Report meeting Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Report
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Voorzitter, in Hoesselt heeft het proefproject ‘Sociale Energiesprong’ plaatsgevonden. In sociale woningen zijn geprefabriceerde isolerende gevels geplaatst. Het proefproject heeft ervoor gezorgd dat de sociale woningen aan een sneltempo energieneutraal worden gemaakt en dat de bewoners er tijdens de renovatie kunnen verblijven.
Een gedeelte van de sociale woningen kampt immers met enkele problemen, zoals slechte isolatie, verouderd materiaal en verouderde gehanteerde technieken, die om een renovatie van de bestaande infrastructuur vragen. De negatieve gevolgen van een ongewijzigde situatie, namelijk hogere energiefacturen en verhoogde CO2-emissies, hebben perverse effecten, namelijk een overtreding van de energieneutraliteit en een verhoogde kans op energiearmoede.
Het Vlaams Energiebedrijf (VEB), de bv BAM Interbuild, Energinvest, Enervalis en Cordium hebben het probleem ingezien en hebben proactief opgetreden. Ze hebben een alternatieve wijze gezocht om de klassieke renovatieaanpak te vervangen. Ze hebben in het buitenland voorbeelden van goede praktijken gevonden en met de eigen expertise hebben ze het Belgisch project ‘Sociale Energiesprong’ gecreëerd.
Minister, het proefproject biedt interessante resultaten en perspectieven. Overweegt u een uitrol voor alle sociale woningen die dit nodig hebben?
Hoeveel sociale woningen moeten momenteel nog van dakisolatie en dubbele beglazing worden voorzien?
Kunt u een stand van zaken geven met betrekking tot de huidige renovatie van het socialehuisvestingspatrimonium? Ligt de huidige snelheid van de renovaties in de lijn der verwachtingen? Zal een tandje worden bijgestoken nu de energieprijzen uit de pan swingen?
Hoeveel mensen krijgen een energiecorrectie op hun huurprijs? Zult u bijkomende maatregelen nemen of andere correcties invoeren nu de prijzen van elektriciteit en vooral van aardgas stijgen?
Overweegt u, gelet op de stijgende energieprijzen, een versnelde uitrol van het project ‘Sociale Energiesprong’?
Overweegt u de verkoop van slecht geïsoleerde woningen of woningen met een slecht e-peil aan de zittende huurders? De rente staat historisch laag en als de huurder zijn sociale woning zelf renoveert en energiezuinig maakt, kan hij die woning mogelijk voor 90.000 euro of 100.000 euro kopen. Dit zou de sociale mobiliteit in de hand werken en middelen vrijmaken die dan elders tot meer renovaties en isolatiewerken kunnen leiden.
Minister Diependaele heeft het woord.
Het proefproject ‘Sociale Energiesprong’ kan een antwoord bieden op veel uitdagingen waarvoor de sociale huisvestingsmaatschappijen nu staan. Door de grondige voorbereidingen vooraf en de beperkte montagetijd ter plaatsen is de doorlooptijd kort en kan dit versneld worden ingezet, wat betekent dat meerdere woningen in een kort tijdsbestek en met een hoog kwaliteitsniveau tot het energieneutraal niveau worden gerenoveerd. Bovendien is de hinder voor de bewoners beperkt, zodat het mogelijk is tijdens de uitvoering in de woning te blijven wonen, wat betekent dat het tijdrovend herhuisvestingsproces tot een minimum kan worden beperkt. Dit is zowel voor de huurder als voor de SHM een groot voordeel.
Ik heb daarnet verteld dat er nog een paar projecten lopen. Verschillende aannemers werken met een verschillende insteek en pakken het verschillend aan, maar hier zit in elk geval veel brood in voor ons om de renovatieproblematiek sneller en beter te kunnen aanpakken. Alvorens een grootschalige uitrol van de renovatieprojecten op poten te zetten, moet de proefopzet evenwel grondig worden geëvalueerd. We mogen de gigantische voorbereiding immers niet onderschatten.
De grote truc is dat de hele woning met een 3D-scan in beeld kan worden gebracht. Dat was het geval bij de twee projecten die ik heb bezocht. Hierdoor kunnen de prefabelementen preciezer worden gefabriceerd en sneller worden geplaatst. Daar zit de hele truc: dat is natuurlijk door een veel langere en grondigere voorbereiding.
Ik kom tot uw tweede vraag. Volgens cijfers van begin oktober zijn er nog 7080 woningen zonder dakisolatie, ofwel 4,3 procent van het patrimonium. Voor woningen die nog overwegend enkel glas of gemengd enkel/dubbel glas hebben betreft het respectievelijk 6489 woningen, of 4 procent, en 5721 woningen, of 3,5 procent van het woningenbestand. In deze cijfers is er geen rekening mee gehouden of deze woningen al dan niet verhuurd zijn of leeg staan.
Ik neem de derde en vijfde vraag samen. De SHM’s hebben de laatste tien jaar meer aandacht gegeven aan de renovatie van hun patrimonium. De gebruikte budgetten voor renovatie zijn duidelijk gestegen. Programma’s zoals ERP2020 (energierenovatieprogramma) en de ondersteuning door de VMSW hebben daar zeker bij geholpen. Er is wel een groot verschil tussen SHM’s: sommige hebben al grote stappen gezet en andere zullen nog veel stappen moeten zetten. Dat is te merken aan de resultaten van het ERP2020.
Voor het grote klimaatplan 2050 zal worden gewerkt via de globale renovatie van sociale huurwoningen, te beginnen met de woningen in de laagste categorie: de F-labels ofwel een EPC-score (energieprestatiecertificaat) groter dan 500 kilowattuur per vierkante meter per jaar. De opvolging hiervan zal gebeuren via een specifieke renovatieplanningstool die in opmaak is binnen de VMSW.
Het is belangrijk dat de renovatie van sociale huurwoningen grondig en efficiënt gebeurt. De SHM’s bereiden zulke renovaties dan ook grondig voor, zeker voor grote renovatiewerken, en laten zich hiervoor bijstaan door deskundigen zoals ontwerpers en ingenieurs. Dat is heel belangrijk om te vermijden dat er verkeerde investeringen gebeuren. Zo moet een grondige renovatie altijd gepaard gaan met aandacht voor ventilatie, zo niet riskeren we dat er bijvoorbeeld schimmelvorming optreedt. De meeste SHM’s zijn dus bezig met renovatiewerken of de voorbereiding ervan en er zijn op dit moment zeker voldoende investeringsmiddelen voorhanden om elke aanvraag voor renovatie of vervangingsbouw te honoreren.
De plotse stijging van de energieprijzen is natuurlijk een ernstige zaak en benadrukt het belang van grondige energetische renovaties aan het sociaal patrimonium op het vlak van de betaalbaarheid. Het is evident dat sociale huurwoningen zo energiezuinig mogelijk moeten zijn. Dat is niet alleen goed voor het klimaat maar ook voor de sociale huurders met een te hoge energiefactuur.
Voor een versnelling in het energetisch renoveren reken ik op de groepsaanbestedingen ‘design & insulate’ voor de isolatie en renovatie van daken waarop SHM’s ondertussen al beroep kunnen doen, en ‘design & insulate+’ met de isolatie en renovatie van de gebouwschil die de VMSW volgend jaar zal lanceren.
Dan kom ik tot uw vierde vraag. In december 2020 kregen 28.023 huurders van sociale huisvestingsmaatschappijen een energiecorrectie. Dat komt neer op ongeveer 1 op de 5 huurders, een kleine 20 procent. Dit forfait wordt berekend door de energiebesparing van de woning ten opzichte van het referentieniveau, gelijk aan het energiepeil van nieuwbouwwoningen anno 2006, aan te rekenen. Dat is dus heel ruim gerekend. Daarbij wordt voor de referentie uitgegaan van een situatie op gas en wordt het sociaal tarief gehanteerd. Voor de jaarlijkse actualisatie van de energiecorrectie wordt het tarief van 1 september van het voorgaande jaar gebruikt.
De recente stijgingen van de energieprijzen zullen dus niet direct doorvloeien naar de energiecorrectie van 2022. Het gebruikte sociaal tarief is immers dat van het derde kwartaal. Het tarief voor de energiecorrectie van 2022 zal 16 procent lager liggen dan dat aangerekend in de energiecorrectie van 2020, maar het is wel aanzienlijk hoger dan dat van de energiecorrectie dit jaar. Toen was het tarief sterk gedaald door de coronacrisis. Zo ziet u maar.
Ook binnen de bepaling van het sociaal tarief zelf is een beschermingsmechanisme tegen forse stijgingen opgenomen. Zo plafonneert de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) het tarief op maximaal 10 à 15 procent, voor elektriciteit en voor gas, meer dan de voorgaande periode en maximaal 20 à 25 procent meer dan het gemiddelde van de sociale tarieven van de vier voorgaande kwartalen. Dat is dus ook beperkt. Ik zal de prijsevoluties dus zeker verder van nabij opvolgen, maar rekening houdend met de toegelichte mechanismes, zien we voorlopig niet de nood om in te grijpen in de energiecorrectie voor 2022.
Uw zesde vraag: in het algemeen wil ik het vervreemden van sociaal woonpatrimonium dat niet langer voldoet of zal voldoen aan de minimale woonkwaliteitseisen, niet als preferente werkwijze naar voren schuiven, integendeel. Het is immers in eerste instantie de bedoeling om het bestaande sociaal woonpatrimonium op te schalen en energie-efficiënter te maken. Gezien de wachtlijsten zetten we immers alles op alles om zo snel mogelijk het sociaal patrimonium te laten aangroeien.
Er kunnen echter wel economische en financiële redenen zijn waarom SHM’s ervoor opteren om dergelijke woningen toch te verkopen. De nieuwe decretale herinvesteringsverplichting zal dan de SHM wel, in de mate van het mogelijke, verplichten om de opbrengst van dergelijke verkopen te herinvesteren in sociale huurwoningen.
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is een thematiek die vandaag heel erg speelt. Het doet mij ook plezier dat de mensen die vandaag het minste inkomen hebben, toch beschermd zijn door dat mechanisme. Dat was mij eigenlijk niet bekend. Als ik het goed voorheb en uw antwoord analyseer, denk ik dat de energiecorrectie zich eerder in 2023 zou kunnen voordoen, indien de prijsstijgingen vier kwartalen zouden aanhouden.
Voor het overige ben ik relatief tevreden. U weet – of u weet het niet – dat ik al lang in de commissie Wonen zetel. Destijds in 2009 was er een renovatiebudget van 3 miljard euro nodig voor alle sociale woningen. 25.000 woningen moesten toen een totaalrenovatie ondergaan. Ik zie dat er stappen vooruit zijn gezet. U moet nog ongeveer 3 à 4 procent van dubbelglas en dakisolatie voorzien. Ik wil u dan ook vragen om daar prioritair werk van te maken. Mijn zorg is ook uw zorg.
Ik kijk uit naar de proefprojecten en de evaluatie. Minister, hebt u er enig zicht op wanneer die evaluatie, de uitrol en de quick wins daarop bekend zullen zijn?
De heer Diependaele heeft het woord.
Dat is een zeer concrete vraag. Ik heb daar niet onmiddellijk een antwoord op. Ik denk dat dat van verschillende zaken afhangt. Enerzijds is er de VMSW, anderzijds de aannemer zelf en de sociale huisvestingsmaatschappij die het project doet. Ik weet het niet. Er lopen verschillende projecten, maar ik heb daar geen specifieke timing voor. We volgen dat wel van dichtbij op, ook om te bekijken of het eventueel nodig is om bepaalde regelgeving bij te sturen.
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, in verband met uw vraag omtrent de verkoop van woningen die grondig moeten worden gerenoveerd, is het zo dat sommige woningen een renovatieverplichting vragen van soms 90.000 euro of 100.000 euro. Dus als u ziet dat de gemiddelde prijs van een sociale woning ongeveer 188.000 euro bedraagt, voor een stukje grond, dan dacht ik dat het misschien een positieve zaak zou zijn indien de mensen een woning konden kopen aan 100.000 euro en die zelf konden renoveren. Dat kan toch een zekere sociale mobiliteit bewerkstelligen.
Op zich is het uitbreiden van het aantal sociale woningen een goede zaak. Maar als mensen levenslang in de oude systemen zitten, dan denk ik dat de verkoop ervan en de middelen die daaruit voortvloeien, tot extra middelen kunnen leiden.
Ik weet dat u het er niet altijd mee eens bent, minister, maar als je als huurder een sociale woning kunt kopen, dan is dat eigenlijk ook positief voor de toekomstige generaties, omdat je op die manier de generatiearmoede kunt doorbreken. Dan zullen de kinderen van de mensen die dat kopen, als hun ouders sterven, voor de eerste keer sinds generaties lang iets erven. En dat maakt dat zij of hun kinderen dan later misschien ook een eigen woning kunnen kopen.
Ik weet het wel: cijfers zijn cijfers en doelstellingen zijn doelstellingen. Maar de doelstelling om de zwakste mensen ook te kunnen helpen en sociale mobiliteit te bewerkstelligen, vind ik ook een sociale doelstelling. Minister, kunt u met de sociale huisvestingmaatschappijen bespreken of zij dat willen stimuleren nu de rente historisch laag staat?
De vraag om uitleg is afgehandeld.