ik hoop dat we nu zo snel mogelijk het contract kunnen sluiten en zo de maritieme toegankelijkheid van onze havens kunnen verzekeren door in veilige omstandigheden de bagger- en onderhoudswerken te kunnen laten uitvoeren.
Mijnheer Annouri, ik moet u uiteraard ook nog feliciteren, want dat heb ik nog niet gedaan. Dus bij dezen, van harte proficiat met uw vaderschap.
De heer Annouri heeft het woord.
Ik heb geen bijkomende vragen meer. Dank u wel, en ‘to be continued’. Ik denk dat we half januari zullen zien waar we dan staan en het van daaruit verder zullen opnemen. Maar alleszins bedankt voor de antwoorden en voor de felicitaties, ook u, collega Robeyns.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.