Report meeting Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Goeiemorgen, minister. Ik heb inderdaad een vraag over het OESO-rapport (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) voor klimaat en milieu.
Op 31 maart 2021 werd een nieuw OESO-rapport gepubliceerd. Ons land is niet op de goede weg om de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen en de Europese klimaatdoelen tegen 2030 te halen. Dat is wat de OESO concludeert in een analyse van het Belgisch milieubeleid sinds 2005. Er ontbreekt – zegt het rapport – een langetermijnvisie die alle regeringen delen.
De conclusies zijn niet mals. Er is te weinig hernieuwbare energie, te weinig beschermde natuur en de kwaliteit van het water ligt onder het gemiddelde.
Hoewel er al meer beschermde natuur is – het gaat om 15 procent van het territorium – is het toch minder dan het OESO-gemiddelde. Een vijfde tot een derde van de zoetwatervissen, vogels, vaatplanten en zoogdieren stelt het bovendien zeer slecht. Verstedelijking en versnippering namen toe en slechts 2 procent van het oppervlaktewater en 37 procent van het grondwater is in goede staat, wat slechter is dan het Europese gemiddelde. Het gebruik van meststoffen en pesticiden in de landbouw is dan wel afgenomen, maar ligt ook nog altijd hoger dan in de meeste andere OESO-landen.
De rode draad is telkens weer het gebrek aan samenwerking en samenhang tussen de verschillende overheden. Over klimaat schrijft de OESO: “België haalt misschien net zijn klimaatdoelen voor 2020, maar het ontbeert een langetermijnvisie die de federale en regionale regeringen delen om de (Europese) doelen voor 2030 te halen.”
Aanbevelingen van de OESO zijn: meer coördinatie tussen de regio’s, een sterker waterbeleid, een koolstoftaks en doorgedreven kilometerheffing, subsidies voor fossiele brandstoffen en het belastingvoordeel voor salariswagens afbouwen, een taks op pesticiden en een biodiversiteitsstrategie die in lijn ligt met de ambitieuze Europese doelen voor 2030. Voor een aantal van de aanbevelingen is Vlaanderen bevoegd of moet Vlaanderen samenwerken. Volgens minister Khattabi is er te weinig politieke wil om samen te werken en drijft de N-VA haar politieke agenda door op kap van het milieu en het klimaat. Dat lezen we alvast in een interview in De Morgen naar aanleiding van dit rapport.
Minister, hoe reageert u op het rapport van de OESO? Zult u de aanbevelingen van de OESO ter harte nemen? Welke initiatieven zult u hiervoor ontplooien?
Hoe reageert u op de uitspraken van minister Khattabi? Hoe zult u de samenwerking bevorderen?
Minister Demir heeft het woord.
Dank u wel voor de vraag, collega. We hebben het rapport van de OESO ook zeer nauwkeurig en met heel veel aandacht gelezen. Het gaat over de milieuprestatiebeoordeling van Vlaanderen, maar ook van alle andere entiteiten. De analyse van de OESO toont inzake milieu zeker dat er heel wat uitdagingen zijn. Dat bevestig ik ook wel. Ik denk dat – met de focus die ik leg op de blauw-groene netwerken, Blue Deal, extra natuur, het extra bosverhaal enzovoort – we op het goede spoor zitten. De OESO geeft Vlaanderen ook een goed punt. We zijn goed, en pioniers, inzake circulaire economie. Dat wil ik ook nog eens benadrukken. We zetten daar ook verder op in, in het kader van de relance, met de hubs die we in Vlaanderen willen oprichten enzovoort, dus dat zit goed. Maar dat er nog andere uitdagingen zijn, dat kan ik alleen maar bevestigen.
Wat ons klimaat- en energiebeleid betreft stelt het OESO-rapport inderdaad dat de huidige klimaatdoelstellingen voor 2030 haalbaar zijn. Ik heb dat ook altijd gezegd, dat we de doelstelling om de emissies tegen 2030 met 35 procent te reduceren absoluut moéten halen. Vandaar dat ik ook elk jaar een voortgangsrapport laat maken, want ik doe ook de coördinatie van alles wat bij andere ministers zit. Dat voortgangsrapport is voor mij van groot belang, zeker als we zien dat we in het verleden amper aan emissiereductie hebben gedaan. De lat ligt nu dus bijna tien keer hoger, en dat tussen nu en 2030. Maar volgens mij is die wel haalbaar, als iedereen zijn verantwoordelijkheid opneemt, natuurlijk.
Wat ik vind van de uitspraken van minister Khattabi? Die laat ik natuurlijk aan haar over. Ik vraag me af wat zij intussen al heeft gedaan voor het klimaat. Ik kan alleen maar bevestigen dat wij voortdoen. We hebben een heel goed renovatieplan. Als ik naar de andere deelstaten kijk – sorry, met allemaal Ecolo-ministers, van haar partij – , wel, ik zie ze niet. Wij worden binnen Europa erkend omdat we een heel goed stevig renovatieplan hebben. Natuurlijk, als je ambitie hebt, dan begint alles met de vraag hoe je het gaat doen. In die zin vind ik het eigenlijk wat goedkope politiek van madame Khattabi, op kap van Vlaanderen en op de kap van de Vlamingen. Ik aanvaard dat niet. Ze moet misschien eerst eens kijken naar haar collega’s in Wallonië en Brussel.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, iedereen moet voor zijn eigen deur vegen, daarover ben ik het met u eens. Iedereen moet dan ook de verantwoordelijkheid nemen die hij krijgt. In die zin denk ik dat dat rapport toch wat opmerkingen maakt over de manier waarop die zaken worden opgenomen, en ook over de samenwerking daarrond.
Naar aanleiding van de aandachtspunten die de OESO op tafel legt heb ik nog een bijkomende vraag. Een van de zaken die zij naar voren schuiven, zijn de slechte resultaten ten aanzien van het klimaat maar ook van de biodiversiteit. U zet hard in op bosuitbreiding, maar als ik de cijfers bekijk van de koolstofuitstoot ten gevolge van het verdwijnen van oud, waardevol bos – er verdwijnt bovengronds koolstof via het hout maar er verdwijnt ook heel wat ondergronds – en ik bekijk de cijfers van de effecten rond waardevol grasland, dat ook een hele grote koolstofuitstoot met zich meebrengt, dan stel ik toch vast dat Vlaanderen een netto-uitstoter is door dat landgebruik. En dat is ondanks uw bosuitbreidingsplannen en het aanplanten van nieuw bos, en ondanks uw plannen om nieuwe natte natuur te realiseren.
Minister, mijn vraag is dan heel concreet of u concrete maatregelen in de pijplijn hebt die ervoor zullen zorgen dat we stoppen met het kappen van oud, waardevol bos en het scheuren van graslanden, die een CO2-uitstoot met zich meebrengen?
De heer Schiltz heeft het woord.
Ik vind het een beetje opmerkelijk, zo’n pingpongmatch tussen de N-VA en Groen op verschillende niveaus. Ik denk dat het klimaatbeleid er alleen wel bij vaart als iedereen een beetje meer probeert samen te werken. Vegen voor eigen deur is zeker noodzakelijk. We moeten ook kijken waar we elkaar kunnen versterken in plaats van elkaar stokken in de wielen te steken.
Mevrouw Schauvliege, ik vind het een beetje bizar dat u uitgerekend over land use en bosbeheer een opmerking maakt. Ik denk dat het in tijden niet zo fel is gegaan, dat we in tijden niet zo fors ingezet hebben op bebossing, op het betrekken van lokale actoren bij herbebossing, op het vergroten van infiltratie, op het verbeteren van de kwaliteit van het grondgebruik door het te concentreren, dus ook door natuurgebieden opnieuw te concentreren. Maar het is niet omdat je vandaag een bosbeleid hebt, dat ineens al die bomen daar staan. Het duurt wel even voor dat effect heeft, mevrouw Schauvliege.
Die cijfers zijn natuurlijk nog niet goed. Die cijfers zijn het resultaat van jaren van verkavelingsbeleid, versnippering, weinig aandacht voor natuur en het langzaam afbrokkelen ervan. Iedereen moest van zijn eigen tuin het liefst een waardeloos grasland maken, met weinig bomen, dat wel goed is om op te voetballen. Natuurgebied en landbouwgebied zijn door elkaar verstrengeld, er is de tomeloze wildgroei van lintbebouwing. We kennen het allemaal.
Sinds enkele jaren wordt daarop ingegrepen, en dus zal het kwestie zijn van dat zorgvuldig te monitoren en vooral de vooruitgang de komende jaren te zien. Daar waar het eventueel slabakt kunnen we bijsturen en het een en ander verbeteren. Er ligt met andere woorden enorm veel werk op de plank. Verschillende niveaus doen een aantal goede dingen. Ik zou willen oproepen om vooral van elkaar te leren, en te bekijken hoe we elkaar kunnen versterken in plaats van elkaar tegen te werken.
Minister Demir heeft het woord.
Ik dank jullie voor de tussenkomsten. Inderdaad, ik denk dat in Vlaanderen de tanker wel aan het keren is. Dat gebeurt natuurlijk niet van vandaag op morgen, maar de visie en de richting zijn wel heel duidelijk. We maken daar ook heel wat middelen voor vrij, dat is ongezien. Voor het hele bosverhaal zitten we intussen aan 140 miljoen euro voor deze legislatuur. Net hetzelfde geldt voor alles wat met natte natuur en de Blue Deal te maken heeft, met een budget van bijna 1 miljard euro. Dat wil wel zeggen dat alles wat met water, bos en natuur te maken heeft, van belang is. En daarbovenop komen nog de nationale parken, de landschapsparken. De richting is dus aangegeven, en ik denk dat er ook een heel groot draagvlak is in de samenleving, of je ideologie nu links, centraal of rechts is.
De samenleving wil ook dat we dat doen. Ik ben er ook echt van overtuigd dat dat onze richting is. Ook de Europese Biodiversiteitsstrategie steun ik ten volle. Daar staan ook heel belangrijke zaken in die natuurlijk ook naar het Vlaamse beleid zullen moeten komen. En inderdaad, u verwees naar de graslanden. Ik ben het ermee eens dat dat belangrijk is voor alles wat met koolstofopslag te maken heeft. De opmaak van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) is op dit moment bezig.
Ik heb in een krant trouwens gelezen dat zelfs de voorman van het Algemeen Boerensyndicaat (ABS) zegt dat er misschien een duurzaamheidspremie moet komen in plaats van gewoon subsidies uit te delen, om die graslanden goed te onderhouden in plaats van ze te scheuren. En ik ben het daar volledig mee eens. Naar aanleiding van het nieuwe GLB zal er een belangrijk luik moeten komen rond alles wat met biodiversiteit en graslanden te maken heeft. Ook daar moeten we kijken hoe we op een positieve manier die graslanden kunnen beschermen.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, ik bedank u voor uw antwoord.
Collega Schiltz, het is geen aanval op de minister, het is een vraag om extra inspanningen te doen. Want wat nu op tafel ligt rond een uitbreiding van bossen, zijn mooie plannen. Maar tegelijkertijd kappen we, en stoten we heel wat meer koolstof uit. Mijn boodschap is dat het goed is dat jullie uitbreiden en dat al die inspanningen gebeuren. Maar sluit ook die andere poort, en zorg dat wat we hebben aan koolstofopslag in de bodem, daar 100 procent blijft. Anders worden al die mogelijke inspanningen die jullie nu leveren, tenietgedaan. Want er wordt meer koolstof uitgestoten ten gevolge van het scheuren van grasland en het kappen van oud bos, dan dat er aan koolstof wordt opgeslagen in nieuw bos. En het duurt honderden jaren voor we aan datzelfde tempo zitten. Dat is mijn boodschap.
Daarom lijkt het mij heel belangrijk dat, als we de CO2-uitstoot willen beperken ten gevolge van landgebruik, we ook die twee elementen in rekening moeten brengen. Ik hoor van de minister niet veel uitspraken over oud bos, en dat is jammer. Daar zal ik haar zeker nog over ondervragen. Maar ik hoor wel bereidheid om te proberen te voorkomen dat er waardevol grasland wordt gescheurd, en dat is zeer belangrijk. Het gaat niet op dat we onze burgers stimuleren om in hun tuinen extra inspanningen te doen, en dat er tegelijkertijd om de hoek grasland wordt gescheurd, waardoor alle CO2 de lucht ingaat. Dat kan niet meer. Daar moet paal en perk aan gesteld worden. Anders dweilen we met de kraan open.
Minister, ik zal u zeker steunen in uw motivatie en uw pogingen om het GLB in die richting te steunen. Ik kijk uit naar een initiatief om ook waardevol, oud bos te beschermen, zodat we die CO2-uitstoot ten gevolge van wijzigend landgebruik onder controle krijgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.