Report meeting Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Danen heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, mijn vraag gaat over de woningpas en het asbestattest bij verkoop. Ze is vooral ingegeven door de bekommernis dat de kopers, vaak jonge gezinnen, geen kat in een zak kopen.
Volgens de website van de Vlaamse overheid is de woningpas “een gratis digitaal paspoort dat alle informatie over uw huis samenbrengt in één handig overzicht!” De woningpas wordt samengesteld door het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA), het Departement Omgeving, Wonen-Vlaanderen en de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM). De woningpas biedt momenteel informatie over de relevante data en attesten – onder andere het energieprestatiecertificaat (EPC) –, visuele informatie over de omgeving van de woning en enkele stappenplanen zoals een stappenplan voor renovatie met kostprijsindicatie. In de toekomst zal ook een asbestinventarisattest deel uitmaken van de woningpas. Dit attest zal al vanaf 2022 worden verplicht bij de woningen die voor 2001 zijn gebouwd.
De website van de Vlaamse overheid maakt ook duidelijk dat eigenaars en mede-eigenaars digitale toegang hebben tot de woningpas van hun eigendommen. De eigenaar kan ook de woningpas delen met andere personen, maar dit gebeurt op volledig vrijwillige basis. Een potentiële koper van een woning kan niet afdwingen dat de eigenaar of verkoper de woningpas openbaar maakt. Het gevolg is dat de koper een kat in de zak kan kopen en moet vaststellen dat er na de aankoop onvoldoende budget overblijft om de nodige renovatiewerken uit te voeren. Dit soort situaties kan al deels worden vermeden indien de koper voor de aankoop kan inschatten wat de extra renovatiekosten zullen zijn om de woonkwaliteit op peil te brengen.
Vlaanderen hoopt onder andere via het Renovatiepact de klimaatdoelstellingen te bereiken. Vlaanderen heeft er dus ook alle belang bij dat eigenaars die een woning verwerven, nog over voldoende financiële middelen beschikken om de nodige renovaties uit te voeren. Dat kan enkel wanneer er over de toestand van de woning voldoende transparant gecommuniceerd wordt tijdens het verkoopproces.
Minister, als de woningpas volledig uitgewerkt is, is dit een nuttig instrument voor de eigenaar om de toestand van de eigen woning te kennen. Deze informatie is eveneens relevant voor de koper van een woning, maar de eigenaar wordt niet verplicht om de woningpas te delen met een potentiële koper.
Waarom wordt het vrijgeven van de woningpas bij een potentiële verkoop niet verplicht? Hebt u dit al besproken met de immosector en/of de federatie van notarissen? Zo ja, hoe staat de immosector tegenover het idee om de woningpas vrij te geven tijdens het verkoopproces? Hoe motiveren zij hun standpunt? Zo ja, hoe staat de federatie van notarissen tegenover het idee om de woningpas vrij te geven tijdens het verkoopproces? Hoe motiveren zij hun standpunt? Indien niet, zult u hierover overleg plegen met de immosector en/of de federatie van notarissen? Wanneer zou u dit doen?
Zult u stappen zetten om potentiële kopers te helpen om met meer kennis van zaken rond de algemene woonkwaliteit en de te verwachten renovatiekosten, een woning aan te kopen? Welke stappen zult u hiervoor zetten?
Vanaf 2022 is een asbestattest verplicht bij de verkoop van woningen en gebouwen ouder dan bouwjaar 2001. Zal dit asbestattest openbaar zijn voor de potentiële koper of dient dit enkel meegeven te worden bij het afsluiten van de verkoop? Kan de verkoper weigeren om het asbestattest openbaar te maken voor de potentiële koper? Zal de potentiële koper kunnen nagaan wat de vermoedelijk kostprijs zal zijn voor het verwijderen van het vastgestelde asbest?
Minister Demir heeft het woord.
Collega Danen, ik zal kort en bondig antwoord.
Het verplichten van het vrijgeven van een woningpas bij een potentiële verkoop, is een waardevol idee. We moeten natuurlijk wel weten dat in die woningpas persoonsgebonden informatie zit. De administratie zegt op alles ‘neen’ en zegt tegen mij dat het niet gaat. Ze zeggen dat er juridische en technische drempels zijn. Goed, dat is iets wat de administratie altijd doet. Ik vind het op zich wel een waardevol idee. Ik wil gewoon eens nagaan hoe het zit met die persoonsgebonden informatie en of er een privacy issue is. De administratie beweert van wel, maar ik denk persoonlijk dat het een goed idee kan zijn. Sta mij toe dat ik aan de administratie, die altijd op alles neen zegt, vraag om dit toch eens opnieuw te bekijken.
Er is overleg geweest met de federatie van notarissen en met de immosector. Ik moet toegeven dat het op dit moment op een laag pitje staat. Ze vinden het een heel interessant instrument, maar het overleg heeft geen verdere uitvoering gekregen, omdat de woningpas toen nog redelijk beperkt was om een uniek aanspreekpunt te zijn. Intussen zit er veel informatie in de woningpas. Ook dat zullen we dus moeten bekijken, rekening houdend met het juridisch aspect waarmee we moeten opletten, volgens de administratie.
Ik zal uiteraard stappen zetten om potentiële kopers te helpen om met meer kennis van zaken een woning aan te kopen. Collega Diependaele heeft een woningkwaliteitswijzer ontwikkeld. Wij hebben een woningpas. Ik zeg dit gewoon om aan te geven wat er allemaal bestaat. Het is hallucinant wat er allemaal bestaat op dit niveau. Als we naar een geïntegreerde premie gaan, is het misschien het moment om alles samen te bekijken.
Ik heb, net als iedereen, een huis gekocht. In het begin hou je te weinig rekening met wat een renovatie gaat kosten. We moeten stappen zetten om hierover correct te informeren. Ik vind dat op de immosites ook moet worden verwezen naar de neutrale informatie over renovatie van de overheid. Zo kunnen mensen die een woning aankopen, meteen kijken wat renovatie betekent, met welke kosten men rekening moet houden.
Er is dus een woningpas, een woningkwaliteitswijzer, het EPC, binnenkort het asbestattest. Het houdt gewoon niet op. We moeten er eens met de borstel door. Dat spreekt voor zich. Het zal een huzarenstukje worden, want de administratie gaat er natuurlijk ook aan moeten meewerken. Persoonlijk vind ik dat we dat moeten doen en ik zal de opdracht dan ook geven.
In de regelgeving is opgenomen dat de eigenaar de inhoud van het asbestinventarisattest moet meedelen aan de kandidaat-koper bij het sluiten van een onderhandse akte. De verkoper kan dit niet weigeren. Het asbestattest zelf zal geen prijsraming bevatten. De OVAM bekijkt of men een laagdrempelige tool kan ontwikkelen op de website www.asbestinfo.be om de eigenaars of de kandidaat-kopers een richting van prijsraming te geven.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, ik denk dat de woningpas, net zoals u ook zegt, de zaken moet vereenvoudigen. Er moeten een aantal documenten in zitten die informatie geven over de woning. Het is op zich een goed instrument, maar het zou niet slecht zijn om met collega Diependaele na te gaan hoe een en ander kan worden geïntegreerd met de woningkwaliteitswijzer.
Momenteel is het zo – en ik denk dat de woningpas daaraan moet verhelpen – dat er bij de verkoop van een woning een groot onevenwicht is in kennis tussen diegene die verkoopt en diegene die koopt. Als iedereen van goede wil is en betrouwbaar is, is er op zich geen probleem en dan kan het kennishiaat worden gedicht. Maar het is bekend dat dat niet altijd gebeurt en daar moet de woningpas bij helpen.
Stel je eens voor dat je een woning koopt, dat je bij de verkoop van alles meekrijgt, maar dat je nadien vaststelt dat er met die woning van alles aan de hand is. Het moeten niet per se verborgen gebreken zijn, maar informatie waaruit blijkt dat de staat van de woning veel slechter is dan men had ingeschat en een asbestprobleem heeft. Het moet de bedoeling van de woningpas zijn om de kenniskloof tussen koper en verkoper te dichten.
Minister, ik steun uw pleidooi om te onderzoeken hoe men die informatie toch aan de koper kan meegeven. Als er een juridisch probleem is, moeten we dat proberen op te lossen. Het kan toch niet zijn dat we een gigantisch instrument uitwerken, net om de kenniskloof te dichten, en dat de koper er weinig of geen gebruik van kan maken. Ik steun uw pleidooi en ik hoop dat uw opdracht resultaat heeft. Ik zal niet nalaten om u hierover over een half jaar opnieuw te bevragen, want de doelstelling van de woningpas vind ik heel erg goed. Hij moet ervoor zorgen dat ook de doelstelling wordt gehaald, zijnde het hiaat dichten zodat kopers met kennis van zaken een aankoop kunnen doen en de prijs betalen die men ervoor moet betalen. Daar gaat het over. Ik zal u hierover dus over een half jaar opnieuw bevragen en ik hoop dat er dan vorderingen zijn gemaakt.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Ik wil me graag aansluiten. Ik denk dat we op dezelfde golflengte zitten. De woningpas is ontstaan net met het doel om alle informatie samen te brengen. Vanaf het moment dat het asbestattest is ingevoerd, hebben wij altijd aangegeven dat dit een onderdeel moet zijn van de woningpas. De woningpas moet één verzamelpunt worden.
Ik ben het ook volkomen eens – en in de commissie was men het hier over de partijgrenzen heen over eens – dat de informatie maximaal aan kopers ter beschikking moet kunnen worden gesteld. Het heeft geen zin dat men, op het moment dat men wil kopen, geen informatie kan krijgen, maar nadien een zee van informatie zou krijgen.
Minister, als de administratie aangeeft dat er specifieke persoonsgegevens in zitten, is het correct om het zeer nauwkeurig na te kijken. De specifieke individuele informatie moet kunnen worden afgescheiden, maar de relevante informatie voor een koop zou openbaar of op vraag beschikbaar moeten kunnen zijn voor potentiële kopers.
Ik meen begrepen te hebben dat het asbestattest, waar collega Danen naar verwijst, vandaag ook ter beschikking moet worden gesteld aan de kopers. De visie dat een koper maximaal moet kunnen beschikken over informatie, is altijd naar voren geschoven. Voor het asbestattest is dat gegarandeerd. Het liefst komt alle informatie samen op één punt. Minister, in de discussie met uw administratie, kunt u terugvallen op de visie die in het parlement altijd naar voren is geschoven.
Ik kijk met interesse uit naar de verdere evolutie en uitrol van de woningpas.
De heer Pieters heeft het woord.
Voorzitter, ik ga niet herhalen wat al gezegd is.
Ik denk dat we veelal op dezelfde golflengte zitten, maar we moeten wel opletten met het asbestattest. Vroeger had men ook het bodemattest, maar door gebrek aan tijd en mankracht heeft de OVAM destijds heel veel nulattesten uitgereikt, ook voor vervuilde bodems. We moeten dus zeker zijn dat een asbestattest efficiënt is en waarde heeft en dan kan het ook in de woningpas zijn waarde hebben. Zoals de minister aangaf, moet het ook juridisch in orde zijn, zodat als er nadien zaken worden vastgesteld, het consequenties heeft.
De woningpas bevat inderdaad heel wat nuttige informatie voor kandidaat-kopers, maar ook voor architecten en aannemers. Momenteel is het zo dat hij voor eigenaars heel snel consulteerbaar is op de website www.woningpas.vlaanderen.be. Het is aan de eigenaar om de informatie op te vragen en die al dan niet te delen met de makelaar, met de architect, met wie dan ook. Men kan dus de woningpas van zijn eigen eigendom heel makkelijk consulteren.
Ik zie dat heel veel vastgoedmakelaars zelf actief de woningpas promoten, zodat die meer bekend wordt bij de bevolking. Minister, ik denk dat het ook nog een kwestie is van de digitale woningpas meer kenbaar te maken. Misschien kan hier nog meer op worden ingezet, want het is nuttig en het wordt in de immosector al gretig gedeeld.
Ik kijk uit naar de verdere uitrol en de sensibilisering van de bevolking.
Minister Demir heeft het woord.
Ik ben het ermee eens dat we goed moeten nagaan welke informatie kan worden meegedeeld en welke niet.
Wat het asbestattest betreft, is het de bedoeling dat een deskundige gaat vaststellen wat er aan asbest in de woning zit. Uiteraard kunnen niet alle muren worden uitgebroken. We willen een deskundige vooral een instrument kunnen geven om na te gaan wat er aan asbest aanwezig is.
Collega Pieters, het klopt niet volledig wat u zegt over het bodemattest. Een blanco bodemattest is wel degelijk nuttig, zeker als het gaat over de betwisting van de saneringsplicht. In die gevallen kan het dus wel nuttig zijn, gewoon ter aanvulling.
De heer Danen heeft het woord.
Ik stel vast dat er heel veel energie in de woningpas wordt gestoken om er een goed instrument van te maken. Dat is heel erg belangrijk. Het zou zonde zijn als we die energie verloren zouden laten gaan en niet laten dienen voor wat het moet worden. Maximale beschikbaarheid lijkt me belangrijk, zeker voor potentiële kopers.
Als men een waterkoker of een microgolfoven koopt, kan men op alle mogelijke manieren de goede en minder goede kwaliteiten van het toestel achterhalen. Bij een woning, zo'n belangrijke investering, is dat niet altijd het geval. We moeten er dus maximaal op inzetten. Ik hoop dat de opdracht die u geeft, minister, ons wat meer inzicht zal geven over hoe het nog beter en meer kan worden ingezet. We moeten echt vermijden dat men een kat in een zak koopt, en de woningpas kan hiertoe bijdragen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.