Report meeting Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Veys heeft het woord.
Caritas Vlaanderen publiceerde in september 2020 het rapport ‘Dubbel taboe: Menstruatie-armoede in Vlaanderen.’ Het ging om een heel brede bevraging bij vrouwen en daaruit blijkt dat menstruatiearmoede absoluut geen randfenomeen is in Vlaanderen. 12 procent van de Vlaamse jonge meisjes en vrouwen tussen 12 en 25 jaar geeft aan dat ze wel eens niet genoeg geld heeft om menstruatieproducten te kunnen kopen. Bij jonge vrouwen die leven in materiële deprivatie loopt dit zelfs op tot 45 procent. Daarnaast gaf 4 procent aan af en toe eens te spijbelen omdat ze geen toegang hadden tot menstruatieproducten en gaf 5 procent aan daardoor geen vrijetijdsbesteding te hebben. De impact op jonge meisjes en vrouwen is absoluut niet te onderschatten.
Ondertussen leeft het onderwerp in het maatschappelijk veld. Heel wat mensen hebben actie ondernomen, vooral dan het middenveld. Zo hield de vzw topidee een T-shirtcampagne om de problematiek op de kaart te zetten. BruZelle zamelt menstruatieproducten in en zorgt ervoor dat die op scholen terechtkomen. Zo hebben ze ervoor gezorgd dat in alle middelbare scholen in Leuven en Tienen de toegang tot menstruatieproducten gratis is.
En ere wie ere toekomt: Aarschot was de eerste stad met automaten voor gratis menstruatieproducten in alle middelbare scholen.
Minister, bent u het met Vooruit eens dat menstruatiearmoede een groot probleem vormt voor kwetsbare jonge meisjes en vrouwen? Op welke manier ondersteunt het Vlaamse gelijkekansenbeleid de strijd tegen menstruatiearmoede? Op welke manier worden de lokale besturen ondersteund indien ze hieromtrent beleidsmaatregelen willen ondernemen? Plant u op Vlaams niveau beleidsmaatregelen in de strijd tegen menstruatiearmoede? Bent u bereid om het goede voorbeeld te geven en gratis menstruatieproducten te voorzien in de toiletten van de Vlaamse instellingen?
Minister Somers heeft het woord.
Mijnheer Veys, zowel op armoede als op menstruatie rust nog steeds een taboe in onze samenleving. Het is de taak van onze maatschappij om dat dubbele taboe te doorbreken. 12 procent van Vlaamse meisjes geeft aan soms geen geld te hebben voor menstruatieproducten of meer dan één op de tien, wat ik een confronterend cijfer vind.
Toegang tot en beschikbaarheid van menstruatieproducten blijkt allesbehalve een evidentie te zijn. Menstruatiearmoede heeft zeer concrete gevolgen voor jonge meisjes en vrouwen. Het schaadt de gezondheid door de stress dat het met zich meebrengt. Er kunnen gevoelens van schaamte opduiken en de mogelijkheid bestaat dat die vrouwen infecties oplopen. Menstruatiearmoede sluit ook uit. Jonge meisjes komen snel in een sociaal isolement en lopen schoolachterstand op. Ook participatie aan sport- of andere activiteiten wordt zwaar gehypothekeerd. Het kan de zelfontplooiing van jonge vrouwen en vrouwen in het algemeen echt hypothekeren. Het is dan ook een problematiek die we meer dan ernstig moeten nemen.
Welke rol spelen wij in deze problematiek? We werken daarvoor samen in het kader van de interministeriële commissie Vrouwenrechten, waar Vlaanderen actief aan deelneemt. Ik ben blij met de engagementen die de leden van de interministeriële conferentie hier opnemen en zal als Vlaams minister van Binnenlands Bestuur en Samenleven zeker ook mijn steentje bijdragen. Ik kijk uit naar de resultaten en bevindingen van de proefprojecten die door minister Lalieux werden opgezet en die in Vlaanderen gecoördineerd worden door de Vrouwenraad. Het is een beetje zoeken naar de juiste methode om om te gaan met deze problematiek. In totaal gaat het over vijftien verschillende projecten, gaande van initiatieven die het taboe en de schaamte doorbreken tot het gratis verdelen van menstruatieproducten. Op basis van die proefprojecten zullen we een beter inzicht krijgen in wat functioneert en wat de meest adequate manier is om met deze problematiek om te gaan.
De leden van de interministeriële conferentie hebben afgesproken elkaar op de hoogte te houden van de vooruitgang van hun proefprojecten en de evaluaties, zodat er coherentie tussen de verschillende initiatieven is. Het heeft geen zin om allemaal op een andere manier te werken als er duidelijke modellen naar voren komen die effectief zijn.
We zien ook dat scholen, verenigingen en een aantal steden en gemeenten hier aandacht aan beginnen te schenken. Het Aarschot van Gwendolyn Rutten heeft hierin inderdaad het voortouw genomen met automaten voor gratis maandverbanden in alle middelbare scholen, maar er zijn ook andere gemeenten. Ik heb altijd de neiging om te vragen hoe het in Mechelen zit. Ook daar werken de stad, scholen en kansarmoedeorganisaties samen om een aanpak uit te werken. Geel onderzoekt in welke mate het de thematiek kan aanpakken via het OCMW en/of het plaatsen van automaten. In Lebbeke wil het bestuur inzamelpunten voor maandverband organiseren en de herverdeling ervan onderzoeken in samenwerking met de sociale dienst van het OCMW. Er worden dus verschillende sporen bewandeld om de problematiek meer op het voorplan te brengen.
De eerste stappen richting sensibilisering lijken dus gezet. Ik wil steden en gemeenten aanmoedigen om goede praktijken uit te wisselen. Dit kan via het bestaande netwerk gelijke kansen van steden en gemeenten. Op die manier is het ook een lerend netwerk waar men van elkaar kan leren.
Wat betreft het eventueel gratis ter beschikking stellen van materiaal, lijkt op het eerste gezicht uit de onderzoeken en bevragingen de prioriteit bij de scholen en bijvoorbeeld ook het jeugdwerk te liggen. Ik wil de resultaten van de lopende proefprojecten afwachten om op basis daarvan, samen met mijn collega-ministers, de focus van het Vlaamse beleid te kunnen bepalen.
Intussen draag ik vanuit mijn Vlaamse toegankelijkheidsbeleid alvast bij aan deze thematiek. Samen met Inter promoten we het belang van het gratis openstellen van sanitaire voorzieningen en koppelen hieraan het concept van publieke toiletten voor iedereen. Deze toiletten worden standaard ingericht in de publieke ruimten van alle Vlaamse overheidsgebouwen en zijn tijdens de openingsuren ook ter beschikking voor iedereen. Dat is een voorafname op welke stappen er uit de proefprojecten blijken en die we dan verder kunnen zetten in samenspraak met de collega's van de Vlaamse Regering.
De heer Veys heeft het woord.
Ik ben heel blij dat u het probleem erkent. Het is belangrijk dat we op dat vlak zeker overeenkomen. U zegt dat het de taak van de samenleving is om het taboe te doorbreken. Ik ben het daar absoluut mee eens. Ik ben er ook van overtuigd dat je een taboe doorbreken niet zomaar oplost met een decreet of een beleidsmaatregel. Dat is iets waar we op lange termijn aan moeten werken. Vooruit steekt op dat vlak ook de hand uit. In Aarschot bijvoorbeeld was er een goede samenwerking tussen de voorzitter van het OCMW van Vooruit en de burgemeester. Ik ben er toch wel trots op dat ze daar de vlucht vooruit hebben genomen.
U verwees naar de proefprojecten en ik wilde het daar ook nog over hebben. Op federaal vlak is daarvoor relatief snel 100.000 euro voor elke taalgroep vrijgemaakt. Het is belangrijk om de resultaten af te wachten, maar we mogen ook niet te lang wachten. De vaststellingen uit het onderzoek van Caritas zijn duidelijk. Het is belangrijk dat er zo snel mogelijk gratis toegang tot menstruatieproducten in de scholen komt. Dat heeft inderdaad al op de agenda gestaan in Mechelen, Geel en Lebbeke, maar voor mijn fractie mag het niet afhangen van de goodwill van lokale besturen. Het zou niet mogen uitmaken waar je woont om die gratis toegang te kunnen hebben.
Ik heb minister Beke al bevraagd. Hij wilde de besprekingen in de interministeriële conferentie afwachten.
Voorzitter, ik heb de laatste zinnen van de heer Veys niet meer verstaan.
Het was inderdaad wat met horten en stoten op het einde.
Ik zal het even herhalen. Ik heb ook al de collega's in de Vlaamse Regering bevraagd. Van minister Beke kreeg ik niet veel gedaan, moet ik eerlijk toegeven. Minister Weyts gaf in januari al aan gesprekken met de scholen te voeren. Ik zou er toch voor willen pleiten om niet in gespreide slagorde te gaan, maar ik wacht nog op de uitkomst daarvan.
Minister, u verwees naar het Vlaamse toegankelijkheidsbeleid en om toiletten toegankelijk voor iedereen te maken. Komen er in die toiletten gratis menstruatieproducten? Ik denk dat dit met een beperkt budget snel te regelen valt. Het zou toch een goede zaak zijn om daar al de toon te zetten.
Minister Somers heeft het woord.
We zijn het erover eens dat dit een probleem is waarvan we niet moeten wegkijken. Dat heeft geen zin. We moeten het aanpakken, het zowel uit de taboesfeer halen als kijken naar welke oplossingen er zijn voor meisjes, jonge vrouwen en vrouwen die de financiële middelen niet hebben om menstruatieproducten aan te schaffen.
Deze aanpak moet ook coherent gebeuren. Dat is de afspraak die we hebben gemaakt binnen de interministeriële conferentie. De proefprojecten lopen af tegen het einde van het jaar. Het is dus niet dat het naar de Griekse kalenden wordt verschoven. Het is belangrijk om de proefprojecten goed te evalueren tegen het einde van het jaar om dan een beleid te ontwikkelen. Zoals u terecht zegt, zal dat een beleid zijn dat we samen met minister Beke en minister Weyts moeten bekijken. Het moet gebeuren binnen de schoot van de Vlaamse Regering. De focus moet niet liggen op het gratis ter beschikking stellen van menstruatieproducten voor iedereen, maar we moeten ons richten naar wie in kansarmoede zit en niet in staat is die zaken te kopen, naar wie kwetsbaar is in deze problematiek.
De benadering om vooral te focussen op scholen, lokale besturen en jeugdorganisaties vind ik goed.
Nogmaals, ik wil met een open geest afwachten wat er uit de proefprojecten komt, welke adviezen eruit voorkomen om dan op een gecoördineerde manier te bekijken wat het juiste antwoord kan zijn vanuit de Vlaamse overheid op deze problematiek, die u terecht aankaart.
De heer Veys heeft het woord.
Minister, ik twijfel er niet aan dat u dit thema genegen bent. Ik zal nog een beetje geduld moeten hebben. Ik stel voor dat we begin januari samen de resultaten van de proefprojecten bekijken.
Voor Vooruit is dit toch een principiële kwestie. Het gaat om gratis toegang voor hen die het nodig hebben. Ik denk dat we daar wel een gulden middenweg in vinden. Het is belangrijk om dit te doen zonder mensen te stigmatiseren. In die zin vinden wij dat gratis menstruatieproducten voorzien in toiletten van scholen en de Vlaamse overheid een kleine moeite is, die voor velen een belangrijk verschil kan betekenen. Ik hoop dat we binnenkort die richting uitgaan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.