Report meeting Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Vlaanderen, Nederland en Noordrijn-Westfalen werken samen aan een duurzame toekomstvisie voor de chemie. Op 18 december 2020 heeft de Vlaamse Regering de startnota goedgekeurd voor het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Leidingstraat Antwerpen-Ruhr. Dat gaat, voor alle duidelijkheid nog niet, zoals soms al gedacht wordt, over een omgevingsvergunningsaanvraag voor de pijplijn. Het gaat om het GRUP dat de zone vastlegt waarbinnen een omgevingsvergunning kan worden aangevraagd voor die pijpleidingen, die er dan weer voor kunnen zorgen dat er minder transportverkeer over de wegen loopt.
Momenteel liggen er drie mogelijke trajecten op tafel. Het gaat over een zone van 45 meter breed, waarin vijf tot acht pijpleidingen zouden kunnen worden gebundeld. Die straat loopt dwars door natuur- en landbouwgebied, wat wel wat gevolgen heeft en wat ook al wat reacties uitgelokt heeft. Afhankelijk van het tracé, heb ik begrepen, zullen tussen achttien en tachtig woningen moeten worden onteigend. Daarnaast zijn ook een aantal wijkschooltjes en natuurdomeinen bedreigd.
Het uiteindelijke traject zal via een omgevingsvergunning gekozen worden en krijgt een zogenaamde overdruk op de bestemming. Het natuur- of landbouwgebied zal zijn bestemming dus behouden, maar er zullen voorwaarden aan gekoppeld worden. Ik begrijp dat als het bijvoorbeeld over boomkwekerijen gaat, het alleszins bomen moeten zijn die niet dieper wortelen dan 80 centimeter.
Ik heb gezien dat het voor een aantal Limburgse gemeenten al sowieso zeker is dat het tracé over hun grondgebied gaat, namelijk Houthalen-Helchteren, Genk, Dilsen-Stokkem, As, Maasmechelen, Zutendaal, Maaseik en niet te vergeten het prachtige Oudsbergen. Nog tot 30 april is er een publieke raadpleging.
Minister, ik heb enkele vragen voor u. Wanneer en hoe werden de perceeleigenaars die mogelijk onteigend moeten worden, geïnformeerd? Hoe zullen de getroffen eigenaars vergoed worden als ze effectief onteigend moeten worden voor de aanleg van de leidingstraat? Hoe zullen de perceeleigenaars vergoed worden bij wie er beperkingen op hun perceel worden opgelegd?
Minister Demir heeft het woord.
Collega Ceyssens, voor alle duidelijkheid: het uitgangspunt in dit proces is zoveel mogelijk woningen te sparen. Het GRUP voor de leidingstraat van Antwerpen naar het Ruhrgebied zit momenteel in de fase van de startnota. De publieke consultatie loopt tot 30 april. De startnota bevat onder meer de eerste resultaten van het onderzoek naar mogelijke tracés. Dat onderzoek is nog niet tot op detailniveau uitgevoerd. Dat is ook niet de bedoeling in deze fase. Er bestaat dus nog geen exacte aanduiding van de percelen en eigenaars die binnen de tracés zouden vallen.
Toch willen we ook in deze fase al zoveel mogelijk betrokkenen informeren. Daarom zijn er tijdens de periode van publieke participatie meerdere digitale infosessies voorzien. Mijn administratie vertelt mij dat daar een vijfhonderdtal mensen voor zijn ingeschreven. Bovendien zullen de bewoners van woningen in de onmiddellijke nabijheid van de mogelijke tracés ook persoonlijk geïnformeerd worden.
Het is evenwel pas in de volgende fase van de procedure dat de mogelijke tracés grondig onderzocht en geoptimaliseerd worden. Concreet zal worden bekeken of het mogelijk is om de leidingstraat plaatselijk smaller te maken dan de basisbreedte die nu voorzien is en of er specifieke technieken bestaan om woningen te ontzien. Dat alles neemt niet weg dat ook nu reeds, bij het eerste onderzoek, tracés zijn gekozen die zo veel als mogelijk woningen en gebouwen zullen sparen.
In de startnota is nog geen uitspraak gedaan over onteigeningen of verwervingen. Het onderzoek zit nog in de fase van het optimaliseren van tracés. Die optimalisaties zijn er precies op gericht om het aantal verwervingen te beperken of zelfs grotendeels te vermijden. Maar wellicht zal het niet mogelijk zijn om een tracé te vinden zonder gebouwen en woningen te treffen. In dat geval zullen we alles nog eens opnieuw goed moeten bekijken.
Wat uw derde vraag betreft: dat is inderdaad een mogelijkheid. Ik geef enkele voorbeelden met betrekking tot landbouwpercelen. Een aantal vormen van landbouwgebruik zijn compatibel met ondergrondse leidingen. Leidingen worden immers voldoende diep aangelegd. Wettelijk moet dat op minstens 80 centimeter. In de praktijk is dat meestal 1,10 meter. In die gevallen zijn er geen compensaties voor permanente hinder, maar kan wel de eventuele tijdelijke hinder tijdens de constructiefase vergoed worden. Daarvoor bestaat een gebruikerscompensatie in de vorm van structuurschade.
Bebouwingen, zoals bedrijfsgebouwen en serres, zijn daarentegen niet compatibel met ondergrondse leidingen. Er zal dan ook getracht worden om dergelijke percelen zoveel mogelijk te vermijden, waar dat haalbaar is. Maar nogmaals: dit is nog maar de startfase. Ik denk dat het verstandig is om te kijken wat het eerste onderzoek geeft, vooraleer hier verdere stappen te zetten.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord, minister. Ik heb twee nieuwe dingen gehoord, of alleszins dingen die mij in het verleden ontgaan waren, en waar ik bijkomende vragen over zou willen stellen. Ik weet niet of dat nu kan, of dat u die schriftelijk kunt beantwoorden. Ik hoor u zeggen dat het tracé desnoods zou kunnen worden versmald. Zijn er technische gegevens over tot hoe smal men kan gaan? Kunt u mij dat achteraf laten weten?
Ik heb ook begrepen dat de mensen van wie de woning mogelijk onteigend zou kunnen worden, persoonlijk gecontacteerd zullen worden. Moet ik daaruit concluderen dat dat al in deze fase, de fase van de startnota, gaat gebeuren? Zo ja, door welke diensten gaat dat gebeuren? En kan daar eventueel ook naar doorverwezen worden vanuit de gemeentelijke diensten die daar op dit moment al vragen over krijgen?
De heer Pieters heeft het woord.
Bedankt voor het antwoord, minister. Ik wil daar een korte aanvullende vraag bij stellen. Dit is natuurlijk niet de eerste pijpleiding die vanuit de haven van Antwerpen vertrekt richting het Ruhrgebied of richting Nederlands Limburg. Wordt er ook overwogen om bijvoorbeeld de leidingstraat op de plaats van of naast de bestaande leidingen te leggen, zodat er minder stukken grond gecompromitteerd worden?
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, bedankt voor het antwoord. Ik wil me graag even aansluiten bij deze vraagstelling. Ik denk dat het niemand hier verrast dat dit een gigantische impact heeft op de omgeving en dus ook op heel wat mensen, en dat daar heel wat ongerustheid over leeft. Ik hoor u zeggen dat er in de startnota drie tracés naar voren worden geschoven. Waar worden die in eerste instantie bekeken? Heeft men momenteel reeds geprobeerd om de minst schadelijke tracés naar voren te schuiven?
Er zijn heel wat vragen. Het is natuurlijk ook een startnota. Ik zou dus graag wat meer informatie krijgen over hoe het verdere traject precies wordt doorlopen en hoe de zaken in beeld worden gebracht. U haalt ook aan dat er techniciteiten zijn die eventueel een invloed kunnen hebben op de haalbaarheid van bepaalde tracés, en misschien zelfs van de drie tracés. Het is mij nog niet helemaal duidelijk welke verdere stappen nu precies wanneer gezet worden, en waar gemeentebesturen, maar ook burgers, met vragen en/of bezorgdheden hun verhaal kunnen brengen en antwoorden kunnen vinden op hun vragen.
Kunt u daar meer informatie over geven? Worden daar aparte kanalen voor opgezet? Hoe kijkt u daarnaar?
Mevrouw De Coninck heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord, minister. Ik wil mij ook graag even aansluiten. Ik ben tevreden met het antwoord. Ik denk dat hier een logisch proces wordt gevoerd. Verschillende tracés liggen op tafel, uiteraard met de bedoeling om zo weinig mogelijk woningen te impacteren. We moeten altijd een evenwicht zoeken tussen het belang van die pijpleiding en de impact die ze gaat hebben op de omgeving.
Heb ik goed begrepen, minister, dat u informatie naar de omwonenden organiseert? En is er dan ook mogelijkheid om vragen te stellen? Gaat het enkel om informatie geven, of is er ook interactie mogelijk?
Minister Demir heeft het woord.
Collega Ceyssens, die technische aspecten zullen we moeten opvragen. We zijn dus aan het kijken om plaatselijk smaller te gaan dan de basisbreedte van 45 meter die nu voorzien is. Ik moet opvragen hoeveel men dan eigenlijk voor ogen heeft.
De Vlaamse administratie is sowieso volop bezig met informatie. Het traject loopt ook nog. Er is ook een uitgebreide procedure met diverse infomomenten tijdens de publieke participatie, die loopt tot 30 april, ook digitaal. Er zijn zeker mogelijkheden om vragen te stellen.
De leidingstraat op bestaande leidingen leggen, kan helaas niet zomaar. Je moet echt zorgen voor een veilige situatie. Het is een heel complex gegeven. We zullen al die facetten goed moeten bekijken. Ik denk dat de aanpak van het dossier vanuit de administratie de juiste is.
Voor de rest denk ik dat we nog in een heel vroeg stadium zitten. Ik vind het ook belangrijk dat we na deze eerste fase alles nog eens goed op een rijtje zetten: waar zitten we, wat wordt er gevraagd? We moeten alles tegen elkaar afwegen.
Het antwoord op de technische vraag van collega Ceyssens zal ik laten opvragen en het dan overmaken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.