Report meeting Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Welkom in onze commissie, collega Talpe. Het doet mij heel veel plezier.
Voorzitter, het is inderdaad mijn debuut in de commissie Leefmilieu, maar de minister die mij van antwoord zal dienen, ken ik goed vanuit het luik Toerisme, een thema waarover we al lang in een constructieve samenwerking zitten in de commissie. Een beetje commissietripping kunnen we het eigenlijk noemen, om in die sfeer te blijven. Maar vandaag gaat het over een ander thema, minister. Vandaag wil ik het hebben over de Green Deal ‘Eiwitshift op ons bord’, die u eind april hebt gelanceerd, samen met 64 partners. De bedoeling is om de verhouding tussen dierlijke en plantaardige eiwitrijke producten in ons voedingspatroon te verbeteren. Op die manier willen we ook tot een milieuverantwoord en gezonder voedingspatroon komen.
Recent had de Belgian Feed Association (BFA) een nieuw actieplan rond alternatieve eiwitten voor dierenvoeding. Hier gaat het natuurlijk over het aandeel van eiwitten in de menselijke consumptie. Concreet wordt beoogd om het aantal dierlijke eiwitten merkelijk te verkleinen, omdat men ervan uitgaat dat ze een grotere ecologische impact hebben dan plantaardige of alternatieve eiwitten.
Vandaag is de verhouding tussen dierlijke en plantaardige eiwitten 60/40. Het doel is om dat tegen 2030 om te keren naar 40/60. Men heeft een looptermijn van vier jaar waarin men op die doelstelling wil landen.
Er worden inzichten samengebracht over voedingsgewoonten en routines in Vlaanderen. Het is ook een platform om met verschillende partners aan tafel te gaan zitten. Ketenpartners uit de landbouwsector, de voedselverwerkende nijverheid, de retail- en cateringsector zijn vertegenwoordigd. Zij worden aangevuld met partners die een rol spelen in het bredere gamma: kennisinstellingen, onderzoeksgroepen, ngo's, beroepsorganisaties en ook – heel belangrijk – lokale overheden.
Minister, de Green Deal loopt vier jaar, maar met de ambitie om tegen 2030 de verhouding echt wel om te keren. Welke concrete maatregelen ziet u voor ogen? Is er een gericht stappenplan om die verhouding om te keren? Zullen de verschillende stakeholders concrete opdrachten krijgen? Op welke manier zult u dit plan tussendoor evalueren en monitoren? Zijn er bijsturingsmomenten voorzien, indien we zouden vaststellen dat het engagement onvoldoende of niet zou worden gehaald? Wat zijn de plannen daar? Zal de Green Deal tot slot ook worden geïntegreerd in het plattelandsbeleid?
Minister Demir heeft het woord.
Collega Talpe, de Green Deal ‘Eiwitshift op ons bord’ wil inderdaad een sterke bijdrage leveren om tegen 2030 een betere verhouding van de eiwitconsumptie in Vlaanderen te realiseren. Ik moet zeggen dat ik in de praktijk bij heel veel mensen vaststel dat ze dat eigenlijk al doen in de realiteit. Een betere verhouding, dat geldt niet enkel voor het milieu, maar ook voor onze gezondheid. Daarbij streven we ook economische opportuniteiten na en maken we gebruik van het sterke innovatiepotentieel in de agrovoedingssector.
De Green Deal kan rekenen op 65 partners. Die groep breidt op dit moment zelfs continu uit. Samen werden er meer dan 200 acties geregistreerd om werk te maken van de eiwitshift. Wij zullen de partners en acties ook dichter bij elkaar brengen door een netwerk met een gezamenlijk doel op te zetten. Door die aanpak vinden we ook manieren om elkaar te versterken.
Elke partner heeft een of meer engagementen opgegeven bij de ondertekening van de Green Deal. Die engagementen gelden als een startset van acties. De supermarktketens zetten zich bijvoorbeeld in om het aanbod plantaardige voeding in hun rekken te verhogen en het meer zichtbaarheid te geven. Verschillende kennisinstellingen zullen onderzoek voeren dat kan bijdragen aan de eiwitshift, maar zullen bijvoorbeeld ook het plantaardige aanbod in de studentenrestaurants verhogen. Alle partners engageren zich uiteraard ook om actief te communiceren over de voordelen van een groter aandeel plantaardige voeding.
Het bieden van een platform voor samenwerking is een van de sterktes van de Green Deals. Daardoor wordt de opzet van nieuwe acties ook verder gestimuleerd. Er wordt ook een specifieke werkgroep monitoring opgericht om de acties en de resultaten op te volgen.
Belangrijk is dat de Green Deal een vrijwillige engagementsverbintenis is. Het is zeker niet aangewezen om verplichtingen op te leggen inzake eiwitconsumptie. Wij moeten niet gaan zeggen wat er op het bord van de mensen ligt. Wel moeten we informeren en sensibiliseren en informatie over plantaardige voeding verspreiden. Dat is onze taak, en niet zeggen wat er op het bord moet liggen. In die zin is het dus een vrijwillig engagement. Maar we zien wel dat heel veel partners zich achter de doelstellingen van de eiwitshift scharen. De diensten zorgen voor een goede projectwerking. Er is veel enthousiasme, en dat is positief. Het jaarlijkse voortgangsrapport biedt een regelmatig reflectiemoment om eventueel bij te sturen als dat nodig is.
De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) is ook een van de partners van de Green Deal ‘Eiwitshift’. Uiteraard zal het thema ook een plaats krijgen in het plattelandsbeleid. Dat is belangrijk. Lokale landbouwers en ondernemers die willen inzetten op de eiwitshift, kunnen ook ondersteund worden via LEADER (Liaison Entre Actions de Développement de l'Economie Rurale).
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Bedankt voor het verduidelijkende antwoord, minister. Het is een goede zaak dat u voor dit initiatief nauw samenwerkt met verschillende partners, die ook vanuit verschillende scopes de omslag van dierlijke naar plantaardige eiwitten mee in gang zetten.
U verwees naar het feit dat het individu zelf moet kunnen beslissen wat er op zijn bord ligt. Daar ben ik het als liberaal uiteraard volmondig mee eens. Maar we moeten mensen natuurlijk ook bewust maken en sensibiliseren en, zoals u zelf aanhaalde, informeren. Gezondheid is voor iedereen een heel hoog goed. Op die manier kunnen we daar allemaal aan meewerken.
U verwees ook naar innovatie wat betreft dit aspect. Ik vermoed dat u daar ook in nauw overleg staat met uw collega Crevits, van Economie, om daarmee aan de slag te gaan.
Als we die omslag maken, heeft dat natuurlijk ook een impact op de verbouwbare landbouwoppervlakte. Voor dierlijke productie, ten opzichte van plantaardige productie, zijn er andere soorten gronden nodig. Is er onderzoek gedaan naar de impact op het landbouwareaal? Hetzelfde geldt voor bioproductie. Daar lijkt het ook dat men meer areaal nodig zal hebben. En we weten allemaal dat grond heel schaars is en dat er vandaag bij grondverwerving ook heel wat concurrentie is met andere actoren. Dat is een algemene insteek die ik wil meegeven in dit verhaal. We hebben heel wat werk voor de boeg. We zijn het project absoluut heel gunstig gezind. 2030 is ook helemaal niet zo ver weg meer. Het is bij manier van spreken morgen al. We zullen dus hard aan de slag moeten gaan om de doelstelling te halen. Ik ben heel blij dat het ook gemonitord zal worden, dat er een werkgroep is en dat u kijkt naar bijsturing waar nodig.
Ik zie bij de deelnemende partners ook de centrumsteden staan. Daar worden verschillende projecten uitgerold, onder andere in samenwerking met de horeca en rond de stadscatering. Dat staat ook heel dicht bij de mensen, iets wat ik in het begin van mijn betoog ook heb aangehaald. Het kan goed zijn om over die projecten en initiatieven ook wat ruchtbaarheid en informatie door te laten sijpelen naar de andere lokale besturen, zodat ook zij daarin mee kunnen stappen en, al is het op kleinere schaal, toch een aantal initiatieven nemen om mee aan die doelstelling te raken.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Bedankt voor uw heel interessante vraag, collega Talpe. Ik denk dat we er allemaal naar uitkijken hoe die omslag gerealiseerd zal worden.
Ik heb daarbij nog een heel concrete vraag, minister. Hoe ziet u de link tussen het biodiversiteitbeleid en deze omslag? Collega Talpe legde daarnet de link met de verbouwbare oppervlakte voor onze landbouwers, maar ik wil ook de link leggen met de oppervlakte grasland, het scheuren van grasland en de impact op onze biodiversiteit. Hoe ziet u dat? Hoe zullen we daarmee omgaan? Dat is toch wel een problematiek die we grondig moeten bekijken als we willen overschakelen naar meer plantaardige productie, wat wel zeer belangrijk is voor onze gezondheid en voor tal van maatregelen, ook klimatologische. Hoe ziet u de link met het scheuren van grasland, biodiversiteit, klimaat en de aanpassing van ons dieet?
De heer Pieters heeft het woord.
Ik dank de minister en de vraagsteller, want op zich vind ik het wel een goede insteek. Alleen, als we praten over doelstellingen en daar dan een tijd op plakken, bekomt mij dat toch niet zo goed. We gaan de mensen toch niet verplichten om op die manier hun leven te organiseren en in hun levensonderhoud te voorzien? Iedereen heeft daar natuurlijk de vrije keuze. Ik hoop dat die ook zo behouden blijft. Dat wil zeggen dat iedereen de vrije keuze heeft om zich eventueel met meer eiwitrijke voeding te voeden of met bio.
Ik heb op zich geen probleem met al deze vormen – ik doe het zelf ook – maar we kunnen de bevolking moeilijk gaan sturen om binnen die termijn deze doelstellingen te gaan halen.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Ik heb kort een bijkomende vraag. Dit is op zich inderdaad een interessante piste, die wij ook wel ondersteunen en onderschrijven. Maar collega’s hebben ook enkele keren de verwijzing gemaakt naar landbouw, landgebruik en dergelijke. Ik wil bij dezen dan ook uitdrukkelijk vragen, minister, in welke mate dit verhaal ook afgestemd is, en in samenwerking of in evenwicht is met de eiwitstrategie die minister Crevits vanuit het Departement Landbouw en Visserij heeft uitgewerkt. Ik meende begrepen te hebben dat er een gezamenlijke aanpak was in dezen, maar misschien kunt u daarover toch enige duidelijkheid geven, of een reactie?
Minister Demir heeft het woord.
Ja, het klopt wat collega Rombouts zegt. De Green Deal is inderdaad een van de acties binnen de Vlaamse eiwitstrategie die ook door collega Crevits is gelanceerd. Hier wordt dus niet enkel ingezet op consumptie, maar ook op productie en dierenvoeder. Het gaat dus eigenlijk wel veel breder, maar mijn actie gaat heel concreet over de Green Deal Eiwitshift. Daarvoor hebben we uiteraard ook samengewerkt.
Collega Schauvliege, de Green Deal sluit ook aan bij de Europese en Vlaamse ambities rond voedselbeleid. Denk maar aan de Farm to Fork Strategy op Europees vlak en ook de Vlaamse eiwitstrategie. Op die manier draagt die dus uiteraard ook bij tot de biodiversiteitsstrategie. Ik denk dat het ook de logica zelve is dat er daar een link is.
Het debat rond de graslanden loopt ook binnen Europa, heb ik begrepen. Ook in de Europese klimaatwet zegt men dat de graslanden van groot belang zijn voor de koolstofopslag. In het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) zullen we daar – na de debatten die zich afspelen in Europa – ook met collega Crevits naar kijken.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Dank u wel, minister, en ook dank u wel, collega’s, voor de vele interessante vragen. Ik denk dat we het erover eens zijn dat de switch naar plantaardige eiwitten een goede zaak is, maar dat we dat ook omzichtig moeten doen, en goed kijken naar wat de uitwassen op dat vlak zijn. Het is zeker niet zo, collega Pieters, dat het een verplichting is voor de mensen om plantaardige eiwitten te consumeren. Dat heeft de minister ook duidelijk gezegd, en ikzelf ook. Het is de bedoeling dat we hen informeren en sensibiliseren, en dat we hun absoluut geen verplichting gaan opleggen. Ik zou zeggen, minister, ga ermee aan de slag. Het is een korte termijn.
Ik wil eindigen met de collega’s en de commissieleden te bedanken om mij hier te onthalen, en voor het gastvrije gesprek, het debat, dat we hier gehad hebben. Ik zie u volgende week terug in de commissie Toerisme, minister.
De vraag om uitleg is afgehandeld.