Report meeting Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vraag om uitleg over het op non-actief plaatsen van een sportverslaggever bij de VRT
Report
Mevrouw Segers heeft het woord.
Voorzitter, ik wil eerst zeggen dat ik het ongelooflijk fijn vind om elkaar opnieuw fysiek te zien na corona. We zijn nog niet post corona, maar laten we hopen dat we ons leven opnieuw kunnen opnemen en voortaan ook de goede dingen kunnen meenemen van het digitale in onze werkzaamheden.
Ik zal onmiddellijk van wal steken. Het is nog wat wennen om hier opnieuw fysiek te zijn.
Op 7 augustus, in volle zomer, toen bijna iedereen met vakantie was, zond Sporza op VRT de huldiging van de Belgian Cats uit na hun deelname aan de Olympische Spelen in Tokio. Dat was op het moment dat de Sporzaredactie natuurlijk op volle toeren draaide en had gedraaid de voorafgaande weken. Na afloop van de uitzending bleef de micro per ongeluk aanstaan. Er viel te horen hoe een journalist van de Sporzaredactie verschillende ongepaste, stigmatiserende, seksistische en homofobe uitspraken deed over de teamleden van de nationale vrouwenbasketbalploeg. Via sociale media reageerden verschillende luisteraars meteen verbolgen over de uitspraken. Ook de teamleden van de Belgian Cats reageerden verontwaardigd en vroegen de dag nadien met aandrang het ontslag van de sportjournalist. De VRT heeft de journalist ondertussen op non-actief gezet.
Het was trouwens niet de eerste keer dat de Sporzaredactie in het vizier kwam wegens ongepaste uitspraken tijdens de uitzendingen van de Olympische Spelen deze zomer. Want toen de Amerikaanse turnster Simone Biles zich uit een deel van de wedstrijd terugtrok wegens een grote druk op haar mentale welzijn, liet een commentator, een gastcommentator weliswaar, van Sporza zich hier schamper over uit. Ook hierbij distantieerde de VRT zich van de uitspraken van de commentator. Zo stelde de openbare omroep dat de opmerkingen die er werden gemaakt, niet stroken met de manier waarop de VRT en Sporza over mentale problemen denken.
Er is de dagen nadien veel te doen geweest over de hele kwestie. Daarom vond ik het wel belangrijk om een aantal vragen te stellen aan de bevoegde minister.
Minister, hebt u reeds contact gehad met de VRT naar aanleiding van de uitspraken die zijn gedaan tijdens de uitzendingen van de Olympische Spelen, weliswaar nadat het officiële gedeelte was afgesloten?
Welke engagementen hebt u van de VRT verkregen omtrent het vermijden dat zulke uitspraken, die volgens mij toch getuigen van een bepaalde cultuur binnen – misschien een deel van – de redactie die anno 2021 niet gepast is, zich nog zullen herhalen?
Hebben er u nadien nog andere verhalen of getuigenissen van seksisme en grensoverschrijdend of ongepast gedrag uit het Vlaamse medialandschap bereikt?
En ten slotte, zullen er vanuit de Vlaamse overheid initiatieven worden genomen om een meer inclusieve en gezonde werkcultuur in het medialandschap en op de redacties aan te moedigen?
Minister, ik dank u alvast voor uw antwoord.
De heer Slootmans heeft het woord.
Ik dank u, voorzitter. Eerst en vooral, ook van onzentwege is dit een oprecht blij weerzien. Veel succes en werkijver gewenst aan de collega’s en uiteraard ook aan de minister.
Wat de vraag betreft, is de situatie inderdaad al geschetst door collega Segers, al zou ik de classificaties die mevrouw Segers daaraan toe-eigent – ‘stigmatiserend’, heb ik gehoord, ‘homofoob’, ‘seksistisch’ – toch enigszins willen nuanceren. Ik heb de passage zelf een aantal keren beluisterd en wat ik daar hoorde, deed mij nu niet onmiddellijk van mijn stoel vallen. In de marge daarvan, mevrouw Segers: u haalt telkens naar ons uit als het gaat over de operationele taken van de VRT. Maar blijkbaar is dat wel zeer à la carte.
Wie een beetje realiteitszin heeft en al eens buitenkomt – ik zit zelf in het verenigingsleven, dus we hebben daar ook al eens over gesproken –: wat je daar hoort, correspondeert niet met wat we hier ter linkerzijde en op sociale media ter linkerzijde horen. En dan druk ik mij nog zeer zacht uit. De meest gehoorde reactie van de mensen is: ‘Als dat al niet meer mag, waarmee zijn we dan in godsnaam bezig?’ Vooral, die verontwaardiging kwam er op een moment dat Wallonië in watersnood verkeerde. Die verontwaardiging op dat moment over een dergelijk fait divers was toch wel bijzonder pertinent en eigenlijk ook pijnlijk voor de politiek.
Nu, los van onze persoonlijke appreciaties, blijkt inderdaad dat de man op non-actief is gezet. In de pers en op sociale media, ook ter linkerzijde, vernemen we dat men eigenlijk al luidkeels aan het roepen is om die man zijn ontslag. Dat gaat dan over een kleine, maar wel zeer luidruchtige minderheid.
Los van onze beschouwingen stelt zich wel de vraag op basis van welke interne regel of charter of artikel uit het arbeidsreglement men die man nu eigenlijk op non-actief heeft gezet en ook nog eens publiekelijk te schande heeft gemaakt. De enige fout die hij mijns inziens heeft gemaakt, is dat hij inderdaad zijn machine niet heeft uitgezet. Dat is inderdaad een foutje. Dat kun je hem verwijten. Maar dat kan mijns inziens toch geen reden zijn om na dertig feilloze dienstjaren botweg op non-actief te worden geplaatst of nog erger, zoals sommigen zouden wensen, die man aan de deur te zetten. Als je het arbeidsreglement bekijkt, lees je dat het in die context kan gaan over ongeschiktheid of onvoldoende prestaties. Dat zijn toch niet meteen classificaties die in het kader van dit dossier en deze case van toepassing zijn.
Minister, wat is uw appreciatie bij dit voorval? Op basis van welke regel, charter of artikel uit het arbeidsreglement is men tot een dergelijke verregaande sanctie overgegaan? Wat zijn de bijkomende stappen door de VRT in dit specifieke dossier? Welke stappen worden in het vooruitzicht gesteld? Ik denk dat dat wel een antwoord is waar heel wat mensen graag duidelijkheid over geschapen zouden zien.
Minister Dalle heeft het woord.
Voorzitter, collega's, het is heel fijn om jullie te kunnen terugzien en rechtstreeks te kunnen discussiëren en vragen te beantwoorden. Dat is toch helemaal anders dan via Zoom. Heel fijn dat dat opnieuw kan.
Over het geval van de uitspraken van Eddy Demarez over de Belgian Cats is al heel veel inkt gevloeid. Voor mij zijn er drie elementen die belangrijk zijn. Ten eerste vind ik dat er hier nogal relativerend wordt gedaan over de uitspraken. Ik denk dat dat niet aan de orde is. Ik denk dat dat heel duidelijk ongepaste uitspraken waren, die kwetsend waren, die stigmatiserend waren. Ik vind dat we dat zeker niet mogen relativeren. Dat is duidelijk een fout van de betrokkene. Ik heb dat zelf ook zo verklaard en de VRT heeft dat ook zo verklaard. Bij de VRT is geen plaats voor dit soort uitspraken. De VRT moet er zijn voor iedereen, voor alle Vlamingen en Brusselaars die daarin geïnteresseerd zijn.
Trouwens, een klein zijsprongetje: ik ben ook minister van Jeugd. En wat ik in al mijn gesprekken met jongeren hoor, is dat het allerbelangrijkste voor hen is dat ze kunnen zijn wie ze zijn, wie ze willen zijn, en dat daar ook respect voor is en dat ze daar niet voor beoordeeld worden. Dit soort uitspraken draagt daar niet aan bij. Dat is dus niet oké. Dat kan alleen maar veroordeeld worden.
De volgende vraag is dan natuurlijk hoe je daarmee omgaat als mediabedrijf. U weet dat de heer Demarez vandaag op non-actief staat, maar ik begrijp van de VRT-directie dat dit dossier zeer ernstig wordt opgevolgd en dat men daar aan het bekijken is welke gesprekken nog mogelijk zijn, bijvoorbeeld met de Belgian Cats, en hoe dat verder wordt gedaan. Dat is natuurlijk een zaak van operationeel personeelsbeleid. Dat is niet jullie of mijn verantwoordelijkheid, maar ik heb er vertrouwen in dat dat op een goede manier wordt opgevolgd.
Ik heb eerder ook al aangegeven dat ik denk dat we moeten opletten voor een samenleving waar één fout al leidt tot zeer drastische gevolgen en waar je ook heel snel veroordeeld wordt op sociale media. Het gaat hier over een meneer van vlees en bloed, met een indrukwekkende loopbaan, die toch wel zeer gewaardeerd wordt, ook door de kijkers en de mediagebruikers. Ik denk dat zo iemand ook een tweede kans kan verdienen, maar het is, zoals gezegd, aan de VRT om dat op te volgen.
Er werd ook gevraagd over welke bepalingen in het arbeidsreglement het dan gaat en dergelijke. De VRT-directie deelt mij mee dat het gedrag van de betrokken VRT-medewerker en -medewerkers niet in overeenstemming is met het integriteitscharter en de daaruit afgeleide integriteitscode. De tien geboden voor sociale media of andere richtlijnen zijn hier niet van toepassing.
Het is nu aan de VRT om te bekijken hoe ze daar verder mee omgaan. Maar als er effectief oprechte excuses zijn, als er een goed gesprek is, dan zou bijvoorbeeld een ontslag heel duidelijk een disproportionele sanctie zijn.
Ik wil er nog iets aan toevoegen, namelijk dat het naïef zou zijn om te denken dat dit soort problemen samenhangt met één enkele persoon. Op de Sporzaredactie, net als in heel de VRT, net als in andere mediabedrijven, net als in onze hele samenleving, zijn er nog grote stappen van verbetering mogelijk op het vlak van organisatiecultuur, op het vlak van respect voor ieders identiteit en voorkeuren, op het vlak van diversiteit. Ik reken er dus op – en dit is eigenlijk ook een oproep, niet alleen aan de VRT maar aan de hele mediasector, als minister van Media, maar eigenlijk ook breder aan de samenleving – dat er heel ernstig met dit soort zaken wordt omgegaan en dat er wordt ingezet op cultuurverandering, cultuurverbetering die kan bijdragen tot meer diversiteit op de redacties, op alle mogelijke vlakken, en meer respect voor de eigenheid van iedere medewerker en uiteraard van de personen met wie men contact heeft. Dat is misschien een uitdaging op de Sporzaredactie, maar ik ben ervan overtuigd dat het een uitdaging is in heel veel bedrijven in ons land, en trouwens niet alleen in bedrijven, maar ook onder ons. Collega Slootmans, u verwijst naar wat men op café zegt. Uiteraard. Het is des mensen om dat soort zaken te zeggen. Maar dat is nog geen reden om dat ook goed te vinden. Ik denk dat we daar nog een lange weg af te leggen hebben.
Er is ook gepeild of er mij andere getuigenissen hebben bereikt. Er zijn geen specifieke vragen op dat vlak.
En er is ook gevraagd wat wij nog verder zouden ondernemen. Ten eerste denk ik dat dit niet alleen een zaak is van de politiek of van de minister, maar van de hele samenleving. In die zin reken ik, zoals gezegd, op de VRT, maar ook op de andere mediabedrijven om daar stappen rond te zetten. Ik kan u meegeven dat vorig jaar, op het eerste overlegplatform in het kader van het sociaal charter voor de mediasector, ook inclusie en diversiteit en respect voor de eigenheid van mensen een van de thema's was die besproken zijn. Ik heb toen ook aan de sector aangegeven dat het absoluut noodzakelijk is dat er acties worden ondernomen. We hebben dat trouwens al besproken in deze commissie. En eind deze maand komen de verschillende betrokkenen van de sector bijeen in het overlegplatform Welzijn en Inclusie. Daar zal een voorstel voor een actieplan op tafel worden gelegd. Het is de bedoeling dat dit actieplan ook zal worden uitgerold bij verschillende mediaspelers. Ik dank u.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik denk dat u op de juiste manier reageert. Maar ik denk dat we naar aanleiding van deze specifieke case toch eens dieper moeten gaan.
Collega van het Vlaams Belang, ‘point taken’. Wij noteren dat ronduit seksistische, homofobe uitspraken voor u volkomen oké zijn en dat het voor u een fait divers is wanneer topsporters, onze Belgian Cats, na zo'n lange periode, zestig dagen quarantaine, waarin ze topprestaties hebben neergezet in de Olympische Spelen, uren op het vliegtuig zitten richting België, uitstappen uit het vliegtuig en dan zo'n kwetsende zaken moeten horen, niet over hun prestaties, maar over hun persoon, over wie ze zijn, vrouw en behorend tot de lgbtq-gemeenschap (lesbian, gay, bisexual, transgender, queer (or questioning)). Ik vind dat schokkend.
Wat de case betreft, gaat het voor mij niet om de betreffende redacteur, de journalist op zich. Ik denk dat dat ook voor hem achteraf beschouwd een heel pijnlijk incident moet zijn geweest. En ik kan mij ook inbeelden dat hij het daar nu zelf bijzonder zwaar mee heeft.
Maar ik denk dat er wel veel werk voor de boeg is binnen de VRT. Ten eerste, ten aanzien van de betreffende journalist. Hij is nu op non-actief gezet. Als hij een tweede kans krijgt – en ik denk ook dat dat mogelijk moet zijn –, dan moet er wel een traject voor hem worden uitgestippeld, in nauw overleg met hem, over hoe men voor hem persoonlijk die cultuurswitch kan maken.
Maar, ten tweede, zijn die uitspraken van die persoon volgens mij de uiting van een cultuur binnen een bepaald deel van de Sporzaredactie – misschien van de hele VRT, maar dat is maar een vraag die ik stel. Dan moeten we daar oog voor hebben en dan moet daaraan worden gewerkt.
Ten derde, die cultuurswitch is nodig. De vraag is wat de VRT daaromtrent zal ondernemen. Minister, in 2019 is er een welzijnsenquête uitgevoerd. Die gaf bijzonder choquerende resultaten. 17 procent van de medewerkers voelt zich soms beledigd en belachelijk gemaakt. 8 procent wordt geconfronteerd met fysiek of emotioneel geweld. 6 procent van de medewerkers wordt geconfronteerd met ongewenst seksueel geweld binnen de VRT. Dat was in 2019.
Er is toen afgesproken dat die enquête zou worden herhaald in 2021. Ik heb begrepen dat dat niet is gebeurd, allicht vanwege corona, hoewel ik denk dat het uiteraard net belangrijk was geweest om die enquête dit jaar zeker uit te voeren. Er werden toen ook een aantal acties aan gekoppeld, preventiemaatregelen. We hebben die opgesomd gekregen: normering, drempelverlaging, aanmelding, sensibilisering, responsabilisering, begeleiding van coaches, gerichte onderzoeken. Minister, wat is er gebeurd met al die acties die de VRT toen heeft vooropgesteld? Wordt er gepland om die welzijnsenquête opnieuw uit te voeren?
De heer Slootmans heeft het woord.
Minister, het stemt me tevreden dat u aangeeft dat een ontslag een disproportionele sanctie zou zijn. Maar de vraag is wat de volgende stap zal zijn in dit dossier. U zegt dat er een actieplan komt. Maar concreet, wat de heer Demarez betreft, is er eigenlijk geen antwoord gekomen.
Ik zou u willen aangeven om het goelagtraject, het heropvoedingstraject dat mevrouw Segers voorstelt, zeker niet in ogenschouw te nemen. Wat dat betreft zijn er nog zekerheden.
Ik begrijp inderdaad dat dit tot het operationeel personeelsbeleid van de VRT behoort. En het is inderdaad zo – en gelukkig maar – dat de gedelegeerd bestuurder het recht heeft om zijn eigen personeelsbeleid te voeren. Dat laat het Mediadecreet hem natuurlijk ook toe. Maar dat betekent niet dat hij zich daarbij niets moet aantrekken van het arbeidsrecht. Dat nu zelfs Unia heeft aangegeven dat zij geen juridische actie zullen ondernemen, bewijst toch dat het dossier tegen deze man bijzonder flinterdun is. En ik begreep uit een eerdere communicatie van u dat u, op geheel katholieke en christelijke wijze, die ik ten zeerste waardeer, vindt dat iedereen een tweede kans verdient. De vraag rijst, na anderhalve maand, wanneer men hem die vergiffenis zal gunnen. En op die vraag hebben we eigenlijk geen antwoord ontvangen.
In de marge heb ik nog een bijkomende vraag. Het viel mij op dat ‘in the heat of the moment’ heel wat VRT-collega's eigenlijk bijzonder laf en oncollegiaal publiekelijk de heer Demarez een mes in de rug hebben gestoken. Ze vonden het echt nodig om op de meest choquerende manier uit te halen naar een collega die al dertig jaar dienstdoet op de VRT. Het is in die context dat mijn vraag over de tien geboden van de sociale media was gesteld. Artikel 8 van de tien geboden van sociale media stelt – en dat bindt alle VRT-medewerkers –, ik citeer: “Maar je moet toch vermijden om mensen te kwetsen of te beledigen.” En daarbij aansluitend: “Haal niet uit naar collega's.” Ik weet niet of u gelezen hebt wat er allemaal is rondgestrooid op sociale media door een aantal collega's. Ik zal hun namen niet noemen. Maar goed, dat was wel weerzinwekkend. En ik vrees dat die uithalen, dat de ruzie die daar werd gestookt, eigenlijk veel kwalijker en schadelijker zal zijn voor de VRT dan een schunnig mopje. In een ruziënd café komt niemand binnen. Ik verneem graag van u, minister, of er in het kader van artikel 8 dat ik zojuist citeerde sancties zullen worden getroffen of andere maatregelen ten aanzien van diegenen die dat te berde hebben gebracht.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Ik dank beide vraagstellers om dit voorval hier in dit parlement opnieuw onder de aandacht te brengen, elk vanuit een andere overtuiging. Het zal u niet verbazen dat ik de vraagstelling van collega Segers enorm waardeer, en slecht word van wat u hier, mijnheer Slootmans, zegt.
Maar eerst richt ik mij tot de minister. Ik denk dat uw houding in dit parlement de juiste is. Het is niet onze taak om de VRT op te leggen hoe hierin op te treden. Wat ik vooral een heel goede zaak vind in wat u aanhaalt, is dat u een structureel inclusiebeleid wilt voeren. Het sociaal charter voor de audiovisuele sector is heel goed. Want het gaat hier inderdaad niet alleen maar om dit ene concrete incident. Maar het toont aan dat er toch een bepaalde heersende cultuur is binnen bepaalde redacties. Ik wil hier uiteraard niet veralgemenen. Maar er heerst toch een bepaalde cultuur waar we van af moeten geraken.
Er is gisteren nog een studie van de VUB in de pers verschenen waaruit blijkt dat de redacties voornamelijk bestaan uit 50-plussers, mannelijke, witte redactieleden. Tja, dan is het natuurlijk moeilijk om ook diversiteit in de praktijk te krijgen. We moeten echt naar een mentaliteitsverandering gaan.
Mijnheer Slootmans, u zegt dat u niets verkeerds hebt gehoord. Ik vraag me dan echt af of wij datzelfde fragment hebben gehoord en of u hier kunt ontkennen dat dat gaat over puur seksisme, pure lesbofobie. Dat kan er bij mij echt niet in. U zegt dat de enige fout die de heer Demarez heeft gemaakt, is dat hij zijn machientje niet heeft afgezet. Maar meent u dat nu echt? Dat begrijp ik niet. Dus u had geen probleem met die uitspraken.
Wel, met uw tussenkomst hier toont u opnieuw aan wat de ware aard is van u en uw partij, wat jullie ware kijk is op holebi’s en transgenders. (Opmerkingen van Klaas Slootmans)
Dat was gisteren in de commissie Sport trouwens ook opnieuw duidelijk, toen het ging over maatregelen binnen de voetbalsector. Daar heeft uw partij opnieuw getoond wat voor jullie belangrijk is.
Want hiermee plaatst u zich niet aan de kant van de slachtoffers, maar opnieuw aan de kant van de daders. Dat is heel problematisch. U en uw partij zeggen daarmee impliciet dat er eigenlijk geen probleem is met lesbofobie en met het discrimineren van transgenders. En dat zagen we deze week opnieuw. Op de sociale media was er een collega van uw partij, een federaal parlementslid dat ook lid is van Schild & Vrienden – dat dan weer deel uitmaakt van een brede internationale antigender-, anti-lgbt-beweging – die een kandidaat van een populair programma op VTM aan het ridiculiseren was, omdat ze vertelde over haar transgenderproces. Het is ondertussen heel duidelijk – en het wordt elke keer duidelijker – dat uw partij niets voorheeft met transgenders en holebi's, dat u onze groep alleen maar kunt misbruiken om te polariseren en voor uw haatdragende verhaal te spannen. En verder laat u geen enkele kans onbenut om holebi's en transgenders te ridiculiseren, te stigmatiseren. Dat vind ik enorm kwalijk, en dat hebt u vandaag opnieuw duidelijk gemaakt.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Het gros van de collega's heeft al duidelijk aangehaald dat dergelijke uitspraken, zulke aangebrande uitspraken, niet kunnen, niet op de openbare omroep, maar wat mij betreft ook niet gewoon op café. Ik denk dat collega Van de Wauwer heel terecht reageert op de opmerking dat de enige fout is dat hij zijn machine niet heeft afgezet. Wij delen die mening overigens.
De VRT heeft er goed aan gedaan om de medewerker op non-actief te plaatsen om rustig de situatie uit te klaren. Begrijp me niet verkeerd: overmoedig en te snel beslissingen uitvoeren, zou geen goed idee zijn geweest. De Belgian Cats zijn ondertussen ook teruggekomen op hun vraag om die persoon te ontslaan. Het is een goede zaak dat enerzijds de verslaggever beseft dat zijn uitspraken ongepast waren en dat anderzijds de mogelijkheid tot dialoog er nu is. Dat is een heel erg goede zaak, niet alleen binnen de VRT, maar in het breder kader.
Tegelijkertijd denk ik dat het niet aan de Vlaamse overheid is om campagnes te lanceren over zaken over een inclusieve werkcultuur. Wel ben ik ervan overtuigd dat dit een uitgelezen kans is voor andere zaken. Het is bijna dag op dag een jaar geleden dat er een gigantische hetze was over schermgezichten van wie er naaktfoto's en filmpjes gelekt raakten. We herinneren ons allemaal nog deze situatie. Ik heb toen in deze commissie aangehaald dat dat een moment was om vast te grijpen, om daarrond te werken en te gaan sensibiliseren. Ook dit eigenste voorval kan een katalysator zijn. Niet om met een vermanend vingertje te gaan zeggen: ‘Nee, die uitspraak mag niet’, maar om daarover in gesprek te gaan: waarom is dit soort uitspraken ongepast, waarom zorgt dit voor dergelijke commotie en dergelijke gevoelens? – dat soort zaken.
Minister, u verwees naar het actieplan dat wordt uitgewerkt. Ik vroeg mij enerzijds af: wordt dit daarin meegenomen? En anderzijds: op welke manier zal er na dit voorval worden gemonitord aan remediëring? Zit dat ook in dat actieplan? Ik dank u alvast heel erg voor uw antwoord.
Minister, ook ik wil nog een aanvullende vraag stellen. Ik ben het ook helemaal eens met de collega's die zeiden: ‘Na zestig dagen quarantaine en inzet voor ons land, thuiskomen en zulke persoonlijke uitspraken horen ...’ Ik vond dat ook ongelooflijk pijnlijk, ik vond dat eigenlijk vreselijk. Maar goed, de gesprekken daarover zijn aangegaan. De maatregelen zijn genomen.
Het zal de VRT wellicht niet echt goed hebben gedaan, ook intern. U zegt dat u een structureel inclusieplan zult uitrollen voor de hele audiovisuele sector. Hebt u er weet van hoe men dit op de VRT nu aanpakt en wat de maatregelen daar zijn? U zou kunnen zeggen dat dat een zaak is van de VRT. Maar in onze beheersovereenkomst staat toch wel ook heel duidelijk dat wij inzetten op die integriteit en diversiteit. Mijn vraag is dus: zijn er plannen? Ik geloof dat de VRT zelf had gezegd dat er een soort nieuw diversiteitsplan op stapel staat. Weet u daarvan? Hoever staat het daarmee? Bent u daarbij betrokken? Weet u welke acties daarin zullen zitten? Want ik denk inderdaad dat er geleidelijk aan, en zonder de polarisatie op te kloppen, toch moet worden gewerkt aan een andere cultuur, een cultuur die wel duidelijk stelt dat het kunnen zijn wie je bent, die diversiteit, een meerwaarde is, dat we dat moeten omarmen, eerder dan zoals de heer Slootmans heeft gedaan nog een beetje olie op het vuur te gieten. Mijn bijkomende vraag is: hoe zit het met dat diversiteitsplan bij de VRT?
Minister Dalle heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter en collega's, voor de verdere opmerkingen en vragen.
Collega Slootmans, u verwijst naar het arbeidsrecht. Ook op dat vlak denk ik dat het niet aan de regering is om te bepalen hoe het arbeidsrecht moet worden toegepast. Net als het personeelsbeleid zelf is het arbeidsrecht een zaak tussen de werkgever en de werknemer. En mochten daar fouten zijn tegen het arbeidsrecht – waarvan ik, voor de duidelijkheid, geen enkele indicatie heb –, dan zal het ook niet aan de regering zijn om daar uitspraken over te doen. Dan zal het desgevallend aan de bevoegde rechtbanken zijn. Op dit moment is dat niet aan de orde.
U vraagt ook wanneer er vergiffenis komt voor de betrokkene, voor Eddy Demarez. Dat is een mooie christelijke term. Dat kan ik als minister natuurlijk niet geven. Ik ben niet betrokken in die zaak. Dat moet bepaald worden tussen de betrokkenen. Er zijn al excuses geweest. Ik denk dat oprechte excuses belangrijk zijn. De reactie van de Belgian Cats daarop is ook belangrijk. Ik begrijp ook van de VRT dat daar nog gesprekken zullen komen. En ik hoop dat dat een goed resultaat geeft.
Wat artikel 8 van de tien geboden voor sociale media betreft, ben ik niet op de hoogte van sancties op basis van dat artikel.
Ik ga dan verder naar de vraag van collega Segers en andere collega's naar wat de VRT nu gaat doen. Het is uiteraard zo dat deze thematiek vroeger al hoog aangestipt stond in het hr-beleid van de VRT. En met de nieuwe beheersovereenkomst is dat nog eens versterkt. Maar ik heb van de VRT-directie begrepen dat zij die inspanningen nog zullen versnellen, ook rekening houdend met dit voorval, om er effectief voor te zorgen – en ik vind dat een goede term, collega Perdaens – dat dit geval ook iets positiefs met zich kan meebrengen en dat het een katalysator kan zijn om de inspanningen, die er voor de duidelijkheid al zijn binnen de VRT, nog te versterken en te versnellen.
Over de enquête, collega Segers, heb ik geen nadere info. Ik kan zeker navragen wat daar de stand van zaken van is. In elk geval is mij verzekerd dat alle nodige inspanningen gebeuren. Als een enquête daarbij helpt, zullen we dat ook zien.
We werken de komende maanden heel hard aan het ruimere diversiteitsbeleid en de planning voor heel de mediasector. Er is ook een actieplan, niet echt rechtstreeks gelinkt, maar dat toch ook in dezelfde sfeer zit, rond grensoverschrijdend gedrag, waaraan we aan het werken zijn, samen met partners als Mediarte en het Vlaams Audiovisueel Fonds. Daar zullen we later op het jaar zeker nog meer info over kunnen geven.
Ik kom nog eens terug op de basispunten van deze kwestie. Ten eerste denk ik dat het heel belangrijk is dat ook hier in deze commissie Media de overgrote meerderheid van de commissie duidelijk aangeeft dat dit soort uitspraken niet voor herhaling vatbaar is en dat dit echt niet door de beugel kan. En ten tweede hoop ik ook dat breder maatschappelijk, maar ook in dit geval, er in de samenleving nog ruimte is voor wat mededogen. Ik denk dat we allemaal fouten maken, soms kleine fouten, soms grotere fouten. Er moet ook nog plaats zijn voor een tweede, een derde en zelfs een vierde kans. Ik denk dat het belangrijk is dat we dat in deze commissie ook nog eens bevestigen.
Zoals gezegd, reken ik erop dat zowel de VRT als de andere mediabedrijven daar de komende maanden hard verder aan blijven werken. Want het gaat uiteindelijk over een cultuuromslag, een cultuurverandering. Mensen die ervaring hebben met management weten dat dat het moeilijkste is wat er is. Maar ik ben er ook van overtuigd dat de verschillende spelers er zich terdege van bewust zijn dat dit een heel belangrijke thematiek is om aan te pakken in hun respectieve bedrijven.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Dank u wel, minister.
Mijnheer Slootmans, ik wil ook nog eens zeggen hoe gechoqueerd ik ben dat u hier zo openlijk uw ware gelaat toont dat u gewoon ronduit homofoob bent.
Minister, het is zeer goed dat u zegt dat we moeten kijken naar een actieplan voor een globaal inclusiebeleid voor de media. Het is ook goed om te vernemen dat de VRT daar ook zelf alvast versneld werk van wil maken. Ik kijk ernaar uit op welke manier ze dat gaan doen. Ik denk dat dat zeer bottom-up zal moeten gebeuren.
Misschien is het ook een idee om expliciet te kijken naar het bestaande sociale charter voor de audiovisuele media, om daar een bepaling in op te nemen voor het engagement van mediabedrijven voor een inclusief beleid, en bijvoorbeeld ook sterker in te zetten op integriteitscodes die al bestaan binnen de VRT en die zelfs al aangescherpt zijn, maar die naar mijn denken veel te weinig bekend zijn op de werkvloer. Ik denk dat er op het communicatievlak van die integriteitscode nog werk op de plank ligt, ook op het vlak van sensibilisering en responsabilisering.
Ik wil u ook vragen om met de VRT op te nemen of de welzijnsenquête, die in 2019 is uitgevoerd en die om de twee jaar zou gebeuren, toch nog dit jaar kan worden herhaald – want dat was toen een nulmeting – en ook te vragen om de uitvoering van het actieplan te versterken.
En dit wil ik ook nog echt gezegd hebben: ik heb deze zomer op Sporza, bij de uitzendingen van de Olympische Spelen, echt gezien dat de Sporzaredactie heel wat inspanningen heeft gedaan om aandacht te besteden aan vrouwen in de sport, vrouwensporten, voor de schermen, vrouwelijke commentatoren, experten. Ik heb dat gezien. Het was dus des te pijnlijker om die uitschuiver te zien, net op het laatste moment. Dat had niet mogen gebeuren. Ik heb het gevoel dat Sporza er wel echt mee bezig is. Iemand heeft ernaar verwezen hoe belangrijk het is om diversiteit op de werkvloer te hebben. Sporza heeft 72 voltijdequivalenten (vte’s), waarvan maar 12 vrouwen. Dat is weinig. Ik denk dat de VRT dat aantal van 12 vrouwen graag wil opkrikken naar 35, maar zij zitten natuurlijk ook binnen een besparingslogica. Mensen worden niet meer vervangen wanneer ze met pensioen gaan. Mijn laatste oproep is dus, minister: de VRT heeft al bijzonder sterk bespaard, dus ik hoop dat in de hele idee van het dichtrijden van het gat in de begroting van Vlaanderen, de VRT daar de komende jaren verder van gespaard gaat worden. Want ik denk niet dat er nog veel vet op de soep ligt. Als de VRT werk wil maken van die diversiteit op de werkvloer, die zo essentieel is, dan moet ze niet in een verder besparingstraject geduwd worden.
De heer Slootmans heeft het woord.
Men legt mij hier een aantal woorden in de mond. Ik heb niet gezegd dat er niets verkeerd liep. Ik heb gezegd dat het een fait divers is, ik heb gezegd dat het cafépraat is. U moet maar eens in Liedekerke naar café Het Kerkzicht komen, mevrouw Segers. (Opmerkingen)
Kom eens buiten. Dat zou ik jullie eigenlijk wel eens willen aanraden. De beroepsgechoqueerden met hun lange tenen hier, daar hebben de mensen het echt wel mee gehad. Ik ben heel mijn leven uitgescholden voor wittekop. Het gaat wel met mij, hoor, eerlijk gezegd.
En ik heb hier absoluut geen lessen te krijgen in holebirechten. Jullie zijn al jaren de grootste importeurs van holebihaat, getuige de recente gebeurtenis van afgelopen weekend met Riadh Bahri. Ik moet daar geen tekeningetje bij maken.
Minister, u herhaalt het hier – en dat siert u – dat u effectief, de christelijke filosofie indachtig, vindt dat wie om vergiffenis vraagt, daar ook recht op heeft. Een andere christelijke gedachte is dat wie zonder zonde is, de eerste steen werpe. Dat is misschien een suggestie die u niet alleen aan de VRT kunt meegeven, maar ook hier aan een aantal collega's.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.