Report meeting Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Tommelein heeft het woord.
Minister, collega’s, op 17 mei 2021 voegde de Europese Commissie op aangeven van Eurocommissaris voor Milieu, Virginijus Sinkevicius, de blauwe economie toe aan de Europese Green Deal-aanpak. In een mededeling schetste de commissie hoe een verduurzaming van de blauwe economie kan bijdragen tot de realisatie van de klimaatdoelstellingen. ‘There is no Green Deal without the oceans’, is de kernboodschap.
De mededeling omvat ambities op het vlak van een vermindering van de ecologische voetafdruk van de scheepvaart, de visserij of het kusttoerisme, maar bijvoorbeeld ook over het potentieel op het vlak van energieproductie of duurzame voedselproductie.
De Commissie wil een lans breken voor de ontwikkeling van aquacultuur. Algenproductie kan volgens de Commissie worden aangemoedigd als een duurzamer alternatief voor de dierlijke eiwitten die aan land worden geproduceerd. Nu wordt 60 procent van de Europese consumptie van zeevruchten en vissen ingevoerd, terwijl slechts 10 procent uit de aquacultuur komt.
Om de schaarse ruimte en bronnen goed te beheren, wil de commissie alle belanghebbenden samenbrengen in een nieuw blauw forum. Daar zouden beleidsmensen, wetenschappers en vertegenwoordigers van offshorewindparken, de scheepsindustrie, visserij en andere sectoren van de blauwe economie in overleg moeten gaan over een duurzaam beheer van het maritieme milieu.
Minister, wat is uw standpunt over de verklaring van de Europese Commissie?
Welke implicaties heeft de nieuwe Europese aanpak op het visserij- en aquacultuurbeleid in ons land?
Zal Vlaanderen deelnemen aan het nieuwe blauw forum? Is daarover al meer bekend?
Werd al overleg gepleegd met uw collega van de Federale Regering over dit belangrijk statement?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Tommelein, u weet dat onze Belgische visserijsector al jarenlang inspanningen levert om de visbestanden op een duurzaam niveau te brengen en de milieu-impact van zijn activiteiten te minimaliseren. Hiervoor is dan ook in een strikt juridisch kader voorzien via het Europees gemeenschappelijk visserijbeleid. Ook aquacultuur moet voldoen aan strikte duurzaamheidscriteria. Uiteraard zijn er nog andere gebruikers van de zee die een impact hebben zoals baggerwerken, scheepvaart en hernieuwbare energie op zee. Ook zij dragen een grote verantwoordelijkheid en daarom verwelkom ik als minister van Visserij en Economie deze alomvattende aanpak voor een duurzame blauwe economie in de Europese Unie.
Ik vind het een heel goede zaak dat er een Europees initiatief wordt genomen. Onze Belgische vloot is namelijk niet enkel actief in ons kleine Belgische deel van de Noordzee, maar ook in andere Europese wateren. We hebben er dus groot belang bij dat alle Europese landen actief bijdragen aan een duurzaam beheer van het marien ecosysteem.
Er zal overleg worden gehouden met het federale niveau over dit nieuwe Europese initiatief zodra de elementen uit deze visietekst kunnen worden omgezet. Wanneer deze elementen verband houden met de federale bevoegdheden, dan gaan we daarover uiteraard in overleg.
Veel elementen uit deze nieuwe Europese aanpak bevestigen de doelstellingen die we terugvinden in andere Europese strategische documenten voor visserij en aquacultuur. In dat kader kan ik alvast aangeven dat we met het nieuwe Europese Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur (EFMZVA) voor de periode 2021-2027 blijvend zullen inzetten op verdere verduurzaming van de vissersvloot en in stimulansen zullen blijven voorzien voor de groei van een duurzame Vlaamse aquacultuurproductie.
Mijn diensten zijn al lang betrokken bij de opzet en de opvolging van de kaderprogramma’s voor onderzoek van de Europese Commissie, zoals Horizon Europe, dat gericht is op internationale samenwerking. Daarom zou het ook goed zijn dat Vlaanderen deelneemt aan het nieuwe blauw forum, gelet ook op de aanwezigheid van enkele heel belangrijke bedrijven en onderzoeksorganisaties, waaronder het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ), het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO), Ostend Science Park, de Blue Accelerator en de speerpuntcluster de Blauwe Cluster. Die sluiten heel goed aan bij de ambities die door de Commissie naar voren zijn geschoven. We wachten op dit ogenblik nog op meer informatie van de Europese Commissie over de start en de aanpak van dit nieuwe forum.
De heer Tommelein heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoord. Om echt groen te zijn, moeten we ook blauw denken. Dat vat de Europese Commissaris voor Milieu samen. Het is misschien ook een hint naar mijn collega's van de groene oppositie.
De plannen rond de verduurzaming van de blauwe economie zijn inderdaad belangrijk. Een van de pijlers in dat verhaal is de ontwikkeling van aquacultuur, meer bepaald ook initiatieven die zorgen voor alternatieve eiwitten voor dierenvoeding, zoals de productie van algen. Dergelijke producten hebben bovendien het voordeel dat ze niet leiden tot extra gebruik van vismeel. Ik heb al vastgesteld dat daar heel wat misverstanden over bestaan. Enkele weken geleden trok Greenpeace daaromtrent aan de alarmbel in een persbericht, met de stelling dat producenten van vismeel en visolie voor de Europese en Aziatische markt de bevolking van West-Afrika van een belangrijk deel van haar voedsel beroven en bijdragen tot de plundering van de visbestanden. Concreet zou ongeveer 500.000 ton vis, die op het bord van 33 miljoen mensen – drie keer België, dus – zou kunnen belanden, elk jaar verwerkt worden tot vismeel en visolie voor sectoren als aquacultuur, landbouw, voedingssupplementen, cosmetica en veeteelt.
De cijfers van Greenpeace slaan, zoals gewoonlijk, niet op Vlaanderen, maar wel op het Europese of mondiale niveau. Mijn collega Talpe vroeg bij uw collega, minister Demir de cijfers op over het aandeel van Vlaanderen in dat verhaal, maar daarover zijn er, zoals te verwachten viel, geen concrete cijfers bekend. Wel wees minister Demir erop dat dankzij de invulling die het marien ruimtelijk plan kan krijgen, er geen stijging van de vismeel- en visolieconsumptie in Vlaanderen voor de aquacultuur te verwachten viel, althans niet in de maricultuur, omdat het plan 2021-2025 voorziet dat het eutrofiëringsniveau in de concessiezone moet verminderen.
Maar ook bij de andere aquacultuur is een algemene verduurzaming aan de orde, in het algemeen en op het vlak van voeder. Dat betekent concreet dat er mogelijkheden zullen zijn om toegepast onderzoek uit te voeren naar alternatief voeder van duurzame oorsprong, bijvoorbeeld algen of insecten. Een goed voorbeeld van een Vlaams aquacultuurbedrijf dat reeds een volledig plantaardig dieet toepast, is het bedrijf Aqua 4 C in Deinze, dat omegabaars produceert.
Minister, nu ik het toch over aquacultuur heb, wil ik van de gelegenheid gebruikmaken om nog eens te verwijzen naar de belangrijke resolutie rond aquacultuur van collega’s Coudyser, Schauvliege en mezelf, waarin we de Vlaamse Regering een aantal concrete initiatieven hebben gevraagd om de aquacultuurproductie in Vlaanderen eindelijk echt van de grond te krijgen. De cijfers zijn duidelijk: 60 procent van de Europese consumptie van zeevruchten en vissen wordt ingevoerd, terwijl we slechts 10 procent van de productie aquacultuur hebben. Er is dus nog ruimte. Ik denk dat we daar echt de lead kunnen nemen in Vlaanderen, als we dat willen. Het is uiteraard nog wat vroeg, maar ik wil u vragen of u die resolutie al opgepakt hebt met uw kabinet. Welke initiatieven mogen wij daarover op korte termijn verwachten? Want het is, wat mij betreft, en mijn collega’s Coudyser en Schauvliege zullen dat bevestigen, vijf voor twaalf.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Tommelein, uw repliek is langer dan uw vraag. Dat is heel bijzonder. Ik kan kort antwoorden. Ik ben het er absoluut mee eens dat bij maricultuur in het Belgische deel van de Noordzee eutrofiëring tegengegaan moet worden. Het is ook zo dat we absoluut in het nieuwe Europese programma voor visserij de A van aquacultuur hebben toegevoegd. U weet dat. Ik ben trouwens blij met de resolutie omdat die zeer nauw aansluit bij het Vlaams strategisch plan aquacultuur dat nu is uitgewerkt en dat zelfs ter inzage wordt gelegd.
Wat betreft uw opmerking over het onderzoek naar nieuwe eiwitten: dat is net een van de zes pijlers van de Vlaamse eiwitstrategie. Wat mij betreft, springen we volop op die kar. U hebt er zelf naar verwezen. Als het gaat over voeding voor aquacultuur in Vlaanderen, zetten we in op alternatieve voeding zoals bij het bedrijf Omegabaars. Op alle fronten zetten we alles op alles om ook die aquacultuur kansen te geven. Om het met uw eigen woorden maar met een extra kleurtje te zeggen: we moeten absoluut de oranje loper uitrollen voor het vergroenen van onze blauwe economie.
Minister, dank je wel voor deze creativiteit.
De heer Tommelein heeft het woord.
Dat het bijzonder is, dat is normaal. Ik ben dat ook niet gewoon. U weet dat, minister. Voor de rest heb ik vastgesteld dat u met dat woord eutrofiëringsniveau evenveel problemen hebt als ik. Het is een moeilijk woord om uit te spreken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.