Report meeting Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Brouns heeft het woord.
Voorzitter, ik wil een verfrissend thema aansnijden. Gisteren toonde recent grootschalig Brits onderzoek van Swim England nogmaals aan dat zwemmen in open water zeer gezond is. Het zou zelfs het geluk van mensen vergroten. Het heeft een heel positief effect op geest en lichaam, minister. Ik kan u daarvoor zelfs een heel aantal mooie plekken aanbevelen.
Alle gekheid op een stokje: het is effectief zo dat het een bijzonder effect heeft. Het heeft ook een sensibiliserend en bewustmakend effect op het belang van waterkwaliteit. De voorbije zomer, en wellicht ook de komende zomers, die steeds warmer zullen worden, was en is het natuurlijk moeilijk om mensen uit het water te houden. Steeds meer mensen kiezen voor verkoeling en zoeken daarvoor niet alleen voor zwembaden op maar ook allerlei open waterplekken om te zwemmen.
Vandaag zijn er echter zeer weinig plaatsen in Vlaanderen die op dat vlak goed uitgerust en gereglementeerd zijn, weinig plaatsen waarvan aangeduid is dat men er in openlucht kan en mag zwemmen. Waterrecreatie met gemotoriseerde plezierbootjes, evenals kanovaart en kajakvaart, gebeurt wel op veel van onze kanalen en rivieren, maar zwemmen is op de meeste plaatsen helaas niet toegestaan. Desondanks heeft Sport Vlaanderen een uitgebreide visie op ‘waar sporten in de natuur’.
De regelgeving omtrent openwaterzwemmen – en daarvoor kijken we dan naar het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (VLAREM ) – is in dit land, in Vlaanderen, eerder streng, zelfs tot op het punt dat de hellingsgraad van de oever naar het water toe bij wet bepaald wordt.
Ik heb hierover een heel aantal concrete vragen, minister. Wat is uw visie op het openwaterzwemmen? Ziet u mogelijkheden om samen met bijvoorbeeld Sport Vlaanderen te stimuleren tot een versoepeling van de regelgeving omtrent het openwaterzwemmen, zodat meer lokale besturen hun wateren open kunnen stellen voor de zwemsport? Bent u bereid om de wetgeving daarover te versoepelen, zodat zwemmers, bijvoorbeeld in clubverband, op meer plaatsen in Vlaanderen in open water kunnen zwemmen?
Minister Demir heeft het woord.
Dank u wel, collega Brouns. Ik denk dat u helemaal gelijk hebt. Ik denk inderdaad dat zwemmen in openlucht deugd kan doen.
Uw vraag vertrekt vanuit de invalshoek van sport. Ik heb daarover enkele maanden geleden al contact gehad met collega Weyts in een interkabinettenwerkgroep (IKW). Daarom wordt momenteel ook een vergelijkende studie uitgevoerd, in opdracht van Sport Vlaanderen. Ook het beleidsdomein Volksgezondheid is daarbij betrokken. Het doel is om zicht te krijgen op de aanpak, op hoe we op basis van de inzichten de Vlaamse regelgeving kunnen verbeteren. Zoals u weet, wordt zwemmen op vele plaatsen uitdrukkelijk verboden door de waterlopenbeheerder, door de lokale overheid of door VLAREM, dat heel hoge eisen stelt voor het toelaten van zwemmen. Ik denk dat het goed is dat we die vergelijkende studie opgestart zijn, om de Vlaamse regelgeving op basis van de inzichten daarvan te verbeteren. Ook de sportfederaties worden hierbij bevraagd over hun behoeften, bezorgdheden en knelpunten. Die studie moet uiterlijk 30 juni 2021 opgeleverd worden.
Mijn kabinet en de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) volgen deze studie op in nauw overleg met het kabinet van collega Weyts. Op basis van de conclusies en beleidsaanbevelingen, zullen we, zo nodig, VLAREM aanpassen. Ik heb de VMM alvast de opdracht gegeven om dit dossier met een open blik te bestuderen, uiteraard met respect voor veiligheid en natuur. Dat spreekt voor zich, denk ik.
De heer Brouns heeft het woord.
Inderdaad, minister, ik kan uit ervaring spreken, als fervent openwaterzwemmer, dat veiligheid en waterkwaliteit zonder meer vooropstaan. Ik denk ook dat het tot de traditie van deze Vlaamse Regering behoort om naar het Hoge Noorden te kijken. Dan zien we daar een heel mooi voorbeeld. Ik weet niet of die vergelijkende studie ook een internationale studie is. Ik vind het op zich heel goed dat er vandaag in Nederland al meer dan zevenhonderd locaties zijn waar er in open water gezwommen kan worden. Als we dan bekijken hoe dat hier gereglementeerd is, zien we dat er hier op amper acht locaties heel creatief wordt omgegaan met VLAREM vanuit het oogpunt van sportief zwemmen, door Sport Vlaanderen/Triatlon Vlaanderen. Triatlon Vlaanderen heeft zich daar namelijk achter geschaard met een aantal lokale besturen. Ik denk dus dat die studie inderdaad een basis kan vormen voor het creëren van een kader voor het sportief zwemmen, wat natuurlijk nog iets anders is dan het recreatief zwemmen en baden voor families en kinderen, bijvoorbeeld aan stranden.
Ik wil nog ingaan op iets heel specifieks inzake het sportief zwemmen, omdat daar volgens mij op korte termijn een aantal zaken mogelijk zijn die weinig aanpassingen vergen, samen met triatlonclubs als Triatlon Vlaanderen en zwemclubs en zwemverenigingen. Het is vandaag zo dat men lokaal heel creatief aan de slag gaat met passages in VLAREM inzake het langeafstandszwemmen. Ik zie daarvan voorbeelden in Ieper, Willebroek, Sint-Niklaas en uiteraard Kinrooi. We hebben dit aspect al bekeken in het licht van VLAREM. Ik ga ervan uit dat dit ook wordt gedaan in die studie. Maar naast de kwaliteit en de veiligheid wordt die toegankelijkheid vandaag eigenlijk veel te restrictief bepaald. Vandaag staat letterlijk in VLAREM: “Tot een diepte van 2 meter helt de bodem van de zwemgelegenheid langzaam af met een maximaal verval van 10 procent.” Dat is veel te omslachtig en veel te moeilijk, zeker voor het sportief zwemmen, waarbij inderdaad altijd een toezichter aanwezig is. Die lat ligt eigenlijk veel te hoog.
Ik wil dus oproepen om te komen tot een kader dat het openwaterzwemmen veel meer faciliteert dan vandaag het geval is, opdat we die acht locaties de komende jaren kunnen uitbreiden.
Ik heb nog een bijkomende vraag, specifiek met betrekking tot die studie. Wordt er in die analyse ook een inventarisatie gemaakt van alle mogelijke locaties in Vlaanderen? Dat was mijn slotvraag.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Dank u wel, collega Brouns, voor uw interessante vraag. In onze fractie vinden wij de mogelijkheden om in open water te kunnen zwemmen zeer belangrijk, zeker nu het steeds warmer en steeds droger wordt. Mensen hebben de behoefte om te kunnen zwemmen. We vinden het daarom heel belangrijk om die mogelijkheden te verbeteren, opdat elke Vlaming – bij wijze van spreken – dicht in zijn buurt een plek heeft waar hij kan gaan zwemmen.
We hebben dan ook een conceptnota opgemaakt om al die mogelijkheden op te lijsten en de discussie hier in het Vlaams Parlement mee op te starten. Het is dus zeer interessant dat u ook bezig bent met een initiatief, minister. Ik denk dat dat betekent dat we met zijn allen dat verhaal willen ondersteunen en willen nadenken over hoe we daar creatiever mee kunnen omgaan, meer mogelijkheden kunnen creëren voor de Vlamingen om van onze mooie wateren te kunnen genieten.
Ik heb daar twee vragen bij. Collega Brouns, u sprak daarnet over de sportieve zwemmer. Ik heb het zelfs nog over de veeleer recreatieve zwemmer. VLAREM zegt bijvoorbeeld dat er altijd kleedhokjes en douches aanwezig moeten zijn op plekken waar er kan worden gezwommen in openlucht. Corona heeft aangetoond dat dat eigenlijk helemaal niet hoeft, want de kleedhokjes en de douches waren gesloten en men kon toch zwemmen. Zijn dat maatregelen die ook aanpasbaar zijn, minister? Dat soort infrastructurele maatregelen zorgt er immers net voor dat het aantal mogelijkheden in openlucht beperkt blijft.
Ik heb zelf ook een aantal ons omringende landen bekeken, om te zien hoe zij omgaan met zwemmen in openlucht. Een van de dingen die mij opvielen, was dat men daar het principe van de mogelijkheden om te zwemmen helemaal anders bekijkt. Bijvoorbeeld in Nederland zegt men dat je overal kunt zwemmen, tenzij het te gevaarlijk is en men aanduidt dat het niet kan. Bij ons is het omgekeerd. Je kunt nergens zwemmen, tenzij het afgebakend wordt en er aangegeven wordt dat het kan. Dat maakt natuurlijk dat de mogelijkheden in Vlaanderen heel wat beperkter zijn. Bent u bereid om ook over dat principe na te denken, om de omgekeerde redenering op te zetten en te kijken hoe we op die manier veel meer open water kunnen ontsluiten om te zwemmen? Ik kijk alleszins uit naar het debat in het Vlaams Parlement over dit interessante item, want ik denk dat we daar echt mooie stappen vooruit kunnen zetten als we daar met zijn allen zeer creatief over nadenken.
Mevrouw De Coninck heeft het woord.
Ik dank de collega voor zijn vraag. En collega Schauvliege heeft eigenlijk de vraag die ik wou stellen, zonet verwoord. Ik wou ook aan de minister vragen of ze bereid is om die ommekeer te maken, als uit de studie blijkt dat het mogelijk is. Nu is het verboden, tenzij je een toelating hebt of tenzij je een vergunning hebt van De Vlaamse Waterweg of het lokale bestuur en zo meer. Je zou eigenlijk de omgekeerde redenering kunnen toepassen en vanuit de overheid zeggen dat het toegelaten is, behalve in die en die gevallen niet. Nu is het nergens toegelaten, behalve wanneer je een toelating hebt gekregen. Collega Schauvliege stelde die vraag al. Ik sluit me daar graag bij aan.
De motivering is dat wij vaststellen dat het meer en meer aantrek krijgt. En zoals de regelgeving nu is, is het toch wel moeilijk te handhaven vanuit de lokale besturen. Collega De Bruyn liet mij weten dat ze in Rotselaar zo'n openluchtwater hebben, de Plas, en dat het daar enorm moeilijk te handhaven is. Als lokaal bestuur weet je bijvoorbeeld niet of mensen een toelating hebben, of ze iets gevraagd hebben of dergelijke meer. Dus de logica gewoon omdraaien, zoals ook collega Schauvliege vraagt, lijkt mij een grote stap vooruit te zijn, minister. Bent u bereid om dat te bestuderen?
Minister Demir heeft het woord.
Collega's, ik heb hier in het verleden ook al vragen gehad van verschillende parlementsleden over de partijgrenzen heen. Ik ga daar dan ook mee aan de slag, zoals dat ook hoort. Er is ook een roep in de samenleving om meer te kunnen dan wat er vandaag de dag is. Vandaag is het bijna niets. Uiteraard wil ik ook het principe bekijken om het om te draaien. Ik zal dat zeker bekijken, samen met de studie die we hebben besteld en die we ook internationaal doen, collega Brouns. We kijken ook naar Denemarken, omdat je dat daar ook veel vaker ziet. Nederland is ook een land waar we mee aan de slag gaan om wat meer inzicht te krijgen, en ook Duitsland en Frankrijk.
Het is inderdaad zo dat de Vlaamse regeling gewoon veel te beperkend is, waardoor er vandaag de dag gewoon niets kan. Als we het principe kunnen omdraaien, dan is dat ook heel mooi meegenomen. Dat wil ik dus zeker mee bekijken.
De potentiële locaties worden uiteraard ook bekeken, collega Brouns. Ook dat zijn we dus aan het bekijken. We gaan ook kijken waar we ‘quick wins’ kunnen realiseren. Ook dat zit daar mee in. Dan hoop ik dat we hier toch opnieuw een grote stap voorwaarts zetten, want de behoefte is er in onze samenleving. We moeten ook met zijn allen grote inspanningen leveren voor de waterkwaliteit. Er wordt ook veel geïnvesteerd vanuit de Vlaamse overheid. Als die waterkwaliteit dan ook in orde is, vind ik dat wij daar als samenleving ook van mogen genieten door een fris duikje in het water te nemen.
De heer Brouns heeft het woord.
Bedankt, minister. Ik dank ook de collega's voor hun positieve bijdragen. Ik sluit me daar graag bij aan.
Ik heb inderdaad gezien, collega Schauvliege, dat jullie vanuit de Groenfractie aan een conceptnota werken. De minister werkt aan een vergelijkende studie. Ik denk dat we ons over alle partijgrenzen heen in Vlaanderen warm kunnen maken voor die frisse duik op zoveel mogelijk plaatsen. De filosofie die in Nederland gehanteerd wordt, is inderdaad de juiste, denk ik. Maar we mogen de veiligheid niet uit het oog verliezen. Want er gebeuren helaas jaarlijks toch ook nog wel wat ongevallen in de recreatieve sfeer. Veiligheid, waterkwaliteit, en ook de bewustmaking is iets dat positief is. Ik onderschrijf graag het belang ervan en ik ben positief gestemd dat wij op relatief korte termijn misschien naar een eenvoudig kader kunnen gaan in Vlaanderen om het openwaterzwemmen veel gemakkelijker te ontsluiten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.