Report meeting Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Report
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, collega’s, in de bestrijding van de pandemie en voor de vaccinatiecampagne speelden en spelen de eerstelijnszones een heel belangrijke rol. De keuze voor een lokale aanpak, met betrokkenheid van zorgverstrekkers, lokale besturen en welzijnsactoren heeft er ongetwijfeld mee toe geleid dat de vaccinatiecampagne zo succesvol was.
Nu op 15 oktober de meeste vaccinatiecentra sluiten, zijn ook heel wat van de eerstelijnszones bezig met een interne evaluatie. Zo werd in de eerstelijnszone Voorkempen in de provincie Antwerpen, waartoe mijn gemeente behoort, op 11 september laatstleden een symposium georganiseerd over de opgedane ervaringen tijdens de coronacrisis. Bedoeling is het geleerde tijdens deze periode niet verloren te laten gaan.
De succesvolle samenwerking van de voorbije maanden tussen de zorgverstrekkers, voorzieningen, lokale besturen en welzijnsactoren, die het vaccinatiecentrum zo ten goede kwam, wil men verderzetten. Een van de voorstellen die naar voren werden geschoven is de verankering in een blijvend preventiecentrum. Daar zou kunnen worden gewerkt rond onder meer infectieziekten en griep, maar ook rond chronische aandoeningen, traumatologie, mentaal welzijn enzovoort. Het preventiecentrum zou een fysieke locatie hebben of kunnen hebben waarvan de capaciteit kan worden aangepast in functie van de noden. Een verslag van de bevindingen van het symposium zou worden overgemaakt aan het Vlaams agentschap Zorg en Gezondheid.
Dat die eerstelijnszones zo succesvol zijn ingezet tijdens de covidcrisis en in de vaccinatiecampagne moeten we vasthouden. Ze bestonden nog niet lang en het was een grote test, maar ineens ook een goede test om elkaar te leren kennen – onbekend is onbemind – en om samen een lokaal gezondheids- en preventiebeleid te kunnen uitrollen.
Op welke manier kunnen we dat vasthouden en kunnen we leren uit de ervaringen van alle verschillende eerstelijnszones? Op welke manier zult u de ervaringen vanuit de verschillende eerstelijnszones verzamelen en hieruit conclusies trekken voor de verdere uitbouw van de eerstelijnszones en het preventieve gezondheidsbeleid? Hebt u al concrete opmerkingen over de werking van de eerstelijnszones of voorstellen voor de toekomstige werking gekregen vanuit de eerstelijnszones? Hoe kunnen goede praktijken vanuit eerstelijnszones worden gedeeld met de andere eerstelijnszones? Hoe staat u tegenover het voorstel om vanuit de eerstelijnszones werk te maken van echte preventiecentra?
Minister Beke heeft het woord.
Er worden op permanente basis ervaringen vanuit de eerstelijnszones verzameld en adviezen geformuleerd naar het beleid. Daartoe werden een klankbordgroep en een participatiegroep opgericht waaraan de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG) en het Vlaams Instituut voor de Eerste Lijn (VIVEL) deelnemen. Zowel het agentschap Zorg en Gezondheid als mijn kabinet nemen deze input mee in de verdere beleidsontwikkeling.
Het Vlaams Instituut voor de Eerste Lijn heeft in de tweede helft van augustus de zorgraden online bevraagd naar feedback over de vaccinatiecampagne. Daaruit blijkt onder meer de positieve invloed van de samenwerking met andere actoren en de positieve ervaringen met populatiegericht werken. Een aantal respondenten benadrukt dat men op een betekenisvolle manier heeft kunnen samenwerken, zowel logistiek, operationeel als strategisch, met andere actoren, lokale overheden, kringen, loco-regionaal gezondheidsoverleg en -organisatie (Logo), maar ook binnen de zorgraad, waar teamwerk echt noodzakelijk was, en tussen de eerstelijnszones onderling. De nadruk wordt ook gelegd op de nieuwe samenwerking met vrijwilligers. Ook de samenwerking met de tweede lijn wordt uitdrukkelijk vermeld.
Een aantal zorgraden ziet hierin de basis voor verder te ontwikkelen netwerken –netwerkorganisatie/organisatienetwerk – en er wordt opgeroepen om zeker oog te hebben om een aantal interprofessionele samenwerkingsvormen en -initiatieven te verduurzamen. Een aantal respondenten benadrukt de meerwaarde van populatiemanagement in de vaccinatiestrategie en vraagt deze functie te verduurzamen in de eerstelijnsstructuren, zodat de specifieke ervaring en kaders kunnen worden ingezet in nieuwe beleidslijnen, bijvoorbeeld in de aanpak van diabetes. Een unieke kans dus om de lokale sociale situatie en prevalentie een plaats te geven in het beleid van de zorgraden.
Een aantal respondenten haalt aan dat rond datamanagement nog stappen te zetten zijn in functie van een nog beter populatiemanagement. Het Vlaams Instituut voor de Eerste Lijn heeft een digitaal platform ontwikkeld waar de eerstelijnszones goede praktijken kunnen delen. De medewerkers maken dankbaar gebruik van deze mogelijkheid.
De hervorming van de eerstelijnszorg is ingezet, maar is nog niet ten einde. Er zal in de nabije toekomst zeker onderzocht worden hoe de verschillende diensten die actief zijn in de preventieve gezondheidszorg, onder meer de Logo’s, de teams Infectieziektebestrijding en Vaccinatie en andere kunnen samenwerken met de eerstelijnszones.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, we zijn ineens geconfronteerd met een nood. De eerstelijnszones waren er nog maar zeer recent, maar ze zijn natuurlijk heel nuttig gebleken in de bestrijding van de crisis en in de hele vaccinatiecampagne. Mijn bezorgdheid is dat we dat nu natuurlijk vasthouden. Als ik uw antwoord hoor, dan zijn daar heel veel aanzetten toe. Het is goed dat die evaluatie continu gebeurt, dat goede praktijken gedeeld worden. Ik kan alleen maar vragen om dat mee verder te zetten, want dat heeft natuurlijk de voorbije periode een heel grote meerwaarde gehad.
Minister, u hebt gesteld – dat is een vraag – om structuren te verduurzamen. Betekent dit dat er decretaal of qua regelgeving aanpassingen moeten gebeuren? Dat kon ik niet afleiden uit uw antwoord.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Dat is een zeer terechte vraag, collega Schryvers. Minister, als u spreekt van een vliegende start voor de eerstelijnszones, dan was het wel een noodgedwongen vliegende start. In die zin is dat misschien ook niet slecht. Je kan jaren bezig zijn met het nadenken over structuren, maar de situatie heeft ons genoopt. Dat was natuurlijk wel een jammere zaak, maar dat heeft er wel voor gezorgd dat er meteen een soort doorstart genomen is in de aftrap van de eerstelijnszones.
U weet ook dat ik in andere functies, onder andere via de Vlaamse Logo’s, een stuk mee nadenk over wat de toekomst van ons preventief gezondheidslandschap is en hoe dat er moet uitzien. Wat me vooral opvalt is dat die mensen en iedereen die daarin betrokken is, regionaal twee helse jaren achter de rug hebben. Die zitten natuurlijk ook wel een stukje aan hun limieten. Ik vraag me af wat het tijdpad exact is en hoe u ervoor wilt zorgen dat de situatie – er is toch een stuk onzekerheid over wat de toekomst brengt voor allerlei actoren in dat veld – niet als verlammend gezien mag worden. Hoe zult u zorgen dat er toch een soort dynamiek blijft? Wanneer wilt u daar definitieve knopen over doorhakken, zodanig dat ook het veld de duidelijkheid krijgt waar het recht op heeft en tegelijk toch voldoende betrokken is om te zorgen dat het mee kan nadenken over het toekomstige landschap?
Minister Beke heeft het woord.
In de meeste eerstelijnszones is de focus nu nog volledig gericht op corona en de vaccinaties. Op dit ogenblik zijn we bezig met het vaccineren van mensen met verminderde immuniteit. Morgen hebben we nog een nieuwe interministeriële conferentie (IMC) waarin we ook zullen spreken over het vaccineren van andere groepen, bijvoorbeeld de derde prik in de woonzorgcentra. Het werk daar is nog niet ten einde. Onze populatiemanagers zijn in de vaccinatiecentra nog druk bezig om daar waar er te lage vaccinatiegraden zijn, bij te werken. Vandaag hebben we de cijfers gehad over de vaccinatiegraden in het onderwijs. Die zitten behoorlijk goed: 83 procent voor de jongeren tussen 12 en 17 jaar en wat de leerkrachten betreft zitten we boven het Vlaamse gemiddelde. Herinner u de bespreking van vorige week toen de vraag gesteld werd: waarom hebt u het vaccineren niet in de scholen gedaan? Dat wordt vandaag in scholen gedaan, maar we zijn vooral in augustus begonnen om te vaccineren voor 1 september. Dat was voor ons ook een doordacht signaal om zoveel mogelijk mensen een eerste en zelfs al een tweede prik te geven, waardoor de scholen op een zo normaal mogelijke manier kunnen opengaan. Dat is ook een goede keuze gebleken.
We zien dat de viruscirculatie in Vlaanderen de voorbije twee weken, sinds de opening van de scholen, toch wel redelijk stabiel is gebleven. Dat is dus een juiste keuze geweest. Maar daarmee zijn we er natuurlijk nog niet. Er wordt ook volop gedacht aan de verdere werkzaamheden en de verdere ambities in die eerstelijnszones. En dat is een goede zaak.
Ik denk dat we over een aantal zaken verder moeten nadenken. Er worden ook al initiatieven genomen op vele vlakken, bijvoorbeeld rond mentaal welzijn, maar ook rond een aantal vlakken in de eerstelijnszones. Ze hebben die opdrachten sinds de zomer van vorig jaar gekregen en hebben daar ook het vertrouwen gekregen. Het is belangrijk om op die wave verder te gaan.
Wat het verduurzamen betreft: dat zijn een aantal oefeningen die we op dit ogenblik aan het doen zijn. Ik heb daar in een antwoord ook al over gesproken. Daar wil ik nu niet verder op vooruitlopen. Ik wil dat vooral samen met de stakeholders doen. Maar ik hoop dat we met de wind die men, door de omstandigheden gedwongen, in de zeilen heeft gekregen, op volle koers verder kunnen varen. Telkens als ik een burgemeester tegenkom of als ik lokaal een overleg heb, vraag ik hoe het zit met de samenwerking met de lokale besturen. Ik was zaterdag nog in Lokeren voor de inhuldiging van een nieuwe NMR-scanner (Nucleaire Magnetische Resonantie). Ook daar heb ik met de burgemeester en de schepenen over gesproken, en ik zie toch wel dat dat ten volle wordt opgepakt. De meeste lokale bestuurders erkennen bijvoorbeeld dat voor de zomer van vorig jaar de eerstelijnszones een beetje ver van hun bed waren. Daar stuurde men ofwel een schepen ofwel een ambtenaar naartoe. Maar nu staat dat bij hen ten volle op de radar. Ze willen daar zelf ook in een goed partnerschap mee werken. Ik denk dat dat een heel goede zaak is. En dat wens ik u, mevrouw Schryvers, ook in de opdrachten die u lokaal te wachten staan, heb ik gelezen, ook van harte toe.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik zal dat indachtig zijn.
We hebben vorig jaar een plots opstekende storm gekend. Daardoor hebben die eerstelijnszones, zoals u het hebt uitgedrukt, ineens de wind in de zeilen gekregen, noodgedwongen. Maar ik durf toch te zeggen dat ze van de nood een deugd hebben gemaakt. Het enthousiasme dat we daar gezien hebben en nog zien en de dynamiek moeten we echt definitief verankeren, niet enkel qua structuur, maar ook echt in de praktijk. Nu moeten we ze natuurlijk eerst nog de vaccinaties laten afronden. Want u hebt gelijk: de meeste lopen tot 15 oktober, maar het is nog niet helemaal afgewerkt. Maar ook van deze kant uit een heel grote dankjewel aan iedereen die zich daar mee voor heeft ingezet.
De vraag om uitleg is afgehandeld.