Report meeting Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Danen heeft het woord.
Mijn vraag gaat over de automatische toekenning van de retroactieve investeringspremie. We kennen in deze commissie allicht onze recente geschiedenis. Het arrest van het Grondwettelijk Hof van 14 januari 2021 werd op 1 maart 2021 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Vanaf toen konden alle eigenaars van zonnepanelen met een digitale meter, niet meer genieten van een terugdraaiende teller.
Zoals ook bekend heeft de Vlaamse Regering een retroactieve investeringspremie uitgedacht. Deze is niet voor elke individuele installatie afzonderlijk berekend, maar wel op basis van een referentie-installatie, namelijk een piekvermogen van 4 kilowattpiek, een omvormvermogen van 3,6 kilovoltampère en een zelfverbruik van 3 procent. De Vlaamse Regering wil met deze retroactieve investeringspremie bereiken dat een referentie-installatie nog een rendement haalt van 5 procent op vijftien jaar. Deze vraag gaat er niet over of dit genoeg is, maar over de manier waarop die premie moet worden aangevraagd.
Op de website van www.vlaanderen.be staat dat de getroffen eigenaars wellicht voor de zomer hun retroactieve investeringspremie zelf kunnen aanvragen bij de Vlaamse overheid. Een van de voorwaarden – dat heb ik in het verleden al aangeklaagd – is dat de aanvrager geen rechtsvordering ten aanzien van het Vlaamse Gewest tot vergoeding van enige schade heeft ingediend.
Minister, elke installatie met zonnepanelen moet worden aangemeld bij de netbeheerder. We weten dus dat de netbeheerder over alle relevante informatie van elke PV-installatie beschikt. Kan het administratieve werk voor die installaties die in aanmerking komen voor een retroactieve investeringspremie niet automatisch uitgevoerd worden door de netbeheerder of de administratie, naar analogie van bijvoorbeeld de vooraf ingevulde belastingbrief? Zo kan iedereen die recht heeft op een dergelijke premie, daar automatisch gebruik van maken of krijgt hij tenminste het voorstel, in plaats van het zelf te moeten aanvragen. We hebben gezien dat, wanneer men mensen dingen laat aanvragen, er altijd een groep is die dat vergeet of niet doet. Dat zijn niet altijd de meest begoeden. Het zijn vaak mensen die daar niet aan denken of de vaardigheden ontberen om dat te doen. Dan wordt het vergeten. Door zoiets niet automatisch toe te kennen, treft men weer een bepaalde groep. Minister, denkt u eraan om zo'n toekenning automatisch te laten gebeuren?
Minister Demir heeft het woord.
Dank u wel, collega Danen. Inderdaad, als het automatisch kan toegediend worden, dan graag. Men zegt mij dat dit praktisch en juridisch onhaalbaar is, maar ik luister ook graag naar de commissieleden die daar misschien een ander gedacht over hebben, en ik zal zeggen waarom het juridisch en praktisch niet haalbaar is om dat automatisch te doen.
Praktisch is het zo dat de premie toekomt aan de eigenaar van de pv-installatie, die in vele gevallen niet gekend is door Fluvius. Fluvius kent immers enkel met zekerheid de netgebruiker die aan het EAN-nummer gekoppeld is, op voorwaarde dat de leverancier deze informatie correct heeft ingevuld. Dat kan zowel de huurder zijn, een opstalhouder, of de houder van een ander zakelijk recht. Een automatische uitbetaling op basis van de gegevens waarover Fluvius beschikt, zou zodoende in redelijk veel gevallen de verkeerde personen bereiken, een gelijke premiebehandeling in het gedrang brengen, en tot complexe administratieve procedures en terugvorderingsprocedures aanleiding geven.
Volgens de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën (VCO) is de toekenning van een subsidie gebaseerd op een wederzijdse verbintenis waarbij de begunstigde van de subsidie aanvaardt de beoogde activiteit van algemeen belang uit te voeren en de subsidieverstrekker aanvaardt daarvoor een financiële ondersteuning te leveren. Een automatische toekenning staat daarmee op gespannen voet.
Om die praktische en juridische redenen is een automatische toekenning van de retroactieve investeringspremie dus niet mogelijk. Uiteraard willen wij de toegang tot de retroactieve investeringspremie zo gemakkelijk mogelijk houden. Daarom houden we de aanvraagprocedure zo eenvoudig mogelijk en gaat Fluvius – en wij als overheid natuurlijk ook – de mensen zeer actief sensibiliseren.
De heer Danen heeft het woord.
Dank u wel.
Nu, als het inderdaad juridisch onmogelijk is om de redenen die u noemt, dan kan het allicht niet. Maar de doelstelling van mijn vraag is om ervoor te zorgen dat de mensen die recht hebben op zo’n premie, die niet mislopen. Dat is eigenlijk de achtergrond of doelstelling van mijn vraag. Het is dus zaak om die informatieverstrekking zo duidelijk mogelijk te maken, en de procedure zo eenvoudig mogelijk. Ik heb begrepen, minister, dat u daaraan werkt en daaraan denkt. Dat is natuurlijk belangrijk. Ik zeg dit omdat ik vaststel dat voor sommige andere aanvragen voor premies, of andere procedures die overheden uitwerken, vaak wel heel erg ingewikkeld zijn. Ik zou zeggen: laten we hier een schoolvoorbeeld van maken van hoe het wél eenvoudig kan. En ik heb begrepen dat de netbeheerder inderdaad over alle informatie van zo’n privé-installatie beschikt. Hij weet misschien niet wie de eigenaar is – dat zou kunnen – maar als dat bekend is, dan lijkt het me relatief eenvoudig om zo’n procedure uit te werken. Bij wijze van spreken: één druk op de knop.
Mijn vraag is dus: bent u bereid om de procedure daarachter, de frontoffice dus, zo eenvoudig mogelijk te maken, zodat iedereen die er recht op heeft, inderdaad van dat recht gebruik kan en zal maken?
Minister Demir heeft het woord.
Dank u wel, collega Danen. Ik ben het er volledig mee eens dat die frontoffice zo eenvoudig mogelijk moet zijn, heel laagdrempelig. Ik vind het zelf ook heel belangrijk dat we de aanvraag voor de mensen zo gemakkelijk mogelijk houden. Uit ervaring weten we inderdaad dat de overheid alles heel complex maakt. Kijk maar naar verschillende subsidies die bestaan, als het gaat over woningen en dergelijke: het is niet te doen. De overheid is er echt wel heel goed in, vind ik, in het complex maken van bepaalde zaken. Soms denk ik dat ze dit doen opdat de mensen de aanvraag niét zouden doen, opdat ze een degout zouden hebben van al die regeltjes en zouden zeggen: 'Laat maar, ik ga het niet aanvragen.' Vandaar dat we ook aan het werken zijn – waar het gaat over woningen, energie, renovatiepremie’s – om de oefening te maken om de frontoffice zo simpel mogelijk te houden. Voor de backoffice, als de ambtenaren dat ingewikkeld willen maken dan moeten ze maar hun plan trekken met de backoffice. Maar de frontoffice, naar de burger toe, moet heel simpel zijn.
Ja, collega Tobback, ik spreek ook uit ervaring. Het is vaak heel complex. Je moet al een specialist zijn en een halve dag vrijaf nemen om het kluwen aan regels die bestaan, te begrijpen. De Vlaamse overheid heeft daar echt een handje van weg, vind ik. Dat is echt nog een groot werkpunt. Ik zeg dat ook altijd binnen mijn administraties. Dan worden alle collega’s natuurlijk kwaad, maar het is gewoon de realiteit. Vandaar, zeker hier, is de miserie al groot, collega Danen. Het is al verschrikkelijk genoeg. We gaan de burgers niet nog eens jennen met allerlei administratieve regeltjes en papiertjes die ze moeten invullen, want de situatie is al erg genoeg. Ik zal ervoor zorgen de frontoffice zo eenvoudig mogelijk te houden, als de administratie het mij toelaat natuurlijk, maar dat denk ik in dezen wél.
Dank u wel, minister. Voor alle duidelijkheid: ik was niet aan het lachen met de complexiteit – die onderschrijf ik –, maar wel met uw opinie over de ambtenaren die het ingewikkeld maken. Ik denk dat dat een misschien wat eenzijdige vaststelling is, maar soit.
Misschien de politiekers, ja!
Laten we toch maar allemaal ons deel van de verantwoordelijkheid dragen.
De heer Danen heeft het woord.
Dank u wel. Inderdaad, als we het op een eenvoudige manier kunnen organiseren, laat dat dan misschien een voorbeeld zijn voor andere procedures binnen de energiesector, om die misschien ook te vereenvoudigen. Zoals u terecht zegt, minister, ik denk soms ook bij mezelf – als ik bepaalde formulieren zie – dat die gegevens helemaal niet nodig zijn. Ik denk soms dat men zoveel mogelijk vraagt, om alles dicht te timmeren, maar je moet op een bepaald moment ook zorgen dat je vertrouwen hebt in mensen.
Twee, je moet natuurlijk ook zorgen voor een goed controlemechanisme.
Drie, als er informatie nodig is, dan kan je die eventueel achteraf nog vragen. Je moet niet honderden dingen vragen voor die ene die misschien extra informatie moet aanleveren. Die kan je dan eventueel ook achteraf vragen. Soit, we moeten die procedure hier niet uitwerken, maar ik hoop wel dat het een begin kan zijn om alle procedures voor alle mogelijke aanvragen rond energie en renovatie te vereenvoudigen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.