Report meeting Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer De Reuse heeft het woord.
Minister, sinds 5 maart van dit jaar krijgt elke nieuwe budgethouder een terbeschikkingstelling persoonsvolgend budget (PVB) op basis van de 24 nieuwe budgetcategorieën, ook zij bij wie de inschalingsprocedure voor 17 maart van vorig jaar was afgerond volgens de oude methode. Tot grote verbazing betekent dit voor velen toch een daling van het toegekende budget, wat indruist tegen eerder gemaakte afspraken. We stellen vast dat het hier gaat om een artificiële omzetting van het budget, een omzetting die niet is gebaseerd op het nieuwe zorgzwaarte-inschalingsinstrument dat sinds 17 maart van vorig jaar wordt gebruikt.
Op de webstek van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) wordt aangegeven dat men streeft naar gelijkwaardige zorgzwaarteprofielen en dat men daarom heeft beslist om ook de nieuwe budgetbepalingen toe te passen op de aanvragen van vóór 17 maart van vorig jaar. De eerste kennisgeving van een bedrag is bij de toewijzing van een PVB. De rechthebbende krijgt die schriftelijk toegezonden. Groot is dan ook de verbazing als men dan eindelijk van de wachtlijst gaat en er een terbeschikkingstelling is, en men dan op een beduidend lager bedrag uitkomt. Dat wil zeggen dat op de brief van de terbeschikkingstelling een ander bedrag staat dan op de brief die werd verzonden in kader van de toewijzing van het PVB. Als de betrokkene niet akkoord gaat, kan die naar de arbeidsrechtbank stappen. Dat is geen lichte stap voor die mensen. Dat weet u ook. Die mensen hebben het reeds moeilijk en die stap jaagt hen dan ook nog eens op kosten.
Minister, waarom respecteerde u niet de eerder gemaakte afspraak dat de mensen met een toezegging van vóór 17 maart 2020 het volgens de twaalf categorieën van voorheen vaststelde budget zouden behouden? Men geeft aan dat men streeft naar gelijkwaardige budgetten voor gelijkwaardige zorgzwaarteprofielen. Op welke basis wordt de oude inschaling gekoppeld aan de nieuwe budgetten? Op 17 maart 2020 werd een nieuw zorgzwaarte-instrument (ZZI) in stelling gebracht. Zult u voor de mensen met een toewijzing van vóór 17 maart van vorig jaar een nieuwe inschaling laten uitvoeren, zodat het statement ‘gelijkwaardige budgetten voor gelijkwaardige zorgzwaarteprofielen’ standhoudt? Zo niet, dan worden in dezen appels met peren vergeleken en is er een discriminatie van de mensen met een toezegging van vóór 17 maart van vorig jaar. Hoe zult u die dan verantwoorden?
Minister, alvast bedankt voor uw verhelderend antwoord.
Minister Beke heeft het woord.
Graag gedaan. Ik zal daar nu aan beginnen.
Ik gaf enkele weken geleden in deze commissie nog duiding bij de invoering van de nieuwe budgetcategorieën en het vernieuwde ZZI, maar ik geef nogmaals graag het verloop en het kader van die vernieuwingen, die er mee op vraag van de sector, zowel organisaties als gebruikers, zijn gekomen.
De maatregel aangaande 17 maart van vorig jaar werd geïmplementeerd bij de overstap van het oude naar het nieuwe ZZI. Het doel van die maatregel was voorkomen dat een persoon op zeer korte tijd meerdere keren een ZZI-afname zou moeten doorlopen. Er werd gesteld dat elke formeel volledige aanvraag – dat wil zeggen dat alle noodzakelijke en wettelijk vereiste documentatie vóór 17 maart 2020 aan het VAPH werd geleverd – nog kon worden opgenomen met inbegrip van een oud ZZI. Indien de aanvraag niet formeel volledig was, zou het nieuwe ZZI alsnog moeten worden doorlopen. Door deze aangekondigde maatregel waren zowel gebruikers als betrokken diensten op de hoogte van de op til zijnde wijzigingen, en konden zij zich daar ook op voorbereiden.
Naast de implementatie van het nieuwe ZZI werd ook de vernieuwde budgetbepaling doorgevoerd op 17 maart 2020. Die werd grondig geëvalueerd en geïmplementeerd na veelvuldig overleg én simulaties met de sector. De budgetbepaling houdt rekening met zowel de gestelde vraag als het zorgzwaarteprofiel van de betrokken persoon. Beide zaken leiden nog altijd tot een budget op maat waarmee de gevraagde zorg en ondersteuning kunnen worden gerealiseerd.
Zoals u weet, werd het ZZI in gebruik genomen om de ondersteuningsnood van een persoon objectief in kaart te kunnen brengen. Zorgzwaarte wordt uitgedrukt in een B-waarde, de nood aan begeleiding, en een P-waarde, de nood aan permanentie. Een inschaling met het ZZI zoals dit vóór 17 maart 2020 in gebruik was, zal leiden tot een B-waarde van 0 tot en met 6 en een P-waarde van 0 tot en met 7. De evaluatie van het oude instrument gaf onder meer aan dat er bij de hogere B-waarden te weinig kon worden gedifferentieerd voor de doelgroep. Dat heeft aanleiding gegeven tot een bijsturing, zodat de B-waarde nu een score van 0 tot en met 8 kan krijgen. De omzetting van oud naar nieuw is eenvoudig, en is ook terug te vinden op de website van het VAPH. Concreet: B0 tot en met B4 blijven B0 tot en met B4, B5 wordt een nieuwe B6 en B6 wordt een nieuwe B8.
We hebben dus gekozen voor een eenvoudige en transparante vertaling van de oude naar de nieuwe B-waarden. Zo wordt voor elke persoon die wacht, dezelfde maatstaf gehanteerd. Een volledig nieuwe inschaling zou enkel aanleiding geven tot situaties van ongelijkwaardigheid tussen wie voor en wie na 17 maart 2020 zijn aanvraag indiende, omdat de zorgzwaarte op het moment van de aanvraag wordt geëvalueerd. Bij wezenlijke veranderingen in iemands situatie blijft het uiteraard altijd mogelijk om een PVB-herziening, met inbegrip van een nieuwe ZZI-afname, aan te vragen.
De heer De Reuse heeft het woord.
Minister, dank u wel. Er is momenteel nog weinig commotie rond de bijsturing, zoals u dat zelf noemt. Dat is waarschijnlijk omdat de betrokkenen nog niet echt op de hoogte zijn. Dat komt maar bij de terbeschikkingstelling zelf. Dan pas kan men de beide bedragen die op de brief staan, vergelijken. Het lijkt mij toch wel essentieel dat de burgers hun rechten kennen en dat ze weten wat hun te wachten staat. Mijn bijkomende vraag is dan ook of u iedereen op de hoogte zult brengen van de nieuwe bedragen die hun zullen worden toegekend bij de terbeschikkingstelling. Of zult u de betrokkenen op een andere manier in kennis brengen van het actuele bedrag?
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Ik heb een kleine suggestie. Ik denk dat de uitleg van de minister heel valabel en begrijpbaar is, maar misschien kan, om een volledig beeld te krijgen van de algemene ZZI-effecten, daarop dieper worden ingegaan tijdens een hoorzitting die zou worden gepland naar aanleiding van het uitbreidingsbudget. Dan kan het VAPH misschien een algemeen beeld geven van de totaaleffecten.
Minister Beke heeft het woord.
Dat kan zeker nog eens worden bekeken als die hoorzitting er is.
De mensen worden op de hoogte gebracht zoals is afgesproken.
De heer De Reuse heeft het woord.
Collega Vande Reyde, ik wil ook ingaan op uw suggestie. Minister, we hadden hier vorige week nog de vraag naar uw reactie en die van het agentschap naar aanleiding van het vonnis van de arbeidsrechtbank te Ieper. Ook daar was er sprake van gemaakte afspraken die niet werden gehonoreerd. Ik denk dat er, met deze eenzijdige aanpassing van de met de rechthebbenden gemaakte afspraak, nieuwe rechtszaken zullen komen waarbij mensen de hun beloofde tegemoetkoming zullen opeisen, en ook wel zullen krijgen, denk ik.
De vraag om uitleg is afgehandeld.