Report meeting Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, op geregelde tijdstippen krijgen we vragen in de commissie over de verlaging van de snelheidslimieten op onze autosnelwegen. Hoewel het vastleggen van de algemene maximumsnelheid een federale materie is, zorgt de verhoging of de verlaging wel voor de nodige Vlaamse discussie. Als wegbeheerder kan het Vlaamse Gewest de snelheid lokaal immers verlagen, zoals gebeurde op de Brusselse Ring. Misschien is het aangewezen om op bepaalde momenten van de dag, en met name in drukke en/of stedelijke gebieden, de snelheid te laten evolueren volgens de situatie op de weg. We doen dit vandaag ook al via dynamische borden bij ongevallen, files en smogalarm.
Omdat ik dus wel geloof in de kracht van deze dynamische borden vroeg ik de minister in een schriftelijke vraag naar een stand van zaken van de investering in deze borden. Het schriftelijk antwoord heeft me eigenlijk wel wat verbaasd. Uit het antwoord begrijp ik enerzijds dat waar mogelijk wordt gekozen voor dynamische borden en dat lijkt me ook logisch. Anderzijds tonen de cijfers toch een ander verhaal.
Er is sinds 2011 voor een totaal van 51 miljoen euro geïnvesteerd in dynamische borden. Toen Hilde Crevits startte met het plaatsen van deze borden werden er de eerste jaren een honderdtal gezet per jaar, daarna ging het bergaf. In 2019 werd er zelf geen enkel bord bijgezet. Vorig jaar kwamen er 33 bij en dit jaar zijn er een 50-tal gepland.
Minister, vindt u de dynamische borden een goed middel in het beheer van de snelheid en de veiligheid op onze snelwegen?
Ziet u nog nut in een verdere uitbreiding van dit netwerk?
Waarom werd er de laatste jaren zo weinig geïnvesteerd in deze dynamische borden?
Minister Peeters heeft het woord.
Dynamische borden zijn inderdaad een goed middel in het beheer van de snelheid en verkeersveiligheid op onze snelwegen. We blijven daar toekomstgericht zeker op inzetten. Dit past natuurlijk in een geheel van maatregelen. Zo zijn er ook handhavingsmaatregelen en het wegwerken van gevaarlijke punten. Het is dus een en-enverhaal, zoals ik als vaker heb gezegd.
We maken gerichte keuzes om de budgetten optimaal te benutten. De investeringen in dergelijke installaties, maar evenzeer het onderhoud ervan, zijn aanzienlijk. Men kan een euro maar een keer uitgeven. Wat die dynamische borden betreft, focussen we dan ook vooral op die wegen waar de baten het grootst zijn. Het doel is immers vooral om de weggebruikers te informeren maar hen ook te begeleiden, zeker op de meest filegevoelige sites zodat we hen tijdig uit bepaalde filegevoelige situaties kunnen afleiden, richting andere wegen. Maar dan moeten er natuurlijk nog voldoende uitwijkmogelijkheden zijn. We focussen ons dan ook vooral op die wegvakken waar de baten het grootst zijn en investeren daar in die dynamische borden.
Een verdere uitbreiding kan dus gebeuren maar dan telkens op weloverwogen locaties en rekening houdend met alle mogelijke alternatieven of andere elementen die hetzelfde beogen. Waarom werd er de laatste jaren zo weinig geïnvesteerd? U maakte het onderscheid met ruim 10 jaar geleden, toen er een 100-tal werden ingezet. Natuurlijk, als er nog geen zijn, dan heeft men veel meer locaties waar men er snel kan gaan inzetten. Als er al veel staan, dan wordt het moeilijker om de afweging te maken van de baten: ‘Heeft het nut om het hier te doen?’ Maar dat betekent natuurlijk niet dat we het niet meer doen. U hebt zelf ook al de elementen aangegeven dat we het zeker nog doen.
Tegelijk moet ik hier ook verwijzen naar het Mobilidata-programma en ons intelligent transportsysteem (ITS) of onze Coöperatieve Intelligente Transportsystemen (C-ITS). Daarbij willen we eigenlijk heel de knowhow van ons verkeerscentrum rechtstreeks in de auto’s brengen, zelfs op de gsm, maar ook uiteraard via de ‘in-car’-toepassingen die er overal al ter beschikking zijn – zeker bij de nieuwere modellen – en waarmee we dus de weggebruiker rechtstreeks in de auto, of via de smartphone, kunnen informeren over welbepaalde toestanden. Daarbij worden de dynamische borden dan als het ware tot in de auto gebracht. Toekomstgericht is het van belang om daar ook ten volle op in te zetten.
Met het Mobilidata-programma zijn we op dit ogenblik verschillende praktijkcases aan het uitrollen. Dat is een programma dat nog loopt over heel Vlaanderen, tot midden 2023. Dat kan zeker ook nog aan belang kan winnen. En ook daarvoor is de dynamische verkeersinformatie van groot belang, om die zo veel mogelijk massaal bij de weggebruikers te brengen, met het oog op meer verkeersveiligheid.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord, minister. Het klopt inderdaad dat als men de data kan implementeren in de auto, dat dit naar de toekomst heel goed zou zijn. Maar ik denk niet dat we nu al zo ver zijn om in alle auto’s dergelijk computersysteem te kunnen installeren. Ik denk dat het nog ettelijke jaren zal duren vooraleer dat standaard is in iedere auto.
Daarom wil ik toch nog eens vragen, minister, om toch wel in te zetten op die dynamische borden. Als je op de autosnelweg rijdt en je ziet die borden, dan heeft dat wel een heel positieve invloed op de chauffeur. Het is heel sec, maar het is heel duidelijk. Wat ons betreft, zijn wij toch wel vragende partij om daar maximaal op te kunnen inzetten. Het zorgt toch wel voor verkeersveiligheid. Je ziet vanop afstand dat er file is, dat de snelheid aangepast moet worden, en dergelijke. We zijn dus echt wel vragende partij om daar iets meer in te investeren, en misschien kan dat in het budget van de kilometerheffing, kan er een klein budgetje ook gaan naar de dynamische verkeersborden, want dat zorgt voor ons toch wel voor extra veiligheid op de weg.
De vraag om uitleg is afgehandeld.