Report meeting Commissie voor Onderwijs
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Warnez heeft het woord.
In september vorig jaar besloot de Vlaamse Regering, op advies van de inschalingscommissie, om de opleiding Tolk Vlaamse Gebarentaal in te schalen op VKS-niveau 7 (Vlaamse kwalificatiestructuur). De graduaatsopleidingen Tolk Vlaamse Gebarentaal in de Artveldehogeschool en de AP Hogeschool Antwerpen hebben dit academiejaar niet meer gerekruteerd voor nieuwe studenten, en zitten in een afbouwscenario. In de plaats daarvan komen er masteropleidingen. In Antwerpen wordt er al langer een masteropleiding georganiseerd door de KU Leuven, als taaloptie binnen Toegepaste Taalkunde, en ook UGent overweegt deze richting op te starten.
Dat betekent concreet dat er volgend academiejaar een ‘gat’ zal ontstaan want er zijn geen graduaatsopleidingen meer waar we nieuwe kandidaat-tolken Vlaamse gebarentaal kunnen opleiden. Die opleiding zorgde er toch voor dat er in de maatschappij voldoende mensen zijn die de essentiële vaardigheden bezitten om op niveau te communiceren met slechthorenden. Het doelpubliek was iedereen die graag met doven en slechthorenden in contact wil komen of wil communiceren, en beroepsmatig met doven en slechthorenden omgaat. Dat zijn geïnteresseerden, vrijwilligers, verpleegkundigen, dienstverleners, grootouders, opvoeders, familie, vrienden, ouders enzovoort. Naast de achtergrondinformatie bij doofheid en tolken voor doven ligt in de opleiding het zwaartepunt op gebarentaal en het aanleren van tolktechnieken. Door die verschillende elementen is de opleiding niet onbelangrijk.
In februari stelde ik u in deze commissie al een vraag over de gevolgen van deze herinschaling, zowel financieel, organisatorisch als maatschappelijk. U gaf toen aan dat u en uw medewerkers in gesprek waren met de instellingen van hoger onderwijs en dat het toen te vroeg was voor een aantal antwoorden. Ik beloofde dit alvast op te volgen. Hier ben ik dan, zeker nu het zomerreces en het eerste academiejaar zonder nieuwe studenten in de opleiding Tolk Vlaamse Gebarentaal op niveau 5 straks aanvat.
Ik heb volgende vragen. Welke resultaten hebben de gesprekken met de betrokken instellingen van hoger onderwijs gehad? Hebt u inmiddels zicht op de financiële en organisatorische gevolgen van de beslissing van de Vlaamse Regering voor de betrokken hogescholen – ik denk aan het sociaal passief? Welke begeleidende maatregelen voorziet u, gezien de gevolgen voor de instellingen op financieel vlak en voor het opzeggen van personeel? Vindt u het maatschappelijk voldoende dat er volgend jaar enkel in Antwerpen een optie Vlaamse Gebarentaal is binnen de opleiding Toegepaste Taalkunde? Op welke manier zult u de universiteiten ondersteunen die een richting Tolk Vlaamse Gebarentaal op masterniveau willen inrichten, gezien het maatschappelijk belang ervan? Aangezien de Codex Hoger Onderwijs voor deze situatie niets voorziet, acht u het nodig in een regelgevend kader te voorzien voor het opzeggen van individuele opleidingen ten gevolge van een andere inschaling in de VKS, om meer rechtszekerheid te kunnen bieden aan de studenten en om het dekken van de personele en financiële gevolgen voor de instellingen te garanderen?
Minister Weyts heeft het woord.
Excuseer mij, mijnheer Warnez, maar ik heb nog niet alle antwoorden op uw vragen. De twee betrokken hogescholen die de graduaatsopleiding op dit ogenblik aanbieden, namelijk de Arteveldehogeschool en de Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen, heb ik gevraagd mij een nota te bezorgen over hoe zij de toekomst van die opleiding zien. Zij bezorgden die mij op 27 mei jl. De Arteveldehogeschool zou die opleiding overdragen aan de Universiteit Gent. In Antwerpen wordt deze opleiding niet overgedragen aangezien er al een aanbod is in deze stad.
In die nota wordt ook vermeld waar zich hierbij de problemen bevinden en wat de financiële gevolgen zijn. We zijn dat momenteel aan het bekijken. Ook wordt er een analyse gemaakt van de te nemen stappen. Het is op dit ogenblik dus nog te vroeg om u een gedetailleerd overzicht te bezorgen van de wetgevende maatregelen die zouden moeten worden genomen, of om te bepalen wat de gevolgen op financieel vlak zullen zijn. Wanneer dit duidelijk wordt, zal ook gekeken kunnen worden of er een algemene regeling moet worden voorzien.
De heer Warnez heeft het woord.
Dank u wel, minister. Oké, nog geen antwoorden, maar het is goed dat er al een nota is, en een gedetailleerd overzicht. Ik denk dat dan de evidente vraag is: Hebt u er zicht op wanneer die antwoorden er wel zullen zijn, want volgend academiejaar komt eraan. Want die universiteiten moeten wat mij betreft – UGent als het enkel over Gent zou gaan in dit geval – toch zo snel mogelijk die opleiding kunnen oprichten, gezien het maatschappelijk belang. Er zijn ook studenten in die opleidingen, er zijn daar personeelsleden, er is dus wel wat onzekerheid. Vandaar de vraag naar de timing.
De heer Daniëls heeft het woord.
Dank u wel voor de vraag. Vanuit de N-VA-fractie willen we de oproep wel mee ondersteunen voor een voldoende aanbod doventolken, minister. Ik denk dat iedereen die de laatste tijd naar persconferenties keek het gemerkt heeft: eerst waren er geen, maar gaandeweg werden ze altijd ondersteund door doventolken. Ik denk dat het een belangrijk gegeven is om ook de Nederlandse en de Vlaamse gebarentaal te erkennen – het is ook een erkende taal, notabene – om te zorgen dat die voldoende kan worden gebruikt. Ik weet dat men op bepaalde momenten, ook in het kader van de doventolken in het onderwijs, op tekorten stootte. In het verleden had men in het Vlaams Communicatieassistentiebureau voor Doven (CAB), dat de verdeling doet van de tolken, af en toe te weinig tolken. Dat had dan ook nog eens te maken met het verschil in statuut, tussen welzijn en onderwijs. Maar de basis van alles is natuurlijk: voldoende tolken hebben.
Minister, ik denk dat het goed is dat u die initiatieven neemt, en dat u daar volop mee bezig bent, en we willen zeker de oproep doen aan de instellingen die ermee stoppen en de instellingen die ermee gaan starten, om die overgang zo goed mogelijk te organiseren.
Minister Weyts heeft het woord.
Dank u. Ja, we zijn wel nog een beetje in discussie met de twee instellingen, over de financiële consequenties. Ik heb daar extra informatie over opgevraagd, en verantwoording. Die data zijn ons beloofd tegen eind volgende maand. Normaal gezien hebben we dan opnieuw overleg. Ik kan ook nog meegeven dat de UGent nauw betrokken is, en wil starten in academiejaar 2022-2023.
De heer Warnez heeft het woord.
Dan kan ik u alleen danken voor uw antwoord, minister, en we zien uit naar uw volgende antwoorden. Ik dank ook collega Daniëls voor zijn steun, en die van zijn fractie. Dat betekent dat de minister ook dit project ten volle zal ondersteunen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.