Report meeting Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Goedemorgen, minister-president, ik heb een vraagje over de Artists in Residence (AIR) Antwerpen. Die zijn bij ons bekend in het kader van het Kunstendecreet. Ze hebben een dubbele werking als kunstenaarsresidentie en ze bieden ook ateliers aan. Ze zitten een beetje op het kruispunt van lokale ontwikkeling en internationale uitwisseling. Onlangs zag ik online een petitie met meer dan 600 handtekeningen, ook uit het Antwerpse artistieke veld, die een aantal wantoestanden aanklagen rond machtsmisbruik , grensoverschrijdend gedrag, spanningen en een ongezond werkklimaat. Het lijkt toch wel een beetje op serieuze inbreuken op de principes van ‘cultural governance’.
De Vlaamse Ombudsdienst heeft daarin natuurlijk een taak. De dienst heeft gesprekken aangevat met de organisatie, en spreekt van een ongezonde situatie op het terrein. De ombudsdienst geeft in zijn rapport geeft ook een signaal aan de subsidiërende overheden. Dat betekent natuurlijk: de stad Antwerpen, maar natuurlijk ook wij, als Vlaamse Gemeenschap.
Ik wil hier niet te gedetailleerd ingaan op dit specifiek dossier – dat is zeker niet de bedoeling van de vraag –, maar het zet natuurlijk wel het debat rond integriteitsbeleid binnen cultuurorganisaties op scherp. We hebben al vaak gesproken over het actieplan rond grensoverschrijdend gedrag in deze commissie. U hebt al aangegeven daarrond een evaluatieonderzoek te laten uitvoeren. Maar eigenlijk gaat dit niet specifiek over grensoverschrijdend gedrag, maar vooral integriteit en de principes van cultural governance.
Minister-president, hebt u kennis genomen van dit dossier? Zult u stappen zetten om gesprekken met de stad Antwerpen aan te gaan?
Over welke instrumenten beschikken we eigenlijk als we dit signaal krijgen? Volgens de Vlaamse Ombudsdienst is het de bedoeling het integriteitsbeleid nog iets harder te maken. Gelukkig is in het gewijzigd Kunstendecreet een bepaling opgenomen die werk maakt van een integriteitsbeleid op organisatieniveau. Zal dit zoden aan de dijk brengen?
Ik heb nog een specifieke vraag over het grensoverschrijdend gedrag. We zouden zien welk effect het actieplan heeft gehad, maar ik vind niet meer terug wanneer het evaluatierapport wordt verwacht.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Voorzitter, we zijn op de hoogte van de problematiek. We hebben het verslag van de Genderkamer zorgvuldig bestudeerd en we hebben contact opgenomen met de vertegenwoordigers van de stad Antwerpen, die de samenwerkingsovereenkomst met AIR Antwerpen op 4 juni 2021 met onmiddellijke ingang heeft verbroken. Ook wij zetten stappen. Tenzij de vzw op korte termijn in handen komt van een volledig nieuw bestuur en vervolgens aantoont dat de organisatie volledig in regel is met de principes van goed bestuur, is een voortzetting van de subsidiëring op dit moment onmogelijk. De deadline is 1 september 2021.
In het nieuw Kunstendecreet hebben we het initiatief genomen om zo integer mogelijke kunstenpraktijken door middel van een regelgevend, normatief kader te stimuleren. Het nieuwe decreet kan mogelijk zoden aan de dijk zetten, maar ik wil dit nuanceren. We mogen niet veel effecten van zulke voorwaarden in de regelgeving verwachten. Indien er inbreuken met betrekking tot de integriteit zijn, is het wel belangrijk dat mijn administratie meer hefbomen in handen heeft om case per case actie te ondernemen.
Van de organisaties die een projectsubsidie aanvragen, wordt in het nieuwe Kunstendecreet verwacht dat ze bij de uitvoering van het project de principes van fair practices en integriteit toepassen volgens de daarvoor geldende codes in de cultuursector, zoals de Bestuurscode Cultuur en Juist is Juist. De organisatie mag rekening houden met de schaalgrootte van het project. De organisatie moet alle bij het project betrokken medewerkers informeren over de mogelijke meldingskanalen voor kwesties met betrekking tot integriteit op het vlak van psychosociaal welzijn en grensoverschrijdend gedrag.
Voor de organisaties die een werkingssubsidie aanvragen, leggen we de lat hoger. Zij moeten zich bij aanvraag engageren om de principes van goed bestuur, fair practices en integriteit te verwerken in een intern reglement dat de in de kunstensector geldende codes, zoals de Bestuurscode Cultuur en Juist is Juist, respecteert. De organisatie mag rekening met de eigen schaalgrootte houden. Daarnaast moet de organisatie zich engageren om een eigen beleid inzake grensoverschrijdend gedrag te ontwikkelen, waarbij ze moet onderzoeken of de aanstelling van een vertrouwenspersoon haalbaar is. Die vertrouwenspersoon kan zowel intern als extern worden aangesteld. Ten slotte moet de organisatie zich engageren om alle medewerkers te informeren over de mogelijke meldingskanalen voor kwesties met betrekking tot integriteit op het vlak van psychosociaal welzijn en grensoverschrijdend gedrag.
Voor de organisaties die een werkingssubsidie voor twee beleidsperiodes of als kunstinstelling aanvragen, gaan we nog een stap verder. Ze moeten zich eveneens engageren om tijdens de beleidsperiode aan de net opgesomde voorwaarden te voldoen. We verwachten dat deze organisatie op het moment van de aanvraag al een intern reglement hebben opgesteld. Ten slotte moeten deze organisaties op het moment van de aanvraag met behulp van hun eigen communicatiekanalen publiek bekend hebben gemaakt hoe ze op het vlak van goed bestuur, fair practices en integriteit op het vlak van psychosociaal welzijn en grensoverschrijdend gedrag een voorbeeldrol vervullen. Het is de bedoeling dat deze organisaties de rest van het kunstenveld op deze manier kunnen inspireren.
Door middel van het toezicht op de project- en werkingssubsidies, wat zowel steekproefgewijs als risicogedreven verloopt, zal mijn administratie nagaan of tijdens het project of de beleidsperiode aan al deze voorwaarden en engagementen is voldaan. Indien dat niet het geval is, kunnen remediëringstrajecten opgezet worden, sancties volgen of kan het saldo ingehouden worden of de subsidie stopgezet. Dit dient case per case bekeken te worden.
Belangrijk om aan te geven is dat voor werkingssubsidies één keer tijdens de beleidsperiode ook een diepgaande inhoudelijke evaluatie gepland staat, waarbij mijn administratie, eventueel aangevuld met een aantal externe experten, de organisatie bezoekt en met haar in gesprek gaat. Tijdens dit inhoudelijk gesprek kunnen de verschillende elementen van integriteit diepgaand besproken worden. De administratie stelt een verslag op naar aanleiding van deze evaluatie, waartoe de organisatie zich moet verhouden in een nieuwe aanvraag voor werkingssubsidies. Op die manier moet de organisatie met eventuele aanbevelingen rond integriteit aan de slag, wil ze kans maken op een nieuwe werkingssubsidie.
Het onderzoek zal in het najaar van 2021 gegund worden.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor uw zeer helder antwoord. Ik heb de indruk dat er serieus opgetreden is in deze zaak, zowel door u als door de stad Antwerpen, terecht ook.
We hebben wel meer hefbomen in handen, dus dat is een zeer goede zaak. Ik vind ook wel dat dit een beetje bewijst dat de instrumenten werken. De Genderkamer heeft opgetreden, dan de Vlaamse Ombudsdienst, en zo is dat geëscaleerd richting stad Antwerpen, uzelf en uw administratie. Ik vind dat wel een goede zaak.
Het doet me spijtig genoeg denken aan de zaak-Fabre. Dat was de eerste keer dat we daarmee geconfronteerd werden en toen hadden we weinig hefbomen. Dat is dankzij het nieuwe Kunstendecreet wel het geval. Jammer dat zulke zaken nog altijd voorkomen, maar goed dat we kunnen optreden.
Dat brengt me tot mijn derde punt. De werking van de Genderkamer is blijkbaar toch wel essentieel in dezen. Hun werking loopt eind dit jaar af. Ik zou willen pleiten voor een verderzetting van hun activiteiten.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Ik denk dat de juiste maatregelen inderdaad genomen zijn, waarvoor dank natuurlijk. Het is in de eerste plaats aan de organisaties zelf om een integriteitsbeleid te voeren. Ingrijpen op de werking of het beleid van een gesubsidieerde organisatie vinden wij nogal moeilijk. De overheid neemt door het inschakelen van de Genderkamer al heel wat verantwoordelijkheid.
Subsidies on hold zetten, is één ding, subsidies stopzetten is natuurlijk het laatste wat we willen, want dat heeft een enorme impact op de werknemers van de organisatie.
Over grensoverschrijdend gedrag kunnen we kort zijn: dat is onaanvaardbaar, daar bestaat geen excuus voor.
De Vlaamse overheid brengt de problematiek in kaart, maar uiteindelijk ligt de sleutel bij de organisaties zelf via evaluatiegesprekken, meldingen. Het gaat over een veilige omgeving waar iedereen zonder meer zijn of haar grenzen kan bepalen. Dat is uiteindelijk het streefdoel.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Er waren geen bijkomende vragen, alleen de opmerking van mevrouw D’Hose om de Genderkamer te verlengen. De evaluatie wordt op dit ogenblik gemaakt, we zullen tijdig beslissen, zodat in voorkomend geval de werking kan worden gecontinueerd.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Heel helder, minister-president. We zien de evaluatie over een paar maanden tegemoet.
De vraag om uitleg is afgehandeld.