Report meeting Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Report
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega's, ik probeer het enthousiasme in deze commissie te houden.
Roken is slecht voor de gezondheid: daar moeten we elkaar niet meer van overtuigen. Toch stellen we vast dat veel mensen blijven roken, maar ook dat jongeren starten met roken op jonge leeftijd. Dat probleem blijft. Ondanks het feit dat de gemiddelde beginleeftijd voor roken met één jaar is gestegen ten opzichte van 2010-2011, ondertussen toch tien jaar geleden, blijft er een stijging te zien in het aantal jongeren dat rookt.
Als er gevraagd wordt waarom jongeren roken, dan krijg je allerlei motivaties: sociale groepsdruk, een tegenslag, maar ook nog altijd het voorbeeld van ouders die roken. Wanneer we 14-jarigen een sigaret zien opsteken, moeten de alarmbellen afgaan. Het is niet alleen ongezond voor de jongere zelf, maar ook voor de omgeving. Je hebt ook nog eens de verslavingsproblematiek die erbij hoort en de financiële middelen die letterlijk in rook opgaan. Maar blijkbaar is dat allemaal niet genoeg om er niet aan te beginnen.
Professor Lardon, kankeronderzoeker, kwam daarom met de oproep om in te zetten op een rookvrije generatie. Hij doet die oproep naar aanleiding van een wetsvoorstel dat in Nieuw-Zeeland op tafel ligt. Dat stelt dat iedereen die geboren is na 2004 niet meer in contact mag komen met tabaksproducten. Minister, ook u en deze meerderheid zet in op een rookvrije generatie. Dat is terug te vinden in de beleidsnota en u benadrukte dat in uw antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 785. In de beleidsnota is opgenomen dat kinderen geboren vanaf 2019 rookvrij moeten kunnen opgroeien en niet beginnen met roken. We zetten ook in op de verslavingsproblematiek en zien die ruimer dan enkel roken: het gaat ook over drugs, alcohol, gokverslaving, gaming en psychoactieve medicatie. Ik wijs er maar even op dat het in Nieuw-Zeeland gaat over het geboortejaar 2004 en in Vlaanderen over 2019, wat toch vijftien jaar verschil is. Maar dit terzijde.
Als antwoord op mijn schriftelijke vraag gaf u aan: “Binnen de schoot van de Algemene Cel Drugs zal gewerkt worden aan een beleidsnota rond een interfederaal tabaksbeleid met het oog op een rookvrije generatie.” Daarnaast wordt er ook ingezet op vier preventiestrategieën, namelijk educatie, omgevingsinterventies, afspraken en regels, en zorg en begeleiding.
Minister, hoe ziet u een gezondheidsbeleid dat bestaat uit die vier preventiestrategieën? Welke elementen vindt u belangrijk in het beleid? Waarom stel ik u die vraag? Omdat we in het verleden ook op die vier pijlers hebben gewerkt, maar we vaststellen dat we nog een aantal groepen niet bereiken.
Is de Algemene Cel Drugs al samengekomen in verband met de beleidsnota voor een interfederaal tabaksbeleid? Preventie is volgens ons een aangelegenheid van de gemeenschappen. Waarom moet dat dan interfederaal?
Zult u wachten op dat interfederaal tabaksbeleid of zullen we in Vlaanderen sneller gaan om jongeren rookvrij te laten opgroeien? Ik verwijs naar Nieuw-Zeeland.
Zullen er nieuwe campagnes gestart worden om jongeren bewust te maken van de gevolgen van roken? Alle campagnes uit het verleden hebben er blijkbaar nog niet toe geleid dat jongeren er effectief afblijven.
Hoe ziet u de rol van ouders om hun kinderen minder in contact te laten komen met roken of rookvrij op te voeden? Natuurlijk is jongeren bereiken één zaak, maar ouders bereiken een tweede zaak, vooral over de gevolgen van roken in het bijzijn van hun kinderen en het op die manier aanzetten tot roken.
Minister Beke heeft het woord.
Collega, ik dacht misschien dat met de accijnzen van die tabak wel die Franstalige artsen worden betaald. (Gelach)
Maar daar ben ik niet heel zeker van. Ik zal mij gewoon houden aan het antwoord dat we hebben voorbereid.
Voor het opzetten van een preventief gezondheidsbeleid in een setting is een afgewogen mix van verschillende strategieën noodzakelijk: educatie, omgevingsinterventies, regels en afspraken, en zorg en begeleiding. Vertaald naar een kwaliteitsvol rookbeleid betekent dat voor educatie: campagnes, bijvoorbeeld een sensibiliseringscampagne van Kom op tegen Kanker gericht naar jongeren, de leerlijn verslavingspreventie in het onderwijs, enzovoort. Voor omgevingsinterventies betekent dit: inzetten op rookvrije omgevingen op plaatsen waar veel kinderen komen, gratis signalisatiemateriaal van Generatie Rookvrij voor alle onderwijsinstellingen. Dan zijn er de regels en afspraken: bijvoorbeeld een rookverbod op en rond scholen 24 uur op 24 en 7 dagen op 7. Voor zorg en begeleiding betekent dit: voorzien van een laagdrempelig rookstopaanbod voor jongeren.
Het tabakspreventieproject ‘Bullshit Free Generation’ volgt de visie van de kadermethodiek Gezonde School en speelt in op deze vier strategieën. Het helpt scholen om stap voor stap te evolueren van losse gezondheidsacties naar een samenhangend antirookbeleid dat past binnen het gezondheidsbeleid van de school. Het probleem van roken door jongeren in het bso en tso blijft urgent.
Naast tabakspreventie blijft de drempel naar sigaretten voor minderjarigen te laag in ons land. Tabak blijft overal te koop en is, in vergelijking met de buurlanden, goedkoop. De prijs en het beleid rond de verkooppunten liggen buiten onze bevoegdheid. Dit zijn voorstellen die in het integraal tabaksplan moeten worden uitgewerkt.
De Algemene Cel Drugs is al twee keer samengekomen in 2021. De verschillende gewesten kregen de kans om hun prioriteiten door te geven. De Vlaamse en Federale Regering hebben het integraal tabaksplan als prioriteit aangeduid, maar er is nog geen basisnota opgesteld. Er is hiervoor ook nog geen timing naar voren geschoven.
Wij wachten niet op het interfederaal tabaksplan, maar blijven sterk inzetten op tabakspreventie bij onze jongeren. Ik noem enkele initiatieven die zijn opgenomen binnen de beheersovereenkomsten van onze partnerorganisaties. Ik heb al verwezen naar ‘Bullshit Free Generation’ van het Vlaams Instituut Gezond Leven. Ik verwijs ook naar de leerlijn verslavingspreventie in het onderwijs van het Vlaams Instituut Gezond Leven en het Vlaams expertisecentrum Alcohol en andere Drugs (VAD), het rookbeleid in het onderwijs met onder andere de kadermethodiek Gezonde School, de draaiboeken rookvrije omgevingen in het kader van Generatie Rookvrij, kinderboerderijen, speelterreinen, sportterreinen enzovoort van het Vlaams Instituut Gezond Leven, en sensibiliseringscampagnes naar jongeren van Kom op tegen Kanker. Een groot deel van de campagne wordt nog gefinancierd door Kom op tegen Kanker.
Ook binnen de Alliantie voor een Rookvrije Samenleving, waaraan de consortiumpartners van de partnerorganisatie tabak deelnemen, worden er acties ondernomen, zoals het kader Generatie Rookvrij en het rookvrij maken van zoveel mogelijk omgevingen, met focus op die omgevingen waar veel kinderen komen. In het kader van health in all policies komen daar heel wat omgevingen voor in aanmerking.
Nieuwe preventiecampagnes zullen binnenkort starten en worden gecoördineerd door Kom op tegen Kanker. Het tabakspreventieproject ‘Bullshit Free Generation’ in het onderwijs blijft doorgaan. Inschrijven voor het schooljaar 2021-2022 kan sinds 1 september.
De communicatie verloopt via settings waar ook de ouders mee in contact komen. Alle onderwijsinstellingen kunnen van 27 september tot en met 24 oktober voor een laatste keer gratis signalisatiemateriaal van Generatie Rookvrij bestellen.
Heel wat speelterreinen, sportclubs en andere terreinen waar veel kinderen komen, worden rookvrij gemaakt in samenwerking met de lokale besturen en andere partners binnen Generatie Rookvrij. Er zijn 106 labelhouders van Generatie Rookvrij.
Er is een update van de brochure van VAD ‘Als kleine kinderen groot worden’, waarin ook tabak is opgenomen. De herlancering zal plaatsvinden dit najaar.
Op 21 oktober lanceert Gezond Leven het project ‘Rookvrije Start’ samen met de leden van de Taskforce Rookvrije Start. Concreet gaan we de betrokken professionals beter informeren en aanmoedigen om het gevaar van roken voor, tijdens en na de zwangerschap aan te kaarten, en we zullen hen daar ook bij ondersteunen. Elk kind verdient een rookvrije start.
Er werden in het verleden campagnes gevoerd rond ‘binnen roken is niet oké’. Dat was een algemene campagne. De groep die nog rookt in aanwezigheid van zijn kinderen is in de voorbije periode sterk gedaald: van 115.000 rokers in 2008 naar 29.000 in 2020. Dat zijn er 29.000 te veel, maar het is toch wel een gigantische vermindering.
Uit de bevraging blijkt dat 50 procent van de ouders die nu nog roken graag wil stoppen. Gezond Leven heeft bijkomend onderzoek gedaan om de problematiek van roken in huis en de overblijvende groep ouders die nog rookt in huis in kaart te brengen.
De volgende jaren zal verder campagne gevoerd worden via kanalen die deze specifieke groepen kunnen bereiken.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, in het begin van uw antwoord dacht ik dat het in de goede richting gaat omdat ik u hoorde pleiten voor absolute fiscale autonomie: dat we, als het gaat over accijnzen en dergelijke meer, die volledig naar Vlaanderen kunnen halen. Ik ben blij dat we op dat vlak bondgenoten zijn, minister. En dat de federale minister die over centen gaat dan ook nog eens van uw partij is, kan ons alleen maar gelukkig stemmen op dat vlak.
Maar opnieuw ter zake. Er gebeuren inderdaad veel initiatieven. U hebt er heel veel opgesomd. Dat is een goede zaak.
We moeten evalueren in welke mate de campagnes die worden gevoerd ook effectief effect hebben op de groep die u hebt genoemd: de tso- en bso-leerlingen. Daar gaat 50 procent toch niet zelf op zoek om te stoppen met roken. Hoe kunnen we die groep bereiken? Ik wil daar een paar suggesties doen.
Bij Kind en Gezin passeert elke ouder. Zij komen soms ook aan huis. Dat moet een van onze speerpunten zijn om dat gesprek aan te gaan. Ook de huisartsen zijn belangrijk om mensen mee te overtuigen om in rookstopbegeleiding te gaan, al dan niet ondersteund met producten, medicatie en vervangers. Ten derde zijn er de jeugdbewegingen. Met uw collega Dalle kunt u nog eens bekijken op welke manier we bij hen initiatieven kunnen nemen. En ten vierde moeten we opletten met de sfeer die momenteel rond de e-sigaret wordt opgehangen, dat dat gezond roken zou zijn. Alsof er zoiets als gezond roken zou bestaan in het kader van preventie. Dat wil ik nog graag eens meegeven bij deze vraag.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Minister, u verwees naar heel wat acties en projecten die goed werken op het terrein. Ik zag dat er vorige week nog een nieuwe projectoproep werd gelanceerd voor de lokale besturen, waarbij men gemotiveerde gemeenten zoekt om nog meer in te zetten op het rookbeleid. Men wil daarbij vijf pilootprojecten opstarten. Heel wat gemeentebesturen ondersteunen ook de rookvrije speelterreinen, enzovoort. Dat zijn allemaal zeer goede praktijkvoorbeelden.
De nieuwe uitdaging vandaag is de e-sigaret. We zien dat evolueren en we moeten daarvoor de nodige aandacht blijven vragen. Ik wil u een suggestie meegeven, minister. Kunnen we in het label van gezonde gemeente, dat vandaag bestaat en waar heel wat gemeenten aan deelnemen of voor inschrijven en heel wat acties voor doen, het aandeel van het tabaksbeleid een beetje groter maken, zodat de lokale besturen nog meer gemotiveerd worden om ook op het tabaksbeleid nog meer een focus te leggen en er zich nog meer voor in te zetten?
We zijn ondertussen wat snoep aan het verdelen. Lukt het, minister?
Minister Beke heeft het woord.
Dank u voor deze suggesties, collega’s. We zullen ze meenemen.
De heer Daniëls heeft het woord.
Ik heb nog een bijkomende vraag. Je mag een maaltijd niet vervangen door suikerhoudende producten. Maar dat zal voor een volgende keer zijn.
Wij zullen de voorzitter van het parlement eens moeten aanspreken om iets anders te voorzien.
De vraag om uitleg is afgehandeld.