Report meeting Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vraag om uitleg over sportclubs die een coronacertificaat verplichten
Report
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, in de media duiken steeds meer berichten op van Vlaamse sportclubs die op eigen houtje beslissen om hun leden te verplichten een Covid Safe Ticket (CST) voor te leggen alvorens hen toe te laten. We hebben kunnen lezen dat u die beslissing van de sportclubs steunt. Dat stond in Het Nieuwsblad van 25 augustus. Ik citeer: “Clubs kunnen nu eenmaal zelf regels uitvaardigen en daarbij altijd kiezen om nog strenger te zijn dan de geldende regels. Een café zou bij wijze van spreken ook een Covid Safe Ticket kunnen vragen aan elke klant die binnen wil komen. Wie het niet eens is met het reglement van de club, moet maar geen lid zijn van de club.”
Op basis van het huidige samenwerkingsakkoord is het Covid Safe Ticket echter expliciet beperkt tot massa-evenementen en pilootevenementen. De Gegevensbeschermingsautoriteit reageerde als volgt: “Volgens onze lezing van het samenwerkingsprotocol tussen de federale staat en de gemeenschappen over het gebruik van een Covid Safe Ticket is het sportclubs niet toegestaan om die op te vragen bij de leden. De coronapas mag enkel opgevraagd worden om iemand al dan niet toegang te verschaffen tot massa-evenementen en pilootprojecten.” Ook de kennisdatabank volgt die lijn.
Ik heb dus een paar vragen, minister. Blijft u bij uw standpunt dat elke Vlaamse sportclub individueel mag beslissen om een Covid Safe Ticket al dan niet te verplichten voor hun leden? Zo ja, waarop baseert u die positie dan? Is uw standpunt gericht op indoor of outdoor sporten? Hebt u er in het kader van het nieuwe samenwerkingsakkoord ook voor gepleit om een verplicht Covid Safe Ticket voor leden van sportclubs in te voeren? Zo neen, waarom niet? En zult u de huidige communicatie van de Vlaamse Sportfederatie naar de clubs, met name dat een coronacertificaat verplichten niet toegelaten is, bijsturen?
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister, ik heb een gelijkaardige vraag als de collega, maar meer toegespitst op een specifiek geval van deze zomer, waarbij wat heisa is ontstaan rond het feit dat een jiujitsuclub in Blankenberge niemand wou toelaten die geen coronacertificaat had of wou voorleggen. Nochtans is het zo dat volgens de Vlaamse Sportfederatie de Vlaamse sportclubs daar niemand toe mogen verplichten. De vechtsportclub uit Blankenberge besliste echter op eigen houtje om strenger te zijn dan wat de overheid voorschrijft.
Naar aanleiding van die zaak hebt u gereageerd door te stellen dat u daar eigenlijk geen problemen in ziet en dat clubs altijd strenger mogen zijn dan wat de overheid voorschrijft. U deed daarbij uitspraken die daarnet ook door mevrouw Lambrecht zijn weergegeven. En dat is natuurlijk uw goed recht, minister, maar toch benadrukt de Vlaamse Sportfederatie dat het hier om gezondheidsgegevens gaat en dat, gezien de AVG-regelgeving (Algemene Verordening Gegevensbescherming), dit toch wel een erg specifieke persoonsgebonden en bijgevolg delicate categorie van gegevens is.
De koepel van Vlaamse sportfederaties stelt letterlijk: “Er mogen geen gevolgen gekoppeld worden aan het al dan niet geven van een toestemming voor deze gegevensverwerking.” Dat is een duidelijke stellingname vanwege de Vlaamse sportfederaties. Iemand niet toelaten op een sportclub vanwege dergelijke gevoelige gegevens kan dus niet, punt.
Ik heb daarom de volgende vragen. Waarom volgt u de redenering van de Vlaamse sportfederaties niet? Is er hieromtrent overleg geweest? Indien dat niet zo zou zijn, had ik graag vernomen waarom dat niet gebeurd is. En tot slot had ik graag vernomen of u ondertussen eventueel uw mening hebt bijgesteld en welke initiatieven u in dit verband hebt genomen.
Minister Weyts heeft het woord.
Voor alle duidelijkheid: ik heb gezegd dat ik er wel begrip voor toon. Steun, dat lijkt mij nogal een overtreffende trap van de notie begrip.
Maar u hebt wel gelijk. Er is natuurlijk de juridische vraag of een club op juridische gronden de persoonsgegevens die vervat zitten in het Covid Safe Ticket, in de huidige stand van de regelgeving mag opvragen op basis van de geldende regelgeving, in casu het ministerieel besluit of het samenwerkingsakkoord tussen het federale niveau en de gemeenschappen betreffende het gebruik van het Covid Safe Ticket. En daar is het antwoord inderdaad uitdrukkelijk ‘neen’. Clubs kunnen in het kader van de toegang tot reguliere sportactiviteiten niet zomaar de persoonsgegevens die vervat zitten in het Covid Safe Ticket van hun leden opvragen. Daar was inderdaad wel wat verwarring rond.
Het ministerieel besluit of samenwerkingsakkoord biedt op dit moment niet de mogelijkheid om het CST te gebruiken voor sportactiviteiten. De herwerkte versie van het samenwerkingsakkoord voorziet wel in een uitbreiding van sectoren waarin het CST zou kunnen worden toegepast, waaronder ook sport. Maar deze herwerkte versie is nog niet definitief. Zodra dit het geval is, dient deze mogelijkheid desgevallend geactiveerd te worden. Maar het is inderdaad waar dat op de huidige juridische gronden een CST niet als een uitsluitend instrument kan worden gebruikt door een club.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, u zegt dat de herwerkte versie van het samenwerkingsakkoord duidelijk in de mogelijkheid voorziet. Zult u dat als minister van Sport op het overleg met het federale niveau actief steunen? Als u dat steunt, zal dat er hopelijk of wellicht kunnen komen.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister, ik ben blij dat u niet ontkent dat er inderdaad een probleem is met de persoonsgegevens, zoals ik heb aangegeven in het kader van deze problematiek. Op de huidige juridische gronden is er inderdaad een probleem. U hebt de oplossing geschetst. Hebt u daar een concrete timing voor?
Minister Weyts heeft het woord.
Voor de timing is natuurlijk alles afhankelijk van het goedkeuringsproces van het samenwerkingsakkoord enerzijds, maar anderzijds is sport geen eiland. De vraag is dus wat het Overlegcomité zal beslissen met betrekking tot het CST, tot de algemene toepassing ervan. We moeten daar in lijn zijn met wat we in de rest van de samenleving zouden beslissen. Ik ben geen voorstander van het verplichte CST. Mij lijkt het evident dat als er een mogelijkheid wordt geboden op grond van vrijwilligheid, dat evenementorganisatoren of, in dezen, sportclubs, dat CST zouden mogen gebruiken zoals in de rest van de samenleving, en dat ook sportclubs dat desgevallend op vrijwillige basis zouden kunnen doen. Maar, opnieuw, ik denk dat we ervoor moeten zorgen dat in de sportwereld de omgang met dat CST in lijn is met de rest van de samenleving.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Ik mag geen vraag meer stellen, maar als ik het goed begrijp is vrijwillig niet verplicht, dus?
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.