Report meeting Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Report
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Minister, het organiseren van dierenmarkten staats steeds meer onder druk in Vlaanderen. Dat is een heel goede zaak. Het bewijst dat steeds meer mensen en een groter gedeelte van de bevolking zich bewust worden van de negatieve effecten van die dierenmarkten op het welzijn van de dieren, en dan denk ik niet alleen aan de leefomstandigheden van de dieren als ze op die markten zitten, maar zeker en vast ook aan de impulsaankopen die daar vaak een gevolg van zijn.
Recent besliste de stad Leuven onder andere dat ook op de jaarmarkt, met bijhorende dierenmarkt, geen dieren meer te koop aangeboden mogen worden. De beslissing van het Leuvense stadsbestuur komt er omdat er nog maar weinig dieren tussen professionele boeren verhandeld werden. De kopers waren voornamelijk toevallige passanten die een boerderijdier kochten. Vaak gaat het dan om een impulsaankoop door personen die niet de tijd, en zeker en vast niet de kennis of de ruimte hebben om zo’n dier thuis degelijk te onderhouden. Door het stoppen van de verkoop via die dierenmarkt kan dus veel dierenleed vermeden worden.
Andere dierenmarkten, zoals de Vogeltjesmarkt in Antwerpen of de laatste veemarkt in Rekkem, werden eerder al in vraag gesteld door dierenrechtenorganisaties. Deze organisaties uiten hun bezorgdheid over de omstandigheden waarin dieren daar te koop staan. Zo zouden vogels met te veel soortgenoten in een kooi zitten – het is niet voor niets de Vogeltjesmarkt, natuurlijk – en zouden ze niet altijd toegang hebben tot eten en drinken. In een antwoord op een eerdere vraag gaf u aan dat een verbod op de verkoop van alle levende dieren op markten een goede maatregel zou zijn om het dierenwelzijn te bewaken.
Vandaar mijn hernieuwde vraag, minister. Steunt u een verbod op dierenmarkten zoals de Vogeltjesmarkt in Antwerpen? Hoe staat u tegenover een verbod op veemarkten zoals in Rekkem? Kijkt u naar alternatieven voor de verkoop van vee, zoals onlineverkoop? Is er, met betrekking tot deze problematiek, overleg met uw federale collega's?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik wil wel een onderscheid maken. Je hebt natuurlijk de dierenmarkten zoals de Vogeltjesmarkt in Antwerpen: publieke markten waar er heel veel sociale controle aanwezig is en waar mistoestanden niet onopgemerkt blijven en zonder meer gesignaleerd worden, hetzij aan lokale overheid of politie, hetzij aan de dienst Dierenwelzijn. Tot op vandaag hebben we daar geen meldingen van.
Iets anders is het natuurlijk als het gaat over het fenomeen van de veemarkt. Wij hebben in Vlaanderen nog maar één veemarkt, namelijk die in Rekkem. Dat is, mijns inziens, een ander verhaal. Het gaat ook over zware transporten, zware dieren. Voor de dieren betekent dat herhaaldelijk in- en uitgeladen worden, gedreven worden – al dan niet met onvertrouwde soortgenoten en alleszins in een onbekende omgeving. Dat brengt natuurlijk zonder meer vermijdbare stress met zich mee. Ik geloof inderdaad dat al die bewegingen met dieren overbodig zijn geworden in tijden waar de onlineverkoop piekt. Het schrappen van die tussenstap uit de handelsketen zou ook een positieve impact hebben op het welzijn van de betrokken dieren. Om die reden heb ik ook een overleg opgezet met de uitbaters van de veemarkt van Rekkem, om te kijken op welke wijze die activiteiten in de toekomst in stand gehouden kunnen worden. Ik ben bereid om mee te denken over diervriendelijke alternatieven, maar het is spijtig genoeg niet mijn bevoegdheid om de verhandeling van dieren op een andere manier te regelen. Ik ga wel in dialoog met de eigenaars, ook in Rekkem. Maar maak wel het onderscheid tussen de markt in Antwerpen en de laatste veemarkt in Rekkem.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Minister, wat u voorstelt wat Rekkem betreft, is een goede zaak. Het onderscheid dat u maakt is terecht. Het is correct dat er een onderscheid is tussen iets als de Vogeltjesmarkt in Antwerpen en een veemarkt zoals in Rekkem. Maar ik denk toch dat bij initiatieven zoals de Vogeltjesmarkt en andere, kleinere activiteiten in steden en gemeenten waar het sociaal toezicht waarschijnlijk toch een stuk minder is, de controle ook daar serieus moet zijn, niet alleen van uw diensten. Ik zou er zeker op aandringen dat ook lokale korpsen, waar er meestal een specifieke dierenpolitie is, dat samen met de lokale besturen goed opvolgen. Zolang er geen verbod is, zou er zeker en vast vanuit de Vlaamse overheid en vanuit de lokale overheid – daar kunt u via een omzendbrief ook op aandringen – de nodige controle op moeten op gebeuren zodanig dat het dierenwelzijn gegarandeerd wordt.
Mevrouw Sterckx heeft het woord.
Minister, u zegt dat u niets hoort over overtredingen op de Vogeltjesmarkt. Dat is wel een beetje vreemd, want de politie laat ons zelf weten dat er veel overtredingen worden vastgesteld, maar dat ze eigenlijk niet kunnen optreden omdat de verkoop op die markten nog altijd is toegelaten. Zij hebben aan ons ook al eens gemeld en gevraagd of daar niets aan gedaan kan worden zodat de verkoop op de markt stopt. Als er geen verkoop meer is, dan zijn er ook geen overtredingen meer.
We kunnen daar nu eigenlijk bijna niet tegen optreden. Zij vinden het zeer bedroevend om op regelmatige basis overtredingen te moeten vaststellen.
Er worden ook nog op andere markten dieren verkocht. Wij hebben in Herentals een zondagsmarktje. Daar staat iemand die daar altijd kippen verkoopt, en die zitten in veel te kleine kooien met tien, soms vijftien op elkaar gepropt. Dat zijn toch situaties die in deze tijd niet meer kunnen. U moet hier echt wel tegen optreden als Vlaamse Regering.
Minister, wij vragen u dan ook dringend werk te maken van een verbod om dieren te verkopen op markten.
Mevrouw Joosen heeft het woord.
We hebben een gelijkaardig debat gevoerd hier in de commissie in de maand juli, vlak voor het reces. Toen is er al gezegd dat markten niet de geschikte plaats zijn om dieren aan te bieden. Ik denk dat we eerlijk moeten zeggen dat vaste verkooppunten meer garanties bieden op degelijke huisvesting en verzorging. We moeten dat debat zeker voeren. Maar laat ons dat vooral voeren samen met de lokale besturen. Het zijn zij die toezicht houden op de markten. Het zijn zij die de lokale situaties het beste kennen. En het zijn zij ook die volgens mij het beste geplaatst zijn om samen met de organisatoren te kijken welke toekomst dergelijke markten nog hebben.
De heer Dochy heeft het woord.
Minister, ik wil u vragen om met kennis van zaken te spreken. Ik weet dat u daar altijd de ambitie toe hebt, maar in dezen is het toch wel belangrijk om die markten even te gaan bekijken. De familie Lavaert – dat zijn de exploitanten van de veemarkt in Rekkem –zullen u graag uitnodigen om even ter plaatse de zaak te bekijken. Ik zou echt wel vragen dat u dit doet. Want het is daar niet de hel voor de dieren. Daar worden dieren van vrachtwagen naar vrachtwagen versast via een systeem. Er bestaat daar ook nog altijd een marktsysteem. We zijn in andere sectoren aan het zoeken om transparantie in prijsvorming en marktwerking te hebben. Hier hebben we gelukkig nog een markt waar er een stuk prijsvorming gebeurt. Het zou heel spijtig zijn om het kind met het badwater weg te gooien, zonder dat daar echt een reden voor hoeft te zijn. Ik nodig u uit om die markt ter plaatse te bezoeken. Misschien kan heel de commissie meekomen, zo kan men met kennis van zaken oordelen over wat daar gebeurt.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik heb helemaal niet gesproken in termen zoals u die nu omschrijft, namelijk dat het daar een helse toestand zou zijn. Ik denk gewoon dat je de vraag moet stellen of er geen alternatieven zijn voor een marktplaats zoals die historisch gegroeid is bij gebrek aan alternatieven om contact te leggen tussen de klant en de koopwaar. Dat is vandaag anders, historisch inderdaad niet. Het is zo gegroeid. Maar het is niet voor niets dat alle andere veemarkten ondertussen vervlogen tijd zijn. Ik ga in goede verstandhouding in dialoog.
Mevrouw Sterckx, ik begrijp het discours niet bepaald. Als de politieagenten die u spreekt overtredingen op de Dierenwelzijnswet vaststellen, dan moeten zij optreden. Zij zijn daartoe verplicht. Dat heeft niets te maken met het plaatsvinden van de activiteit. Als die er niet meer is, dan zullen er geen overtredingen meer zijn. Dat is ontegensprekelijk zo. Maar als er overtredingen worden vastgesteld, dan zijn de betrokken agenten ertoe verplicht om op te treden. Ik krijg daar geen meldingen van, noch via de politie, noch via Justitie, noch via Dierenwelzijn of via het lokale bestuur in Antwerpen. Als u schriftelijke sporen hebt van overtredingen, dan hoor ik dat graag.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ongetwijfeld zal dit thema nog ter sprake komen. Ik hoop inderdaad dat we ooit tot een verbod komen, want dat is uiteindelijk waar we zouden moeten eindigen in dit dossier.
De vraag om uitleg is afgehandeld.