Report meeting Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Report
Mevrouw Saeys heeft het woord.
De coronacrisis heeft de problemen in de geestelijke gezondheidszorg natuurlijk op scherp gezet. Vanuit het Vlaamse en federale niveau zijn er inspanningen geleverd om bijkomende capaciteit te creëren. Op lokaal vlak heeft minister Somers afgelopen voorjaar een oproep gedaan voor lokale projecten inzake het mentaal welzijn van jongeren. De projecten moesten een cofinanciering tussen de gemeente en de Vlaamse overheid kennen. De minister trok daarvoor 3 miljoen euro uit. Daarnaast stellen we vast dat sommige gemeenten met eigen middelen psychologen hebben gefinancierd om hun bewoners met psychische problemen te begeleiden, hetzij door zelf klinisch psychologen in dienst te nemen, hetzij door een overeenkomst te sluiten met het bevoegde centrum algemeen welzijnswerk (CAW), waaraan dan extra middelen werden gegeven met het oog op de psychologische begeleiding van de eigen inwoners.
Minister, in welke mate is de geestelijke gezondheidszorg vandaag opgenomen in de lokale sociale beleidsplannen? Hebt u een zicht op hoeveel gemeenten en steden als gevolg van de toenemende psychische problemen in het kader van de coronacrisis extra middelen hebben uitgetrokken voor het mentaal welzijn van hun inwoners? Acht u het wenselijk dat, gelet op de toename van psychische problemen, lokale overheden geestelijke gezondheidszorg als vast onderdeel opnemen in hun lokaal sociaal beleidsplan? Zo ja, zult u daartoe de nodige initiatieven nemen?
Minister Beke heeft het woord.
Het decreet van 8 februari 2018 over het lokaal sociaal beleid heeft het, met respect van de lokale autonomie, ook over het belang van een sterk sociaal beleid dat deel uitmaakt van het meerjarenplan van elk lokaal bestuur. Om het lokaal bestuur daarin te ondersteunen werden de Vlaamse beleidsprioriteiten geformuleerd voor de lokale beleidscyclus 2020-2025. Daarnaast werd in een aantal belangrijke beleidsmaatregelen voorzien op het vlak van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin waarvan de lokale besturen kunnen gebruikmaken om een sterk lokaal sociaal beleid te realiseren. Met de omzendbrief betreffende lokaal sociaal beleid van 26 oktober 2018 werden die gecommuniceerd aan de lokale besturen, met de vraag om de geformuleerde Vlaamse beleidsprioriteiten en de beschreven beleidsmaatregelen een plaats te geven in het beleid en de strategische meerjarenplanning voor de periode 2020-2025.
De Vlaamse beleidsprioriteiten zijn de volgende: lokale besturen nemen een regierol op het vlak van lokaal sociaal beleid op zich; lokale besturen realiseren de functies en werkingsprincipes van een samenwerkingsverband geïntegreerd breed onthaal; lokale besturen nemen maatregelen die de vermaatschappelijking van de lokale sociale hulp- en dienstverlening stimuleren. De beleidsmaatregelen vanuit Welzijn, Volksgezondheid en Gezin zijn: het versterken en faciliteren van een lokaal geïntegreerd gezinsbeleid; lokaal beleid op het vlak van gezondheidszorg; de aanpak van radicalisering en de re-integratie van ex-gedetineerden; de preventie en aanpak van dak- en thuisloosheid.
Ik ga in dezen graag wat dieper in op het lokaal beleid op het vlak van de gezondheidszorg. Lokale besturen kunnen hun lokaal preventief gezondheidsbeleid voeren, complementair aan het Vlaamse beleid, door aan de slag te gaan met de methodiek Gezonde Gemeente en de diverse daarbij horende preventiemethodieken aangeboden door de Vlaamse partnerorganisaties. Elk lokaal bestuur kan daarvoor rekenen op ondersteuning van het Logo. Het lokaal bestuur is bovendien een essentiële en onmisbare partner in de eerstelijnszone. Het maakt deel uit van de zorgraad, die de werking van de eerstelijnszone aanstuurt. De lokale besturen hebben een regiefunctie op het vlak van het lokaal sociaal beleid, maar zijn zelf ook aanbieder van sociale hulp- en dienstverlening.
Binnen de gezondheidszorg wordt extra ingezet op buurtgerichte zorg om de zorg dicht en laagdrempelig tot bij de personen met een zorgnood te brengen. Hierbinnen kadert de recent gelanceerde projectoproep Zorgzame Buurten. Het spreekt voor zich dat het mentale aspect van gezondheid hier mee de focus is. Dat kunt u ook in de projectoproep terugvinden.
We hebben geen systematisch overzicht van alle lokale sociale beleidsplannen waaruit kan worden afgeleid hoe de geestelijke gezondheidszorg daarin een specifieke plaats krijgt of welke middelen lokale besturen zelf investeren boven op de middelen van de Vlaamse overheid. Ik stel wel vast dat lokale besturen ook bij dit thema erg betrokken zijn. De grote respons, ook vanuit de lokale besturen, op mijn oproep voor extra OverKophuizen of het succes van de troostplekken van Ferm uit het plan Zorgen voor Morgen zijn daarvan tastbare voorbeelden. Het belang van geestelijke gezondheid kwam nog meer naar voren door de COVID-19-crisis. Vanuit de Vlaamse overheid willen wij de lokale besturen blijven ondersteunen in deze materie.
Ik noemde al de Zorgzame Buurten, OverKop en Ferm, maar binnen het actieplan Zorgen voor Morgen waren er diverse maatregelen die tot doel hadden om de brede bevolking en specifieke doelgroepen binnen de bevolking te ondersteunen op het vlak van mentaal welzijn, en dat in samenwerking met de lokale besturen. Op 8 maart van dit jaar keurde de Vlaamse Regering nog bijkomende investeringen goed om het mentaal welzijn van kinderen en jongeren te versterken. Daarbij werd onder andere in de mogelijkheid voor een subsidie aan lokale besturen voorzien die een initiatief wilden nemen met als doelstelling het verhogen van het mentaal welzijn van kinderen en jongeren in de eigen gemeente. Het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB) heeft daartoe een projectoproep uitgewerkt in samenwerking met onze administraties. Ik refereerde ook al aan de omzendbrief betreffende het lokaal sociaal beleid en aan het feit dat de lokale besturen een essentiële partner zijn, zowel bestuurlijk als inhoudelijk, binnen de eerstelijnszones. Het thema geestelijke gezondheid is daar een belangrijk aandachtspunt.
Een belangrijke stap in de toegankelijkheid van psychologische zorg voor alle burgers is de terugbetaling van psychologische zorg binnen de algemene ziekteverzekering. Eind juli heeft het RIZIV daartoe een nieuwe conventie goedgekeurd. De uitvoering van de organisatie hiervan wordt momenteel voorbereid in samenwerking met de deelstaten. In de uitvoering van deze conventie zullen de zorgraden van de eerstelijnszones een belangrijke rol op zich nemen in de afstemming tussen de netwerken geestelijke gezondheid en de operationele inzet van psychologische zorg op het terrein, om zo tot een geïntegreerd zorgaanbod te kunnen komen. Hier zijn opnieuw ook de lokale besturen een belangrijke partner.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Persoonlijk denk ik dat lokale besturen heel goed geplaatst zijn om in te zetten op geestelijke gezondheidszorg. We zien bijvoorbeeld in Nederland dat het vooral de lokale besturen zijn die daarop inzetten, laagdrempelig, dicht bij de mensen. Het is eigenlijk zo’n beetje als de Zorgzame Buurten: je detecteert de problemen veel gemakkelijker in een kleine buurt. Ik weet niet of uw projectoproep al is afgesloten of niet.
Neen, nog niet.
Oké. Ik vind dat persoonlijk ook een zeer goed initiatief. Ik denk dat we in de toekomst steeds meer aan de lokale besturen aandacht moeten vragen daarvoor, moeten vragen om daarop in te zetten. Ik ben alleszins heel blij dat die projectoproep is gelanceerd.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Minister, collega’s, we hebben het afgelopen anderhalf jaar tijdens de coronacrisis kunnen waarnemen dat heel wat lokale besturen alles op alles hebben gezet om zo veel mogelijk hulp te bieden aan hun inwoners, op alle terreinen. Ook via de OCMW’s werd er extra psychische hulp geboden waar het echt wel nodig was. Er waren en zijn nog heel wat mensen die psychische hulp nodig hebben, vaak ook als reactie op de moeilijke omstandigheden, zoals werkloosheid, spanningen thuis, onzekerheid. Hiervoor was niet alleen een psycholoog nodig, maar ook structurele hulp. Lokale besturen hebben een enorme rol gespeeld in deze hele periode en doen dat nu nog steeds. Heel wat jongeren kwamen aankloppen bij het OCMW, een groep die voor de crisis minder zichtbaar was bij die instantie.
De projectoproep van minister Somers is een succes. Heel wat lokale besturen dienden een project in ter ondersteuning van het mentaal welzijn van de jongeren. Het is zeker aan te moedigen dat ook de lokale besturen een rol spelen in de geestelijke gezondheidszorg, maar het kan niet afhangen van waar iemand woont of deze al dan niet hulp kan krijgen. Het is dan ook enorm belangrijk dat er op alle niveaus ingezet wordt op de geestelijke gezondheidszorg.
Minister, u had het net over het project Zorgzame Buurten, wat een heel prachtig project is. Men kan aanvragen doen tot 8 november. Ik heb hier een korte vraag over. Is het al geweten hoeveel aanvragen er ingediend zijn?
Minister Beke heeft het woord.
Ten eerste, heel concreet wat Zorgzame buurten betreft: ik denk dat de projectoproep nog loopt tot half november. Mocht het nog niet gebeurd zijn, dan kan dat vooralsnog.
Twee. Collega Saeys, u verwijst naar het Nederlandse model. Ik denk dat het niet helemaal kopieerbaar is. Er zijn zaken die zeker inspirerend zijn, we kunnen daar soms wel lessen uit trekken. Anderzijds denk ik ook dat we onszelf rond vele zaken anders georganiseerd hebben. Dat heeft ook zijn voordelen met zich meegebracht. Dat hebben we ook in coronatijd al op verschillende terreinen gezien. Ik denk dat wij, in tegenstelling tot in Nederland, hier kiezen voor een netwerkmodel waarbij lokale besturen samen met de CAW’s, de centra voor geestelijke gezondheidszorg (CGG’s), de zorgraden enzovoort samenwerken om te kijken hoe we zo laagdrempelig mogelijk tot bij de mensen kunnen geraken. Dat is van belang om sneldetectie en vroegdetectie te doen om vervolgens te kijken waar er gespecialiseerde zorg nodig is, en die dan ook te laten opstromen. Ik denk dat dat een belangrijk element is.
Wat Zorgzame Buurten betreft zijn er ook nog inspiratiemomenten voor diegenen die nog niet zijn ingeschreven of nog geen project hebben ingediend. Iedereen kan natuurlijk aansluiten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.