Report meeting Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, bedankt dat ik te gast mag zijn in uw commissie. U kent Doel, maar het dijkgehucht Ouden Doel misschien niet. Voor wie zich afvraagt of het vlakbij Doel ligt, het ligt iets verder en is eigenlijk een typisch beeld in het mooie Waasland, waarvan ik afkomstig ben. Aan de ene kant liggen dijken met canadapopulieren, daarrond een aantal huizen, wat verder akkers en natuurgebied en nog wat verder de Schelde en industrie. Dat is eigenlijk de typische ‘skyline’, de situatie van waar wij wonen. Ouden Doel is een gehucht helemaal in het noorden van Beveren. Er staan in totaal 22 huizen en er wonen nog een 40-tal mensen. Het is een ‘woonkruimel’, zoals wij dat noemen.
De jongste jaren kende dat gehucht een wat bewogen tijd. In 2014 werd de toekomst van Ouden Doel onzeker omdat de natuurontwikkeling als compensatie voor de uitbreiding van de Waaslandhaven verdere bewoning niet mogelijk zou maken. Tot op vandaag is die toekomst nog altijd onduidelijk, maar die mensen wonen er wel. Als u in de buurt komt fietsen, kan ik u alleen maar aanraden eens te gaan kijken: die dijkwoningen, dat is echt wel een pittoresk zicht.
De Vlaamse overheid heeft uiteindelijk aangegeven dat het gehucht kan blijven bestaan, maar de gemeente Beveren wil daarover ook juridische zekerheid geven. Daarom wordt er nu een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) opgemaakt waarbij aan Ouden Doel opnieuw de bestemming woongebied wordt gegeven. De gemeente Beveren hoopt dat de Vlaamse overheid dit zal goedkeuren om de identiteit van deze unieke dijknederzetting te kunnen behouden. Vanuit de gemeente klinkt echter ook dat bepaalde administraties van de Vlaamse overheid, zoals Omgeving maar ook het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB), “alles uit de kast halen om Ouden Doel van de kaart te vegen” door op alles een negatief advies te geven. Dat laatste is een quote uit de krant.
Minister, kunt u bevestigen dat het pittoreske dijkgehucht Ouden Doel ook in de toekomst behouden kan blijven? Wat is uw reactie op de stelling dat uw administraties het behoud van Ouden Doel zouden tegenwerken, en wat zijn de motieven voor die zogenaamde tegenwerking? Welke negatieve adviezen werden er gegeven omtrent het behoud van Ouden Doel?
Minister Demir heeft het woord.
Collega Daniëls, dank u. U bent altijd welkom in onze commissie. Het is hier ook altijd heel plezant.
Het behoud van Ouden Doel is voor mij zeker mogelijk als dat te verzoenen is met alle andere ontwikkelingen in het ruimere gebied. U weet dat het een complex gebied met heel veel opgaven betreft. Ik heb begrepen dat Doelpolder, gelegen ten zuiden van het gehucht, zal worden ingericht als een gecontroleerd gereduceerd getijdengebied in uitvoering van het Sigmaplan. Dat betekent logischerwijs dat er ook dijkwerken nodig zullen zijn voor het behoud van Ouden Doel, wat mogelijk dan weer een invloed heeft op het omliggende natuurgebied, afhankelijk ook van de nodige dimensies. De uitwerking van dit onderdeel van het Sigmaplan staat nog niet ver genoeg om al ten volle de implicaties ervan te kennen. Ik ben mij wel bewust van het belang van dit gehucht voor de gemeente Beveren en de rol die het ook speelt in de bredere context van het toekomstperspectief voor Doel en het bemiddelingstraject dat wordt begeleid door mijn collega, minister Diependaele en de minister-president. Ik wil dit traject dus zeker alle kansen geven en zal dus ook rekening houden met de wijze waarop Ouden Doel en de ruimere omgeving in een oplossing zouden kunnen passen.
In een planningsproces van een gemeentelijk RUP hebben de Vlaamse administraties een signaalfunctie.
Ze zijn dus niet bindend en kunnen voor alle duidelijkheid een gemeentelijk RUP niet tegenhouden, maar kunnen een lokale overheid wel wijzen op specifieke inhoudelijke elementen en kunnen eventueel aanzetten tot planaanpassingen. Het heeft de bedoeling om expertise in te brengen in een proces. Een lokaal bestuur heeft bijvoorbeeld niet altijd de expertise om alle elementen van een dossier ten volle te beoordelen, en dan zeker in zo’n complexe omgeving.
Naar aanleiding van het gemeentelijk planproces werden reeds twee adviesrondes doorlopen. Ik geef u een samenvatting van de aandachtspunten uit de laatste schriftelijke adviesronde. Het Departement Omgeving gaf inderdaad ongunstig advies. Het departement wees onder meer op de wisselwerking met de geplande haven- en natuurontwikkelingen, die op afdoende manier onderzocht moet worden. In dit verband verwees het departement naar de afweging die de Vlaamse Regering in 2012-2013 ten tijde van het gewestelijk RUP (GRUP) voor de Antwerpse haven heeft gemaakt. Ik denk dat het belangrijk is om daarnaar te verwijzen. Daarnaast adviseerde het departement ongunstig voor de bouw van zes nieuwe woningen wegens de strijdigheid met de doelstellingen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) en het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Beveren. Meer bepaald gaat het om strijdigheid met de doelstellingen inzake kernversterking en het vermijden van bijkomende verlinting.
Het ANB stelde dat de herbestemming van Ouden Doel op zich geen impact heeft op de natuurwaarden. Tegelijkertijd wijst het agentschap op de nadelen van het behoud van Ouden Doel, zoals destijds opgesomd door de Vlaamse Regering in het kader van het afbakenings-GRUP. Het agentschap adviseerde daarom ongunstig, maar stelde tegelijkertijd dat het advies niet bindend is en dat de uiteindelijke invulling van de site een maatschappelijke afweging blijft.
De deputatie van het provinciebestuur Oost-Vlaanderen verleende een gedeeltelijk gunstig advies. De deputatie wees op de twee volgende aandachtspunten. Eén, Ouden Doel is niet geselecteerd als kern in het buitengebied van Beveren. Twee, de bestaande zonevreemde woningen onderbrengen in woongebied kan enkel aanvaard worden als dit niet in strijd is met de intenties van de Vlaamse Regering voor het Antwerpse zeehavengebied of de gebieden in de onmiddellijke nabijheid ervan.
De Vlaamse Waterweg wees op geplande maatregelen in het gebied in het kader van het Sigmaplan.
Ik kan besluiten dat de aandachtspunten voornamelijk verwijzen naar het standpunt van de Vlaamse Regering ten tijde van het afbakenings-GRUP in 2012-2013. Maar zoals ik al aangaf, moeten we hierbij ook kijken naar het lopende bemiddelingstraject voor het toekomstperspectief van Doel, en meer bepaald naar de wijze waarop Ouden Doel en de ruimere omgeving in een eventuele oplossing zouden kunnen passen. De aangehaalde adviezen houden uiteraard geen rekening met dit element.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, ik ben alvast blij dat u begonnen bent met te stellen dat het voor u mogelijk is dat Ouden Doel te verzoenen valt met de toekomst. Met andere woorden, voor u is het mogelijk dat Ouden Doel blijft, weliswaar rekening houdend met de complexiteit van het gebied. Collega’s, ik hoef u die complexiteit niet uit te leggen. In het Waasland zit alles samen: water, plaats voor water, natuur, landbouw, economie, de uitbreiding van de haven – waar heel veel mensen uit het Waasland werken en waar ook heel Vlaanderen van profiteert – en dan nog het element van wonen en mobiliteit. Dat zit allemaal samen, op een kluitje bij mekaar, en dat maakt het niet evident. Maar ik ben blij, minister, dat u de lopende onderhandelingen alle kansen wilt geven in het bemiddelingstraject, alsook in het toekomstperspectief voor Doel, wat nog een ander verhaal is, en het feit dat Ouden Doel daarin kadert.
Wat het Sigmaplan betreft, klopt het wat u zegt, minister: als daar natuuruitbreiding komt, zal Ouden Doel op de een of andere manier beschermd moeten worden tegen de Schelde, of het gecontroleerd overstromingsgebied van de Schelde. Hebt u daar al enig perspectief op? Dat is een bijkomende vraag.
Ten tweede zijn er de elementen die de administratie aanhaalt in de negatieve adviezen. Ik hoor dat u daar ook een zeker sentiment over hebt en dat het in het kader van het maatschappelijk draagvlak misschien wel wijselijk is om nog eens te kijken naar de mogelijkheden voor Ouden Doel, al was het maar maatschappelijk toeristisch-recreatief.
Minister Demir heeft het woord.
Ik wil nog zeggen, collega Daniëls, dat ik inderdaad nog geen zicht heb op gedetailleerde plannen binnen het Sigmaplan. Dat valt ook onder de bevoegdheid van collega Lydia Peeters, dus ik heb daar nog geen volledig zicht op.
Het is inderdaad zo dat collega Diependaele en ook de minister-president een mandaat hebben om een rol te spelen in dit geheel, in de bredere context van het toekomstperspectief voor Doel en het bemiddelingstraject, dat door hen begeleid wordt.
De adviezen zijn van daarvoor en daarom zeg ik ook dat de adviezen nog geen rekening houden met die elementen. Ik denk dat het nu belangrijk is dat we het lopende bemiddelingstraject voor het toekomstperspectief voor Doel van collega Diependaele alle kansen geven.
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, als geboren en getogen Waaslander en gezien de complexiteit van alle functies die we op die plaats samen proberen te krijgen, denk ik inderdaad dat maatschappelijk draagvlak een zeer belangrijk gegeven is. Ouden Doel is daar toch een deel van, om het maatschappelijk draagvlak hier in stand te houden, en dus wil ik er zeker voor pleiten om het bemiddelingstraject dat minister Diependaele en de minister-president voeren, alle kansen te geven. Maar ondertussen moeten we bekijken welke mogelijkheden er voor Ouden Doel zijn, zeker als er in het licht van Sigma al verdere plannen worden gemaakt. Daar mag niet te licht worden overgegaan. Ik zal het zeker blijven opvolgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.