Report meeting Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Voorzitter, ik ben blij dat ik ook eens in deze commissie aanwezig kan zijn.
11 juli is en blijft een bijzondere en belangrijke feestdag voor alle Vlamingen en zeker voor de Vlamingen die in Brussel wonen. Normaal gesproken, wordt deze dag opgeluisterd door tal van activiteiten, waarmee we krachtig in de verf zetten dat de Vlaamse aanwezigheid in Brussel een meerwaarde vormt voor het cultureel en sociaal leven in onze hoofdstad.
Dit jaar zullen alle feestelijkheden op een bijzondere manier verlopen. Gelet op de coronasituatie, die gelukkig verbetert, maar die we toch nog voelen, zullen wel degelijk activiteiten worden uitgerold om te proberen deze dag op een feestelijke manier te beleven. In dat verband heeft Vlaanderen Feest! de negentien Brusselse gemeentebesturen aangeschreven en de mogelijke ondersteuning, onder meer met de feestcheques, verduidelijkt om deze dag op lokale schaal feestelijk door te brengen. Als Brusselse Vlaming is dit voor mij een belangrijke demarche, waarvoor ik de initiatiefnemers van Vlaanderen Feest!, een vereniging die door de Vlaamse overheid wordt ondersteund, heel uitdrukkelijk wens te feliciteren en te bedanken.
Jammer genoeg zijn de Brusselse gemeenten niet altijd de beste leerlingen met betrekking tot het respect voor de wettelijke tweetaligheid. Daar kan ik persoonlijk van getuigen vanuit de gemeenteraad in Ganshoren en vanuit vele andere domeinen in Brussel. Ondanks de aanwezigheid van deze gemeenschap in het lokaal weefsel, voorzien ze vaak nauwelijks in gemeenschapsactiviteiten in het Nederlands. Ik verwijs naar heel wat sterke Nederlandstalige scholen die door heel wat Franstaligen en anderstaligen ten zeerste worden gerespecteerd.
Het is dan ook belangrijk te zien op welke manier op deze uitgestoken hand van Vlaanderen Feest!, met de steun van de Vlaamse Regering, wordt gereageerd. Ik heb de brieven hier voor me liggen. Het zijn zeer positieve brieven waarin wordt aangeboden de feestcheques uit te delen om lokale initiatieven te ondersteunen en dergelijke. De vraag is of deze demarche bepaalde effecten heeft teweeggebracht.
Minister-president, kunt u toelichten welk specifiek op de Brusselse gemeenten gericht ondersteuningsaanbod Vlaanderen Feest! in de verf heeft gezet? Het zou positief zijn dat de Vlaamse en Franstalige gemeenschappen op een constructieve manier zouden samenwerken.
Is reeds een reactie van de verschillende gemeentebesturen ontvangen? Is het initiatief van Vlaanderen Feest! positief beantwoord? Hebt u weet van concrete lokale initiatieven in Brussel die door middel van ondersteuning door de Vlaamse overheid worden georganiseerd?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Zoals u wellicht weet, is het de vzw Vlaanderen-Europa die instaat voor de ondersteuning van lokale initiatieven ter gelegenheid van de 11 juli-viering, in het kader van de campagne Vlaanderen Feest!. De vzw krijgt daarvoor een werkingssubsidie van de Vlaamse overheid door toedoen van mijn diensten. Deze ondersteuning is zowel gericht naar de steden en gemeenten uit het Vlaamse en het Brusselse Gewest als naar buurtcomités en plaatselijke verenigingen.
In de eerste plaats is er de mogelijkheid voor de gemeenten om een financiële tussenkomst te krijgen voor de organisatie van één of twee evenementen in het kader van Vlaanderen Feest!. Het betreft een tussenkomst van 50 procent in de kosten, met een maximum van 720 euro voor gemeenten tot 40.000 inwoners en van 900 euro voor grotere gemeenten. Als het evenement exact op 11 juli plaatsvindt wordt het percentage van tussenkomst in de kosten zelfs verhoogd van 50 naar 60 procent. De maximumbedragen van respectievelijk 720 en 900 euro blijven wel behouden.
Die financiële tussenkomst kan op meerdere kostenposten betrekking hebben. Dat kunnen de prestatievergoedingen zijn voor artiesten die optreden met een Nederlandstalig liedjesrepertoire, maar ook infrastructurele en promotionele kosten komen in aanmerking. Zonder te veel verder in detail te treden kan ik nog vermelden dat binnen dat systeem een extra stimulans is ingebouwd voor de programmering van Nederlandstalige optredens.
De mate waarin de mogelijke maximumbedragen effectief worden uitgekeerd, is afhankelijk van de bewijsvoering na afloop van de evenementen.
Naast het financiële aspect kunnen de gemeenten ook nog op andere vormen van ondersteuning rekenen, onder andere op het vlak van programmatie. Op de website van Vlaanderen Feest! staat onder de rubriek ‘Programmatips’ een geactualiseerde lijst ‘Muzikaal in eigen taal’ van artiesten met een Nederlandstalig liedjesrepertoire, inclusief hun vraagprijzen. Daarmee willen we de programmering van Nederlandstalige optredens stimuleren.
Ze kunnen op ondersteuning rekenen door middel van gratis promotie- en presentatiemateriaal. We verwachten van de gemeenten dat zij op alle aankondigingen van hun initiatieven in het kader van Vlaanderen Feest! de logo’s voorzien die duidelijk refereren aan Vlaanderen Feest! en de Vlaamse Feestdag. De gemeenten kunnen daarvoor bij de vzw gratis tot honderd invulbare affiches reserveren, waarop de logo’s reeds staan vermeld, of zij kunnen deze affiches downloaden van de site van Vlaanderen Feest!.
Tot slot verwachten wij ook van de gemeenten dat zij bij deze evenementen zowel de officiële vlag van de Vlaamse Gemeenschap als het campagnespandoek van Vlaanderen Feest! vlak bij elkaar op een zichtbare plaats uithangen. De gemeenten kunnen de beide vlaggen gratis reserveren bij de vzw.
Uw tweede vraag peilde naar de respons van de Brusselse gemeenten. Tot op heden zijn er van de negentien Brusselse gemeenten vier die een aanvraag tot een tussenkomst hebben ingediend in de organisatiekosten van evenementen in het teken van Vlaanderen Feest!: Koekelberg, Schaarbeek, Sint-Agatha-Berchem en Vorst. Dat aantal is – met uitzondering van 2020, toen door de coronacrisis geen gemeentelijke evenementen werden ondersteund – lager dan het gemiddelde van de jongste jaren. In 2019 dienden naast de vier gemeenten die ik reeds vermeldde, ook Elsene, Neder-over-Heembeek, Oudergem, Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Lambrechts-Woluwe en Ukkel aanvragen in. In totaal waren dat dus tien gemeenten. In 2018 vroegen negen gemeenten een tussenkomst aan: Elsene, Koekelberg, Oudergem, Schaarbeek, Sint-Agatha-Berchem, Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Lambrechts-Woluwe, Ukkel en Vorst. Dat de respons dit jaar lager ligt kan wellicht verklaard worden door de beperkende maatregelen die thans nog steeds gelden als gevolg van de coronacrisis.
Wat uw derde vraag betreft, kan ik u meedelen dat er mij geen lokale Brusselse initiatieven bekend zijn die georganiseerd zouden worden in het kader van de 11 juli-viering en waarvoor er financiële ondersteuning zou gevraagd zijn aan mij of aan minister Dalle. Vanuit mijn bevoegdheid is er de ondersteuning via de vzw Vlaanderen-Europa, zoals ik heb toegelicht. Op het bovenlokale niveau is er in Brussel uiteraard de organisatie van de 11 juli-viering door Muntpunt, dat ressorteert onder de bevoegdheid van minister Dalle.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor uw toelichting.
Het is inderdaad steeds een mooi aanbod vanuit de Vlaamse overheid en Vlaanderen Feest! – vzw Vlaanderen-Europa is de juiste benaming. Ik denk dat dat inderdaad mooie initiatieven zijn. Het verwondert mij een beetje dat er op dit ogenblik eigenlijk maar vier van de negentien gemeenten daarop ingaan, en op die manier het aanbod dat hen wordt gedaan om ook feest te vieren met de Vlaamse Gemeenschap. Wat mij betreft mag er evengoed in september feest gevierd worden met de Franse Gemeenschap. Dan kunnen we het Irisfeest vieren. Hoe meer feesten, hoe plezanter, zou ik zeggen. Ik betreur dat die respons zo laag is. Ik begrijp dat corona het niet gemakkelijk maakt, maar waar een wil is, is een weg. Ik zal alleszins op lokaal niveau verdere initiatieven nemen, om te vragen waarom bijvoorbeeld mijn eigen gemeente Ganshoren, die in het verleden toch ook wel activiteiten in het kader van 11 juli georganiseerd heeft, hier niet op in is gegaan. Dat is een gemeente met toch een sterke Vlaamse gemeenschap. Maar ook in andere gemeenten verwondert het mij dat er toch maar beperkt op wordt ingegaan, en men op die manier bepaalde initiatieven liever aan zich laat voorbijgaan. Ik vind dat jammer. Ergens zou het logisch zijn dat alle negentien gemeenten daarop zouden ingaan, en bepaalde activiteiten inrichten. Maar ik stel vast dat er nu maar vier zijn, vorig jaar blijkbaar tien, en het jaar daarvoor acht, als ik het goed genoteerd heb.
Maar we zullen daar alleszins mee verdergaan en de nodige druk zetten vanuit lokaal niveau, maar ik hoop ook dat de Vlaamse Regering blijft investeren in dergelijke activiteiten. Hopelijk zullen we volgend jaar, of het jaar nadien, toch alle 19 gemeenten kunnen overtuigen om dat te doen. Wie weet moeten we het ooit – wanneer de Brusselse gemeenten gefusioneerd zijn – enkel doen ten aanzien van één Brussels bestuur.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Ik heb niets meer toe te voegen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.