Report meeting Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Begin april startte de campagne van de Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV) waarin autobestuurders gevraagd worden om extra op te letten voor motorrijders. Als antwoord op een schriftelijke vraag van 5 maart zei u dat de overheid dit opnieuw doet onder de noemer ‘Kijken kijken om elke motorrijder te zien’. De campagne wordt uitgewerkt via een doordachte mediamix van baanaffiches, boodschappen op tankpistolen, online aanwezigheid en radiospotjes. Dit alles heeft als doel de verkeersveiligheid te verhogen.
Aan deze actie hangt een prijskaartje van 250.000 euro vast en ze past binnen de middelen die toegekend zijn aan de VSV. Uit uw antwoord op de schriftelijke vraag begrijp ik dat het enigszins een compensatie is, omdat vorig jaar en ook dit jaar geen Dag van de Motorrijder heeft plaatsgevonden door de COVID-19-pandemie. Normaal worden er dan voor die gelegenheid opfriscursussen voorzien in de hele regio. Vandaag gebeurt dit weliswaar in kleinere groepjes en dat is goed.
Ik begrijp uiteraard de noodzaak van een actie of campagne, maar de actie focust zich toch misschien iets te gemakkelijk alleen op de automobilist. We mogen in dit verhaal ook de vlotheid van rijden en ervaring van de motorrijders niet vergeten. Veiligheid en voorzichtigheid zijn voor alle chauffeurs van belang. We weten ook uit vorige discussies en studies dat de motorrijders in Vlaanderen vaak plezierrijders zijn en daarom is zo’n Dag van de Motorrijder zo belangrijk. We hebben dus ook voor de motorrijders echt wel nood aan inspanningen.
Op welke manier zullen motorrijders betrokken worden in dit verhaal?
Hoe zult u of de VSV meer werk maken van de noodzakelijke sensibilisering rond veiligheid en behendigheid van motorrijders?
Minister Peeters heeft het woord.
Hoe worden de motorrijders betrokken in het verhaal? De baanaffiches van de campagne ‘Kijken kijken om elke motorrijder te zien’ focussen inderdaad vooral op de autobestuurders. Daar heeft de VSV voor gekozen omdat het een voorafgaande bevraging bij een aantal autobestuurders heeft gedaan. 1 op de 3 bestuurders gaf mee dat hij recent verrast was geweest door een motorrijder. Daarom is de campagne vooral gefocust op de autobestuurders.
De campagne heeft dus betrekking op de motorrijders, ook omdat vorig jaar niet minder dan 33 motorrijders helaas het leven lieten in het verkeer en daar wilde men toch aandacht voor vragen.
Hoe zorgen we ervoor dat er nog meer wordt ingezet op de behendigheid van de motorrijder of dat er meer aandacht gaat naar de cursussen en dergelijke? De VSV biedt wat dat betreft de Ready to Ride-opleiding aan.
U weet dat er anders jaarlijks een Dag van de Motorrijder wordt georganiseerd. Die heeft door covid niet plaatsgevonden.
De VSV heeft aan een alternatief gewerkt met de opleiding Ready to Ride. In deze training wordt motorrijders in een kleinere, beperkte groep een aantal extra vaardigheden en inzichten bijgebracht. De boodschap is dat ze toch het best die opleiding volgen, vooraleer ze zich in het verkeer begeven.
Om deze training extra te promoten, is er een prijsreductie voor diegenen die zich het eerst inschrijven. De eerste 500 inschrijvingen krijgen dus een reductie. De VSV voert ook veel promotie via verschillende kanalen. Ze heeft een nieuwsbrief waarop ruim 7700 motorrijders geabonneerd zijn. Daarnaast zijn er betaalde advertenties, en ook flyers die ze ter beschikking stelt aan de lokale besturen om ruchtbaarheid te geven aan deze opleiding. De VSV verstuurt ook een nieuwsbrief naar de diverse rijscholen om promotie te maken voor de opleiding Ready to Ride.
De VSV hoopt uiteraard om volgend jaar opnieuw een Dag van de Motorrijder te organiseren, gelet op het feit dat die toch ook altijd veel succes kende.
Ik hoop dat ik daarmee al uw vragen heb kunnen beantwoorden.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw antwoord. Het is inderdaad wel zo dat je als autobestuurder heel verrast kunt zijn als er opeens een motor achter of voor of naast je opduikt. Het is belangrijk dat de autobestuurders attent worden gemaakt op het gevaar van een aankomende motorrijder.
Ik heb een beetje dezelfde vraag in verband met fietsers, minister, en de plaats van de fietser op de weg. Ik denk dat we terecht heel veel aandacht en budget besteden aan de fiets en dat de fietser inderdaad een prominente plaats moet krijgen in het verkeer en op onze wegen. Ik denk dat ik ook de eerste ben om dit te promoten, en dat al jaren aan een stuk vanuit onze fractie. Ik wik en weeg mijn woorden een beetje, maar ik hoor toch ook wel regelmatig de vraag naar de plichten van de fietser. Net zoals een motorrijder in het verkeer zichtbaar moet zijn, moet ook een fietser kunnen worden gezien door een autobestuurder. Iedereen kent de beelden van een school waar de fietsers na afloop kriskras door elkaar rijden en dan weet je als autobestuurder ook niet altijd waar de fietsers overal vandaan kunnen komen.
Minister, zijn er ook dergelijke acties naar de fietsers toe, zodat de autobestuurder voldoende attent wordt gemaakt op de fietser, los natuurlijk van veilige fietspaden en dergelijke? Ik wil hier zeker niet de fietser op zijn plaats zetten, maar ik denk dat dat toch wel belangrijk is, ook voor de veiligheid van de fietser. Hoe verhoudt de fietser zich tegenover de auto, de auto zich tegenover de fietser en de fietser zich tegenover de voetganger? Heel veel fietsers rijden jammer genoeg ook op het voetpad. Dus hoe verhouden zij zich allemaal tot elkaar? Zult u rond de zichtbaarheid en veiligheid, maar ook rond de plichten van de fietsers op ons openbaar domein acties opzetten? Zo kan iedereen zich veilig bewegen in het verkeer, zowel motorrijders, autobestuurders als fietsers.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat het essentieel is dat eenieder die deelneemt aan het verkeer, zich voldoende bewust moet zijn van de verkeersregels en van de gevaren voor zichzelf en de anderen. Motards zijn sowieso kwetsbaarder in het verkeer en daarom denk ik dat het essentieel en extra belangrijk is om hun rijgedrag zo goed mogelijk op te volgen.
Dat brengt me tot de volgende bijkomende vraag, minister. Vanaf 1 januari 2022 verplicht Europa de lidstaten om de motorvoertuigen te onderwerpen aan het stelsel van de periodieke technische controle van voertuigen voor het gebruik op de openbare weg. In de daarbij horende richtlijn legt de Europese Unie een technische keuring op aan de lidstaten die nog geen keuring hebben en ook geen bijkomende maatregelen voor de verkeersveiligheid van motorrijders in het verkeer hebben ingevoerd, zoals bij ons.
Voor de invoering van die richtlijnen waren er al overlegmomenten tussen de gewesten bezig. Wat is de stand van zaken van dit overleg?
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Mevrouw Fournier, bedankt om hier in de commissie Mobiliteit de motorrijders even onder de aandacht te brengen. De verkoop van motorfietsen en bromfietsen, ook van tweedehandsexemplaren, steeg in 2020 ten opzichte van 2019, terwijl de verkoop van auto’s daalde. Zonder twijfel heeft de coronapandemie een belangrijk aandeel in deze cijfers. Ook in 2021 heeft dit fenomeen zich voortgezet. Meer en meer mensen verplaatsen zich met de motor, ook in het woon-werkverkeer. Minister, het aantal motorrijders stijgt dus, maar dat is evenredig met het aantal mensen dat zich onervaren op de weg begeeft. Motorrijders blijven ook een van de kwetsbaarste groepen op onze weg. Gelukkig was er vorig jaar wel een daling van het aantal dodelijke motorongevallen.
De belangrijkste factoren van zware motorongevallen zijn enerzijds de andere weggebruiker die de motorrijder over het hoofd ziet en anderzijds de motorrijder die de controle over het stuur verliest. Campagnes waarbij de motorrijders en automobilisten worden opgeroepen om met elkaar rekening te houden of om het verkeer letterlijk door elkaars ogen te bekijken, kunnen wij alleen maar toejuichen.
Minister, uit een studie bleek dat minstens 36 procent van de motorrijders die bij een ongeval betrokken raakt, te snel rijdt. Het gaat dan over een snelheid boven de maximaal toegelaten snelheidslimiet en over een hogere gemiddelde snelheid dan bij automobilisten. In een eerder debat over dit onderwerp gaf u te kennen dat u daarom ook wat meer zou inzetten op trajectcontroles, ANPR-camera’s (Automatic Number Plate Recognition) en roodlichtcamera’s. Is er vandaag, vier maanden nadat het onderwerp in deze commissie nog eens aan bod kwam, al meer duidelijkheid over wanneer het AMS-systeem (ANPR-Management System) volledig operationeel kan zijn voor alle trajectcontroles die inmiddels geplaatst zijn? Ik dank u.
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel voor de bijkomende vragen. Mevrouw Fournier, het klopt inderdaad dat iedereen die aan het verkeer deelneemt, een verpletterende verantwoordelijkheid heeft, of dat nu een fietser, een motorrijder, een auto- of vrachtwagenbestuurder is. Het is de verantwoordelijkheid van eenieder om zich altijd voorzichtig in het verkeer te begeven en altijd rekening te houden met de andere weggebruikers.
Wat de fietsers betreft, maakt u terecht een punt. Samen met de VSV hebben we dan ook een campagne uitgerold rond hoffelijkheid in het verkeer, waarbij zowel de fietsers onderling met elkaar rekening moeten houden, maar ook met de auto’s. We hebben ook een oproep gedaan naar de lokale besturen om daar volop aan mee te werken. 189 lokale besturen hebben toegezegd en hebben in totaal ruim 5000 campagneborden samen met ons uitgerold om zoveel mogelijk voor hoffelijkheid tussen de diverse weggebruikers te zorgen. Ook daar zetten we zeker op in, naast de campagnes rond motors.
Mevrouw Moors, het klopt inderdaad dat Europa richtlijnen voor de periodieke keuring heeft uitgeschreven en we zijn met de andere gewesten in onderling overleg hoe we dat verder zullen uitrollen. Dat is nog niet volledig afgeklopt, maar in het kader van de verkeersveiligheid is het voor ons alleszins een prioriteit om werk te maken van een keuring bij motorvoertuigen die betrokken zijn geweest bij een verkeersongeval. Sommigen willen daar misschien veel verder in gaan. De onderhandelingen lopen alleszins nog en het is nog niet finaal afgeklopt welke motors zich nu al dan niet op welke momenten aan een keuring moeten onderwerpen.
Mevrouw Ryheul, u had een specifieke vraag over de trajectcontroles. De operationele uitrol is volop bezig. Alle lopende trajectcontroles die wij via het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) geplaatst hebben, kunnen potentieel uitgelezen worden via de gewestelijke verwerkingscentra (GVC’s), die onder de bevoegdheid van de Federale Politie staan. We weten wel dat er van daaruit nog gezocht wordt naar extra mankracht om die gewestelijke verwerkingscentra te bemannen. Wat de Vlaamse zijde betreft, kunnen alle mogelijke trajectcontroles potentieel tot boetes leiden. De weggebruiker is dus een gewaarschuwd persoon en het is aangewezen dat hij of zij zich aan de toegelaten snelheden of snelheidslimieten houdt om te voorkomen dat er boetes in de bus vallen.
Ik denk dat ik daarmee alle vragen heb beantwoord.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Ik dank u voor uw antwoord.
De vraag om uitleg is afgehandeld.