Report meeting Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Minister, collega’s, in het verleden onderwierp Toerisme Vlaanderen alle projecten die aanspraak wilden maken op een subsidie aan dezelfde strenge procedure met welomlijnde selectiecriteria vooraleer ze groen licht kregen. Een beetje logisch, zou ik zeggen. Oproepen werden ook gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Stakeholders werden beoordeeld op basis van een lijvig businessplan. Niet alleen medewerkers in Brussel, maar ook de medewerkers in de buitenlandkantoren werden ingezet om alle aspecten van dit businessplan te screenen, waaronder ook het internationaal potentieel. Na deze eerste beoordeling door de administratie, werden projecten vervolgens door een externe jury beoordeeld en hiervan werd dan een rapport opgemaakt. Op basis daarvan werd beslist of een project financiële ondersteuning kreeg of niet.
Van die transparante werkwijze is Toerisme Vlaanderen blijkbaar minstens gedeeltelijk afgestapt. Onder andere, in het kader van het relanceplan, maakt u het onderscheid tussen projecten die reeds zijn goedgekeurd, en dus al zeker zijn van een financiële ondersteuning, en projecten die nog via een projectoproep een ondersteuning kunnen krijgen. Het is echter – op het eerste gezicht, alleszins – onduidelijk welke toewijzingsprocedure werd doorlopen voor de reeds geselecteerde projecten, op basis van welke criteria die projecten zijn gekozen en hoe de meerwaarde van de projecten is beoordeeld. Op de website van Toerisme Vlaanderen zijn deze criteria en procedures niet terug te vinden. Op die manier wordt op z’n minst de indruk gewekt dat met bepaalde stakeholders al specifieke afspraken bestaan en bepaalde projecten reeds op voorhand zijn goedgekeurd zonder vaste procedures en criteria, terwijl andere projecten wel – en terecht, zoals in het verleden – aan een beoordeling onderworpen zijn vooraleer ze aanspraak kunnen maken op steun.
Ik heb dan ook de volgende vragen, minister.
Kunt u mij uitleggen waarom van de vroegere, meer transparante werkwijze afgestapt is, en waarom zoveel projecten nu zonder procedure worden goedgekeurd, terwijl andere projecten onderhevig zijn aan een projectoproep?
Welke criteria en procedures hebt u toegepast om de projecten die niet via de open oproep zijn verlopen te selecteren? Ik denk onder andere aan het project in Houthalen, de kastelen van Poeke en Leut, of het thema ‘Renaissance’ in Mechelen. Op basis van welk onderzoek en welke criteria hebben deze projecten groen licht gekregen? Is hiervoor op voorhand reeds een meerwaarde-inschatting doorgevoerd?
Kunt u meer toelichting geven over de criteria en voorwaarden die worden gehanteerd voor de projectoproepen? Zijn de criteria voor projectgoedkeuring en de daarbij horende procedures bekend bij alle stakeholders? Heeft de toeristische sector er wel voldoende zicht op voor welke projecten en hoe ze beroep kan doen op de ondersteuning van Toerisme Vlaanderen?
Wat is het geheel van de middelen die enerzijds naar de reeds gekozen projecten gaat, en de middelen die nog via een procedure verdeeld moeten worden, de zogeheten projectoproepen?
Zult u in de toekomst het onderscheid blijven maken tussen verschillende manieren van toewijzing van projecten, of heeft dit nu enkel met de relance te maken? Vindt u het niet correcter en wenselijker om voor alle projecten een transparante procedure met heldere criteria te voorzien, zodat ieder project op dezelfde manier wordt beoordeeld?
Ik kijk uit naar uw antwoord.
Minister Demir heeft het woord.
Ja, collega Vandenhove, ik ben het met u eens. In het kader van de relance hebben wij ongeveer 150 miljoen euro extra uitgetrokken. Die middelen moesten ook uiterlijk eind 2022 volledig worden vastgelegd. Tegelijk wilden we ook voor de sector dat er zo snel mogelijk een relance-impuls kwam, met heel wat hefboomprojecten.
De toeristische sector heeft ook enorm geleden door de coronacrisis – hij is als eerste gesloten, en het zal waarschijnlijk nog even duren voor hij weer boven water is. Een klassieke projectoproep – zeker als die eerst nog inhoudelijk moet worden uitgewerkt – duurt gemakkelijk meer dan een jaar. Vandaar dat we er uitzonderlijk, eenmalig, voor gekozen hebben om een bevraging te doen bij al onze partners. Ik wil ook nog eens benadrukken dat deze keuze louter op de relancemiddelen betrekking heeft. Alle andere investeringsmiddelen blijven bij de open procedure die we bij Toerisme Vlaanderen kennen.
Ik heb de methodiek verschillende malen ter sprake gebracht in deze commissie. Ik benadruk hierbij dat het vanzelfsprekend is dat er een maximale transparantie is.
In september vorig jaar is er bij alle partners een bevraging geweest naar welke projecten deze heropstart kunnen faciliteren. Het resultaat van die bevraging is enkele maanden geleden bezorgd aan de commissieleden. Zoals ik toen ook heb aangeven, hebben we dan op basis van deze voorstellen – het waren er een hele hoop – en na bespreking hiervan met de betrokken partners, een keuze gemaakt op basis van de doelstellingen geformuleerd in mijn beleidsnota, over welke projecten ondersteuning krijgen. Die projecten moeten natuurlijk passen in de doelstellingen. Maar aangezien het gaat over een snelle relance-impuls en het vastleggen van de middelen, moet het natuurlijk snel gaan.
We hebben vastgesteld dat er bij heel wat partners projecten klaarlagen, die snel uitvoerbaar waren en een meerwaarde betekenen in het kader van de relance, om het toerisme in het buitenland zo snel mogelijk in de kijker te zetten. De meeste concrete en mature projecten werden versneld door een rechtstreekse toekenning. Die toekenning zal na het doorlopen van de administratieve procedure – want Toerisme Vlaanderen zal nog steeds worden betrokken bij de toekenning van de middelen – en de begrotingscontrole aan de Vlaamse Regering worden voorgelegd.
De reguliere middelen gaan volgens de normale open projectoproepen.
Ik kom tot uw derde vraag. De projectoproepen worden momenteel uitgewerkt door Toerisme Vlaanderen. Ik voorzie meerdere thematische oproepen. Voor elke oproep zullen we, in lijn met de beleidsnota, eerst in overleg gaan met de sector om na te gaan hoe we de oproep kunnen oriënteren.
Die oproepen verschillen niet van de vroegere projectoproepen. Dat betekent dat ze tijdig zullen worden bekendgemaakt aan de gehele sector. Ik ben het met u eens dat dat zo breed mogelijk moet zijn, zodat iedereen de mogelijkheid heeft om projectvoorstellen in te dienen. Dat is van groot belang. Die oproepen zullen uiteraard pas gelanceerd kunnen worden op het moment dat de scope en de criteria van de oproepen duidelijk zijn. De administratie werkt momenteel aan die scope en die criteria.
Het relanceplan omvat niet enkel de 150 miljoen euro extra middelen in het kader van de relance, waarvoor ik nu versneld een bevraging heb gedaan bij alle partners, maar ook de reguliere middelen van Toerisme Vlaanderen. Het totale budget bedraagt ongeveer 212 miljoen euro.
Ik kom tot uw laatste vraag. Zoals ik heb aangegeven, is de keuze om af te stappen van projectoproepen een punctueel gegeven. Het is louter eenmalig, in het kader van het relanceplan. Het moet een relance-impuls zijn. De middelen moeten worden vastgelegd in 2022. We moeten daar echt snel in gaan, zeker in de projecten die we mee kunnen promoten in het buitenland. In normale omstandigheden is het inderdaad – daarover ben ik het met u eens – wenselijk om dezelfde procedure te gebruiken voor alle projecten en oproepen die we normaal hanteren. Zoals ik eerder heb gezegd, vergt het echter minimum ongeveer één jaar tijd om een oproep op te starten en af te werken. Pas daarna kunnen de partners zeker zijn van hun steun en starten met hun project. Dat neemt heel wat tijd in beslag. Het is de gangbare wijze, die we zullen blijven hanteren. Maar zeer uitzonderlijk – het waren dan ook uitzonderlijke tijden – hebben we geoordeeld dat het voor de sector belangrijk is dat we een aantal pilootprojecten die al redelijk goed waren uitgewerkt bij verschillende partners, en die bovendien pasten in de beleidsnota, niet laten wachten en zo snel mogelijk heropstarten.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw antwoord. Ik denk dat u inderdaad dikwijls genoeg gezegd hebt in uw antwoord dat het uitzonderlijk en eenmalig moet zijn, en dat begrijp ik perfect, gezien de relancemaatregelen. Het is natuurlijk wel zo dat snelle beslissingen niet noodzakelijk ontransparant moeten zijn, of vice versa. Maar ik begrijp zeker uw argument en uw belofte om dit in de toekomst niet op deze manier te herhalen, en ik wil u in die zin dan ook bedanken voor uw antwoord. Het is, denk ik, ook een geruststelling voor bepaalde actoren in de sector, want het was ook een vraag die van bepaalde actoren uit het veld zelf kwam. Dank u wel voor het antwoord.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Dank u wel, collega Vandenhove, voor de vraag. (Het geluid van Jeremie Vaneeckhout valt enkele seconden weg.)
Het is duidelijk dat dit inderdaad eenmalig nodig is. Het creëert natuurlijk veel extra werk en zo verder, maar we weten natuurlijk dat subsidies en toelages momenteel ook niet altijd een evident verhaal zijn, en dat er uiteraard allerlei sterke verhalen de ronde doen, waarover ik vandaag niet per se het debat wil voeren.
Ik denk dat het wel een extra pleidooi is om reactief de besteding van middelen en zo verder een stukje te monitoren en te bekijken of alles wel zeker op een goede manier en transparant gebeurt, zodanig dat we niet achteraf – binnen enkele jaren – gelijkaardige debatten als die van de voorbije maanden moeten voeren. Ik denk dat dat een kwestie van goed bestuur is, en dat dat na de crisisperiode misschien ook wel weer kan, wat betreft capaciteit. Dank u wel.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Minister, ik wil me aansluiten bij wat de collega zonet gezegd heeft. Ook wij zijn voorstander van een duidelijke en heldere procedure voor de toekenning van subsidies en zo verder. Wanneer het geld van de belastingbetaler gebruikt wordt voor subsidies, dan lijkt het mij niet meer dan correct dat het zo maximaal transparant mogelijk gebeurt, en dat de regels voor iedereen dezelfde zijn.
Ik begrijp dat er soms kort op de bal gespeeld moet worden, zeker nu, tijdens de coronacrisis. Maar ik heb begrepen uit uw antwoord dat het in het kader van de relance is, en dat in de nabije toekomst opnieuw dezelfde procedures gevolgd zullen worden.
Dank u wel.
Minister Demir heeft het woord.
Ik wil kort toevoegen dat ik het volledig eens ben met de collega’s die gesproken hebben. Ik blijf erbij dat we de gehanteerde methodiek zullen blijven doen, maar nu, uitzonderlijk, met corona – na corona eigenlijk – moet het, zeker in de toeristische sector, snel gaan. Al een geluk dat de brede partners die we kennen, heel wat projecten het voorafgaande jaar ook hadden voorbereid, en ze hebben kunnen indienen allemaal. Ik denk dat ze ook wel dezelfde kansen hadden.
Het moet natuurlijk wel passen in de beleidsnota, dus daar is wel de norm gelegd. Er komt natuurlijk ook nog de begrotingscontrole, inspectie financiën enzovoort. Het is belangrijk dat die zaken gebeuren, maar nogmaals: het is uitzonderlijk. Ik denk dat we de toeristische sector met een aantal impulsen, goede hefboomprojecten, zo snel mogelijk terug op de kaart moeten brengen om die buitenlandse toeristen ook naar Vlaanderen te lokken.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Dank u wel voor het antwoord, minister. We volgen het op.
De vraag om uitleg is afgehandeld.