Report meeting Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Ik heb een vraag over complexe projecten, iets waar we veel aandacht voor hebben en dat de laatste tijd af en toe iets minder positief in het nieuws komt. Minister, u hebt zelf in uw beleids- en begrotingstoelichting (BBT) Omgeving en Natuur aangegeven het decreet Complexe Projecten continu te willen evalueren en te bekijken waar optimalisaties mogelijk zijn.
Naar aanleiding van het project Noord-Zuid Limburg heeft minister Peeters gezegd dat zij niet langer gelooft in het huidige decreet en dat het op zijn minst moet worden bijgestuurd. Ze zei: “Ondanks heel de procedure van inspraak, onderzoek, geïntegreerd onderzoek en participatie van heel wat instanties, stellen we toch vast dat telkens opnieuw instanties naar de Raad van State stappen, ondanks het feit dat ze heel wat inspraak gehad hebben. Dat is voor mij alleszins een teken aan de wand dat er een en ander schort aan het decreet (...).”
Minister, u hebt zelf gezegd dat we eindelijk aan de vooravond lijken te staan van een gedragen beslissing in dit slepende dossier, en dat we dus niet in de krant verklaringen moeten afleggen. U riep op tot overleg. Ik denk dat dat een goede houding is, want de werkbank brengt ons altijd verder dan de rechtbank. Dat geldt ook hier.
Tot slot kom ik tot Extra Containercapaciteit Antwerpen (ECA). Ook daar merken we nu dat we in de problemen blijven komen. Ook daarvan wordt dan gezegd dat het een teken aan de wand is dat er een en ander schort aan het decreet Complexe Projecten van 2014.
Ik kom tot mijn vragen. U gaf zelf ook al aan dat u openstaat voor evaluatie, dat u dat ook wilt aanpakken en eventueel wilt kijken naar optimalisatie. Deelt u de mening met betrekking tot het decreet complexe projecten? Welke optimalisaties zijn volgens u mogelijk? Is daar al duidelijkheid over? Is daar al studiewerk over verricht? Hoe kijkt u naar de lopende procedures en specifiek de procedure met betrekking tot ECA?
Minister Demir heeft het woord.
Het decreet complexe projecten is inderdaad complex, als ik me zo mag uitdrukken. We hebben in het regeerakkoord heel duidelijk opgenomen dat we gaan vereenvoudigen waar we kunnen. In die zin heb ik dan ook eind vorig jaar aan het Departement Omgeving gevraagd om de evaluatie van dat decreet te doen. Er is een bevraging gedaan bij verschillende actoren in de lopende complexe projecten. Er werd gevraagd naar ervaringen met de aanpak van complexe projecten, waar de grote problemen zitten, wat beter kan en wat eenvoudiger kan.
Het eindrapport wordt op dit moment afgewerkt. Ik heb gevraagd aan het departement om de resultaten van het rapport en ook suggesties tot verbetering van het proces en de regelgeving in de loop van deze maand aan ons toe te lichten, zodat we daar waar we regelgevend moeten tussenkomen, aan de slag kunnen. Ik ben het met verschillende collega’s eens: in Vlaanderen is het soms problematisch als het gaat over ingewikkelde regelgeving, zeker het decreet betreffende complexe projecten. De intentie daarvan was goed, voor alle duidelijkheid, dus we mogen het kind zeker niet met het badwater weggooien, maar ik denk dat het goed is dat de evaluatie vertrokken is en dat ik eind deze maand een rapport krijg met suggesties tot verbetering.
Nu, elk complex project heeft natuurlijk zijn verdienste. Een procedure waarbij vroege participatie en overleg vooropstaan, dat blijft goed, maar de vraag is natuurlijk hoelang die vroege participatie moet lopen. Daarom willen we van die complexe projecten betere projecten maken en daar ook maximaal onze schouders onder zetten.
Ook voor ECA zijn we alle pistes aan het onderzoeken, ook met collega Lydia Peeters, om dit project tot een goed einde te brengen.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Dank u wel, dat is zeer goed nieuws. Ik wist niet dat het eindrapport op dit moment werd afgewerkt. Het is echt toeval, voor de collega’s, maar het verheugt mij natuurlijk dat u nog deze maand de toelichting zult krijgen – niet alleen een stand van zaken, maar ook suggesties tot verbetering – en dat u daar ook regelgevend mee aan de slag wilt gaan.
Uiteraard zijn we het eens over de insteek van het decreet complexe projecten, namelijk vroege participatie, in de hoop later dan een vlotter traject te kunnen lopen, maar we zien dat dat doel nog niet helemaal bereikt wordt – en dan druk ik me nog voorzichtig uit. Het is dus goed dat u de nodige stappen hebt gezet en echt de opdracht hebt gegeven om daarmee aan de slag te gaan en dat er momenteel een eindrapport is dat onze richting uit komt.
Wat tot slot ECA betreft, weet ik uiteraard dat alle collega’s binnen de Vlaamse Regering er hun schouders onder zetten om te komen tot een oplossing, een goed eind. Ik las ook dat op dit moment zelfs de piste van het nooddecreet wordt bekeken. Zoiets moeten we natuurlijk alleen doen als dat voldoende juridisch robuust is, wat nog zal moeten blijken.
Een optie zou ook kunnen zijn om een deel te gaan remediëren om zo voldoende snelheid te maken en weinig tijd verloren te laten gaan, maar sowieso lijkt het mij als een paal boven water te staan dat we dit dossier tot een goed einde moeten brengen, want die capaciteit is broodnodig. Als we die in het Vlaanderen van 2021 niet zouden kunnen beginnen te realiseren, dan is er iets serieus mis. Laat ons daar dus volledig voor gaan en laten we op korte termijn het comfort en de zekerheid bieden dat dat dok en die extra containercapaciteit er komen, in het belang van onze welvaart.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Voorzitter, ik wil me kort aansluiten bij de bezorgdheid rond het decreet complexe projecten. We hebben daar in het verleden heel wat debat over gevoerd en gekeken hoe we een trajectverbetering kunnen realiseren voor die complexe projecten. Ik denk dat we allemaal vaststellen dat het een huzarenstuk is om alle vooropgestelde doelstellingen te bereiken en dat we daar toch wel wat vragen over kunnen stellen.
Ik ben inderdaad blij dat de evaluatie die voor ogen werd gehouden, momenteel vorm krijgt. Ik heb begrepen dat alle projecten en trajecten die gebaseerd zijn op dit decreet, goed geanalyseerd worden om daar ervaringen uit te kunnen trekken en eventueel voorstellen naar bijsturing te kunnen doen. Ik stel me nog de vraag of ook andere elementen betrokken worden en op welke manier die analyse nog vervolledigd wordt. Er wordt vertrokken vanuit bestaande trajecten, maar zijn er ook andere experten, administraties betrokken? Kunt u een overzicht geven van wie in dezen allemaal betrokken wordt om een zo volledig mogelijke analyse of voorstellen te hebben, waarvan ik begrepen heb dat u de timing vooropstelt om in juli iets mee te delen. Maar wie wordt in dit traject nog verder betrokken?
Minister Demir heeft het woord.
Collega De Ridder, ik kan u meegeven dat ECA ook voor de Vlaamse Regering een belangrijk project is. Het gaat over onze economie, de welvaart, dus in die zin zijn we alle juridische opties aan het bekijken, ook samen met het kabinet van Lydia Peeters, om tot een oplossing te komen. Er wordt dus hard aan gewerkt.
Collega Rombouts, de evaluatie is een ambtelijke evaluatie, waar dus de gemeenten, De Vlaamse Waterweg, het Agentschap Wegen en Verkeer bij betrokken worden. Lokale besturen worden daar zeker ook mee bij betrokken, aangezien ze voldoende betrokken partij en ook bijna ervaringsdeskundige zijn.
Het is goed, denk ik, dat er een evaluatie gebeurt en dat we vervolgens, zodra we daar een update van krijgen, kunnen overgaan tot verbetering. Dat zal uiteraard ook in de commissie aan bod komen.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Met het gevaar om vervelend over te komen, wil ik nog even opnieuw de walstroom onder de aandacht brengen. Ik geef dat maar mee, omdat ik denk, hoe vaker ik het zeg, hoe meer dat overal zal blijven hangen. Enfin, u weet dat uiteraard zeer goed en u hebt in het verleden gezegd dat dat zeker zal worden meegenomen in het bredere mitigerende verhaal. Ik denk dat het heel belangrijk is om duidelijk te maken dat zo’n investering ook een duurzame investering is en niet voor extra uitstoot hoeft te zorgen, maar net een motor voor de vergroening van de scheepvaart kan zijn, ook internationaal, als we die kaai kunnen uitrusten met walstroom. Maar goed, ik herhaal, op het risico om vervelend over te komen, maar ik geef het toch maar eens eventjes mee.
De vraag om uitleg is afgehandeld.