Report meeting Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over de verviervoudiging van het aantal zwartrijders op de trams en bussen van De Lijn
Report
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Maertens heeft het woord.
Ik verleen Maxim Lervant, een andere YOUCA-student uit mijn stad Izegem, graag het woord.
Minister, zwartrijden is en blijft een pijnpunt bij De Lijn. Ik ondervroeg u daarom in het verleden via verschillende vragen over de controles op zwartrijden bij de Vlaamse Vervoersmaatschappij. Uit het antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 636 van 27 januari 2021 bleek dat er in 2020 minder controles werden uitgevoerd.
In uw antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 1302 van 10 juni 2021 liet u weten dat De Lijn sinds mei opnieuw volop inzet op controles op zwartrijden. Via de media vernamen we op dinsdag 5 oktober 2021 dat De Lijn een felle stijging kent van het aantal zwartrijders. Zo zou in de maand september 12 procent van alle gecontroleerde reizigers geen geldig vervoersbewijs kunnen voorleggen. In vorige jaren schommelde dat percentage steevast rond 3 procent. Reizigersorganisatie TreinTramBus is niet opgezet met de cijfers en wijt de stijging aan het gebrek aan controles, maar indirect ook aan de coronamaatregelen. De organisatie pleit ervoor om de bussen opnieuw in volle omvang te gebruiken met een verplichte opstap aan de deur.
Hoe reageert u op de significante stijging van het percentage zwartrijders bij De Lijn?
Overweegt u een aantal coronamaatregelen bij De Lijn terug te schroeven en de bussen en trams opnieuw in volle omvang te gebruiken met een verplichte opstap aan de voorste deur? Zo ja, welke timing stelt u hiervoor voorop?
De heer Verheyden heeft het woord.
Tijdens de coronaperiode waren er amper controles op vervoersbewijzen op trams en bussen van De Lijn. Nu die sinds augustus weer op gang zijn gekomen, noteert De Lijn een felle stijging van het aantal zwartrijders. Voor de maand september van dit jaar kon 12 procent van alle gecontroleerde reizigers geen geldig vervoersbewijs voorleggen. In vorige jaren schommelde dat rond de 3 procent.
Tijdens het hoogtepunt van de pandemie werd vooral in onze grote steden duidelijk dat er vrijwel niet gecontroleerd werd. Dat vertaalt zich in de huidige hoge aantallen zwartrijders en grijsrijders.
Er was tijdens corona effectief minder sociale controle. In september 2019, toen er van corona nog geen sprake was, werden in heel Vlaanderen 130.234 reizigers gecontroleerd. Er werden 4461 pv’s opgesteld en 3,43 procent van de gecontroleerde reizigers kon toen geen geldig vervoersbewijs voorleggen. In september 2020 werden slechts 14.241 reizigers gecontroleerd en 320 pv's opgesteld, of 2,25 procent aan zwart- of grijsrijders. In september van dit jaar werden 60.040 reizigers gecontroleerd en 7070 pv's opgesteld.
Volgens reizigersorganisatie TreinTramBus zijn deze cijfers te wijten aan het toenemende gebrek aan controles, maar indirect ook aan de coronamaatregelen die gelden op het openbaar vervoer. Dat maakt hen uiteraard niet gelukkig.
Sinds het begin van de corona-epidemie is de sociale controle door de chauffeur bij het opstappen weggevallen. Reizigers mogen niet meer vooraan opstappen, waar de betaalterminals zich bevinden. Voor sommige reizigers is dat ongetwijfeld een kans om mee te rijden zonder te betalen.
Minister, op een vraag die ik exact een jaar geleden stelde om ook betaalterminals te voorzien aan de achterste opstapdeur, antwoordde u toen dat De Lijn besliste om dit niet te doen omdat de kosten voor het verplaatsen van de betaalterminals of het hangen van een tweede terminal niet evenredig waren met de meeropbrengst daarvoor. Het lijkt er echter op dat deze beslissing de betalingsbereidheid bij bepaalde reizigers niet gestimuleerd heeft.
Minister, ik heb daarover drie vragen aan u.
Hoe evalueert u deze cijfers betreffende het aantal zwartrijders?
Bent u alsnog bereid om betaalterminals te installeren aan de achterste deur van de bus waar reizigers momenteel dienen op te stappen?
Zo niet, bent u dan bereid om de verplichte opstap aan de voorste deur weer in te voeren en op deze manier de sociale controle opnieuw te verhogen?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel voor uw vragen en terechte bedenkingen over het zwartrijden bij De Lijn. Jullie vragen hoe ik daarop reageer. Het is alleszins zeker niet goed te praten. Iedereen die het openbaar vervoer gebruikt, weet dat hij moet beschikken over een geldig vervoersbewijs. Iedereen weet ook dat hij, wanneer hij geen geldig vervoersbewijs heeft, zich schuldig maakt aan zwartrijden. Wie burgerzin vertoont, doet zoiets niet. Ik vind zwartrijden dus asociaal en totaal onaanvaardbaar.
De reden voor de stijging van het zwartrijden is volgens mij duidelijk – een aantal collega’s hebben het ook al aangehaald – namelijk het feit dat er minder sociale controle is. Doordat men in bussen en trams niet meer opstapt ter hoogte van de chauffeurs, die wegens de pandemie nog altijd afgeschermd zitten, is er minder controle. Ook de controleurs zelf hadden heel wat ander werk: zij stonden meer in voor de begeleiding van reizigers en van chauffeurs en zeker ook voor het opvolgen van de mondmaskerplicht. Ze hadden dus andere prioriteiten. Dat leidde tot een stijging van het percentage zwartrijders.
Hoe zullen we daar in de toekomst mee omgaan? Zullen we de reizigers opnieuw vooraan laten opstappen en/of zullen we betaalterminals installeren aan de achterste deur? Ik wil eerst ingaan op dat laatste. Ik heb destijds inderdaad geantwoord dat dat een dure ingreep is, die niet opweegt tegen de lagere inkomsten wegens zwartrijden. Er staat namelijk niemand naast de betaalterminal. Dat zal dus niet direct een enorme impact hebben, terwijl het wel een enorm dure oplossing is. Daarom zal De Lijn dit niet invoeren.
We zijn wel, samen met De Lijn, TEC en de MIVB, aan het kijken naar een transitieplan voor de toekomst. We hebben op dit ogenblik, in de federale fase, nog altijd eenzelfde plan van aanpak. Ik denk dat dat goed is en dat dat ook het meest duidelijk is voor alle reizigers. Op dit ogenblik kijkt men dus naar een transitieplan: hoe kan er in de toekomst opnieuw worden overgegaan tot vooraan opstappen om zo de controle op het betalen te vergroten?
Natuurlijk moeten we de COVID-cijfers verder blijven opvolgen, zeker met de winter voor de deur en nu die niet zo positief blijken te zijn. Alleszins zullen we in de toekomst zeker de controles opdrijven en – uiteraard in overleg met de vakbonden – bekijken hoe de afscherming van de bestuurders weggelaten kan worden, zodat reizigers weer vooraan kunnen opstappen.
Maar u zult ook begrijpen dat, zolang de mondmaskerplicht geldt in de bussen en trams van het openbaar vervoer, het voor de chauffeurs interessanter is om in een afgesloten bestuurdersloket te zitten dan zelf continu een masker te moeten dragen.
Kortom: dit wordt allemaal nauwlettend opgevolgd. Men werkt aan een transitieplan om te bekijken hoe men in de toekomst toch weer vooraan kan opstappen. Uiteraard moeten we de coronacijfers op de voet opvolgen.
De heer Maertens heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik steun u volledig in uw betoog dat zwartrijden op het openbaar vervoer, het ontduiken van retributies, gewoon asociaal gedrag is. Wat de mogelijke oplossingen betreft, gaat het eigenlijk over kleine maatregelen: vooraan dan wel achteraan opstappen. Daarvoor verwijst u naar het transitieplan samen met TEC en de MIVB, dat nog in voorbereiding is. Het is natuurlijk niet zo dat corona iets nieuws, iets recents is, en dat we ons niet hebben kunnen voorbereiden op de exit. Ik ga er nog altijd van uit – voorlopig toch, we zullen zien wat er uiteindelijk beslist wordt, want ik hoor bepaalde federale ministers allerlei dingen zeggen – dat de federale fase in principe eind oktober afloopt. De vraag is dan maar of wij daar nu op moeten blijven wachten. Ik vind het goed dat er voor het transitieplan voor De Lijn wordt afgestemd met TEC en de MIVB. Ik weet niet waar er precies iets schort, maar dat transitieplan mocht er mijns inziens al wel zijn.
Vandaar mijn vraag: hebt u er zicht op wanneer dat transitieplan er eindelijk zal zijn en hoe dat eruitziet? Wanneer weten wij hoe het eruit zal zien? Ik denk daarbij niet alleen aan de transitie uit corona maar vooral ook aan het openbaar vervoer na corona. U weet dat ik daar altijd op hamer: ik denk dat we echte inspanningen zullen moeten leveren om het openbaar vervoer opnieuw op niveau te krijgen. Ik hoop dat dat ook een onderdeel vormt van dat transitieplan.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, De Lijn wil geen enkel verband leggen tussen het lage aantal controles tijdens de coronaperiode en de hoge cijfers inzake zwartrijden. Nochtans blijkt uit de cijfers duidelijk dat het inzetten van controleurs ervoor zorgt dat het aantal reizigers zonder geldig vervoersbewijs daalt. Reizigersorganisatie TreinTramBus pleit ervoor om bussen en trams opnieuw volledig te gebruiken, met een verplichte opstap aan de voorste deur. U hebt daarvoor verwezen naar het transitieplan.
Collega Maertens heeft ook de vraag gesteld: moeten we daarop wachten? Moest dat plan er al niet zijn? Ik sta volledig achter die vraag. Hoe sneller we die maatregelen op het openbaar vervoer kunnen afbouwen, hoe beter. We mogen toch niet vergeten dat de vaccinatiegraad in Vlaanderen hoog genoeg is om die stap eindelijk te kunnen zetten, vooral ook omdat reizigers nog altijd een mondmasker moeten dragen op het openbaar vervoer. Ik zou dus zeggen: laten we zo snel mogelijk die maatregelen nemen, zodat we snel tot die doorgedreven sociale controle kunnen komen.
De heer Brouns heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor de vraag. Het is inderdaad niet te verwonderen dat er tijdens de piek van de coronacrisis geen vervoersbewijzen gecontroleerd werden. We zagen dat ook bij NMBS: ook daar werd de ticketcontrole tijdens de eerste coronagolf opgeschort. Die hernam pas in de tweede helft van juni 2020. Uit cijfers die mijn federale collega, de heer Van den Bergh, heeft opgevraagd, bleek dat het aantal incidenten nauwelijks gedaald was, ondanks de sterke daling van het aantal treinreizigers. De conflicten rond vervoersbewijzen behoorden tot de meest voorkomende en leidden vaak tot gewelddadige incidenten. Het lijkt dus voor de hand te liggen dat ook bij de spoorwegen veel zwartrijders geprofiteerd hebben van de opschorting van de controles, om vervolgens ‘verrast’ te worden door de nieuwe controles vanaf juni, met meer incidenten tot gevolg. Het is dus zeker geen probleem dat zich beperkt tot De Lijn, alleen lijkt het bij De Lijn iets langer geduurd te hebben vooraleer men terugkeerde naar het ‘nieuwe normaal’ van de controles.
Ik heb daar een aantal vragen bij. Weet u waarom dat zo lang geduurd heeft? Zijn de controles vandaag opnieuw op het niveau van voorheen? Zo niet, wanneer zal dat het geval zijn? Wordt het niet stilaan tijd om reizigers, ook gezien de volle voertuigen, opnieuw vooraan te laten instappen? Als u daar een andere mening over hebt, hebt u dan cijfers uit onderzoek die het veiligheidsvoordeel van het sluiten van de voorste ingang staven?
De heer Bex heeft het woord.
Collega’s, ik vind het logisch dat we dit thema hier aanhalen. Ook wij zijn uiteraard een tegenstander van zwartrijden en vinden dat iedereen zijn of haar ticket zou moeten betalen. Maar ik denk dat we ook in ogenschouw moeten nemen dat we nog maar pas uit een epidemische noodsituatie aan het komen zijn, en dat – voor mij alleszins – de veiligheid, zowel van de chauffeurs als van reizigers, belangrijker is dan het nagaan of ze effectief een ticket hebben betaald. In dat opzicht snap ik wel dat er ook in de komende periode eerst wordt gekeken naar hoe we de buschauffeurs zo comfortabel mogelijk kunnen laten werken. Dat heeft prioriteit op het aanpakken van zwartrijden.
Ik ben er zelf van overtuigd, minister, dat we dat moeten doen te gepasten tijde en dat dat er ook vrij snel toe zal leiden dat we die cijfers qua zwartrijden van voor de coronacrisis opnieuw zullen benaderen. Ik ben veel meer bevreesd voor de cijfers van het busgebruik in het algemeen en hoe snel die zullen evolueren dan voor de cijfers inzake zwartrijden. Daarmee wil ik niet zeggen dat we er niets aan moeten doen, maar ik denk dat we nog even moeten bekijken wat in het belang van de buschauffeurs haalbaar is op dit moment.
Minister, ik heb ook een vraag. Zwartrijden gaat gepaard met minder inkomsten. Vooral ook het feit dat er minder reizigers zijn, gaat gepaard met minder inkomsten voor De Lijn. Ik laat me vertellen dat men inschat dat er dit jaar ongeveer 80 miljoen euro minder inkomsten zullen zijn voor De Lijn en dat er nog altijd twijfel is of er in het vierde kwartaal van dit jaar coronasteun mogelijk zal zijn voor De Lijn. Hebt u daar al zicht op, wat de impact van corona dit jaar op de cijfers van De Lijn zal zijn? Ik bedoel dus zowel het zwartrijden als het lager aantal reizigers.
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor de bijkomende bemerkingen en vragen. Ik wil eerst nogmaals heel duidelijk stellen dat op dit ogenblik nog altijd een mondmaskerplicht geldt op onze bussen en trams, evenals bij de MIVB en bij TEC. Het al dan niet afschaffen van de mondmaskerplicht hangt enerzijds af van de evolutie van de coronapandemie en anderzijds van het verhaal van de federale fase.
Verder is het niet mijn taak om het transitieplan voor De Lijn uit te werken, samen met de MIVB, TEC en NMBS. Uiteraard zitten ook de vakbondsorganisaties daar mee aan tafel. Daarvoor moet een afweging gebeuren. De gezondheid van onze buschauffeurs zou volgens mij moeten primeren. We willen toch dat onze buschauffeurs zo veel mogelijk blijven rijden. Dat was in het verleden de reden voor de beslissing om de bestuurderscabine af te sluiten zodat buschauffeurs niet continu een mondmasker moeten dragen, wat inhoudt dat men niet vooraan kan opstappen. Dat terugschroeven moet uiteraard gebeuren in overleg, enerzijds met de andere vervoersmaatschappijen om duidelijkheid te creëren voor de reiziger, anderzijds in overleg met de vakorganisaties. Ik laat dat de geëigende weg gaan om daar finaal een beslissing over te nemen. Het is dus niet zo dat ik dat transitieplan schrijf en dat ik moet bepalen wanneer dat er zal komen. Heel veel zal ook afhangen van de federale fase en/of van de mondmaskerplicht op onze bussen en trams, en op de treinen natuurlijk ook.
Mijnheer Bex, wat uw laatste vraag betreft: ik heb vandaag natuurlijk nog geen definitief zicht op de finale cijfers voor het jaar 2021, en zeker niet voor het vierde kwartaal. Maar we volgen dat allemaal nauwgezet op en zullen daar te gepasten tijde zeker op terugkomen.
De heer Maertens heeft het woord.
Minister, ik begrijp dat u zelf niet rechtstreeks betrokken bent bij dat transitieplan. Ik hoop alleen dat dat plan een stuk verder gaat dan enkel de beslissing over een timing wanneer er weer vooraan opgestapt kan worden, wanneer de afsluiting van de cabines zal verdwijnen. Ik denk namelijk dat er heel wat andere problematieken zijn met betrekking tot het weer aantrekkelijk maken van ons openbaar vervoer en van De Lijn dan dat alleen. Als het puur gaat over de timing wanneer we die twee zaken doen – de cabine openmaken en vooraan opstappen – dan is daar geen plan voor nodig. Dat is gewoon een timing, en dan doe je dat gewoon. Maar ik hoop dat het meer wordt dan dat.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, wat die transitie betreft, stel ik vast dat u die coördinatie verder wilt doen met de andere vervoersbedrijven.
Ik verwijs toch naar die hoge vaccinatiegraad in Vlaanderen. Bij de reizigers is er een hoge vaccinatiegraad, bij de chauffeurs wellicht ook. Dat, in combinatie met die mondmaskerplicht, zou ons toch de stap moeten durven laten zetten om die toegang aan de voorste deur van de bus opnieuw mogelijk te maken.
Wat het zwartrijden zelf betreft, wil ik nog even verwijzen naar het jaarverslag van de Vlaamse Ombudsdienst van 2019, waarin al melding werd gemaakt van het probleem van het zwartrijden bij De Lijn. Er was toen een spectaculaire daling van het aantal zwartrijders merkbaar. Dat was toen niet te wijten aan een witrijeffect maar aan een tekort aan controleurs. Dat probleem is ondertussen opgelost. Maar ik denk toch dat het belangrijk is dat reizigers betalen, eerst en vooral omdat daarmee een duidelijk signaal wordt gegeven aan diegenen die wel correct hun ticket kopen. Heel wat correcte reizigers ergeren zich aan dat zwartrijden. Daarom wil ik er toch op aandringen om die controles weer op te drijven. U gaat dat doen, maar ik dring erop aan om dat zo snel mogelijk en zo veel mogelijk te doen, want het is de eerlijke reiziger en ook de belastingbetaler die uiteindelijk de dupe is van dat zwartrijden.
Ik heb nog een suggestie die we misschien moeten durven te bekijken. Misschien moeten we die controles op een andere leest schoeien. Ik verwijs daarbij naar Duitsland. Ik heb het zelf meegemaakt toen ik daar op het openbaar vervoer zat, dat er mensen in burger reizigers controleren. Het viel me op dat het aantal zwartrijders daar enorm laag lag. Misschien moeten we die meer anonieme manier van controleren ook eens bekijken.
Maar u had wel een ticketje gekocht, mijnheer Verheyden? (Gelach)
Ik had een ticketje gekocht, ja.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.