Report meeting Commissie voor Onderwijs
Report
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Voorzitter, vanaf het schooljaar 2022-2023 wordt het duaal leren uitgebreid naar het volwassenenonderwijs, als een van de strategieën om levenslang leren te stimuleren. De Vlaamse Regering gaf op 18 juni haar principiële goedkeuring aan het ontwerpdecreet ter invoering van duaal leren in het volwassenenonderwijs, rekening houdende met de eigenheid van dit onderwijsniveau. Hiermee komt ze tegemoet aan het Vlaamse regeerakkoord.
Minister, u kondigde tijdens de commissievergadering van 1 juli aan om als volgende stap in het regelgevend proces samen met uw collega-minister Hilde Crevits opnieuw het advies in te winnen van enkele onderwijspartners, waaronder de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor). Op grond daarvan zal er onderhandeld worden met de sociale partners.
Recent publiceerde de Vlor zijn advies. De Vlor ziet in dit beleidsinitiatief heel wat opportuniteiten, niet alleen voor cursisten in het volwassenenonderwijs, maar ook voor de onderwijsinstellingen, de ondernemingen en de maatschappij. Naast de vele opportuniteiten die de Vlor identificeert, formuleert hij ook enkele aandachtspunten voor de organisatie van het aanbod. Ten eerste wijst de Vlor op het belang van een heldere definitie van duaal leren in het volwassenenonderwijs, met het oog op een duidelijk onderscheid tussen de verschillende leervormen zoals stage, duaal leren en dergelijke meer en met het oog op administratief eenvoudige overeenkomsten. Ten tweede vraagt de Vlor of het mogelijk is om het decretaal minimumaandeel werkplekcomponent van 50 procent met 10 procent te verlagen, dit om de planlast van aanvragen voor afwijkingen te beperken. Om de nauwe samenwerking met bedrijven ten volle te benutten, pleit de Vlor ten slotte voor de mogelijkheid om de tijdelijke onderwijsbevoegdheid om les te geven in het bedrijf, te koppelen aan de duur van het duale opleidingstraject. Dat is momenteel onmogelijk als de vestigingsplaats van het bedrijf niet overeenkomt met die van het centrum voor volwassenenonderwijs.
Minister, in lijn met deze bemerkingen heb ik een aantal vragen voor u. Hoe staat u tegenover de aanbevelingen inzake definiëring en administratieve vereenvoudiging? Acht u een minimumaandeel werkplekcomponent van 40 procent in plaats van de voorziene 50 procent opportuun? Wat is uw visie op een koppeling van tijdelijke onderwijsbevoegdheid om les te geven in het bedrijf aan de duur van het duale opleidingstraject? Wat zijn de volgende stappen in de implementatie van duaal leren in het volwassenenonderwijs? Ik dank u alvast voor uw antwoorden.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik heb inderdaad het advies van de Vlor over het ontwerp van decreet betreffende duaal leren in het volwassenenonderwijs ontvangen. Ik was tevreden om te lezen dat de Vlor de introductie van duaal leren in het volwassenenonderwijs ondersteunt en daar ook een opportuniteit in ziet in het kader van het levenslang leren. Onder andere met dit ontwerp van decreet geef ik natuurlijk mee uitvoering aan de doelstelling in het Vlaams regeerakkoord, net om de cultuur van levenslang leren zo breed mogelijk in Vlaanderen uit te rollen, bij alle mogelijke niveaus, onderwijsvormen en leeftijdsdoelgroepen.
Samen met minister Crevits, bevoegd voor het werk, heb ik naast het advies van de Vlor ook de adviezen van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) en van het Vlaams Partnerschap Duaal Leren ingewonnen. Die adviezen zijn ook positief. We wachten nu de uitkomst af van de onderhandelingen over dat ontwerp van decreet met de werkgevers- en werknemersorganisaties in het onderwijs. De opstart daarvan is nu gepland.
En natuurlijk wordt er, net als het duaal leren in het secundair onderwijs, gestreefd naar een onderscheid tussen de verschillende vormen van werkplekleren en administratieve eenvoud. Bij de uitrol willen we duaal leren opnemen in een overzicht van de verschillende vormen van werkplekleren op de website van de Vlaamse overheid, waar we ook modelovereenkomsten voorzien.
Ik zal samen met minister Crevits het ontwerp van decreet opnieuw voorleggen aan de Vlaamse Regering, waarin we wel de elementen uit de adviezen zullen meenemen. Het is de bedoeling om hier terug te komen in het voorjaar 2022. We gunnen de centra voor volwassenenonderwijs dus wel de nodige tijd om met een en ander aan de slag te kunnen gaan in september 2022.
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoorden. Onze fractie stelt uw inspanningen om het duaal leren uit te breiden naar het volwassenenonderwijs op prijs. Een betere aansluiting van opleidingen op de noden van de arbeidsmarkt is namelijk van cruciaal belang om het concurrentievermogen van onze economie verder aan te zwengelen.
Maar naast het economische argument zal de uitbreiding van duaal leren naar het volwassenenonderwijs ook een boost geven aan het imago van het volwassenenonderwijs, als springplank om je carrière nieuw leven in te blazen. Deze uitbreiding past dan ook perfect binnen de ambitie van de Vlaamse Regering om werk te maken van de cultuur van levenslang leren, een cultuur die nog te afwezig is in Vlaanderen. Hier wordt, conform het regeerakkoord, aan tegemoetgekomen.
Het is een zeer goede zaak dat de Vlor, maar ook de SERV en het Vlaams Partnerschap Duaal Leren het werk van u en uw collega-minister van Werk, mevrouw Crevits, onderschrijven en in de uitbreiding van duaal leren naar het volwassenenonderwijs heel wat opportuniteiten zien voor levenslang leren in Vlaanderen. Ik denk dat we daar heel blij mee mogen zijn.
Minister, u vermeldde dat u werk zult maken van administratieve eenvoud en dat u een duidelijk onderscheid zult maken tussen de verschillende vormen van werkplekleren. Als fractie kunnen we dat alleen maar toejuichen.
Ik heb nog een bijkomende vraag. In het academiejaar 2019-2020 waren er proeftuinen met onder andere zes centra voor volwassenenonderwijs, gefinancierd door het Europees Sociaal Fonds (ESF). Graag had ik uw evaluatie hiervan vernomen. Hoe zijn die projecten verlopen? Hebt u hier lessen uit kunnen trekken?
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Dit is een tussenstop. Minister, u had het over het einde van de rit en dat er ook hier beslissingen worden afgerond op het einde van een legistieke rit. Er is inderdaad het advies van de Vlor en de SERV. Ik hoop samen met u, mevrouw Tavernier, dat het duaal leren een boost zal geven aan het volwassenenonderwijs. Sta mij toe, in het kader van de vraag die ik vorige week stelde, om te zeggen dat het echt wel nodig is dat we er alles aan doen om het volwassenenonderwijs te ondersteunen en, waar mogelijk, een boost te geven.
Ik heb nog een vraag die in de lijn ligt van de bijkomende vraag van mevrouw Tavernier over de ESF-projecten. Wat kunnen daar de consequenties van zijn?
Minister Weyts heeft het woord.
De resultaten van de projecten in het kader van het ESF hebben we meegenomen in ons ontwerp van decreet. Er waren zes deelnemende centra in acht opleidingen. Het ging om tachtig cursisten uit uiteenlopende opleidingen, van computertechnicus over begeleider in de kinderopvang tot lassers, secretariaatsmedewerker, elektromechanicus, transport- en logistiek medewerker en polyvalent verkoper. Het is interessant voor de discussie dat het aandeel van de werkplekcomponent ongelooflijk varieerde, van 33 procent tot 82 procent, en alles daartussenin. Dat voedt ook de discussie.
De algemene appreciatie die werd gegeven door de deelnemende centra, de ondernemingen en de cursisten, was bijna unisono positief. De ondernemingen willen de samenwerking voortzetten en de cursisten gaven de opleiding een betere score dan hun collega's in de reguliere opleiding. Het zit wel goed. We gaan ermee aan de slag en hebben die ervaring verwerkt.
Momenteel loopt ook nog een tweede lichting proeftuinen die verder bouwt op de ervaring van de projecten uit de eerste oproep.
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw bijkomende antwoord. Het is fijn om deze positieve evaluatie te vernemen. Het behoeft geen betoog dat onze fractie medestander is van het duaal leren in het volwassenenonderwijs. Het volwassenenonderwijs wordt, jammer genoeg, al te vaak beschouwd als een vrijetijdsbesteding en minder als een hefboom om een carrière in een andere richting te duwen. De N-VA hoopt dan ook dat er een vlotte uitrol is in het volwassenenonderwijs, uiteraard aangepast aan de specificiteit ervan. Het zou een vierdubbele win betekenen: voor de cursist, voor de onderwijsinstelling, voor de onderneming en voor de maatschappij. We kijken dus alvast uit naar de uitrol in september 2022.
De vraag om uitleg is afgehandeld.