Report meeting Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, u zult me niet kwalijk nemen dat ik de schriftelijke neerslag van mijn vraag om uitleg beknopt samenvat om onmiddellijk tot de vraagstelling over te gaan. Ik wil eerst enkele vaststellingen doen. Iedereen beseft ondertussen dat steeds meer diensten vooral of zelfs exclusief online worden aangeboden. Het is voor ons en voor de maatschappij belangrijk dat webstekken en applicaties voor iedereen toegankelijk zijn, iets wat de Vlaamse overheid op haar webstek beaamt.
Het is niet onbelangrijk te weten dat mensen met een beperking ongeveer 15 procent van de totale bevolking uitmaken. Zij hebben ook recht op een kwalitatieve digitale dienstverlening. Op het Webplatform Vlaanderen vinden we technische bouwblokken, voorschriften en richtlijnen terug die aan de recentste digitale gebruikersstandaarden voldoen. Normaliter moesten de mobiele apps van de Vlaamse overheid volgens een Europese richtlijn op 23 juni 2021 toegankelijk zijn.
De pagina van de Vlaamse overheid biedt een monitoring aan. We kunnen er de resultaten van een steekproefonderzoek uit 2018 terugvinden. Daaruit blijkt dat 44 procent van de 150 Vlaamse webstekken toegankelijk is. Dit betekent dat meer dan de helft de facto niet toegankelijk is. Er is werk aan de winkel.
De aanleiding voor deze vraag om uitleg is een onderzoek door een Franstalige organisatie ter ondersteuning van blinden en slechtzienden. Ik overloop enkele resultaten van dit onderzoek. Niettegenstaande de Europese richtlijn, zou slechts 5 procent van de mobiele applicaties toegankelijk zijn voor mensen met een beperking. Blijkbaar hebben veel mensen nog steeds geen toegang tot bepaalde diensten van gemeenten, openbare diensten, organisaties en overheidsbedrijven. In tegenstelling tot in andere lidstaten, worden hier geen sancties opgelegd aan de openbare instellingen waarvan de webstekken en applicaties niet toegankelijk zijn voor mensen met een handicap.
Minister, hoe reageert u op de resultaten van het onderzoek van dit studiecentrum? Amper 5 procent van de applicaties in dit land zouden toegankelijk zijn voor mensen met een beperking.
Hoe scoort Vlaanderen nu? Is de toegankelijkheid van de 56 procent van de overheidswebstekken waar ik net aan refereerde nu wel gegarandeerd? Wat is de stand van zaken met betrekking tot de toegankelijkheid van de mobiele apps, die volgens de Europese richtlijn op 23 juni 2021 toegankelijk hadden moeten zijn?
Zijn ondertussen al initiatieven genomen om te controleren of de toegankelijkheid van de toepassingen van de Vlaamse overheid en de lokale besturen inmiddels een feit is? Zo ja, wat zijn de resultaten van dat onderzoek? Zo neen, wanneer zal deze controle plaatsvinden? Zullen sancties worden opgelegd aan de besturen die manifest in gebreke blijven? Welke initiatieven zult u desgevallend nemen om de totale toegankelijkheid op korte termijn te verzekeren?
Minister Somers heeft het woord.
Mijnheer Sintobin, ik wil u hartelijk danken voor deze vraag om uitleg. u bent terecht bekommerd om de problematiek die u aankaart. Ik ben op de hoogte gebracht van het onderzoek van Eqla, een belangenorganisatie voor blinden en slechtzienden in Franstalig België, waaruit blijkt dat slechts 5 procent van de Belgische applicaties toegankelijk is. Eqla voert op jaarbasis screenings uit van mobiele applicaties en websites van publieke diensten en ijvert voor criteria inzake toegankelijkheid die strikter zijn dan de huidige Europese richtlijnen.
Maar ten gronde ben ik het natuurlijk wel eens met Eqla en ook met uw vraag, dat we als overheid meer dan een tand moeten bij steken in de toegankelijkheid van elektronische overheidscommunicatie omdat die steeds belangrijker wordt en daar vooral op wordt ingezet.
Zoals u zei, mijnheer Sintobin, heeft ongeveer 15 procent van de bevolking op een of andere manier een beperking die het gebruik van die app’s en websites mogelijk kan hypothekeren. Ik heb dan ook het Agentschap Overheidspersoneel gevraagd om controles uit te voeren op de toegankelijkheid van onze overheidswebsites en mobiele applicaties. We stemmen onze inspanningen hier af met de FOD Beleid en Ondersteuning, die dit opnemen vanuit federale hoek. Volgende week zit mijn kabinet met Eqla samen om hierover in overleg te treden. Ik vind dat toch een signaal dat ik niet naast me neer kan leggen.
De resultaten van deze controles zullen worden gebundeld in een rapport met focus op Vlaanderen en in een interfederaal rapport die eind december 2021 worden afgerond. Op relatief korte termijn, een half jaar, zal dat klaar zijn.
Met het Vlaamse relanceplan wordt zwaar ingezet op digitalisering. We gaan een digitale stroom maken. Ongeveer 800 miljoen euro van de relancemiddelen gaat naar digitalisering. Momenteel ben ik bezig om in het kader van de relance een project uit te werken, genaamd Iedereen Digitaal. Het betreft een allesomvattend project gericht op digitale inclusie met aandacht voor digitale toegankelijkheid, de ondersteuning van digitaal kwetsbare doelgroepen en de ontwikkeling van digitale vaardigheden.
Er wordt voor dit project 50 miljoen euro uitgetrokken. Binnen het project zijn er specifieke sporen die zich richten op de problematiek die u aankaart, bijvoorbeeld de ontwikkeling van tools voor screening van digitale toegankelijkheid, breder en strikter dan de Europese Richtlijnen van bestaande websites en app’s. Dat is wat Eqla nu doet, maar we gaan dat structureel inbedden bij de overheid. We gaan ook proactief werk maken van een inclusieve website en app door op voorhand, nog voor de lancering, in te grijpen in het ontwikkelingsproces. Er komen train-de-traineropleidingen voor IT-personeel voor lokale besturen vanuit dit perspectief. Er komt bewustmaking inzake communicatie met betrekking tot digitale toegankelijkheid. We voorzien middelen om de lokale besturen van websites en applicaties te verbeteren. Dat zijn vijf heel concrete sporen die we aan Iedereen Digitaal willen aanbieden.
Sinds 2018 werken we gestaag verder om de overheidswebsites toegankelijk te maken. Waar het in 2018 44 procent van de Vlaamse publieke websites was die aan de richtlijnen van het AnySurferlabel voor digitale toegankelijkheid voldeden, was dat in 2019 50 procent en in 2020 56 procent. Dat moet natuurlijk nog stijgen maar het is in gestage opbouw. In de mate van het mogelijke zullen we die opbouw versnellen. Eind december 2021 worden de rapporten gepubliceerd.
Wat de lijst betreft van websites en applicaties die gescreend zullen worden, zou ik als kritisch gemeenteraadslid zeggen: ‘u gaat er een aantal screenen die al in orde zijn’. Maar die lijst wordt voorgelegd aan Niets Over Ons Zonder Ons (NOOZO), de Vlaamse adviesraad handicap. Die gaan dat mee voorbereiden, die gaan meekijken naar de goede selecties en daarop gaan we dan controleren.
De Europese Richtlijn schrijft geen sancties voor bij niet-naleving van de WCAG-richtlijnen (Web Content Accessibility Guidelines). Vlaanderen heeft in zijn Bestuursdecreet ook geen sancties opgenomen omdat we eerder moeten sensibiliseren en opleiden dan sanctioneren. We kunnen nog heel veel winst boeken zonder sancties, door in te zetten op betrokkenheid, informatie-uitwisseling en opleiding. Daar gaan we op inzetten de komende maanden. Dit is een kader van antwoord op uw terechte bekommernis. We moeten eigenlijk meer doen voor die mensen met een handicap om hun toegankelijkheid tot onze websites te garanderen.
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, ik ben wel tevreden met uw antwoord natuurlijk. U pikt wel degelijk het signaal op dat ik in mijn vraag heb neergepend en er is de erkenning van het probleem. Wij kunnen het ons inderdaad niet voorstellen wat het moet zijn om geen toegang te kunnen krijgen tot een website of een app wegens een beperking. Wij zijn daar zodanig mee bezig en in meegegaan de afgelopen jaren. Het moet toch verschrikkelijk vervelend zijn als je daarmee problemen hebt. Ik heb er ook op gewezen dat een aantal diensten alleen nog via de digitale weg of via apps worden aangekondigd. In dat opzicht ben ik tevreden. Ik ben ook erkentelijk dat u een controle zult laten uitvoeren bij de Vlaamse overheid wat de toegankelijkheid betreft. U verwijst ook naar de digitale sprong, Iedereen Digitaal, waar u een paar tools aanreikt om ook de lokale besturen mee te nemen in dit verhaal.
Ik heb twee bijkomende vragen. Zijn er signalen of hebt u indicaties dat er bij bepaalde lokale besturen echt problemen zijn? En aansluitend: ik ben hier niet vandaag – zeker niet vandaag – de pleitbezorger om onmiddellijk sancties uit te vaardigen. Andere lidstaten doen dat wel, ondanks dat dit niet ingeschreven is in de Europese richtlijnen. U weet ook waarschijnlijk wel dat er altijd een aantal gemeenten zijn die achterblijven of die nonchalant zijn. Als maatschappij kunnen we het ons niet permitteren dat we mensen met een beperking nog een extra beperking opleggen door webstekken en apps niet toegankelijk te maken. Ik zeg het nogmaals: ik ben geen pleitbezorger voor sancties, maar misschien moet daar op termijn wel over nagedacht worden. U zegt dat het rapport van de screening van de Vlaamse overheid eind december van dit jaar zal komen. Dan hebben we ook nog de controle en de sensibilisering van de lokale besturen. Ik denk dat we dan in de loop van volgend jaar of naar eind volgend jaar toe, toch wel eens een evaluatie zullen moeten maken van hoe het zit, niet alleen bij de Vlaamse overheid, maar ook bij de lokale besturen.
Minister Somers heeft het woord.
Dank u wel, mijnheer Sintobin. Eerst en vooral wat uw vraag betreft rond de problemen: ik denk dat u ook wel zult beamen dat er principieel bij lokale besturen geen aarzeling is om mensen met een handicap te helpen. Het is niet de principiële vraag, maar u hebt gelijk: hoeveel energie wil men erin steken? Hoe hoog staat het op de prioriteitenlijst? En ten tweede, als er al signalen zijn – want we hebben geen signalen van moedwillig niet willen meewerken – is de problematiek soms wel wat breed: Hebben we voldoende goed opgeleid IT-personeel? Vinden we die mensen wel? Is onze informatiedienst sterk genoeg? Dat is een enorme uitdaging voor lokale besturen. We komen straks nog bij een vraag van collega Van den Heuvel over knelpuntberoepen bij lokale besturen. Dat is echt een knelpuntberoep. Het is niet zo eenvoudig voor lokale besturen om daar altijd de juiste mensen te vinden. Als er al een probleem is, zal dat wel eens het probleem kunnen zijn, samen met wat u zegt: misschien hier en daar soms wat nonchalance, een gebrek aan prioritering.
Ik neem uw suggestie mee om een evaluatie te doen, ergens volgend jaar. Misschien wel rond deze periode, dan zijn we een jaar verder. Dan kunnen we eens kijken waar we staan en of er vooruitgang geboekt is. Ik denk dat u, noch ik, denkt dat volgend jaar alle problemen opgelost zijn, maar daar moet progressie zijn, er moet zichtbare vooruitgang zijn. Dat moeten we meten, dat moeten we evalueren. Ik neem dat graag mee, om wat ik zeg rond volgend jaar ook in onze commissie te doen, om te kijken waar we een jaar verder staan. Dus bedankt voor die suggestie.
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, bedankt om volgend jaar in dezelfde periode inderdaad hier in deze commissie een evaluatie te maken. Ik noteer het in mijn agenda, zodanig dat wij het niet vergeten, dat u het niet vergeet en dat ik het niet vergeet. En als het mogelijk zou zijn – maar dat zal wel, anders dien ik daar eind dit jaar een vraag over in – hebben we het dan ook over het rapport dat jullie laten opmaken wat betreft de screening bij de Vlaamse overheid. Dan zou ik een heel tevreden mens zijn.
Mijnheer Sintobin, wij hebben in deze commissie de uitdaging om eenieder gelukkig te maken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.